Op 9 juni zijn er in België maar liefst drie verkiezingen: voor het Federaal parlement, het Vlaams Parlement en het Europese Parlement. In navolging van de blogserie “Plaatjes van de electoraatjes” over de Nederlandse kiezer, richten wij ons hier op de zuiderburen. Hoe zien de Vlaamse electoraten er precies uit? Vandaag de vierde en laatste blog in de serie over de grootste en meest besproken partijen in Vlaanderen: N-VA en Vlaams Belang.
De N-VA (Nieuw-Vlaamse Alliantie) en het Vlaams Belang vormen samen het rechtse blok in Vlaanderen. Vooral de N-VA heeft de afgelopen jaren het politieke landschap in Vlaanderen flink beïnvloed. Zo is de partij reeds 14 jaar de grootste partij in Vlaanderen. Sinds haar ontstaan in 2001, maakte de partij deel uit van verschillende Vlaamse regeringen en één federale regering. Met als boegbeeld Bart De Wever wist de partij het conservatisme in Vlaanderen nieuw leven in te blazen. De Wever beweert al jaar en dag dat de gemiddelde Vlaming centrum-rechts denkt. Desondanks dreigt de partij haar pole position bij de komende verkiezingen te verliezen aan het radicaal-rechtse Vlaams Belang. Waar het Vlaams Belang in 2019 nog kleiner was dan de N-VA (met 23 zetels in het Vlaams Parlement en 18 in de Kamer tegenover 35 zetels in het Vlaams Parlement en 25 in de Kamer voor de N-VA), staat de partij momenteel op grote winst. Zo stond het Vlaams Belang in een recente peiling stevig op kop (24,6 – 29,0%) met de N-VA daar beduidend onder (18,4 – 22,8%). Hierbij lijkt Vlaams Belang flink wat kiezers van de N-VA af te snoepen (zie Figuur 1).
Staat in Vlaanderen hetzelfde te gebeuren als in Nederland en heel wat andere Europese landen? Zal een radicaal-rechtse partij de grootste worden? Of weet de N-VA de uitstroom te beperken? In deze laatste blog bekijken we de electoraten van beide partijen om na te gaan of en in welke mate deze kiezers van elkaar verschillen.
Figuur 1. In deze plot zijn de stembewegingen zichtbaar van de Federale verkiezingen in 2019 en de stemintentie van 2024.
Figuur 2. Sociaal-demografische kenmerken van de partijen. In het figuur links zie je de generaties van de kiezers die op N-VA en Vlaams Belang zeggen te gaan stemmen tegenover de generaties van de mensen die op een andere partij gaan stemmen. Op basis van een simpele Chikwadraat toets zien we een statistisch significant (p<.001) verband tussen generatie en het al dan niet stemmen voor N-VA en Vlaams Belang (inclusief 95% betrouwbaarheidsintervallen). In het rechterfiguur is het opleidingsniveau van de kiezers te zien. Op basis van een Chikwadraat toets zien we wederom een statistisch significant verband (p<.05) tussen het stemmen voor N-VA, Vlaams Belang of een andere partij en het opleidingsniveau.
We beginnen, net zoals in de vorige blogs, met het bekijken van een aantal sociaal-demografische kenmerken. Hierbij valt op dat beide partijen op enkele vlakken sterk verschillen van de kiezers van andere partijen. Ten eerste hebben beide partijen een significant groter aandeel mannen in hun electoraat dan de andere partijen. Bij de N-VA is 59% van de kiezers man; bij Vlaams Belang is dit 54%, terwijl het percentage mannen bij de andere partijen gemiddeld slechts 43% is. Verder valt op dat de N-VA een relatief oud electoraat heeft: de gemiddelde leeftijd is 58 jaar en er zijn significant meer kiezers uit de babyboomgeneratie dan bij andere partijen. Verder verschillen de Vlaams Belang-kiezers qua leeftijd niet erg van de kiezers van andere partijen. Als we ten slotte kijken naar opleidingsniveau, zien we dat Vlaams Belang-kiezers vaker dan kiezers van andere partijen het middelbaar onderwijs niet volledig hebben afgerond. De N-VA-kiezer is op dit vlak dan weer niet opvallend anders dan de rest.
Figuur 3. Respondenten konden twee thema’s aangeven die voor hen de belangrijkste thema’s zijn in hun stemkeuze (inclusief 95% betrouwbaarheidsinterval).
Voor beide partijen staat Vlaamse onafhankelijkheid centraal in hun partijprogramma. Met als slogan ‘Voor Vlaamse Welvaart’ wordt door de N-VA voornamelijk een economische boodschap aan de Vlaamse onafhankelijkheid gekoppeld. Hoewel Vlaams Belang deze economische boodschap eveneens uitdraagt, koppelt zij er vooral een anti-migratie verhaal aan met als slagzin ‘Vlaanderen weer van ons, is een Vlaanderen waar onze mensen weer op de eerste plaats staan’.
Delen de kiezers dezelfde zorgen? Uit onze resultaten blijkt dat beide groepen kiezers een groot belang hechten aan de thema’s migratie, belastingen en criminaliteit. Niet verrassend vinden hun kiezers criminaliteit en migratie zelfs significant belangrijker dan de kiezers van andere partijen. Dit laat zien dat de achterban van beide partijen grotendeels soortgelijke zorgen hebben. Desondanks vallen er toch enkele nuanceverschillen op in de prioritering van een aantal thema’s.
Voor de kiezers van Vlaams Belang is criminaliteit een bijzonder belangrijke factor in hun stemkeuze. Dit benadrukt de partij al jaren sterk in haar communicatie, iets wat dan ook aansluit bij de zorgen van haar kiezers. Daarnaast speelt migratie een centrale rol bij de kiezers, wat past bij het harde standpunt van de partij over dit thema. Bij N-VA-kiezers zien we een iets grotere focus op het thema economie. Dit komt overeen met het partijstandpunt van N-VA dat welvaart en de begroting centraal stelt. De kiezers van N-VA lijken meer geïnteresseerd te zijn in de economische vooruitzichten en de fiscale gezondheid van Vlaanderen. Opvallend is dat zowel de kiezers van Vlaams Belang als N-VA meer belang hechten aan het thema staatshervorming dan de kiezers van andere partijen. Hoewel staatshervorming niet tot de belangrijkste thema’s behoort voor deze kiezers, geeft dit wel aan dat er binnen deze groepen een bredere interesse is in institutionele veranderingen en de toekomst van Vlaanderen binnen België.
Figuur 4. Links/rechts-zelfplaatsing (0 = links, 10 = rechts) van mensen die aangeven hoogstwaarschijnlijk op N-VA en Vlaams Belang te gaan stemmen vergeleken met andere kiezers. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*p <= 0.05, ** p <= 0.01, ***: p <= 0.001).
Op basis van de thema’s die beide partijen naar voren schuiven, wordt hun rechtse signatuur duidelijk. Toch leggen beide partijen verschillende accenten. Waar de N-VA en Vlaams Belang een gelijkaardige rechtse positie innemen op de sociaaleconomisch as, is het Vlaams Belang rechtser op de culturele as. Dit onderscheid zien we ook terug bij de kiezers van beide partijen. Deze zijn zowel op de sociaaleconomische als op de culturele links-rechtsas significant rechtser dan kiezers van andere partijen, maar verschillen enkel op cultureel vlak van elkaar. Op deze as zien we dat de Vlaams Belang-kiezer nog een stuk rechtser is dan de N-VA-kiezer. Het is dan ook niet verrassend dat de partij op cultureel vlak een aantal radicaal-rechtse standpunten durft in te nemen, niet alleen op het gebied van migratie maar ook op een aantal ethische dossiers. Zo sprak partijvoorzitter Tom Van Grieken zich onlangs nog uitdrukkelijk uit tegen de wetgeving ter bescherming van transgenders.
Figuur 5. We vroegen respondenten in hoeverre ze tevreden waren met hoe de democratie in België werkt. De resultaten van deze vraag worden weergegeven in het linkerpaneel. Een Chikwadraat-toets laat zien dat er een significante samenhang bestaat tussen deze percepties en het al dan niet stemmen op N-VA of Vlaams Belang. In het rechtse paneel kunt u zien in hoeverre respondenten het belangrijk vinden om te leven in een land wat democratisch bestuurd wordt. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*p <= 0.05, ** p <= 0.01, ***: p <= 0.001).
Zoals we hierboven reeds aangaven, staat het institutionele vraagstuk centraal in het partijprogramma van beide partijen. Beide partijen willen koste wat het kost een staatshervorming. Hierbij wil N-VA dat België evolueert richting een confederatie. Om dit te bereiken heeft de partij zelfs besloten apart mee te doen in de Waalse kieskringen. Voor Vlaams Belang is een dergelijk confederaal model onvoldoende. Het Vlaams Belang wil een soevereiniteitsverklaring in het Vlaams Parlement uitroepen en zowel de Federale Kamer als de Senaat afschaffen. Zoals we eerder reeds zagen, is dit thema onder beide electoraten populairder dan bij de kiezers van andere partijen. Maar het behoort ook weer niet tot de top drie problemen waar de kiezers wakker van liggen. Om dit toch nader te onderzoeken, vroegen we de respondenten of ze tevreden waren met hoe de democratie in België werkt. Hierbij zien we duidelijk dat de kiezers van Vlaams Belang op dit moment significant vaker ontevreden zijn over de democratie dan andere kiezers. Ook de N-VA-kiezer is vaker ontevreden, maar minder vaak dan de Vlaams Belang-kiezer. Kortom, de kiezer lijkt inderdaad op dit moment moeilijkheden te signaleren in hoe de democratie in België wordt georganiseerd.
Om een staatshervorming te bekomen, hebben beide partijen reeds verschillende ideeën opgeworpen, de ene democratischer dan de andere. Recent bleek uit een doorlichting van de Orde van Vlaamse Balies dat beide partijen behoorlijk wat voorstellen in hun partijprogramma hebben die de rechtsstaat mogelijks schaden. Daarom vroegen we ook of het voor de kiezers belangrijk is om in een land te leven dat democratisch wordt bestuurd. Voor beide electoraten is het gemiddeld gezien (zeer) belangrijk te leven in een land dat democratisch bestuurd wordt. De N-VA kiezer wil dit zelfs sterker dan de kiezers van de andere partijen. Bij Vlaams Belang-kiezers is die voorkeur iets minder sterk: voor hen is het significant minder belangrijk in een democratie te wonen dan de andere kiezers.
Figuur 6. We vroegen aan respondenten of ze voor- of tegenstander waren van het idee dat ‘hun partij’ in een regering zou stappen met PVDA of Vlaams Belang. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*p <= 0.05, ** p <= 0.01, ***: p <= 0.001).
Als de trends van de peilingen doorzetten, zal de regeringsdeelname van N-VA op Vlaams niveau zo goed als zeker incontournabele zijn. De vraag die zich bijgevolg opwerpt is met welke partijen de N-VA wel en vooral niet wil samenwerken. Bart De Wever zei onlangs: ‘ik val nog liever dood dan ooit met communisten te besturen’. Een samenwerking met de PVDA lijkt bijgevolg geen optie. Ook de N-VA-kiezer is uitgesproken in haar afkeer voor de PVDA. Ze zijn in vergelijking met de kiezers van andere partijen significant meer tegen een dergelijke coalitie. De N-VA-kiezer verschilt hierin eveneens significant van de Vlaams Belang-kiezer, die zelfs een significant grotere voorstander is van regeren met PVDA dan andere kiezers.
De hamvraag voor de N-VA is echter vooral of ze bereid zijn in een regering te stappen met het Vlaams Belang. Hoewel Bart De Wever hier aan het begin van de campagne relatief vaag over bleef, neemt hij hier momenteel een duidelijk standpunt over in: ‘carrément neen’. Dit standpunt is niet verrassend, aangezien andere partijen hebben aangegeven dat als De Wever met Vlaams Belang in de Vlaamse regering stapt, de N-VA niet in de federale regering zal komen. Dit maakt de regeringspuzzel, die sowieso al lastig is in België, nog ingewikkelder.
Opmerkelijk is dat de N-VA-kiezer deze afkeer voor Vlaams Belang niet direct deelt en hierin significant verschilt van andere kiezers. Een potentiële samenwerking nu reeds afwijzen, tegen de wensen van een groot deel van het eigen electoraat in, kan een strategie zijn om de kiezers die de N-VA dreigt te verliezen aan Vlaams Belang terug te winnen. Ze lijken hier dus het tegenovergestelde te doen van de VVD in Nederland, die juist de deur voor samenwerking met de PVV openzette en daarmee mogelijk kiezers verloor.
Conclusie
De twee partijen die hoogstwaarschijnlijk de meeste stemmen gaan halen op 9 juni zijn beide van een rechts signatuur, alhoewel Vlaams Belang getypeerd kan worden als radicaal-rechts. Beide partijen hebben een groter aandeel oudere mannelijke kiezers en hechten groot belang aan migratie, belastingen en criminaliteit. Beide electoraten vallen, niet geheel verrassend, op door hun hoge interesse in een staatshervorming. Ook opvallend is dat de Vlaams Belang-kiezers op de culturele as behoorlijk rechtser zijn dan de kiezers van de N-VA, iets wat past bij de uiterst conservatieve agenda van Tom Van Grieken. De grote vraag na de verkiezingen zal zijn of de N-VA het cordon sanitaire zal handhaven, of dat ook Vlaanderen, net als Nederland, binnenkort geregeerd gaat worden door een radicaal-rechtse partij.
Onderzoeksverantwoording
We gebruiken data die zijn verzameld door de Universiteit Antwerpen en de VRT voor het onderzoek De Stemming 2024 en 2023. Let wel, het gaat om een onderzoek naar stemintentie. Wanneer we het hebben over kiezers, bedoelen we dus mensen die aangeven hoogstwaarschijnlijk op die partij te gaan stemmen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.