Op 22 november zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. In deze serie gaan wij aan de hand van een aantal grafieken in op de kiezers van de verschillende partijen die bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen zetels hebben gehaald. Daarnaast kijken we naar Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt. Wat zijn de sociaal-demografische kenmerken en de opvattingen van de kiezers van deze partijen? Vandaag deel 12: de VVD.
De VVD is al 13 jaar de grootste partij in Nederland. Dat werd vaak volledig opgehangen aan de populariteit van voormalig partijleider Mark Rutte. Maar is dat wel terecht? Er zijn steeds meer redenen om daar aan te twijfelen. In de afgelopen 6 maanden heeft Rutte zijn eigen kabinet uit handen laten vallen, is hij vervangen door Dilan Yesilgöz, en denkt hij na over een toekomst bij de NAVO. Toch heeft de partij maar relatief weinig zetels verloren in de Peilingwijzer.
Hoe is het mogelijk dat de partij er toch relatief goed voor staat? Om die vraag te beantwoorden duiken wij in deze voorlaatste aflevering van deze reeks in de achterban van de VVD. Is de VVD een partij van de happy few? Of een brede volkspartij? Is het rechtse club? Of juist een partij die dichtbij de gemiddelde Nederlander staat?
“Ruimte geven. Grenzen stellen. Keuzes voor een optimistische toekomst” is de titel van het verkiezingsprogramma van de VVD. De titel geeft mooi aan waar de partij voor staat: ruimte geven aan mensen die hard werken, grenzen stellen aan mensen die hier willen komen, en een relatief optimistische kijk op de politiek.
“Voor harde werkers moet het leven de komende jaren beter betaalbaar worden. Dat willen we door een combinatie van loonstijging, gerichte belastingverlagingen, en het allerbeste: de kans om door te groeien naar beter betaalde banen als je die ambitie hebt.” Aldus het VVD-verkiezingsprogramma. Het is het meest onderscheidende standpunt van de VVD: als je hard werkt moet je dat terugzien op je bankrekening. De overheid moet lasten laag houden, prestatie belonen, en geen al te enthousiaste herverdeling van rijk naar arm organiseren.
Dat zien we ook terug bij de kiezers (zie Figuur 1). VVD’ers hebben een zeer duidelijk profiel op economische onderwerpen. Waar 70% van de niet-VVD’ers een gelijkmatigere inkomensverdeling wil, is dit ongeveer 35% onder VVD’ers. Die zeggen juist in meerderheid dat de huidige inkomensverschillen kunnen blijven zoals ze zijn.
VVD’ers kunnen zelf in elk geval prima rondkomen. Figuur 2 laat zien dat de VVD-stemmer de eigen financiële positie gemiddeld een cijfer tussen de 7.5 en de 8 geeft. De rest van Nederland geef zichzelf financieel een 7.
“Een betaalbaar koophuis is dé manier om een spaarpot op te bouwen en de toekomst met optimisme tegemoet te zien.” Aldus het VVD-verkiezingsprogramma. VVD’ers zijn niet alleen tevreden met hun eigen huishoudboekjes. Figuur 3 toont aan dat ze ook tevreden zijn met hun woonsituatie. Ze geven hun spaarpotje met deuren een cijfer van net boven de 8. De rest van Nederland zit net onder de 8.
De VVD wil grenzen stellen aan migratie. De partij lieten het kabinet vallen over 5700 gezinsmigranten die niet herenigd mochten worden met hun kleinkinderen of grootouders. Deze restrictieve opvattingen over immigratie worden weerspiegeld in het electoraat: waar het gaat om migratie is de VVD-kiezer relatief conservatief, zo kunnen we zien in Figuur 4. Zonder de VVD is de gemiddelde Nederlander net positiever dan negatiever over migratie. De VVD-kiezers staan net onder die streep.
De VVD heeft een lange geschiedenis met groene thema’s. Onder Ed Nijpels zette de VVD in op ambitieus milieubeleid. In 1989 liet de VVD-fractie het kabinet vallen over zijn plannen om autogebruik te ontmoedigen. Maar ook Rutte flirtte in zijn beginjaren met ‘groen rechts’. Uri Rosenthal drukte hem echter op het hart dat hij zich moest richten op liberale evergreens, zoals de auto.
Gedwongen door de wetenschappelijke consensus en de ecologische realiteit heeft de VVD klimaatbeleid omarmd: het programma stelt nu: “We willen onze manier van leven in balans brengen met de natuur om ons heen. Kortom: we willen geen groei die in strijd is met maatschappij en natuur, maar slimme en schone groei.” En volgens de rekenmeesters van het PBL blijven de klimaatplannen van de VVD nét binnen de lijnen van de klimaatwet.
Op thema’s als klimaat, natuur en milieu, plaatsten mensen die in 2021 op de VVD stemden zichzelf meer aan de grijze dan aan de groene kant van het politieke spectrum (zie Figuur 5). Bij de Provinciale Statenverkiezingen deed de BBB het enorm goed onder mensen die sceptisch zijn over groene maatregelen. Het overgebleven VVD-electoraat was niet te onderscheiden van de rest van Nederland.
Op veel thema’s is de VVD zelf – en dus ook de VVD-kiezer – rechts en conservatief. Dat geldt echter niet voor morele thema’s, zoals abortus, euthanasie en de rechten van homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transpersonen. De VVD is eerder progressief dan conservatief op deze thema’s. Maar heel progressief is de VVD nu ook weer niet. Waar het ging om het homo-huwelijk liep de VVD niet vooraan. Nu zet de VVD onder meer de rem op het verlagen van de leeftijd voor sekse-verandering op het paspoort.
We lichten hier het thema euthanasie uit. Figuur 6 toont dat de VVD-kiezer, net als de rest van Nederland, en in nog iets sterkere mate, voorstander is van het recht op euthanasie.
Het mag geen verbazing wekken dat de gemiddelde VVD’er zichzelf in politieke zin duidelijk rechts het midden plaatst. Zoals Figuur 7 toont, plaatsten andere kiezers zich gemiddeld net links van het midden.
We zagen hierboven de ruimte die de VVD en hun kiezers willen geven aan (eigen) succes. We zagen ook de grenzen die ze willen stellen aan migratie. Hoe zit het met dat optimisme? Dat optimisme zegt ook iets over wat de VVD van de politiek verwacht. De partij vindt van zichzelf dat zij in turbulente tijden, “steeds het landsbelang vooropgesteld hebben en geprobeerd [hebben] ons land zoveel mogelijk tegen alle schokken te beschermen. Dat is zo goed en zo kwaad als het ging, gelukt. Nederland is sterk uit deze periode gekomen. Daar zijn wij trots op.” Er spreekt een zeker vertrouwen uit over wat de politiek kan doen en heeft klaargespeeld
We kunnen in Figuur 8 zien dat de VVD-kiezer meer vertrouwen heeft in politieke partijen dan de rest van Nederland. Zeker toen de wantrouwende kiezers zich bij de BBB concentreerden, hadden de overgebleven VVD’ers een bovengemiddeld vertrouwen in de politiek.
De VVD is niet alleen relatief tevreden over de politiek. In psychologische zin is de VVD’er ook zeer tevreden met zichzelf. Figuur 9 toont dat waar het gaat om eigenwaarde (het zelfbeeld dat mensen op emotioneel niveau van zichzelf hebben) de VVD-kiezer bovengemiddeld scoort.
De VVD is een uitgesproken rechtse club op economische onderwerpen. Op migratie, milieu en moraliteit zijn VVD-kiezers ook wat rechtser, maar hier staan ze dichter bij het midden. De VVD is meer een partij van de happy few dan een volkspartij. De enige uitzondering hierop is opleidingsniveau. Figuur 10 toont de verdeling van de afgeronde vervolgopleiding van VVD-kiezers. Net als de gemiddelde Nederlandse kiezer (exclusief de niet-stemmers) heeft net minder dan de helft van de VVD’ers een HBO- of een WO-diploma. Als één van de weinige partijen, is de VVD er in geslaagd zowel theoretisch als praktisch opgeleiden aan zich te binden.
Conclusie
Hoe kan het dat de VVD in de peilingen nog steeds op plek #1 of #2 staat? Dat heeft te maken met de unieke positie van de partij. De VVD is in economisch opzicht eigenlijk de enige partij die primair kiezers rechts van het midden bedient. Alle andere partijen trekken vooral kiezers die een meer gelijke inkomensverdeling willen. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld CDA, BBB, PVV en FVD.
Slechts een minderheid in Nederland is tevreden met de huidige inkomensverdeling. Maar de VVD heeft min-of-meer het alleenrecht op deze kiezers. In deze serie is JA21 de enige andere partij met kiezers die niet in meerderheid voor herverdeling zijn. De ruime meerderheid van Nederland die wél voor herverdeling is, is verdeeld over alle andere partijen – van links tot centrum tot radicaal-rechts.
In een versplinterd politiek landschap zoals het onze, kan de VVD daarmee als partij van economisch zekere en goedbehuisde rechtse kiezers zomaar weer de grootste van de kleintjes gaan worden.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.