Partijen lijken er deze campagne nog niet echt in te slagen om hun inhoudelijke verschillen voor het voetlicht te brengen. “Het is zoeken naar de verschillen”, kopte NRC eerder deze maand. In de debatten benadrukken de belangrijkste middenpartijen tot nog toe vooral hun overeenkomsten: iedereen maakt zich zorgen over de woningbouw, het klimaat of bestaanszekerheid. Op deze manier, concludeert NRC, leiden pogingen om het in deze campagne over “de inhoud” te hebben en polarisatie te vermijden vooralsnog vooral tot een gebrek aan duidelijke en onderscheidende standpunten.
Is het met het oog op de kiezer verstandig om polarisatie uit de weg te gaan? Dat hangt er maar net vanaf wat we onder polarisatie verstaan. Politicologisch onderzoek laat zien dat we onderscheid moeten maken tussen enerzijds political incivility – een onbeleefde en harde stijl en toon van het politieke debat, en anderzijds inhoudelijke polarisatie – de mate waarin partijen onderscheidende posities innemen op bepaalde belangrijke politieke thema’s. Als het in het publieke debat over “polarisatie” gaat, is lang niet altijd duidelijk of hierbij de inhoudelijke verschillen tussen partijen, of onbeleefde omgangsvormen in het politieke debat worden bedoeld. En onderzoek laat nu juist zien dat deze twee aspecten verschillende en zelfs tegengestelde effecten kunnen hebben.
Negatieve effecten van onbeleefdheid en verruwing
Van politieke onbeleefdheid en verruwing (in het Engels wordt meestal gesproken van political incivility) is bekend dat het negatieve effecten heeft op onder meer het vertrouwen dat burgers hebben in de politiek. In experimenten is herhaaldelijk aangetoond dat het kijken van een politiek debat waarin onbeleefd en respectloos gesproken wordt, leidt tot minder vertrouwen in politici (zie bijvoorbeeld dit veelgeciteerde werk. En er zijn niet alleen negatieve gevolgen voor het vertrouwen in de politiek in het algemeen: ook de overtuigingskracht van politieke boodschappen kan lijden onder een ruwe of respectloze toon (zie dit recente onderzoek). Kiezers houden niet van harde en onvriendelijke debatten, en raken er ook niet door overtuigd – eerder het tegenovergestelde. Het enige mogelijk positieve effect is dat het de interesse in politiek zou kunnen versterken. Maar dan vooral omdat het de vermaaksfactor vergroot.
Maar hoe zit het met inhoudelijke polarisatie?
Heeft een inhoudelijke verscherping van het debat mogelijk andere gevolgen dan de hierboven beschreven verruwing? In een recent onderzoek heb ik samen met co-auteur Toine Fiselier met gegevens uit het Nederlands Kiezersonderzoek 2021 de effecten van (waargenomen) politieke onbeleefdheid en (waargenomen) inhoudelijke polarisatie naast elkaar gelegd. Ook uit onze analyse blijkt dat kiezers die de politieke campagne als onbeleefd en vijandig ervaren, minder vertrouwen hebben in de politiek en ook minder tevreden zijn met het functioneren van de democratie in Nederland. Echter, voor inhoudelijke polarisatie werkt dit anders: Hoe meer inhoudelijke verschillen mensen zien tussen partijen, hoe groter de tevredenheid met de democratie. Dit geldt voor partijverschillen zowel in termen van linksrechtsplaatsing als op het thema van inkomensgelijkheid (voor het thema integratie zien we geen effect). Het idee dat “er iets te kiezen valt” lijkt dus juist positief voor hoe kiezers kijken naar de politiek.
Ook recent experimenteel onderzoek onder Amerikaanse kiezers laat zien dat we vorm en inhoud niet met elkaar moeten verwarren. In het experiment kregen verschillende groepen deelnemers verschillende versies van een tekstje over een politiek issue te zien, waarbij zowel de mate van onbeleefdheid als de mate van inhoudelijke verschillen tussen Democratische en Republikeinse politici werden gevarieerd. Wederom blijkt alleen onbeleefdheid een negatief effect te hebben op het vertrouwen in politici. Het tonen van een groot inhoudelijk meningsverschil heeft in deze studie geen effect op politiek vertrouwen. Maar, zo laat de studie ook zien, grotere inhoudelijke verschillen kunnen wel leiden tot meer negatieve gevoelens over andere kiezersgroepen (of wat politicologen “affectieve polarisatie” noemen) – een minder gunstig bijeffect.
Mogelijk zijn deze bevindingen specifiek voor de sterk gepolariseerde Amerikaanse context, waar nóg meer inhoudelijke polarisatie al gauw als teveel kan gelden. In Nederland is een veelgehoorde klacht juist dat de politiek “één pot nat” is, en wordt een gebrek aan verschillen gezien als mogelijke oorzaak van politieke onvrede. Het lijkt aannemelijk dat er een optimum is in de mate van inhoudelijke polarisatie. Waar te grote (schijnbaar onoverkomelijke) inhoudelijke verschillen kiezers kunnen afschrikken, is te weinig inhoudelijk onderscheid ook niet bevorderlijk voor het vertrouwen in de politiek. Een recente studie vindt bewijs voor een dergelijk (niet-lineair) effect, waarbij zowel lage als (extreem) hoge niveaus van inhoudelijke polarisatie tussen partijen leiden tot minder steun voor de democratie onder kiezers. Democratische steun is het hoogst wanneer inhoudelijke verschillen groot zijn, maar niet té groot.
Conclusie: Inhoud en vorm
Inhoudelijke strijd hoeft geenszins gepaard te gaan met onbeleefdheid, geschreeuw of hard taalgebruik. Het beschikbare onderzoek laat zien dat het een goed idee is om dat laatste te vermijden. Echter, als partijen het midden opzoeken omdat ze denken dat kiezers niet van een gepolariseerd debat houden, schieten zij hun doel voorbij. Het duidelijk communiceren van inhoudelijke verschillen kan juist een positief effect hebben op hoe burgers kijken naar de politiek. En bovenal is het vanuit democratisch oogpunt noodzakelijk – alleen bij geboden keuze kunnen burgers ook daadwerkelijk kiezen. Aan politici dus de taak om inhoud en vorm gescheiden te houden. Wie hierin slaagt, bereikt waarschijnlijk het meest: meer overtuigingskracht, en meer tevredenheid met de democratie.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.