Op 22 november zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. In deze serie gaan wij aan de hand van een aantal grafieken in op de kiezers van de verschillende partijen die bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen zetels hebben gehaald. Daarnaast kijken we naar Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt. Wat zijn de sociaal-demografische kenmerken en de opvattingen van de kiezers van deze partijen? Vandaag deel 10: de PVV.
Na 22 november zal Geert Wilders het langstzittende Tweede Kamerlid zijn. Hij zit dan 9171 dagen in de Kamer. Dat is ironisch omdat hij hiermee tot het “plucheplakkende establishment” in Den Haag behoort waar hij zich zo sterk tegen verzet. Het is ook een teken dat hij met zijn radicaal-rechtse Partij voor de Vrijheid (PVV) een heldere en tamelijk grote eigen niche in het electoraat heeft.
Echt nieuw zijn Wilders en zijn boodschap dus niet bepaald. Toch staat de PVV ondanks de grote aantrekkingskracht van Omtzigt (en in mindere mate de BBB) onder ontevreden kiezers op 16-20 zetels in de Peilingwijzer (dat waren er 17 bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2021).
De grote kracht van de partij is haar consistentie. De boodschap van Wilders is de afgelopen vijftien jaar nauwelijks veranderd. De PVV is een typische radicaal-rechtse populistische partij die sterk gekant is tegen het politieke establishment, een zeer restrictief immigratiebeleid voorstaat, daarbij vooral de Islam aanvalt, pleit voor hard optreden tegen criminaliteit, en wil dat de verzorgingsstaat met name mensen met een Nederland paspoort goed behandelt. Het enige thema dat de laatste jaren aan de radicaal-rechtse menukaart is toegevoegd is klimaat: Wilders kan als klimaatontkenner getypeerd worden. Zie voor een goede samenvatting van het PVV-gedachtegoed het voorwoord in het verkiezingsprogramma van de partij:
De PVV is niet de enige radicaal-rechtse populistische partij die volgens de peilingen op dit moment op zetels kan rekenen. Forum voor Democratie (FVD) en JA21 horen tot dezelfde partijfamilie. Maar waar deze kleintjes op rechts om uiteenlopende redenen naar alle waarschijnlijkheid klein gaan blijven, doet de PVV het dus goed. De partij van Wilders is de stabiele grote broer die al meer dan vijftien jaar dezelfde ideologische boodschap verkondigt.
Onze grote vraag is: is dit scherp afgetekende profiel ook duidelijk zichtbaar bij de kiezers van de PVV? Het antwoord is een volmondig ‘ja’. Hieronder laten we dat zien aan de hand van een aantal grafieken op basis van gegevens van het LISS-panel. We vergelijken PVV-kiezers telkens met kiezers van andere partijen, en dat doen we voor degenen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 op de PVV hebben gestemd en voor degenen die dat bij de Provinciale Statenverkiezingen van dit jaar deden. We zullen hier en daar ook een specifieke vergelijking maken met de kiezers van FVD en JA21 (die we eerder hier bespraken).
Om te beginnen hebben PVV-stemmers het op veel vlakken zwaar.
Figuur 1: Zelf-omschreven gezondheid van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Figuur 1 laat zien dat PVV-kiezers een minder goede gezondheid zeggen te hebben dan mensen die op andere partijen stemmen. 73% van de mensen die bij de Kamerverkiezingen in 2021 op de PVV hebben gestemd zegt een goede of uitstekende gezondheid te hebben tegenover 82% onder andere kiezers. Bij de Provinciale Statenverkiezingen was dit 69% tegenover 82%. Deze verschillen zijn statistisch significant.
Figuur 2: Mate van eenzaamheid (0 = helemaal niet eenzaam, 10 = zeer eenzaam) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
PVV-kiezers geven ook aan eenzamer te zijn (zie Figuur 2). Op een schaal van 0 (helemaal niet eenzaam) tot 10 (zeer eenzaam) scoren kiezers van andere partijen gemiddeld ongeveer een 1.5. Mensen die in 2021 op de PVV stemden scoren iets onder de 2, en mensen die dat in 2023 deden iets daarboven. Ook hier is het verschil tussen de PVV en de rest van het electoraat statistisch significant. Daarnaast zijn PVV-stemmers minder gelukkig en minder tevreden met hun leven (hier niet weergegeven).
Figuur 3: Hoe makkelijk kan men rondkomen van het huishoudinkomen (0 = zeer moeilijk, 10 = zeer makkelijk) m.b.t. mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
PVV-kiezers kunnen ook minder goed rondkomen. Dat laatste blijkt duidelijk uit Figuur 3. Kiezers is gevraagd om aan te geven hoe makkelijk ze kunnen rondkomen van het huishoudinkomen op een schaal van 0 (zeer moeilijk) tot 10 (zeer makkelijk). Waar kiezers van andere partijen een gemiddelde score van boven de 7 geven, zitten PVV-kiezers gemiddeld rond de 6. Op veel van deze vlakken verschillen PVV-kiezers overigens niet van FVD-kiezers, maar wél van JA21-kiezers. Deze laatste groep lijkt het minder zwaar te hebben in het leven.
Figuur 4: Opleiding van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Onderzoek laat keer op keer zien dat mensen die op radicaal-rechtse populisten stemmen zwaar ondervertegenwoordigd zijn onder mensen met een theoretische opleiding. Dat blijkt ook duidelijk uit onze gegevens over de PVV-achterban. Van de PVV-kiezers heeft gemiddeld 15% een HBO- of WO-diploma. Onder andere kiezers ligt dat aandeel meer dan drie keer zo hoog: op 45-50%. Rond de 50% van de PVV-achterban heeft geen vervolgopleiding, tegenover slechts ongeveer 30% van de overige kiezers. Deze opleidingskloof is ook aanwezig bij zusterpartijen FVD en JA21, al is de kloof voor deze partijen minder breed.
Figuur 4: Geslacht van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Eerder lieten we hier zien dat, opvallend genoeg, FVD en JA21 niet populairder zijn onder mannen. Figuur 4 laat zien dat er echter wél een statistisch significant genderverschil is bij de PVV. Rond de 60% van de mensen die op Wilders stemmen is man. Hier moeten we wel een belangrijke kanttekening bij plaatsen. Het verschil tussen PVV aan de ene kant en JA21 en FVD aan de andere kant is vooral het gevolg van de grootte van de steekproef. Omdat er maar relatief weinig JA21- en FVD-stemmers in onze steekproef zitten, zijn verschillen minder snel statistisch significant – ook al zijn de percentages zeer vergelijkbaar.
Figuur 5: Bezoek aan “hoge” kunst van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Geert Wilders fulmineert niet zelden tegen de “Grachtengordelelite” die naar de opera luistert en naar balletvoorstellingen gaat, maar neerkijkt op types als Gerard Joling, Gordon en Frans Bauer. Figuur 5 laat zien dat hij met deze ideeën over kunst waarschijnlijk niet tegen de haren van zijn kiezers instrijkt. Waar van andere kiezers ongeveer 25% regelmatig voorstellingen bezoekt die onder de “hoge” kunsten vallen (opera, theater, ballet), geldt dat voor maar ongeveer 5% van de PVV-stemmers.
Figuur 6: Televisie kijken van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Daarmee samenhangend kijken mensen die in 2021 bij de Kamerverkiezingen op de PVV hebben gestemd wel beduidend vaker tv (zie Figuur 6). (Of ze naar de programma’s van Geer en Goor kijken kunnen we in onze survey niet zien, maar het lijkt ons wel waarschijnlijk.) 44% van hen kijkt meer dan 4 uur per dag televisie, tegenover 27% onder andere kiezers. Met betrekking tot de mensen die in 2023 op de PVV stemden ligt dit percentage overigens lager. Voor hen is het verschil ook niet statistisch significant.
Figuur 7: Stedelijkheid van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
Op twee opvallende vlakken verschillen PVV-stemmers niet van andere kiezers. Ten eerste komen ze niet vaker dan kiezers van andere partijen uit niet-stedelijke gebieden, zie Figuur 7.
Figuur 8: Migratieachtergrond van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
En ten tweede doet de PVV het, in tegenstelling tot wat je op het eerste gezicht zou verwachten, niet minder goed onder mensen met een migratieachtergrond. Dit komt voor een deel omdat hier ook mensen tussen zitten met bijvoorbeeld een Duitse of Amerikaanse migratieachtergrond. Daarnaast suggereert kwalitatief onderzoek dat de PVV het niet slecht doet onder Surinaams-Nederlandse Hindoestanen. Zij zullen eerder geneigd zijn op de PVV te stemmen dan mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond.
Figuur 9: Opvattingen over immigratie (0 = sterk anti-immigratie, 10 = sterk pro-immigratie) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
Qua opvattingen verschillen PVV-stemmers van andere kiezers zoals je zou verwachten. Ten eerste zijn ze veel negatiever over immigratie dan de gemiddelde kiezer (zie Figuur 9). Op een schaal van 0 (sterk anti-immigratie) tot 10 (sterk pro-immigratie) scoren PVV-kiezers twee volle punten lager dan anderen. Ze zitten gemiddeld rond een score van 3, terwijl andere kiezers duidelijk boven de 5 scoren. De mensen die bij de Provinciale Statenverkiezingen op de PVV hebben gestemd scoren nog lager dan FVD- én JA21-stemmers.
Figuur 10: Opvattingen over klimaat en natuur (0 = voor industrie en landbouw, 10 = voor klimaat en natuur) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
Ten tweede hoeft Wilders niet te vrezen dat zijn uitspraken over “klimaathysterie” bij zijn kiezers in verkeerde aarde vallen. Ook op een schaal die meet hoe “groen” kiezers zijn en die loopt van 0 (voor industrie en landbouw) tot 10 (voor klimaat en natuur) scoren PVV-stemmers net onder de 4 (zie Figuur 10). Andere kiezers geven hier een gemiddelde score van tussen de 5.5 en 6. De PVV-kiezer verschilt op dit vlak niet van mensen die op FVD of JA21 stemmen.
Figuur 11: Vertrouwen in partijen (0 = helemaal geen vertrouwen, 10 = compleet vertrouwen) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
Ten derde is de PVV-kiezer zeer ontevreden over de politiek. Zoals Figuur 11 laat zien geven Henk en Ingrid op een schaal van 0 (helemaal geen vertrouwen) tot 10 (compleet vertrouwen) een gemiddelde vertrouwensscore van tussen de 2 en 3 aan politieke partijen. Kiezers van andere partijen geven gemiddeld een score van tussen de 4.5 en 5. De FVD-kiezer scoort gemiddeld ongeveer hetzelfde, maar de JA21-kiezer is gemiddeld positiever.
Wilders is zoals de recente tweet hierboven laat zien ook niet heel positief over de media. Hetzelfde geldt voor de kiezers van de PVV.
Figuur 12: Vertrouwen in media (0 = helemaal geen vertrouwen, 10 = compleet vertrouwen) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
Waar media van andere kiezers een gemiddelde vertrouwensscore van boven de 5 krijgen, scoren ze bij de PVV-kiezer onder de 4 (zie Figuur 12). Alleen bij FVD-kiezers ligt dit nog lager.
Figuur 13: Inkomensverschillen van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).
De PVV-kiezer neemt een interessante positie in als het gaat om inkomensherverdeling. PVV-stemmers verschillen niet van andere kiezers in de mate waarin ze vinden dat inkomensverschillen kleiner moeten worden, zo blijkt uit Figuur 13. 55-65% van hen vindt dat verschillen kleiner moeten worden tegenover 60-65% onder andere kiezers. JA21-kiezers zijn op dit vlak duidelijk rechtser.
Figuur 14: Links/rechts-zelfplaatsing (0 = links, 10 = rechts) van mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 op de PVV hebben gestemd vergeleken met kiezers van andere partijen. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*: p <= 0.05, **: p <= 0.01, ***: p <= 0.001, ****: p <= 0.0001).
Al met al omschrijven PVV-stemmers zich als veel rechtser dan kiezers van andere partijen. Figuur 14 laat zien dat ze op een schaal van 0 (zeer links) tot 10 (zeer rechts) gemiddeld ongeveer twee punten verschillen van andere kiezers (rond de 7 voor PVV-kiezers en rond de 5 voor andere kiezers). Hierin verschilt de PVV-achterban niet van de mensen die op FVD en JA21 stemmen. Maar ook niet van SGP- en VVD-kiezers.
Conclusie
De PVV-achterban heeft een scherp profiel. En het gaat hier om relatief trouwe kiezers. Hoewel de peilingen suggereren dat een deel van het PVV electoraat zal overlopen naar Omtzigt, is het gezien de omstandigheden vooral opvallend hoe relatief weinig PVV’ers de overstap volgens de peilingen zullen gaan maken. De PVV lijkt een baken van stabiliteit in een onrustig land.
Methodologische informatie
De meeste analyses in deze serie zijn gebaseerd op data van het LISS-panel (Longitudinal Internet Studies for the Social sciences), beheerd doorCenterdata. Ieder jaar worden verschillende vragenlijsten afgenomen bij een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking. Wij hebben de meest recente van deze vragenlijsten aan elkaar gekoppeld. De recente verkiezingsuitslagen zijn afkomstig van het Provinciaal en Waterschapskiezersonderzoek (ook afgenomen in het LISS-panel), dat is opgezet door Hans Vollaard, Harmen Binnema, Lisanne de Blok, Henk van der Kolk, Tim Mickler en Simon Otjes.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.