Op 22 november zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. In deze serie gaan wij aan de hand van een aantal grafieken in op de kiezers van de verschillende partijen die bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen zetels hebben gehaald. Daarnaast kijken we naar Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt. Wat zijn de sociaal-demografische kenmerken en de opvattingen van de kiezers van deze partijen? Vandaag deel 3: Volt.
In 2021 kwam Volt Nederland plots in de Tweede Kamer. Een interessante ontwikkeling, want het gaat hier om een heel nieuw soort partij: de Nederlandse afdeling van een pan-Europese partij. De meeste Nederlandse partijen werken samen in een Europese koepel. Deze Europese koepelpartijen zijn op dit moment bezig met het ontwikkelen van gezamenlijke programma’s voor de Europese verkiezingen van 2024. Maar deze programma’s worden de gemene delers van veel verschillende visies. In de Europese liberale koepelpartij zit bijvoorbeeld zowel de VVD, een rechtse partij op economie, migratie en milieu, als D66, dat op deze thema’s linkser is. Volt wil een nieuw soort partij zijn: een partij die vanuit één gemeenschappelijke Europese visie werkt.
Het is echter wel lastig om vanuit één visie in heel Europa actief te zijn. Want ieder land heeft zijn eigen politieke landschap. Volt heeft in ieder land een eigen niche, die ze met meer of minder succes bedient. De partij haalde bijvoorbeeld ook nationaal zetels in Bulgarije als deel van een anti-corruptiecoalitie. In Nederland haalde Volt zetels met een mix van pro-Europese posities en een opvallend kernenergiestandpunt. De partij moet dus een complexe balans zien te vinden tussen een gezamenlijk pan-Europees programma aan de ene kant en de niches die ze in ieder land wil bedienen aan de andere kant. Wat is de niche die Volt in Nederland heeft gemobiliseerd?
Toen Volt in de Kamer kwam, grapte de Speld dat ”D66 wil breken met hun jongerenpartij Volt”. Dat is natuurlijk een terechte verwijzing naar de programmatische gelijkenissen tussen de partijen. Op één belangrijk punt had de auteur gelijk: Volt is in de eerste plaats echt een jongerenpartij. Waar in Nederland de grootste groep mensen nu tussen de 60 en de 70 is, zijn de meest Volt-stemmers tussen de 18 en de 30. Zowel in 2021 en bij de Statenverkiezingen van 2023 wist de partij een heel jong electoraat te mobiliseren (zie Figuur 1).
Volt is bovendien een partij van kiezers met een HBO- of WO-diploma. Figuur 2 laat zien dat meer dan 75% van hun kiezers zo’n opleiding heeft afgerond. Dat 20% van de Volt-kiezers geen vervolgopleiding heeft afgemaakt komt waarschijnlijk omdat een deel nog aan het studeren is.
Volt-kiezers genieten opvallend vaak van culturele voorstellingen en andere kunstuitingen. Met name de wat ‘hogere’ kunsten doen het goed. Daarmee doelen we op toneel, dans, ballet, klassieke muziek, opera, musea, kunstgalerieën, filmhuizen en filmfestivals, zie Figuur 3. Dit is een reflectie van het opleidingsniveau van Volt-stemmers. Daar staat tegenover dat Volt-stemmers minder dan gemiddeld televisiekijken (hier niet weergegeven). Dat reflecteert waarschijnlijk ook mede hun leeftijd.
De combinatie van het hoge aandeel jongeren en HBO- en WO-opgeleiden heeft een bijzondere uitwerking op het inkomen van de Volt-stemmer. Aan de ene kant, weten we dat mensen met deze opleidingen meer verdienen dan mensen zonder zo’n diploma. Aan de andere kant, hebben jongeren vaak minder inkomen en vermogen dan ouderen. Figuur 4 laat zien dat kiezers die bij de vorige Kamerverkiezingen op Volt stemden, even goed kunnen rondkomen als de rest van de kiezers. Maar de mensen die bij de Provinciale Statenverkiezingen op Volt hebben gestemd gaven vaker aan dat ze goed rond konden komen. En die enquête is gehouden voor de herinvoering van de basisbeurs.
Economisch hebben de Volt stemmers het dus niet per sé moeilijk. Maar toch zijn de kiezers van Volt tamelijk links op economisch vlak. Bij de Kamerverkiezingen gaf meer dan drie kwart van hun stemmers aan dat ze vonden dat inkomensverschillen kleiner moesten worden (zie Figuur 5). Onder mensen die bij de Statenverkiezingen op Volt stemden was dit net minder dan driekwart (en het verschil met andere kiezers is hier niet statistisch significant).
Volt heeft uitgesproken posities op wat politicologen de “nieuwe culturele dimensie” noemen. Dat is een tegenstelling over thema’s als immigratie, integratie en de positie van de Islam. Deze dimensie scheidt progressieve multiculturalisten en kosmopolieten van conservatieven die hechten aan de Nederlandse cultuur en de grenzen willen sluiten voor migranten. Volt-stemmers vallen duidelijk in de eerste categorie, zie Figuur 6.
De mate waarin het thema ‘Europa’ deel is van deze dimensie is een onderwerp van discussie onder politicologen (zie bijvoorbeeld deze bijdrage van Wouter van der Brug en Joost van Spanje). In een specifieke studie van Volt-kiezers laten André Krouwel en één van ons zien dat Volt kiezers in elk geval zeer pro-Europees zijn. Dat sluit natuurlijk ook naadloos aan bij hun pro-Europese programma.
Ten slotte kijken we in Figuur 7 naar milieu, natuur en klimaat. We richten ons hier op één dimensie die zowel gaat over klimaatmaatregelen als over opvattingen over stikstof en landbouw. Hier zijn de Volt kiezers zeer groen op vergeleken met andere kiezers.
Op één onderwerp verschilde Volt opvallend van de nationale groene consensus, in elk geval in 2021. Toen was de partij, als enige partij die meer klimaatmaatregelen wilde, voorstander van kernenergie. De partij ziet dit als een CO2-neutrale energiebron. De eerdergenoemde studie met André Krouwel laat zien dat dit dé echte niche van Volt was. Hun kiezers waren bovengemiddeld vaak te vinden in de hoek van mensen die voor kernenergie maar ook voor klimaatmaatregelen waren.
Conclusie
Volt is een partij van HBO- en WO-opgeleide, kunstminnende jongeren, die een eerlijkere verdeling van inkomens willen, vinden dat er in Nederland ruimte is voor vluchtelingen, en ingrijpende maatregelen willen nemen voor het klimaat. Dat is de niche die de partij in Nederland heeft gevonden.
Het is echter niet de enige partij met dit profiel. Ook D66, PvdA, GroenLinks en de Partij voor de Dieren delen deze standpunten. Twee jaar geleden was kernenergie de Unique Selling Point van de partij. Maar nu ook D66 onder Rob Jetten voorstander is van kernenergie, is de vraag of de partij deze niche kan behouden of dat een nieuw profiel nodig is.
Opvallend is ook dat Volt lang niet over heel Europa dit profiel koestert. Volt Duitsland is veel skeptischer over kernenergie. In Oost-Europa wil Volt per sé niet als economisch links gezien worden. In Bulgarije deed Volt mee als deel van de coalitie “Sta op! Weg Mafia!”. Dat is helemaal niet de toon die Laurens Dassen de laatste twee jaar heeft aangeslagen. Het laat zien dat je alleen succes kan hebben als je de specifieke niches in het lokale politieke landschap weet aan te spreken. Dat is nodig voor electoraal succes, maar het roept wel vragen op over de pan-Europese ambities van Volt.
Methodologische informatie
De meeste analyses in deze serie zijn gebaseerd op data van het LISS-panel (Longitudinal Internet Studies for the Social sciences), beheerd door Centerdata. Ieder jaar worden verschillende vragenlijsten afgenomen bij een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking. Wij hebben de meest recente van deze vragenlijsten aan elkaar gekoppeld. De recente verkiezingsuitslagen zijn afkomstig van het Provinciaal en Waterschapskiezersonderzoek (ook afgenomen in het LISS-panel), dat is opgezet door Hans Vollaard, Harmen Binnema, Lisanne de Blok, Henk van der Kolk, Tim Mickler en Simon Otjes.
Ronald Heijman zegt
Volt lijkt het meest op D66, qua programma leeftijdscategorie en stemgedrag in de kamer.
De ondelinge verschillen tussen deze en andere progressieve partijen zijn steeds kleiner geworden. PvdA verschilde nog het meest, met een oudere, meer links conservatieve achterban.
De strategische vraag van al dan niet vorming van een progressieve beweging, wordt m.i. opportuun. Met 1 lijst en 1 programma. Dit is m.i. de enige kans voor progressief Nederland om politiek dominant te worden. De versnippering in de progressieve politiek, is strategisch onjuist, met Volt en D66 als kleine spelbrekers. Beide partijen kunnen geen krachtig profiel ontwikkelen, door te weinig onderscheidingvermogen, en te weinig communicatiekracht. De korte opleving onder Kaag was een ” valse uitbraak” van hoop, mede door het mobiliseren van niet stemmers. Het wachten op een overwegend jong en goed opgeleid dominant electoraat duurt nog decennia.
Intussen worden ze uitgespeeld door m.n. de VVD, wiens electoraat het meest stabiel groot blijft.
Hou op met politieke hobby en nerd gedrag. Creeer een dominante progressieve, toekomstgerichte , constructieve machtsbeweging voor het komende decennium. Volt zal daaraan een belangrijke inhoudelijke bijdrage kunnen leveren.
Samen met NSC, kunnen we dan nieuwe politiek verwachten.