Door de economische crisis en de politieke reacties daarop is de kans op sociale onrust in West-Europa groter dan ooit, zo meldde NRC Handelsblad deze week naar aanleiding van een rapport van de International Labour Organization. Met name de toegenomen inkomensongelijkheid zou de boosdoener zijn. Het achterliggende idee: hoe groter de ongelijkheid, hoe groter de onvrede met de politiek, en hoe groter de kans op protesten en uiteindelijk eventueel rellen. Dit roept de vraag op of het verkleinen van de inkomensongelijkheid verdere sociale onrust zal voorkomen.
Verschillende onderzoeken tonen aan dat er inderdaad een relatie bestaat tussen inkomensongelijkheid en onvrede met de politiek. Mensen in landen met meer inkomensongelijkheid zijn minder tevreden met de politiek (zie bijvoorbeeld hier). Politieke systemen die inkomensongelijkheid bevorderen worden namelijk kritisch beoordeeld door de bevolking, aangezien economische ongelijkheid niet goed verenigbaar is met de democratische principes van gelijkheid en rechtvaardigheid.
In de figuur hieronder (gebaseerd op data uit de European Election Studies 2009 en gegevens van de Wereldbank) vind je op de horizontale as de inkomensongelijkheid, die is gemeten met de GINI-coëfficiënt (hoe hoger hoe meer ongelijkheid), en op de verticale as de tevredenheid met de democratie (hoe hoger hoe meer onvrede). De figuur laat zien dat er een behoorlijk sterke samenhang is tussen inkomensongelijkheid en politieke onvrede op landniveau (de correlatie is 0.48); hoe hoger de inkomensongelijkheid, hoe groter de politieke onvrede en vice versa. De landen met veel ongelijkheid en veel onvrede zijn voornamelijk Oost- en Zuid-Europese landen en de landen met weinig ongelijkheid en weinig onvrede zijn vooral landen uit het noorden en westen van Europa. Zoals je ziet doet ons eigen landje het op beide vlakken behoorlijk goed.
Maar betekent deze samenhang tussen ongelijkheid en onvrede op landniveau nu ook dat de ongelijkheid de oorzaak van de onvrede is? Nee. Er zouden andere factoren een rol kunnen spelen. Uit onderzoek van onder andere collega-StukRoodVlees-bloggers Tom van der Meer en Armen Hakhverdian (zie hier en hier) blijkt bijvoorbeeld dat de mate van corruptie in een land van grote invloed is op de politieke tevredenheid. In landen met meer corruptie zou je kunnen verwachten dat mensen ontevredener zijn omdat het politieke proces minder eerlijk verloopt dan in landen waar nauwelijks corruptie heerst. En inderdaad, zoals de grafiek hieronder laat zien is er een zeer sterke samenhang tussen politieke onvrede en corruptie (de correlatie is maar liefst 0.79): hoe corrupter een land, hoe minder tevreden met de democratie men gemiddeld is. De mate van corruptie in een land is hier gemeten aan de hand van de Corruption Perception Index van Transparency International. Deze index geeft de door experts waargenomen mate van corruptie in een land aan. De figuur laat ook weer een onderscheid zien tussen het oosten en zuiden van Europa aan de ene kant en het noorden en westen aan de andere kant.
Wanneer rekening wordt gehouden met de mate van corruptie in een land valt de inkomensongelijkheid als verklarende factor van politieke onvrede geheel weg. Dit suggereert dat het niet zozeer de economische omstandigheden zijn die bepalen of mensen tevreden zijn met de democratie, maar de mate waarin het politieke proces eerlijk verloopt.
Wat is dan de rol die inkomensongelijkheid speelt? Verschillende studies tonen aan dat er een sterk effect is van inkomensongelijkheid op corruptie (zie bijvoorbeeld hier). Het idee is dat wanneer de ongelijkheid in een land toeneemt, rijkeren steeds meer te verliezen zullen hebben van een eerlijk verlopend democratisch proces. Tegelijkertijd hebben zij ook vaak de financiële en politieke middelen om op een illegale manier het democratische proces te beïnvloeden. Bovendien versterkt corruptie ook weer de ongelijkheid (zie bijvoorbeeld hier). Wanneer de rijken zichzelf verrijken en het democratische proces naar hun hand zetten, zullen de armeren armer worden en verder aan invloed inboeten. De kloof tussen arm en rijk zal zo verder groeien. De figuur hieronder laat zien dat er inderdaad een sterke samenhang is tussen inkomensongelijkheid en corruptie (correlatie is 0.47). Het beeld is weer hetzelfde: Oost- en Zuid-Europa rechtsboven en Noord- en West-Europa linksonder.
Wat kunnen we hier nu uit concluderen? Inkomensongelijkheid en tevredenheid met de politiek hangen met elkaar samen. Maar het is voor een groot gedeelte niet zozeer die inkomensongelijkheid zelf die de politieke onvrede veroorzaakt, maar de mate van corruptie in een land. Inkomensongelijkheid vergroot de corruptie en meer corruptie leidt weer tot meer politieke onvrede.
De toegenomen sociale onrust in Europa en de vergrote kans op nog meer onrust in de nabije toekomst worden voor een groot gedeelte veroorzaakt door de economische crisis. Maar om de heersende onvrede terug te dringen is een eenzijdige focus op economische factoren zoals inkomensongelijkheid niet voldoende. Het is vooral ook de corruptie die hier een centrale rol speelt en die moet worden aangepakt wil de tevredenheid met de politiek weer groeien.
Kristof Jacobs zegt
Leuk en genuanceerd stuk. Ik ben het ook met de algemene strekking eens. Je zou wel het volgende kunnen stellen: als inkomenongelijkheid leidt tot corruptie en dat dan weer leidt tot ontevredenheid, dan leidt aanpak van inkomensongelijkheid wel degelijk tot een verbetering van de tevredenheid omdat dat eerste doorwerkt in een daling van corruptie.
Verder: wanneer je corruptie probeert aan te pakken dan kom je wellicht uiteindelijk toch weer terecht bij het aanpakken van ongelijkheid. Tenzij je aanpakken van corruptie ziet als iets dat vooral op symptomen gericht moet zijn (versus op de ‘oorzaken’ – wellicht is dit dan weer de oude repressie versus preventie discussie).
Samengevat, door inkomensongelijkheid aan te pakken pak je eigenlijk ook corruptie aan.
Matthijs Rooduijn zegt
Kristof, je hebt natuurlijk helemaal gelijk. Wanneer je ongelijkheid aanpakt is de kans groot dat dit ook een positief effect heeft op de corruptie. Maar omdat de correlatie tussen de twee niet gigantisch hoog is denk ik dat een dubbele aanpak van zowel de inkomensongelijkheid als de corruptie uiteindelijk de meeste vruchten af zal werpen.
P.F.M.d'Anjou zegt
Wie moet (en) dat doen en wie (van hen) is bereid te bijten de hand die hem/hen voedt?
Gegeven de vigerende politiek-ekonomische verhoudingen hier en elders en het ‘onthaal’ alom van klokkenluiders zie ik vooralsnog niemand de kat de bel aanbinden.
De wetgever maakt ‘graaien’ mogelijk, toch …