Stel je wedt op een paard bij een paardenrace. En stel ook dat we je voor en na het plaatsen van de weddenschap vragen om de kans in te schatten dat jouw paard wint. Denk je dat je de kans voor en na het plaatsen van de weddenschap hetzelfde of anders inschat? Een klassiek experiment in de psychologie uitgevoerd door Knox en Inkster liet zien dat mensen de kans dat hun paard wint hoger inschatten nadat ze de weddenschap geplaatst hebben. Dit verschijnsel wordt post-decision dissonance genoemd. Met andere woorden: een bepaalde keuze verstevigt het geloof in die keuze. Je rationaliseert achteraf waarom een bepaalde keuze goed was. Is dit verschijnsel ook waarneembaar in politiek gedrag?
Beasley en Joslin laten zien dat bij de Amerikaanse presidentiële verkiezingen van 1972 tot en met 1996 kiezers na de verkiezingen positiever waren over hun kandidaat dan voor de verkiezingen. Dit effect is sterker voor kiezers van de winnende kandidaat. Een andere studie – uitgevoerd onder Britse kiezers – laat zien dat zelfs mensen die strategisch stemmen post-decision dissonance ervaren. Dus om een Nederlands voorbeeld te geven, stel je hebt bij de laatste verkiezing PvdA gestemd om strategische redenen, dan word je na de verkiezing positiever over de PvdA wat weer de kans vergroot dat je er op stemt bij een volgende verkiezing.
Samen met Matthijs Rooduijn en Bert Bakker werk ik aan een paper over dit onderwerp. Voor deze paper kijken we naar een steekproef van kiezers die in 2010 voor het eerst PVV stemmen. We hebben gegevens van deze mensen vanaf 2008. We kunnen dus bekijken hoe zij zich op verschillende variabelen: links-rechts positie, sympathie voor Wilders, cynisme en immigratie standpunt ontwikkelen. We laten hier beneden de gemiddelden (de diamantjes) zien voor de groep die in 2010 voor het eerst PVV stemde. De lijntjes zijn de 95% betrouwbaarheidsintervallen. Een wit diamantje betekent dat het gemiddelde significant verschilt met het jaar daarvoor, een zwart diamantje betekent dat het gemiddelde niet significant anders is. We maken ook een onderscheid tussen mensen die in 2011 en 2012 nog steeds van plan waren PVV te stemmen (loyal) en mensen die niet van plan waren PVV te stemmen (exit).
Wat laat dit figuur zien? Deze stemmers worden voor en ook na de verkiezing van 2010 rechtser (left-right, des te hoger des te rechtser). Dit laatste geldt dan alleen voor de groep die de PVV loyaal blijft in 2011. Ook vindt deze groep Wilders veel sympathieker voor en na 2010. Op een schaal van 0 tot 10, vindt men Wilders maar zo-zo sympathiek in 2009: 5.5. Dit schiet op naar 7 in 2010 en naar 8 in 2011. Opnieuw geldt dit laatste alleen voor degene die loyaal blijven, de ‘exit’ categorie vindt Wilders in 2011 net zo sympathiek als zij hem vonden in 2009. Dan politiek cynisme, hier is maar 1 significant verschil. De mensen die in 2011 besluiten niet meer op de PVV te stemmen worden ook een stuk minder cynisch (of andersom). Wat betreft immigratie zien we een sterke verschuiving na 2010. De loyalen verschuiven – op een schaal van 0 tot 10 – van 9 in 2010 naar 9.5 in 2011. Kortom, we zien op drie variabelen (left-right, sympathy en immigration) dat de attitudes van mensen die in 2010 voor het eerst PVV stemden verharden in 2011. Onze verklaring is dat dit post-decision dissonance is. Maar dit is work-in-progress, dus alternatieve verklaringen: wees welkom (ook ander commentaar). Mocht je meer interesse hebben: we presenteren dit paper binnenkort op deze conferentie in Amsterdam.
RJ BEUNDER zegt
“Niet diversiteit maar verpaupering en ongelijkheid zijn de bron van sociaal isolement en wantrouwen.”
Ik ben in de zomer ooit per ongeluk door de schilderswijk gefietst, toen ik voor m’n werk een paar maand in Den Haag zat. ik schrok me wezenloos en wist niet hoe snel ik daar weg moest.
allochtonen, verpaupering, uitkeringstrekkers te beroerd om te werken, plunderaars van onze subsidie-voorzieningen, hoort allemaal bij elkaar.
ik zal nooit het debat op TV vergeten, waarin een werkeloze marrokaan met havo op zak, zei dat hij het verdomde om beneden zijn niveau te gaan werken, want ik leef prima van mijn uitkering. waarop een dochter van een eigenaar van groentekassen (even oud) , vol ongeloof naar die knul keek en zei:”maar je moet toch werken voor je geld.” zij werkte keihard in de kassen van haar vader.
dat is het grote culturele verschil en dat zal nooit verdwijnen. ik moet er niet aan denken om in een wijk tussen allochtone te wonen. Na 30 jaar arnhem, was ik het zat en woon nu met veel plezier en rust in een klein dorp in friesland.
zoals ooit een filosoof zei: “er zullen altijd mensen aan de onderkant van de sociale ladder hangen. als ze daar vanaf willen zullen ze moeten werken. al die uitkeringen aan deze groepen is weggegooid geld”!!! en zo is het.