Er wordt vaak gesteld dat populisme een gevaar voor liberale democratie vormt. Zo betogen Nadia Urbinati en Jan-Werner Müller dat de anti-pluralistische kern van populisme haaks staat op de liberale democratie. Maar betekent dit ook dat populistische burgers de liberale democratie afwijzen? Dat is niet het geval, blijkt uit recent gepubliceerd onderzoek.
Populisme: één volk met één volkswil
Populisme kan worden gedefinieerd als een wereldbeeld dat stelt dat de politieke macht alleen bij het volk moet liggen. De soevereiniteit van het volk, zo luidt het argument, wordt belemmerd door de inspanningen van corrupte elites. Populisten geloven dus dat de belangen van “het volk” en “de elite” in wezen onverenigbaar zijn, en dat politiek een strijd om de macht is tussen het “eerlijke” gewone volk en de “huichelachtige” elites.
Het ‘volk’ wordt bovendien beschouwd als een homogene groep met gezamenlijke belangen (m.a.w. één “volkswil)”. Deze eenvormige opvatting van “het volk” vormt de kern van het argument van politieke filosofen zoals Urbinati en Müller die stellen dat populisme per definitie onverenigbaar is met pluralistische vormen van politiek denken. Immers, als het volk per definitie eensgezind is in zijn belangen, is er geen behoefte aan debat en het tegemoet komen aan uiteenlopende belangen.
Liberale democratie: niet één volk, maar verscheidenheid
Het waarborgen van diversiteit en pluralisme staat echter centraal in een liberale democratie. Pluralisme wordt in de liberale democratie enerzijds gegarandeerd door middel van open debat en eerlijke concurrentie door verschillende politieke actoren. Anderzijds benadrukt de liberale democratie het belang van de scheiding der machten en de rechtsstaat, die de uitvoerende macht ten opzichte van de wetgevende en rechterlijke macht beperken.
Vergelijkend onderzoek heeft inderdaad aangetoond dat populistische bewegingen geen goed voorteken zijn voor de liberale democratie. Populistische regeringen hebben de controle op de uitvoerende macht uitgehold, de vrijheid van de media aangevallen en de rechten van minderheden aangepakt. Het is echter onduidelijk of populisme en steun voor de liberale democratie ook onverenigbaar is onder burgers.
Van populistische partijen naar populistische burgers
Hoewel populisme aanvankelijk vooral op partijniveau werd bestudeerd, kan de mate van populistische overtuiging ook onder burgers worden gemeten. Uit onderzoek naar “populistische attitudes” is gebleken dat sommige burgers er een reeks populistische overtuigingen op nahouden.
Wat steun voor democratie betreft, is uit eerder onderzoek gebleken dat zeer populistische burgers het beginsel van de democratie evenzeer of zelfs meer steunden. Gezien de populistische nadruk op de soevereiniteit van het volk is dit misschien niet verrassend.
Populistische burgers: brede steun voor basis liberale democratie
Maar hoe zien zeer populistische burgers de liberale democratie? In recent gepubliceerd onderzoek hebben we onderzocht of de onverenigbaarheid tussen populisme en liberale democratie ook geldt voor burgers. Concreet onderzochten we voor een representatieve steekproef van Nederlandse burgers of hoge populistische overtuigingen samenhangen met de afwijzing van centrale beginselen van de liberale democratie, zoals politiek pluralisme en de scheiding der machten.
Wij vonden echter geen bewijs dat populistische burgers de liberale democratie afwijzen. Hoewel wij vonden dat populistische burgers negatief tegenover politieke partijen staan, vonden wij dat populistische burgers de meeste liberaal-democratische beginselen even zeer steunden als burgers met geen of weinig populistische overtuigingen. Bovendien blijkt uit onze analyses dat populistische burgers zelfs sommige liberaal-democratische beginselen vaker omarmen, zoals het idee dat iedereen altijd zijn mening moet kunnen geven, dat regeringen altijd vaste regels en procedures volgen en dat rechtbanken alle burgers gelijk moeten behandelen.
Hoewel onze studie gericht was op Nederland, komen onze gegevens overeen met de bevindingen van een aantal andere studies die onlangs zijn gepubliceerd. Alexander Wuttke en collega’s vinden dat populistische burgers in Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk de rechtsstaat over het algemeen niet vaker afwijzen dan niet-populistische burgers.
Wel minder steun voor principes liberale democratie bij nativistische burgers
Hoewel uit onze gegevens blijkt dat populistische burgers de meeste elementen van liberale democratie stuenen, hebben Andrej Kokkonen en Jonas Linde in recent onderzoek vastgesteld dat burgers met “nativistische” opvattingen eerder geneigd zijn belangrijke elementen van de liberale democratie te verwerpen. Zoals Cas Mudde uitlegde, verwijst nativisme naar het idee dat alle “niet-autochtone” elementen in de samenleving een bedreiging vormen voor de natiestaat. Rechts-radicale nativistische overtuigingen van burgers lijken dus een groter gevaar voor de democratie te vormen dan dan populistische overtuigingen.
Ontevredenheid over de politiek wél een aandachtspunt
Over het algemeen suggereert ons onderzoek dat populistische burgers de liberale democratie niet minder steunen dan niet-populistische burgers. De ontevredenheid van populistische burgers over het functioneren van onze huidige democratie kan echter wel onwenselijke gevolgen hebben. Een andere studie vindt dat populistische burgers bereid zijn te stemmen op een kandidaat met onliberale standpunten als die standpunten worden geassocieerd met ‘beter’ beleid.
Hoewel populistische burgers belangrijke liberaal-democratische beginselen niet minder steunen, kan hun ontevredenheid over de manier waarop de politiek werkt en over het beleid dat regeringen voeren, de weg vrijmaken voor antidemocratische bewegingen. De gevestigde politieke orde doet er daarom goed aan de ontevredenheid van de burgers serieus te nemen en tegelijkertijd de belangrijkste liberaal-democratische beginselen te vrijwaren.
Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in het Engels op de blog The Loop. Klik hier voor deze versie.
Afbeelding: Sfeerbeeld Europese verkiezingen, door Roos Trommelen.
Ronald Heijman zegt
Goed overzicht van de verschillende componenten en verbanden van populisme, rechts-radicalisme en ontevredenheid met de politiek.
We moeten de doelstellingen, beweegredenen en achtergronden van de betreffende burgers en politici en hun politieke partijen scheiden. Omdat die namelijk sterk verschillen.
Bij de “populistische” burgers staat ontevredenheid centraal door thema’s als instroom allochtonen, koopkracht, verlies van regionale cultuur, regionale achterstelling, gevoelsmatige en daadwerkelijke discriminatie door “de elite”, “de stedelingen”, “de kosmopolieten”, “de landelijke politici en hun regeringscentrum”, “de rijken”.
Bij de ” populistische” politici en hun politieke partijen staat de macht centraal en de benutting van het ” populistische potentieel voor eigen persoonlijke doelstellingen, zowel emotioneel, idiologisch, als materieel.
Je ziet dan ook dat populistiche partijen en regeringen (veel) verder gaan dan hun achterbannen, zeker op individieel niveau. Veelal komt daardoor de rechtsstaat en de democratie onder druk te staan, ook ten koste van de eigen achterban.
Populistische politici misbruiken vaak hun electorale achterban met extremer beleid dan de achterban voor ogen had. Inderdaad, “populistische” burgers zijn veelal niet tegen de democratie en de rechtsstaat. “Populistische” politici en -partijen vaak wel.
Er is een manier om populistiche politici en – partijen de wind uit de zeilen te nemen.
Door geen horizontale, op de eigen groep gerichte politiek te voeren, maar een verticale, op de gehele maatschappij gerichte politiek. Dus een VVD D66 bedienen niet alleen hun typische, horizontale achterbannen, maar zorgen tevens goed voor de sociaal lagere klasse, lager opgeleiden en eenvoudige beroepsgroepen, kwetsbaren, burgers buiten de randstad, huidige daadwerkelijke gediscrimineerdenen achtergestelden etc.
Niet alleen materieel door lonen, voorzieningen en eigendomsrechten in bedrijven, maar ook immaterieel, emotioneel, gemeenschapsgevoel communicatief en ruimte voor de eigen, en ondersteuning van, de eigen cultuur.
Ook een veel betere draagkrachtverdeling tussen arm en rijk.
Onder een gemeenschappelijke mens-, dier-, natuur- en klimaat gericht beleid. Waarin kapitaal, bedrijven organisaties en politiek dienstbaar zijn aan bovengenoemde gerichtheid.
Dat moet de nieuwe constructieve politiek worden waarin geen plaats meer is voor ” populistisch” eigen belang.