In de Verenigde Staten worden democratische normen steeds verder ondermijnd. Verkiezingen zijn minder onpartijdig dan voorheen. Gerrymandering, het trekken van electorale grenzen om de electorale rivalen te benadelen, is steeds harder doorgevoerd. In verschillende staten zijn electorale wetten aangenomen die het stemrecht inperken, waardoor specifieke groepen als zwarte kiezers verder worden uitgesloten.
Ook wordt getornd aan de normen van de Trias Politica en machtenscheiding, die worden overstegen door de tegenstelling tussen de twee partijen. Het meest zichtbaar werd dit in de benoemingsprocedure voor het Hooggerechtshof, toen de Republikeinse meerderheid in de Senaat weigerde de door de Democratische president Obama voorgestelde kandidaat te overwegen.
De Amerikaanse rechtsstaat kent al langer wezenlijke problemen met toegankelijkheid en gelijke behandeling. Deze week braken – bepaald niet voor het eerst – protesten uit tegen de behandeling van de zwarte bevolking van de V.S. door de politie. In reactie wordt de toch al gemilitariseerde politie ingezet tegen vreedzame demonstranten en journalisten. Tegen de eigen bevolking dus. Zo werd de omgeving van het Witte Huis met harde hand en zonder aankondiging schoongeveegd opdat de president daar kon poseren voor fotografen.
De laatste jaren gaat de ondermijning van democratische wel heel hard, vooral uit Republikeinse hoek. Het eigen gelijk wordt door politici boven de democratische spelregels geplaatst. Het onvolprezen boek van Daniel Ziblatt en Steven Levitsky – How democracies die – betoogt inklemmend hoe de geleidelijke erosie van democratische normen een cruciale rol speelt in de ontmanteling van de democratie. De Republikeinse partij en Republikeinse congresleden functioneren momenteel als enablers, doordat zij weigeren de democratische normen te handhaven.
Democratische cultuur?
Maar hoe zit het dan met de Amerikaanse kiezers? Waren Amerikanen niet bijzonder democratisch gezind? Dat was ruim een halve eeuw geleden volgens standaardmaten in enquete-onderzoek nog het geval. In een recentere World Values Survey neemt de V.S. al een aanzienlijk minder uitgesproken democratische positie in, zoals de Amerikaanse politicologen Christopher Achen en Larry Bartels tonen (zie figuur).
Toch lijkt zelfs deze abstracte steun voor de democratie een enorme overschatting.
Gepolariseerde kiezers straffen ondemocratisch beleid niet af
Deze week verscheen in de American Political Science Review een nieuw onderzoek van Matthew Graham en Milan Svolik (beiden Yale). Zij onderzochten in hoeverre Amerikaanse kiezers in het stemhokje politici afstraffen die anti-democratische praktijken steunen. Om dit te toetsen voerden zij een experiment uit onder Amerikaanse burgers, en deden ze onderzoek naar de discontinuïteit van een feitelijke gebeurtenis op stemgedrag (de verkiezing van de afgevaardigde van Montana in 2017, toen op de avond voor de verkiezing één van de twee kandidaten een journalist aanviel).
Hun conclusies zijn ontnuchterend. Kandidaten die ondemocratische posities innemen, zullen in een realistisch scenario kunnen rekenen op een verlies aan electorale steun van slechts 3.5%. Dat is bijzonder weinig, als je bedenkt dat de meeste verkiezingen van afgevaardigden in de V.S. een veel grotere marge kennen. En het is ook bijzonder weinig, als je verderop in de studie ziet dat kiezers kandidaten harder afstraffen om hun opvattingen over buitenechtelijke affaires of belastingontduiking.
De democratie speelt dus een ondergeschikte rol. Dat is niet omdat kiezers het belang van de democratie niet snappen. In abstracte zin zijn kiezers best bereid om politici met ondemocratische praktijken af te straffen. Maar in concrete situaties wegen partijkleur en beleidsposities toch sterker. Hoe sterker je identiteit samenhangt met je partij – en dat is in de V.S. sterk het geval – hoe lager de bereidheid om anti-democratische stellingnames af te straffen. Er is bovendien een dubbele standaard onder deze partisanen. Dat is in het zeer gepolariseerde klimaat van de V.S. niet verbazingwekkend, maar nog altijd bijzonder verontrustend.
Hoe hoger de polarisatie tussen de partijen is, hoe meer de democratie eronder lijdt.
Foto: Bron
Polarisatie en het creeeren van vijandbeelden, zijn traditionele fascistische manieren om de democratie en de rechtsstaat eerst te ondermijnen om uiteindelijk in te wisselen voor een autoritair regiem. Op basus van een gemanipuleerd draagvlak.
De Republikeinen in de US hebben bedacht dat in een beoogde neoliberale werelddominantie en de verdediging van het eigen gedachtengoed, een autoritair regiem, ondersteund door het grootkapitaal en een extremistische geloofscultuur, een potentieel succesvolle formule is voor succes. Hierbij hoort een sterke politieke- en maatschappelijke dominantie van de sterken t.o.v. de zwakkeren, omdat uitbuiting hun corebusiness is.
Polarisatie ontstaat dus niet door de omstandigheden, maar is een bewuste strategie om de Republikeinse, neoliberale en grootkapitalistische doelstellingen van macht en dominantie te behouden en uit te breiden.
Dit echter tegen de trend van de massa, zowel in de US en de wereld, die juist de rechtsstaat en democratie wil versterken. We zien dus een gevecht tegen de trend, die daardoor extremistische trekken krijgt. Dit zal ongetwijfeld zorgen voor een sterke, revolutionaire tegenbeweging vanuit de bevolking, in de gehele wereld. Hierbij zal ook China als manipulerende-en autoritaire macht worden veroordeeld, die vanuit een zgn. post communistische idiologie hetzelfde nastreeft: economische- en financiele dominantie over de wereld. Daar ontmoeten beide grootmachten elkaar, en zal in toenemend mate tot grote conflicten leiden.
De EU kan daarin het redelijke alternatief bieden, door een economie op cooperatieve basis, een sterke rechtsstaat, mensenrechten, solidariteit, democratie, duurzaamheid van alles. De grote vraag zal zijn of de goeden van de kwaden kunnen winnen.
Daartoe zal de EU haar machtspositie moeten vormgeven, ontwikkelen en inzetten.
Democratie
Het is duidelijk dat in de wereld het democratisch gehalte afneemt en polarisatie toeneemt. Het enige verband dat ik kan vermoeden tussen beide is dat de toenemende sociale ongelijkheid polarisatie bevordert.
Het verzet tegen die groeiende ongelijkheid uit zich zowel in politiek als in de straten van belangrijke steden. In die situatie zijn democratische processen al lang niet meer van toepassing.
De burgers zitten daar niet meer op te wachten dat is al veel te laat en die politiek en overheden zetten de democratie buiten spel om de chaos het hoofd te kunnen bieden.
Tot zover een mogelijke verklaring over verband tussen polarisatie en democratie maar de hoofdvraag moet zijn wat heeft dit proces van chaos in ontwikkeling laten gebeuren.
Misschien moeten we er breder naar kijken en bijvoorbeeld de (on)mogelijkheden van de economieën er bij gaan beschouwen. Het is mijn overtuiging dat groeiende onrust in de wereld zijn oorzaak vindt in het vastlopen van huidige economische systemen.
O ja er worden grenzen bereikt en zelfs al overschreden.