Op 22 november zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. In deze serie gaan wij aan de hand van een aantal grafieken in op de kiezers van de verschillende partijen die bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen zetels hebben gehaald. Daarnaast kijken we naar Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt. Wat zijn de sociaal-demografische kenmerken en de opvattingen van de kiezers van deze partijen? Vandaag deel 9: de BBB.
Sommige mensen denken dat de BBB Christen-democratisch is. “Het CDA als partij is op sterven na dood. Maar het gedachtegoed waarop de partij is gebouwd is springlevend” beweerde een Leidse politicoloog in NRC. Volgens hem is de inzet op noaberschap typisch Christen-democratisch. Dit is het idee dat mensen omzien naar de mensen in hun directe omgeving: de buren die klaar staan voor elkaar met raad en daad, zelfs als ze misschien op verschillende plekken op de inkomensladder staan. De partij benadrukt het idee van organische solidariteit tussen mensen.
Gronings historicus Gerrit Voerman en politicoloog Léonie de Jonge benadrukken dat de BBB een agrarische belangenpartij is met populistische trekjes. Populisme is een label dat soms gebruikt wordt om politieke tegenstanders weg te zetten. Zo wordt Caroline van der Plas door tegenstanders “Populientje” genoemd. Politicologen gebruiken de term populisme echter analytisch, om een specifieke ideologie te omschrijven; een ideologie waarbij een deugdzaam volk geplaatst wordt tegenover een corrupte elite. Die termen volk en elite kunnen op verschillende manieren ingevuld worden. Bijvoorbeeld een ruraal volk tegenover een urbane elite. Dat rurale volk wordt vaak gekoppeld aan de nationale identiteit. Hier op het platteland wonen de “echte” Nederlanders.
In een recent artikel ontwikkelt politicoloog David Arter het begrip “agrarisch populisme”. Hij onderscheidt boerenbelangenpartijen van agrarische populisten. Waar boerenbelangenpartijen zich focussen op het beschermen van de belangen van boerenbedrijven, richten agrarische populisten zich in hun discours op de culturele tegenstelling tussen stad en platteland. Ze maken een scherp onderscheid tussen “wij”, de mensen op het platteland en “zij”, de urbane elites. Ze gebruiken een ervaren verschil in macht om de rurale groep die zich machteloos voelt te mobiliseren tegenover het establishment. Zulke partijen benadrukken vaak dat ze de belangen van “een vergeten volk” verdedigen. Zoals andere populistische bewegingen mobiliseren deze partijen kiezers die zich vervreemd en gemarginaliseerd voelen door het politieke systeem. Ze activeren een bestaand wantrouwen richting en onvrede met “de hoge heren”.
Sluit dit agrarisch populisme ook aan bij het BBB-electoraat? Of zien we meer Christen-democratische trekjes onder hun kiezers? We kijken hier naar de kiezers die bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de BBB stemden. Dat deden ze toen in groten getale. In 2021 waren er te weining BBB’ers om mee te rekenen.
Je zou verwachten dat kiezers van een Christen-democratische partij moreel conservatieve posities hebben. We zien daar geen bewijs voor met het gekozen item: euthanasie. Zoals te zien is in Figuur 1, steunen BBB-stemmers met een ruime meerderheid het recht op euthanasie. Ze verschillen hierin niet van de rest van Nederland.
Je zou ook verwachten dat kiezers van een Christen-democratische partij bovenmatig vaak religieus zijn. Dit is óók niet het geval. Zoals Figuur 2 toont, is de BBB-stemmer net als de gemiddelde stemmer in ruime meerderheid niet-religieus (en verschilt daarin niet van andere kiezers).
Is er dan niets Christen-democratisch aan het BBB-electoraat? Een substantiële groep van de BBB-stemmers uit 2023 stemde in 2021 CDA. Meer BBB-kiezers stemden echter eerder PVV of stemden niet. In sociologisch-electorale zin, snijdt de bewering dat het BBB-electoraat Christen-democratisch is, weinig hout.
De notie van agrarisch populisme betekent dat deze partij kiezers die ontevreden zijn met de hedendaagse politiek zou mobiliseren. En bovendien dat deze kiezers het gevoel hebben dat centrum van het land op hen neerkijkt.
Daar is zeker bewijs voor, bijvoorbeeld in Figuur 3. De BBB-stemmer heeft veel minder vertrouwen in politieke partijen dan de gemiddelde kiezer. Helaas kunnen we niet precies meten of BBB-stemmers vaker populistische opvattingen hebben. Maar laag vertrouwen in partijen is hier een redelijk goed alternatief voor.
Een ruime meerderheid van de Nederlandse kiezers denkt niet dat de rest van het land op hun regio neerkijkt. Zoals te zien is in Figuur 4, is dat voor BBB’ers anders. Hun kiezers zijn het ongeveer even vaak eens met deze stelling als oneens en als neutraal. Hun kiezers ervaren dus meer dan gemiddeld de regionale achterstelling die aansluit bij agrarisch populisme.
BBB-kiezers wonen bovendien vaker dan gemiddeld in rurale gebieden, zo toont Figuur 5. Twee derde van hun kiezers woont in niet-stedelijke gebieden, tegenover de helft van de rest van Nederland. De BBB is dus zeker een partij van en voor plattelandsbewoners.
Volgens Voerman en De Jonge is de BBB een boerenbelangenpartij. Is daar bewijs voor? We nemen hier de dimensie over klimaat en natuur. We nemen twee conceptuele tegenstellingen samen: één over landbouw en natuur, en één over energie-intensieve industrie en klimaat. Natuurlijk is het zo dat deze theoretisch niet hetzelfde zijn (iemand kan voor de dieren zijn maar klimaatverandering ontkennen). Bovendien, boeren kunnen die wel een windmolen op hun erf hebben maar hun vee willen houden. Maar empirisch zijn deze twee sterk met elkaar verbonden: mensen die pro-natuur zijn zijn ook pro-klimaat.
In een keuze (zoals in Figuur 6) tussen landbouw en industrie aan de ene kant en klimaat en natuur aan de andere kant, kiezen BBB-stemmers statistisch significant vaker voor dat eerste paar.
En hoe zit het dan met die naoberschap? BBB’ers voelen zich niet bovengemiddeld vaak verbonden met anderen in hun gemeenschap, zo toont Figuur 7. Waar het CDA echt een verbondenheidspartij is, zo toonden wij eerder, ervaren BBB zo’n gevoel van verbondenheid niet bovengemiddeld.
En de BBB-stemmers kunnen wel wat naoberschap gebruiken. Gemiddeld komen BBB’ers minder goed rond dan andere kiezers (zie Figuur 8).
Qua opvattingen over inkomensverschillen zitten BBB-kiezers op een lijn met de rest van Nederland: 60% wil dat inkomensverschillen kleiner worden. Dat staat dus in opvallend contrast met de nadruk van de partij zelf op organische solidariteit tussen rijk en arm. De BBB wil wel dat de “sterkste schouders de zwaarste lasten” dragen – een typisch Christen-democratisch beginsel overigens. Maar de partij is geen voorstander van een meer radicale herverdeling tussen arbeid en kapitaal: “De belastingdruk voor bedrijven mag niet verder oplopen. Bedrijven zijn geen pinautomaat.”
Conclusie
Al met al sluit het BBB electoraat het beste aan bij het beeld van de partij als agrarisch populistisch. BBB-kiezers zijn afkomstig van het platteland, hebben weinig vertrouwen in de politiek, en ervaren bovenmatig vaak regionale achterstelling. Ze zijn pro-boeren waar het gaat om de stikstofdiscussie. Maar de BBB is niet enkel een boerenbelangenpartij: het electoraat was in 2023 vele malen groter dan de 1.5% mensen die werkzaam zijn in de agrarische sector. Hoewel de BBB regelmatig als Christen-democratisch wordt aangeduid, heeft de partij niet per sé een electoraat dat daarbij aansluit – in ieder geval niet als het gaat om morele opvattingen, kerkgang of gevoel van verbondenheid.
De BBB lijkt de grootste te zijn geworden bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 dankzij het samenkomen van verschillende vormen van onvrede: een laag politiek vertrouwen in algemene zin, een gevoel van achterstelling in rurale gebieden, en onvrede over het landbouwbeleid. De peilingen geven aan dat het onwaarschijnlijk is dat de BBB dat kunstje gaat herhalen bij de komende verkiezingen. Waar het gaat om de landelijkheid van de woonomgeving, ervaringen van regionale achterstelling, en opvattingen over stikstof en landbouw, zal de flink gekrompen achterban van de partij waarschijnlijk nóg sterker van de gemiddelde kiezer verschillen.
Methodologische informatie
De meeste analyses in deze serie zijn gebaseerd op data van het LISS-panel (Longitudinal Internet Studies for the Social sciences), beheerd door Centerdata. Ieder jaar worden verschillende vragenlijsten afgenomen bij een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking. Wij hebben de meest recente van deze vragenlijsten aan elkaar gekoppeld. De recente verkiezingsuitslagen zijn afkomstig van het Provinciaal en Waterschapskiezersonderzoek (ook afgenomen in het LISS-panel), dat is opgezet door Hans Vollaard, Harmen Binnema, Lisanne de Blok, Henk van der Kolk, Tim Mickler en Simon Otjes.
Ronald Heijman zegt
Wie zijn de kiezers die op de BBB hebben gestemd?
Zijn dat de kiezers die op de BBB hebben gestemd tijdens de laatste Provinciale Staten verkiezingen?
Of het kleinere aantal in zijn samenstelling, dat nu voor de Tweede Kamer gaat stemmen?
Of het sterk ingekrompen groepje “die hard” kiezers dat over een paar jaar op BBB gaat stemmen, zoals ik voorspel?
Wil de echte BBB stemmer opstaan!
Het voorlaatste profiel is in deze analyse duidelijk.
Maar om de echte BBB er die overblijft te kennen, moeten we ons herinneren waarom en hoe de BBB ontstaan is.
De boeren waren furieus, omdat zij vonden en vinden dat hun bestaansrecht wordt weggevaagd met rigoreuze plannen voor stikstofreductie-, waterkwaliteit, natuurherstel, bedrijfsvoering, exportreductie, dus volume reductie, bouwplannen, ontnemen van vrijheid, ontnemen van perspectief etc.
Agrariers en hun enorme kring van toeleveranciers, agrarische dienstverleners, afnemers, exporteurs, verwerkingsbedrijven en hun families, vrienden en kenissen, buren en hun toeleveranciers in de regio, zouden hierdoor direct materieel en vooral emotioneel geraakt worden. Het platteand zou daardoor weer extra achtergesteld worden als dat zij al was achtergesteld.
Al deze mensen, aangestuurd en opgehitst door het agrarisch- industrieel complex van belangengroepen, vonden elkaar in een nieuwe opstandige beweging van sterke onvrede en emotie, die dit complex omvormde in een politieke partij: de BBB.
Een door de industrie en rijke boeren gefinancierde organisatie en marketing campagne die uit het niets een nieuwe partij creeerde met een enthousiaste, maar verontwaardigde aanhang.
Om een breed ontevreden publiek aan te spreken werd gekozen voor een partij voor burgers en boeren. Zelfs ontevreden stedelingen zonder vertrouwen, gingen hierop stemmen.
Als je het partijprogramma leest is het echter toch vooral een belangenpartij voor de gehele agrarische sector, die zich niet wil aanpassen aan de ontwikkelingen in de maatschappij. En die de fundamentele oorzaken van verlies van natuur en gezondheid, voor wat betreft de eigen sector, ontkent of buiten zichzelf plaatst.
Bovendien: een nieuwe politieke partij organiseren, bemensen, communiceren, tot een structureel geloofwaardig concept, is zeer moeilijk. Dat zien alle partijen, en vooral ook de BBB.
De politiek in Nederland is zich aan het ontwikkelen in een 3 stromenland: progressief, midden en conservatief.
BBB past binnen het conservatieve blok, en daar is ook ruimte voor een sector en mensen die moeite hebben met de grote veranderingen die de wereld nodig heeft om te blijven bestaan.
Een achterhoede gevecht dus. Dit aantal zal steeds kleiner worden. We moeten door.