• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Peilingen 1965-nu: Rutte II meest impopulair

door Gijs Schumacher 28/11/2014 0 Reacties

Dit stuk is geschreven met Mariken van der Velden (aio bij de Vrije Universiteit Amsterdam)

Opiniepeilingen worden weleens de hartslag van de moderne democratie genoemd. Wint een partij zetels in de jongste peiling, dan beweren haar politici bij hoog en laag dat zij de juiste snaar bij het publiek hebben geraakt. Verliest een partij zetels in de peiling, dan claimen haar politici nerveus dat een peiling slechts een peiling is. Als peilingen inderdaad de hartslag van de moderne democratie zijn, dan is de democratie toe aan een hartmassage. Regeringspartijen en -leiders doen het in Nederland en andere democratieën ronduit dramatisch in de peilingen. De steun voor de regering in opiniepeilingen in Frankrijk en de VS zijn nog nooit zo laag geweest. Ook in Nederland is de steun voor PvdA en VVD momenteel erg laag. Maar hoe zit dit eruit in historisch perspectief? Is Rutte II qua peilingen een historisch dieptepunt? Is er een trend waarneembaar van steeds lagere peilingen? Kunnen we dus verwachten dat Rutte III of Pechtold I het nog slechter zullen doen?

 

Nieuwe data met historische opiniepeilingen

Deze vragen waren moeilijk te beantwoorden omdat historische opiniepeilingen niet publiekelijk beschikbaar waren (bij allepeilingen.com slechts tot 2000). Om die reden heeft Mariken van der Velden historische opiniepeilingen (1953, 1965-nu) in een bestand verzameld. TNS NIPO heeft vanaf 1965 wekelijks opiniepeilingen gehouden, waarin zij een representatieve afspiegeling van de bevolking vroeg: “als er morgen verkiezingen zouden zijn, op wie zou je dan stemmen?” Deze weekpeilingen zijn verkrijgbaar via de Data Archiving Network Service (DANS). De antwoorden van alle individuele respondenten zijn verzameld en geaggregeerd naar gepeild aantal zetels voor iedere politieke partij per week. Na 2000 zijn de weekpeilingen gebaseerd op peilingen van meerdere bureau’s. Deze data komen van allepeilingen.com. Figuur 1 toont een overzicht van 8 partijen door de tijd heen. We zien dat het CDA en de PvdA over tijd hun dominante positie verloren hebben en dat de VVD en D66 behoorlijk schommelen.

 

Figuur 1: Overzicht gepeilde zetels 1953, 1965-2014

partijenovertijd

 

Steun voor regeringen gedaald?

Wij meten de steun voor de regering in een peiling door per week het gepeilde zetelaantal van de regeringspartijen op te tellen. Figuur 2 laat deze steun over tijd zien. Er vallen drie dingen op:

1. Rutte II is een historisch dieptepunt. In week 39 van 2013 peilde Rutte II slechts 18.7% in een peiling van de Hond. Andere peilingen in die periode zijn iets gunstiger maar nog steeds lager dan alle peilingen voor andere coalities. Sindsdien is Rutte II wel iets populairder geworden. Ook vergeleken met andere perioden van economische crisis (begin jaren ’80) is Rutte II erg impopulair.

2.Er is sinds het eind van de jaren ’90 een duidelijke trend waarneembaar van sterk dalende steun voor de regering in de peilingen. De steun van de regering kan tijdelijk wel toenemen (bijvoorbeeld rond 2006) maar neemt als geheel af.

3. De jaren ’90 – met name het tweede deel – waren een uitzondering met extreem positieve peilingen voor de regering. In de periode 2000-2009 keren de peilingen terug naar het gemiddelde van de jaren ’70 en ’80. Na 2010 blijven de scores systematisch lager (vooralsnog).

 

Figuur 2: Steun voor regeringen

steunregering

 

Figuur 2 kan misleidend zijn omdat sommige regeringen sowieso meer steun genieten in het parlement of uit meer partijen bestaan. We kunnen dus ook naar het verschil tussen het aantal zetels dat de regeringspartijen hebben en het gepeilde aantal zetels van de regeringspartijen kijken. Figuur 3 laat het gemiddelde per decennium van dit verschil zien (plus 95% betrouwbaarheidsintervallen). Het totale gemiddelde is 0.12. Dat betekent dat in de peilingen de regering gemiddeld 12% van het totale aantal zetels verliest. De jaren ’60 en ’80 zijn dus heel gemiddeld, in de jaren ’70 en ’00 is de kiezer iets kritischer dan gemiddeld en in de jaren ’90 is de kiezer uitermate positief. De regering peilt daar zelfs beter dan ze aan zetels in het parlement hebben. De kiezer ontging kennelijk de puinhopen van 8 jaar Paars. Sinds 2010 is het treurig gesteld met de regering in de peilingen. Hier verliest de regering gemiddeld 34% van de zetels (dat is 51 zetels). In de laatste week in de dataset verliezen PvdA en VVD bij elkaar 43 zetels.

 

Figuur 3. Gemiddeld verschil tussen zetels en gepeilde zetels regeringspartijen

gemiddeldeverschillen

 

Hoe heet is de soep?

Er is natuurlijk veel mis met peilingen en de interpretatie daarvan (overzicht). Wat bijvoorbeeld opvalt is het grote verschil in het gemiddelde verlies van de regering in peilingen (12%) en het gemiddelde verlies van de regering bij verkiezingen (3%). De soep wordt dus zelden zo heet gegeten als zij opgediend wordt. Maar de soep is over tijd toch een stuk heter geworden. Blazen dus!

De data die Mariken verzameld heeft worden publiek toegankelijk. Tot die tijd kan je de data per mail opvragen.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: peilingen; Rutte II

Over de auteur

Gijs Schumacher
Gijs Schumacher (1982) is Universitair Hoofddocent Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek gaat over politiek gedrag van kiezers en van elites. In het specifiek richt hij zich op emoties, partij organisaties, vertegenwoordiging, populisme en persoonlijkheid. Hij is tevens (co-) directeur van het Hot Politics Lab.
Website: http://gijsschumacher.nl
  • Sociale media links 

Reader Interactions

Geef een reactie Reactie annuleren

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Grote variatie in stemgedrag oppositie tijdens Rutte-IV

Mark Rutte’s crisisleiderschap: Laverend op zoek naar staatsmanschap

CC BY-SA: Karoma, https://commons.wikimedia.org/wiki/User:Karoma

Jongleren met ministeries: welke partij welke kabinetpost krijgt

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Aflevering 94 – De ‘Heilige Alliantie’ tussen orthodoxe christenen en radicaal-rechts, met Sander Rietveld

Mijn gast van vandaag is Sander Rietveld, politicoloog en onderzoeksjournalist bij Zembla. Sander … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in