• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Plaatjes van de electoraatjes: het kiezerspotentieel van Nederlandse partijen

door Matthijs Rooduijn 10/03/2023 1 Reactie

Op 15 maart gaan we naar de stembus voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Wat is de electorale stand van zaken? De laatste peilingen laten interessante verschuivingen zien, met name aan de rechterkant van het politieke spectrum.

In deze blog ga ik niet in op hoe de partijen er op dit moment voor staan. In plaats daarvan zoom ik wat meer uit, en bekijk ik in meer algemene zin wat het kiezerspotentieel is van Nederlandse politieke partijen.

Dat doe ik door te kijken naar data van het LISS-panel. Ongeveer een jaar geleden hebben onderzoekers van dit panel aan respondenten gevraagd om voor iedere partij aan te geven hoe groot de kans was dat ze op die partij zouden stemmen als er die dag verkiezingen voor de Tweede Kamer waren.  

Ik heb op basis van deze informatie per partij berekend wat het percentage kiezers is dat het mogelijk acht op die partij te stemmen. Specifiek heb ik gekeken naar wat het percentage van het electoraat is dat de kans een stem op een partij uit te brengen schat op groter dan 0%, 10%, 25% en 75%. Als mensen de kans op groter dan 0% schatten dan is het dus mogelijk dat ze op de betreffende partij zullen stemmen. Als ze de kans op groter dan 75% schatten is het waarschijnlijk dat ze er op zullen stemmen.

Twee voorbehouden. Ten eerste is dit de stand van zaken van een jaar geleden. Things have changed. Maar dat is waarschijnlijk minder erg voor dit soort data dan voor daadwerkelijke stemintenties. Ten tweede gaat de vraag over de kans dat iemand op een bepaalde partij zou stemmen als er op dat moment verkiezingen zouden zijn. Het is dus mogelijk dat mensen op dat moment zeker weten dat ze op partij X zouden stemmen, maar het ook nog steeds mogelijk achten op een ander moment op een andere partij te stemmen. We moeten de resultaten hieronder dus met enige terughoudendheid interpreteren.

Wat zijn de meest in het oog springende bevindingen?

Figuur: Per partij het percentage van het electoraat dat aangeeft dat de kans op deze partij te stemmen groter is dan 0%, 10%, 25% en 75%

D66 heeft het grootste kiezerspotentieel. 67% van de kiezers (dus twee derde!) kan zich voorstellen op de partij van Sigrid Kaag te stemmen (zie de donkerblauwe staaf). Maar van dit electorale potentieel van D66 ziet maar een vijfde deel een grote kans op de partij te stemmen: het percentage kiezers dat zegt dat de kans op de sociaalliberalen te stemmen groter is dan 75% is 13% (zie de heel lichtblauwe staaf). De ‘waarschijnlijk-mogelijk-verhouding’ is bij D66 dus 1:5.

Een iets kleiner maar nog steeds aanzienlijk deel van het electoraat ziet zichzelf op de VVD stemmen (61%). Maar de waarschijnlijk-mogelijk-verhouding is hier heel anders, namelijk 1:3. 22% van de kiezers acht de kans op de VVD te stemmen groter dan 75%. Dit suggereert dat het kiezerspotentieel van de partij van Mark Rutte wat stabieler is dan dat van D66.

Het is opvallend dat de PvdA als nummer 3 uit de bus komt. Hoewel de partij het al jaren slecht doet bij verkiezingen, behoren de sociaaldemocraten voor veel kiezers blijkbaar nog steeds tot de kanshebbers. 60% van het electoraat sluit het niet uit op de sociaaldemocraten te stemmen. Maar de partij heeft erg veel moeite dit potentieel te verzilveren. Maar 9% van de kiezers acht de kans op de sociaaldemocraten te stemmen groot, en dat is iets minder dan zeven keer kleiner dan het percentage dat überhaupt een kans ziet op de PvdA te stemmen (waarschijnlijk-mogelijk-verhouding = 1:7). Samengevat: de PvdA lijkt het, gezien de verkiezingsresultaten van de afgelopen jaren, behoorlijk verbruid te hebben bij veel kiezers. Maar de deur staat nog op een kier, want een flink deel van het electoraat acht een stem op de partij nog steeds denkbaar.

Het potentieel van GroenLinks is iets kleiner dan dat van de PvdA. 55% acht het niet ondenkbaar op de partij te stemmen. Maar ook voor de partij van Jesse Klaver geldt dat het percentage kiezers dat de kans op de partij te stemmen groot acht vele malen (namelijk negen keer) kleiner is. De SP lijkt relatief gezien een wat stabielere achterban te hebben. Het percentage kiezers dat de kans op die partij te stemmen op groter dan 0% schat is kleiner dan bij GroenLinks. Maar het percentage kiezers dat de kans op groter dan 75% schat ligt dan weer net iets hoger (al is dit verschil waarschijnlijk niet statistisch significant). De waarschijnlijk-mogelijk-verhouding is 1:9 bij GroenLinks en 1:6 bij de SP

De CDA is qua grootte van het kiezerspotentieel op alle vlakken vrijwel identiek aan de SP. Dit is opvallend. Van de traditionele grote middenpartijen weten we dat het slecht gaat met zowel PvdA als CDA. Maar voor het CDA lijken meer kiezers de deur echt te hebben dichtgedaan dan voor de PvdA. Al met al ziet de toekomst er dus niet al te rooskleurig uit voor de partij. De hoop bij de christendemocraten lijkt nu gevestigd te zijn op een nieuw, potentieelverhogend, verhaal.

Opvallend genoegen scoren de PVV, de Partij voor de Dieren en Volt allemaal tegen de 40%. Maar als we gaan kijken naar het percentage kiezers dat de kans op deze partijen te stemmen op groter dan 75% schat, zien we een volledig ander beeld. Bij de PVV is dat 12% (verhouding = 1:3), bij de PvdD 6% (verhouding = 1:6) en bij Volt 3% (verhouding = 1:13). Dit laat mooi zien dat de PVV een behoorlijk stabiel kernelectoraat heeft, maar dat er op dat vlak vooral voor Volt nog flink wat werk aan de winkel is. Dat zal met name ook met de naamsbekendheid van die partij te maken hebben.

Van de overige partijen valt op dat de BBB een nog relatief beperkt potentieel heeft. Ik vermoed dat dit inmiddels flink is veranderd. Nogmaals: de data die ik hier heb gebruikt zijn van een jaar geleden. In de tussentijd heeft de BBB een gigantische groei doorgemaakt in de peilingen. Meer mensen zullen het mogelijk achten op de partij te stemmen.    

Ik vermoed dat analyses van het potentieel van politieke partijen minder gevoelig voor grote schommelingen zijn dan peilingen van daadwerkelijk stemgedrag of stemintenties. En dan vooral als we ons richten op het percentage van het electoraat dat de kans een stem op een partij uit te brengen schat op groter dan 0%. Hoe meer we richting de 100% gaan, hoe meer het antwoord momentgevoelig wordt. (We komen immers steeds dichter bij de daadwerkelijke stemintentie.) Toch blijft het interessant om te kijken in hoeverre er verschuivingen in het potentieel optreden. TBC dus, zodra er recentere data zijn.

Afbeelding: “2e Kamer” van Ron de Boom (via Flickr).

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: Provinciale Statenverkiezingen, Publieke opinie, verkiezingen

Over de auteur

Matthijs Rooduijn
Matthijs Rooduijn is universitair hoofddocent bij de afdeling Politicologie van de Universiteit van Amsterdam.
Website: http://matthijsrooduijn.nl
  • Sociale media links 

Reader Interactions

Comments

  1. Ronald Heijman says

    10/03/2023 at 17:19

    Deze analyse van uitkomsten van dit onderzoek wordt m.i. pas echt interessant na de resultaten van de 2e kamer verkiezingen.
    Om te zien of de verkiezings uitkomsten min of meer overeenkomen met de voorspellingen uit deze analyse.
    Zo ja dan hebben we een goede voorspeller erbij, zo nee dan zou de dataset actueler moeten worden, dichter bij de verkiezingsdatum, of de methodiek verder moeten worden geoptimaliseerd.
    En of het kan aangeven dat er al dan niet stabiliteit is bij de politieke voorkeuren van kiezers en voorkeursposities van politieke partijen.
    Een voorspellende waarde voor de provinciale- en waterschaps verkiezingen zie ik vooralsnog niet. Daarvoor verschillen de themas en het politieke speelveld te veel tussen verkiezingen voor 2e kamer, provinciale staten en waterschappen.

    Log in om te reageren

Geef een reactie Reactie annuleren

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Hybride kiesstelsels, steeds schevere verkiezingsuitslagen

Dé zzp-stem bestaat niet

Mediaberichtgeving en de zwevende kiezer

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in