Op 9 juni zijn er in België maar liefst drie verkiezingen: voor het Federaal parlement, het Vlaams Parlement en het Europese Parlement. Onze collega’s Matthijs Rooduijn en Simon Otjes hebben in de aanloop van de Tweede Kamerverkiezingen een mooi overzicht gegeven van de Nederlandse kiezer. In deze serie focussen we ons op de zuiderburen: hoe zien de Vlaamse electoraten er precies uit? We gebruiken hiervoor data die zijn verzameld door de Universiteit Antwerpen en de VRT voor het onderzoek De Stemming 2024 en 2023. Let wel, het gaat om een onderzoek naar stemintentie. Wanneer we het hebben over kiezers, bedoelen we dus mensen die aangeven hoogstwaarschijnlijk op die partij te gaan stemmen. We trappen de serie af met de eerste en kleinste partij in het Vlaams Parlement: PVDA.
In tegenstelling tot hier in Nederland, is de Partij van de Arbeid (PVDA) in België de meest linkse partij met vertegenwoordiging in het Vlaamse en het Federale Parlement. Volgens de eigen statuten is de PVDA een eigentijdse communistische partij, die net als de SP in Nederland ontstond in de jaren ‘70 vanuit de maoïstische beweging. Beide partijen benadrukken dan ook soortgelijke thema’s als eerlijke fiscaliteit, koopkracht en solidariteit. Hoewel de SP in het verleden wel wat electoraal succes heeft gekend, is dit voor de Vlaamse tak niet het geval.
Zo is de PVDA tot op heden steeds de kleinste partij in Vlaanderen geweest. Op dit moment heeft de partij slechts 4 van de 124 zetels. Ook in het Federale Parlement zijn ze klein, maar niet de kleinste, omdat ze als enige unitaire partij in België samen met de Waalse partij PTB één fractie vormen die 12 zetels (van de 150 zetels in totaal) wist te veroveren tijdens de vorige verkiezingen. Volgens de meest recente peilingen zit de partij echter sterk in de lift. Op dit moment hebben ze zelfs een grote kans om deze verkiezingen bijna te verdubbelen (Zie Figuur 1). Hierbij lijken ze van alle partijen kiezers af te snoepen. Wie zijn deze mogelijke PVDA-kiezers eigenlijk? Reden genoeg om het mogelijke electoraat van de PVDA eens grondig onder de loep te nemen.
Figuur 1. In deze plot zijn de stembewegingen zichtbaar van de Federale verkiezingen in 2019 en de stemintentie van 2024.
Laat ons eerst inzoomen op de sociodemografische kenmerken. In vergelijking met kiezers van andere partijen zijn de PVDA-kiezers relatief jong. De typische PVDA-kiezer is gemiddeld 46 jaar, terwijl de kiezers van de andere partijen ongeveer 50 jaar zijn. Bovendien bestaat het electoraat van de PVDA uit meer Millennials en Zoomers, en minder Gen X’ers en babyboomers dan bij andere partijen. Dit valt binnen de verwachtingen aangezien de PVDA in de huidige campagne ook sterk inzet op het binnenhalen van jongeren. Daarbij proberen ze zoveel mogelijk jongeren te bereiken door zeer actief te zijn op verschillende sociale mediaplatformen. Zo is Jos D’Haese, een prominent figuur binnen de partij, zelfs de Belgische politicus met de grootste aanhang op TikTok – het sociale mediaplatform bij uitstek voor de Gen Z-generatie. D’Haese post hier sinds de coronacrisis filmpjes waarbij hij allerlei onderwerpen aankaart die betrekking hebben op de leefwereld van jongeren, zoals mentaal welzijn en het in Vlaanderen bekende proces van YouTuber Acid. Deze focus op jongeren gaat echter verder dan de aanwezigheid op sociale media, aangezien de partij als enige een verkiezingsprogramma specifiek voor deze doelgroep heeft gemaakt: ‘Jongeren aan zet’. Al deze inspanningen zijn wellicht ook wat strategisch, aangezien er veel first time voters zijn bij deze verkiezingen.
Naast een relatief jong profiel, zit er in het PVDA-electoraat ook significant meer vrouwelijke en minder mannelijke kiezers dan bij de andere partijen. Verder is het als arbeiderspartij van de ‘gewone mensen’ niet vreemd dat de partij meer praktisch geschoolde kiezers heeft dan de andere partijen, terwijl de groep kiezers die een hoger niet-universitaire opleiding heeft juist iets kleiner is dan bij andere partijen.
Figuur 2. Sociodemografische kenmerken van de partij. In het figuur links zie je de leeftijd van mensen die op PVDA zeggen te gaan stemmen tegenover mensen die op een andere partij gaan stemmen. Op basis van een simpele Chi-kwadraat toets zien we een statistisch significant (p<.05) verband tussen generatie en het al dan niet stemmen op de PVDA. In het rechterpaneel is het opleidingsniveau van de kiezers zichtbaar (inclusief 95% betrouwbaarheidsintervallen).
PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw stelde in zijn speech op de nieuwjaarsreceptie dat de PVDA-campagne vooral ingezet zal worden op koopkracht en belastingen. In België is de nieuwjaarsreceptie in januari dé aftrap van het politieke kalenderjaar (als je meer wilt weten over het fenomeen ‘nieuwjaarsrecepties’, luister dan zeker deze podcast). De speech van de partijvoorzitter op deze receptie geeft een goed beeld van waar de partij zich op wil profileren.
Zijn koopkracht en belastingen ook de thema’s waar de PVDA-kiezer wakker van ligt? Jazeker, onze resultaten tonen dat deze thema’s eveneens leven onder het electoraat van de PVDA. De drie belangrijkste thema’s volgens PVDA-kiezers zijn belastingen, economie en sociale zekerheid. Hoewel belastingen en economie ook voor andere kiezers in de top drie horen, vallen de PVDA-kiezers op door het belang wat ze hechten aan sociale zekerheid. Ook opvallend: het thema migratie en criminaliteit wat voor andere kiezers een van de belangrijkste thema’s is, is voor de PVDA-kiezer flink minder belangrijk.
Figuur 3. Respondenten konden twee thema’s aangeven die voor hen de belangrijkste thema’s zijn in hun stemkeuze (inclusief 95% betrouwbaarheidsinterval).
Die focus op belastingen en economie is wellicht niet vreemd als we kijken naar hoe de PVDA-kiezer het eigen inkomen evalueert. De PVDA-kiezers geven in vergelijking met andere kiezers vaker aan dat zij (heel erg) moeilijk kunnen rondkomen met hun huidige inkomen (zie ook Figuur 4). Al zijn deze verschillen (waarschijnlijk door de lage N in ons onderzoek) niet significant. De oorzaak van deze moeilijke economische situatie wordt door een meerderheid van het electoraat niet aan zichzelf toegeschreven (zie Figuur 5). Zo heeft de PVDA-kiezer niet het idee dat rijken rijker zijn omdat ze harder werken. Het is dan ook niet verrassend dat een aanzienlijke meerderheid van de PVDA-kiezers van mening is dat het de verantwoordelijkheid van de overheid is om meer voor de mensen te zorgen. Het standpunt van het PVDA-electoraat komt in deze overeen met het standpunt van de partij. Deze pleit voor een overheid die inzet op grootschalige publieke investeringen om de barre economische omstandigheden waarin mensen zich momenteel bevinden aan te pakken – een taak die volgens hen door de huidige regering niet (voldoende) werd vervuld.
Figuur 4. Links: Respondenten konden aangeven welke omschrijving het beste van toepassing was op de situatie van het huishoudensinkomen (inclusief 95% betrouwbaarheidsintervallen). Rechts: we vroegen respondenten zichzelf te plaatsen op een as van 0 tot 10, waarbij 0 = ‘de overheid moet meer verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat ieder krijgt wat hij nodig heeft’ en 10 = ‘mensen moeten meer verantwoordelijkheid nemen om voor zichzelf te zorgen’. De data van deze grafiek komen uit 2023.
Figuur 5. Links: Respondenten konden aangeven in hoeverre ze het eens waren met de stelling ‘In ons land is één van de belangrijkste redenen waarom de rijken rijker zijn dan de armen, dat de rijken meer geluk hebben gehad in hun leven’ (inclusief 95% betrouwbaarheidsintervallen). Rechts: Respondenten konden aangeven in hoeverre ze het eens waren met de stelling ‘In ons land is één van de belangrijkste redenen waarom de rijken rijker zijn dan de armen, dat de rijken harder hebben gewerkt’. Voor deze laatste stelling laat een Chi-kwadraat toets zien dat er een significant verband is tussen het antwoord en het al dan niet stemmen op PVDA (p < .001). De data van deze grafieken komen uit 2023.
Naast haar linkse profiel op de economische as, beweert de partij ook op cultureel vlak links te zijn. Zo is de partij naar eigen zeggen ‘consequent links’ en verwijt de PVDA andere progressieve partijen dit niet te zijn. Eenzelfde ideologisch profiel kan worden teruggevonden onder haar kiezers: zowel op sociaaleconomisch vlak als op cultureel vlak plaatsen de kiezers zich een stuk linkser van het centrum (zie Figuur 6). Ook ten aanzien van andere partijen positioneren de PVDA-kiezers zich significant linkser op de links-rechts-as.
Figuur 6. Links/rechts-zelfplaatsing (0 = links, 10 = rechts) van mensen die aangeven hoogstwaarschijnlijk op PVDA te gaan stemmen vergeleken met andere kiezers. De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. “ns” betekent dat de verschillen tussen de gemiddelden niet statistisch significant zijn, sterren dat ze dat wel zijn. Voor de liefhebbers: het aantal sterren representeert de p-waarden (*p <= 0.05, ** p <= 0.01, ***: p <= 0.001).
Verder valt de PVDA ook op door haar populistische karakter. Zo stelt de partij dat de maatschappij meer zeggenschap moet krijgen over de maatschappelijke vraagstukken en dat ze de democratie moeten veroveren op de elite. De meerderheid van de PVDA-kiezer is inderdaad ontevreden met de democratie in België, maar hiermee verschilt de PVDA-kiezer niet significant van de kiezers van andere partijen. Over het algemeen is een meerderheid van de Belgische kiezers ontevreden over de democratie en zijn PVDA-kiezers dus niet meer of minder tevreden (Figuur 7). De partij wil meer zeggenschap voor burgers middels een burgerreferendum en burgerinitiatieven. Ook de kiezers zijn van mening dat ‘gewone burgers’ meer politieke beslissingen moeten nemen dan politici, al verschillen de PVDA-kiezers hier wederom niet van de kiezers van andere partijen (zie Figuur 8).
Figuur 7. Tevredenheid met de werking van de democratie in België (inclusief 95% betrouwbaarheidsintervallen).
Figuur 8. In 2023 vroegen we respondenten in hoeverre ze het eens of oneens waren met de stelling ‘Echte democratie betekent dat de gewone burgers zelf beslissen, en dat beslissingen niet worden overgelaten aan verkozen politici’. Een simpele Chi-kwadraat toets laat zien dat er geen significant verschil is tussen respondenten die aangeven PVDA te willen stemmen en andere respondenten.
Conclusie De typische PVDA-kiezer lijkt een praktisch opgeleide, relatief jongere vrouw te zijn die zich zorgen maakt over het eigen inkomen en of zij nog wel kan rondkomen. Verder plaatst de PVDA-kiezer zich behoorlijk links op de links-rechts-as en vindt zij thema’s als economie, belastingen en sociale zekerheid belangrijk. Bovendien is zij ervan overtuigd dat de economische situatie van individuen niet uitsluitend aan henzelf, maar ook aan externe omstandigheden kan worden toegeschreven. Daarom pleit zij voor een grotere rol van de overheid om deze problemen op te lossen. Een behoorlijk typisch profiel voor een linkse partij.
Ronald Heijman zegt
Wat zich vroeger “links” noemde, heeft in deze tijd een andere invulling gekregen.
We kennen m.i. tegenwoordig de volgende schakering:
. extreem links, die het kapitalisme wil vervangen door een staatsgeleide economie en maatschappij, door extremisten; een vorm van verouderd links, opstandig conservatisme. Dit past m.i. de Belgsche PVDA niet. Anti rechts establishment.
Vanaf hier zou ik het constructieve politiek willen noemen.
. Dan een socialistische politiek. Deze richting wil enerzijds vooral goede voorzieningen en koopkracht voor de lage- en midden inkomens, vooral ook werkenden, en anderzijds een maatschappij gerichte politiek op algemene thema’s. Dominante rol voor de overheid op praktisch alle politieke terreinen. Bedrijven heb je wel nodig voor werk en belastinginkomsten. Dit past de PVDA beter.
. De Groenen, die politieke accenten leggen op klimaat, natuur en duurzaamheid van de maatschappij. Ook de zorg voor de lage- en middenklasse en een grotere maatschappelijke bijdrage door bedrijven en rijken wordt gevraagd. Zeker niet anti-kapitalistisch, wel zeer kritisch daarop, vooral daar waar de maatschappij wordt ondermijnd. Dan grote corrigerende rol voor overheid.
. De links-liberalen, die binnen het geaccepteerde kapitalistische systeem zich vooral richten op structuurwijzigingen in de maatschappij, om deze rechtvaardiger te maken, en sterk pleiten voor individuele vrijheid binnen eigen verantwoordelijkheid. Maar daarnaast een belangrijke rol ziet voor de overheid als regisseur, daar waar de vrije markt de maatschappelijke uitdagingen onvoldoende oppakt. Vooral hoger opgeleiden in steden.
. Progressieve vleugel liberalen. Zijn zeker kapitalistisch en pleiten voor vrijheid van ondernemen en het individu, maar binnen individuele verantwoordelijkheid. Kleine overheid. Pleiten voor goede voorzieningen en koopkracht voor lage- en middengroepen, ook vanwege orde, rust, stabiliteit en strategisch wind uit de zeilen nemen van progressieve partijen. Verder veiligheid en bescherming rechtstaat.
. Progressief religieuze partijen. Stellen geloof centraal en zien van daaruit de noodzaak om goed voor mens en maatschappij te zorgen.
Combineren conservatieve en progressieve opvattingen.
Rechts-populistische partijen zijn vooral retorisch- en in verkiezingsmodus ouderwets links. Maar programmatisch vooral op identiteit en emotiepolitiek gericht. Ze heeft de ontevreden grote lage- en middengroepen nodig voor electorale winst en massa, minder vanuit, sociaal- maatschappelijke betrokkenheid. Gericht op dominantie via nationalistische machtspolitiek en anti elite en anti rechtstaat.