Op 22 november zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. In deze serie gaan wij aan de hand van een aantal grafieken in op de kiezers van de verschillende partijen die bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen zetels hebben gehaald. Daarnaast kijken we naar Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt. Wat zijn de sociaal-demografische kenmerken en de opvattingen van de kiezers van deze partijen? Vandaag deel 8: D66.
“Nieuwe energie voor Nederland.” Met die slogan gaat D66 deze verkiezingscampagne in. De partij lijkt boven alles vernieuwingsdrang, energie, hoop en optimisme te willen uitstralen. In het verkiezingsprogramma wordt ongeveer 250 keer het woord “nieuw” (of woorden waar “nieuw” onderdeel van uitmaakt) gebruikt. De eerste zin in het voorwoord van lijsttrekker Rob Jetten: “Deze verkiezingen markeren een nieuw en hoopvol moment voor Nederland”.
Het is duidelijk dat de partij wil breken met het recente verleden. Het verleden van langdurige kabinetsdeelname. Het verleden van een langdurige neergang in de peilingen (23-27 zetels in april 2021, 16-20 zetels in april 2022, 9-13 zetels in april 2023). Op dit moment staat de partij op 5-9 zetels. D66 wil vernieuwing, energie en progressiviteit uitstralen in de hoop daarmee (weer) aantrekkelijk te worden voor kiezers. Op X schrijft Jetten:
Maar op welke specifieke kiezers moet de partij zich dan richten? Dat is voor D66 een extra moeilijke vraag. Hans van Mierlo heeft zijn partij wel eens vergeleken met een kwikstaart, een vogel die grote hoogten kan bereiken, maar ook heel laag bij de grond kan komen. Die vergelijking gaat goed op. D66 kan ontzettend succesvol zijn bij verkiezingen (zoals bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen, met 24 zetels), of het juist erbarmelijk slecht doen (in 2006, met slechts 3 zetels). Of D66 hoog of laag vliegt zou weleens van invloed kunnen zijn op de precieze samenstelling van de achterban.
In deze blog vergelijken we het D66-electoraat op een moment dat het heel goed ging (bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021, 15% van de stemmen) met de achterban op een moment dat het duidelijk minder goed ging (de Provinciale Statenverkiezingen van dit jaar, 6% van de stemmen). Bestaat dé D66-kiezer? Of is de achterban bij iedere verkiezing weer anders? De data waarop onze analyses hieronder zijn gebaseerd zijn afkomstig van het LISS-panel.
D66 heeft het imago van een elitepartij; een partij van theoretisch geschoolde mensen die het economisch goed hebben, graag naar de opera gaan, zeer progressief en kosmopolitisch zijn ingesteld, en op sociaaleconomisch vlak in het midden zitten. Klopt dit beeld? Het antwoord dat de data ons geven is duidelijk: ja.
Figuur 1: Opleiding van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
D66-stemmers hebben veel vaker dan gemiddeld een HBO- of WO-diploma op zak. 60-70% heeft een dergelijk diploma, vergeleken met minder dan 45% onder andere kiezers (zie Figuur 1).
Figuur 2: Stedelijkheid van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
D66 heeft de reputatie van een Randstadpartij. Hun kiezers komen inderdaad uit stedelijke gebieden. Maar niet alleen uit de Randstad: D66 was in 2021 ook de grootste in universiteitssteden als Groningen, Wageningen en Nijmegen, en ook in provincieplaatsen als Leeuwarden, Zutphen en Arnhem. D66’ers wonen minder vaak in niet-stedelijke gebieden. Zie Figuur 2.
Figuur 3: Bezoek ‘hoge’ kunst van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Figuur 3 laat heel mooi zien dat het op zak hebben van een WO- of HBO-diploma ook samenhangt met cultureel kapitaal: D66-kiezers zijn kunstliefhebbers. Waar slechts ongeveer 20% van de mensen die op andere partijen stemmen regelmatig uitingen van ‘hoge’ kunst bezoekt (bijvoorbeeld opera, ballet, toneel of klassieke concerten), bezoekt meer dan 35% van de D66-kiezers dergelijke voorstellingen regelmatig.
Figuur 4: Hoe makkelijk kan men rondkomen van het huishoudinkomen (0 = zeer moeilijk, 10 = zeer makkelijk) m.b.t. mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
Dat diploma hangt ook samen met economisch kapitaal: D66-stemmers kunnen makkelijker rondkomen van hun huishoudinkomen dan kiezers van andere partijen (zie Figuur 4).
Figuur 5: Opvattingen over euthanasie van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Ook qua opvattingen voldoen D66-kiezers in grote lijnen aan het heersende beeld. Om te beginnen zijn ze zeer progressief. D66-stemmers vinden bijvoorbeeld veel vaker dan andere kiezers dat euthanasie mogelijk moet zijn. Uit Figuur 5 blijkt dat 96-97% van hen dat vindt, tegenover ongeveer 90% van andere kiezers. De progressieve houdingen blijken ook duidelijk uit de campagneboodschappen van de partij. Zie bijvoorbeeld het eerder aangehaalde X-bericht (of hoe noem je Tweets tegenwoordig?) van Jetten.
Figuur 6: Opvattingen over immigratie (0 = sterk anti-immigratie, 10 = sterk pro-immigratie) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
D66’ers zijn zeer kosmopolitisch. Figuur 6 laat de mate zien waarin kiezers positief of negatief zijn over immigratie. Uit de grafiek blijkt overduidelijk dat mensen die op D66 stemmen veel sterker pro-immigratie zijn dan andere kiezers. D66-kiezers scoren gemiddeld boven de 6 op een schaal van 0 (sterk anti-immigratie) tot 10 (sterk pro-immigratie). Onder andere kiezers is dat ongeveer een 5.
Figuur 7: Opvattingen over klimaat en natuur (0 = voor industrie en landbouw, 10 = voor klimaat en natuur) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
D66 is een groene partij. Het eerste hoofdstuk in het verkiezingsprogramma is (onder andere) gewijd aan klimaat (“We zetten vol door op de maatregelen die nodig zijn tegen klimaatverandering”), en de partij laat haar groene gezicht ook op andere podia nadrukkelijk zien. Deze nadruk op groen sluit goed aan bij de opvattingen van de kiezers van D66. Die scoren zeer hoog op een door ons gemaakte schaal die loopt van 0 (voorkeur voor industrie en landbouw) tot 10 (voorkeur voor klimaat en natuur). Zie Figuur 7. D66-stemmers scoren tussen de 6 en de 7. Andere kiezers zitten gemiddeld iets boven de 5.
Figuur 8: Vertrouwen in partijen (0 = helemaal geen vertrouwen, 10 = compleet vertrouwen) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
D66-kiezers hebben ook duidelijk meer vertrouwen in politieke partijen. Waar kiezers van andere partijen op een schaal van 0 (helemaal geen vertrouwen) tot 10 (compleet vertrouwen) een gemiddelde score van ongeveer een 4.4 geven, komen D66-stemmers uit op een gemiddelde van 5.2-5.6. Eenzelfde beeld zien we als we kijken naar vertrouwen in de media en de wetenschap. Ook daar scoren D66-stemmers stukken hoger dan andere kiezers.
Figuur 9: Opvattingen over inkomensverschillen van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Op de meeste gebieden voldoen de D66-kiezers dus precies aan ons verwachtingspatroon. Op één vlak wijken D66-stemmers echter af van ons door de partij geïnspireerde beeld van de typische D66’er. Op sociaaleconomische thema’s wordt D66 vaak precies in het politieke midden gepositioneerd (zie bijvoorbeeld deze weergave van de partijpolitieke ruimte door het Kieskompas). Maar wanneer we kijken naar de kiezers van D66 zien we een ander beeld. Figuur 9 geeft het percentage kiezers weer dat van mening is dat inkomensverschillen kleiner moeten worden. Meer dan 70% van de D66-stemmers vindt dat, tegenover 62-64% van de overige kiezers. Dat is best opvallend: op sociaaleconomisch vlak zijn D66-kiezers blijkbaar toch linkser dan andere kiezers.
Hoewel D66 dus flink kan groeien en krimpen, lijkt de achterban van de partij wel redelijk constant te blijven. Met andere woorden: hoewel de grootte van het D66-electoraat schommelt, blijft de samenstelling op de meeste vlakken ongeveer gelijk.
Figuur 10: Geslacht van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Toch willen we hier een belangrijke kanttekening bij plaatsen. Op sommige vlakken kan de achterban van een klein D66 wel degelijk anders zijn dan die van een groot D66. Figuur 10 hierboven geeft het geslacht weer van mensen die in 2021 en 2023 op D66 hebben gestemd in vergelijking met kiezers van andere partijen. In 2021 bestond de D66-achterban voor 60 procent uit vrouwen. Maar als we kijken naar de mensen die bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 stemden zien we een heel ander beeld: een ongeveer gelijk verdeelde man/vrouw-verhouding. Dit is naar alle waarschijnlijkheid een gevolg van het “Kaag-effect”. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen voerde toenmalig partijleider Sigrid Kaag een zeer effectieve campagne met de belofte van de eerste vrouwelijke premier, gebaseerd op haar “nieuwe leiderschap”. Mede hierdoor heeft zij waarschijnlijk veel vrouwen ervan overtuigd op haar te stemmen. Bij de Provinciale Statenverkiezingen twee jaar later lijkt dit effect te zijn weggeëbd.
Figuur 11: Links/rechts-zelfplaatsing (0 = links, 10 = rechts) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
De zetels die D66 in 2021 bij de Kamerverkiezingen gewonnen heeft, komen voor een deel van wat linksere kiezers, mensen voor wie ook bij voorbeeld de PvdA en GroenLinks serieuze opties waren. Kaags leiderschapscampagne heeft een deel van deze kiezers overtuigd om op D66 te stemmen – met name ook omdat kiezers dachten dat deze partij er eerder dan GroenLinks en de PvdA in zou slagen om in de regering te komen en daadwerkelijk het beleid te vergroenen. Figuur 11 laat zien dat de mensen die in 2021 op D66 hebben gestemd zichzelf ook als linkser omschrijven dan de kiezers die dat in 2023 hebben gedaan. Dat is in lijn met deze lezing: waarschijnlijk hebben de linksere kiezers de partij in 2023 weer verlaten. Overigens laat deze figuur ook mooi zien dat D66-kiezers zich structureel links van het midden plaatsen.
Figuur 12: Leeftijd van mensen die bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op D66 en Volt hebben gestemd.
Ondanks deze fluctuaties is het profiel van de D66-kiezer duidelijk: het zijn theoretisch geschoolde mensen die veelal in grote steden wonen, van kunst houden, en het economisch gezien goed hebben. Ze zijn progressief, kosmopolitisch, groen, en hebben relatief veel vertrouwen in de politiek. Ook zijn ze duidelijk wat (maar niet heel veel) linkser dan gemiddeld.
Levert deze omschrijving een déjà vu op? Dat zou heel goed kunnen. Een paar weken geleden bespraken we hier een partij met een vrijwel identiek profiel: Volt. Het grote verschil tussen de twee partijen en kiezers heeft vooral met hun oorsprong te maken. Waar D66 al bijna 60 jaar meegaat, is Volt pas relatief recentelijk op het politieke toneel verschenen. Bovendien neemt Volt als afdeling van een pan-Europese partij een unieke positie in ons partijenlandschap in, en heeft het daardoor ook een zeer sterk internationaal imago. Daarnaast is D66 een echte bestuurderspartij, en zit ook nu in de (demissionaire) regering. Volt, daarentegen, heeft nog nooit regeringsverantwoordelijkheid gedragen. Deze verschillen tussen de partijen werken door in hun imago en dat zien we op één terrein duidelijk terug bij hun kiezers: Volt-stemmers zijn veel jonger dan D66-stemmers. Figuur 12 laat dat mooi zien. Hoewel de leeftijdspiek bij D66 bij de oudjes ligt, ligt die bij Volt bij de jonkies. De gemiddelde leeftijd van D66’ers is 56 en die van Volt-stemmers 47.
Conclusie
D66 heeft het niet makkelijk deze campagne. De partij lijkt hard afgestraft te gaan worden voor haar regeringsdeelname van de afgelopen jaren. Jarenlang gold voor de partij: regeren is halveren. Twee keer ging D66 tegen die trend in: in 1977 en 2021. In de jaren ’70 was de prijs voor regeringsdeelname al in de eerste twee jaar betaald (de partij was praktisch op sterven na dood na de dramatisch verlopen Statenverkiezingen van 1974). In 2021 danste Kaag op tafel toen ze na vier jaar regeringsdeelname won en zo de vloek van “regeren is halveren” wist te ontkrachten.
Maar nu staat D66 er anders voor: hoewel de partij op alle mogelijke manieren probeert om energie, vernieuwingsdrang, hoop en optimisme uit te stralen, lijkt het “merk” D66 voor veel kiezers sleets te zijn geworden. De winst uit 2021 is verdampt en de partij lijkt nu niet de helft maar zelfs twee derde van haar kiezers te verliezen. Het helpt dan niet dat er een aan de ene kant Volt is als een hippe en unieke nieuwe partij met soortgelijke standpunten, en aan de andere kant een nieuw links blok van GroenLinks en PvdA dat voor een groot deel in dezelfde vijver vist. Het lijkt erop dat de kwikstaart deze keer dicht bij de grond zal gaan blijven. Dat is natuurlijk niet fijn voor de partij, maar het is ook geen ramp. Ze hebben het bij D66 eerder meegemaakt. En het hoort nu eenmaal bij de aard van het beestje.
Methodologische informatieDe meeste analyses in deze serie zijn gebaseerd op data van het LISS-panel (Longitudinal Internet Studies for the Social sciences), beheerd door Centerdata. Ieder jaar worden verschillende vragenlijsten afgenomen bij een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking. Wij hebben de meest recente van deze vragenlijsten aan elkaar gekoppeld. De recente verkiezingsuitslagen zijn afkomstig van het Provinciaal en Waterschapskiezersonderzoek (ook afgenomen in het LISS-panel), dat is opgezet door Hans Vollaard, Harmen Binnema, Lisanne de Blok, Henk van der Kolk, Tim Mickler en Simon Otjes.
Ronald Heijman zegt
De aard van het beestje D66 is in deze analyse zeer goed beschreven.
Het partijprogramma lijkt ideaal voor Nederland, maar de partij heeft twee problemen en 1 grote fout gemaakt:
1. Er zijn te weinig nederlanders die op een ideale partij voor iedereen willen stemmen, zij stemmen liever naar hun eigen emotie en kortzichtig belang
2. D66 weet onvoldoende strategisch, tactisch en operationeel te communiceren en kiezers aan zich te binden. De partij is te veel in zichzelf gericht, op een ideaal programma, maar veel te weinig op zijn
“elastisch” electoraat, en heeft verzuimd zowel de jongeren als vrouwen aan zich te binden.
. De grote fout die gemaakt is, ligt in het niet laten vallen van Marc Rutte, toen na de laatste 2e kamer verkiezingen iedereen van hem afwilde, incl. Kaag, maar zij dat niet doorzette, en hem liet ontsnappen in nog een premierschap. Dit was de opstap naar zware teleurstelling in haar, die zij en de partij niet meer te boven is gekomen. Ook zijzelf niet, wegens de onzichtbaarheid van haar ” nieuwe stijl” van politiek.
Dat D66 haar programma in dit laatste coalitieakkoord voor een groot deel heeft kunnen inbrengen, en de zeer goede plannen voor klimaat en milieu, heeft er niet voor gezorgd dat D66 daarvoor is gewaardeerd.
Ze heeft niet kunnen zorgen voor dat toen en nu essentiele politieke gevoel van waarmaken van beloftes, verandering in politieke cultuur, er voor de mensen zijn, identificatie van de kiezer met de partij, een beweging waar men bij wil horen, emotionele band en adoratie van de leider, etc.
Kaag was niet de belichaming van deze gevoelens en ook Jetten is daarvoor niet de persoon. D66 heeft een jonge, charismatische vrouw nodig, die met veel meer emotie mensen positief stemt, en uit alle lagen van de bevolking mensen opneemt in de constructieve beweging de D66 moet organiseren.
Integreer dan tevens met Volt, en later met Gl/PvdA.
Er is behoefte aan een constructieve beweging in Nederland, als antwoord op het dreigende destructieve gevaar over conservatief rechts, het risico van het “Hongarije aan de Noordzee”.
Een gemiste kans nu voor D66.