• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Problemen met Politieke Participatie

door Thijmen Jeroense, Niels Spierings 22/02/2022 1 Reactie

Er is een dalende opkomst bij nationale verkiezingen in vrijwel heel Europa. Tegelijkertijd neemt participatie in bijvoorbeeld petities tekenen toe. Wat betekent dit nu? Dat zien we beter door te kijken welke activiteiten mensen combineren. En dat stemt somber. 

Trends

Regelmatig wordt er een crisis van de electorale democratie afgeroepen. Burgers hebben geen vertrouwen meer en ‘de kloof’ groeit. Vaak wordt er dan ook de dalende opkomst bij nationale verkiezingen bijgehaald, die we in Nederland en een gedeelte van West Europa duidelijk zien.[1] [2]

Figuur 1. Opkomst bij parlementaire verkiezingen in Europa, 1945-2020

Noot: Voor Nederland hebben we voor twee periodes een lineaire trend geschat. In de periode tot en met 1971 gold er namelijk een stemplicht in Nederland. Als we al de verkiezingen als een periode zien dan leidt dit tot een vertekende trend.

Maar is een lagere opkomt reden tot democratische paniek? Het kan ook zo zijn dat mensen juist op andere manieren politiek meedoen. Zo beargumenteren sommige wetenschappers dat de dalende stembusgang gecompenseerd wordt; we zouden een langzame verandering zien in de invulling en vormgeving van politieke participatie. Nog altijd laten vele en verschillende mensen dan hun geluid horen. Echter, zien we dat ook terug in de cijfers?

Figuur 2. Trends in politieke participatie, 2002-2018

De figuur hierboven toont grillige trends in alternatieve vormen van politieke participatie .[3] In Nederland, Spanje, Duitsland en Denemarken, zien we toenemende participatie. Maar in Zweden, België, het Verenigd Koninkrijk, en Frankrijk is er sprake van zowel afname als toename.

Voor sommige landen lijkt er dus sprake van compensatie, maar het kan ook dat de mensen die nog altijd stemmen ook meer andere dingen doen, zoals gesuggereerd door wetenschappers die spreken over een ‘participatie-elite’. Om de transformatie van politieke participatie te begrijpen gaat het er om of mensen die afhaken bij parlementaire verkiezingen juist aanhaken bij andere vormen van politiek, en welke dan. Kortom, we moeten profiel maken waarin we kunnen zien hoe mensen vormen van politieke participatie combineren: politieke-participatie-profielen.

Profielen

Waarschijnlijk weinig verrassend is dat nu juist wat we gedaan hebben voor West Europa en vooral Nederland. De resultaten zijn recent gepubliceerd zijn in West European Politics en vatten we hier samen.[4]

Voor de details verwijzen we graag naar het artikel, maar kort gezegd, hebben we gekeken welke activiteiten vaak door dezelfde personen worden gedaan en welke niet. We namen 12 verschillende activiteiten en via een latenteklasse-analyse zien welke combinaties vaak samen gemaakt worden, los van onze theoretische verwachtingen. De uitkomst was een vijftal politiek participatie profielen, die in de figuur hieronder zijn gevisualiseerd. Elke lijn symboliseert een profiel. Een hoger bolletje (of blokje of driehoekje) geeft aan dat mensen in dat profiel een hogere kans hebben die activiteit te ondernemen. Op basis van de literatuur hebben we deze profielen vervolgens een naam gegeven en geduid.

Figuur 3. Politieke participatie profielen

Allereerst laten de profielen zien dat het merendeel van de burgers bijna altijd gaat stemmen bij een nationale/lokale verkiezing en bij een nationaal referendum, maar verder niet echt actief is. Die noemen we: faithful voters en zijn goed voor ruim meer dan de helft van onze steekproef. Vervolgens is er een grote groep mensen die politiek inactief is en enkel af en toe stemt bij nationale verkiezingen. Deze inactive citizens zijn in onze data goed voor 1 op de 5 burgers. Grofweg 80% van onze steekproef behoort tot een van deze twee profielen; de twee groepen die hooguit stemmen en verder niks.

De resterende 20% behoort tot een actief participatieprofiel. Twee van deze profielen combineren vrijwel elke vorm van politieke participatie: de active insiders en de expressive voters. De eerste is echter meer geneigd om zich actief te mengen in partijpolitiek dan de tweede. Ten slotte vonden we een kleine groep burgers (ongeveer 3%) die minder geneigd is om binnen de electorale politieke actief te zijn en vooral een hogere kans heeft om zich te mengen in alternatieve vormen van politieke participatie: de expressive outsiders. Het zou juist dit profiel moeten zien dat een transformatie van de politieke vormgeeft en compenseert voor dalende stembusgang. Gezien de geringe omvang van dit profiel, lijkt dit onwaarschijnlijk.[5]

Kloven in politieke participatie

Niet stemmende Nederlanders worden niet en masse expressive outsiders, maar misschien biedt dat profiel wel een ingang voor laagopgeleide of jongere burgers. Zoals de figuur 4 laat zien doet leeftijd en opleiding ertoe.[6] Burgers met een hogere opleiding zijn oververtegenwoordigd in de geëngageerde profielen ( active insiders en expressive voters. Sterker, voor zowel de expressive outsiders als de faithful voters doet opleiding er niet toe. En bij de inactive citizens zien we juist het tegenovergestelde, een hogere opleiding leidt juist tot minder kans om hier bij te horen. Nieuwe politieke vormen worden dus voornamelijk gebruikt door hogeropgeleiden die al zeer politiek actief zijn!

Ook leeftijd speelt een grote rol. Jongere mensen hebben meer kans om inactief te zijn of om te behoren tot de expressive outsiders. Ze staan vaker buiten het systeem, ofwel niks te doen of alternatieve politiek te bedrijven. Ouderen, daarentegen, hebben juist meer kans om bij de faithful voters te horen. Deze groep bestaat voornamelijk uit trouwe burgers die bij verkiezingen op komen draven.

Deze leeftijdskloof heeft wezenlijke betekenis voor de verandering van politieke participatie. Gaan we ervan uit dat het leeftijds-effect een generatie-effect is, dan betekent het afhaken van jongere generaties, dat er in de toekomst er minder gestemd wordt in verkiezingen. Bovendien wordt dit dan slechts mondjesmaat vervangen door participatie in andere vormen van politiek daalt. Trouwe stembusgangers die verder niet zo veel met politiek hebben worden vervangen door generatie die ook niet zo veel met politiek hebben en ook niet vinden dat ‘stemmen hoort’.

Figuur 4. Effect van leeftijd en opleiding op het behoren tot een profiel.

Wat nu?

De verkiezingsopkomst toont een dalende trend, in en buiten Nederland. Ondanks optimistische wetenschappelijke voorspellingen lijkt er geen sprake is van grote compensatie, ook al is er een kleine groep expressive outsiders die de partij- en stembuspolitiek schuwt, maar wel haar geluid laat horen. Door de (waarschijnlijk intergenerationele) verschuiving van trouwe stemmers naar inactieven, zullen de wensen en belangen van  lager opgeleiden en jongere generaties minder gehoord en behartigd worden. Dit terwijl de participatieelite die al volop participeert nieuwe kansen grijpt aan om invloed uit te oefenen. De sleutel tot het verhogen  van participatie ligt in het bewust focussen op gemarginaliseerde groepen. Er moet gekeken hoe zij bij het politieke proces betrokken kunnen worden, en tal van standaard nieuwe vormen van participatie bieden daarvoor vooralsnog geen oplossing.


[1] Voor de periode na het afschaffen van de stemplicht in Nederland zien we een significante negatieve trend.

[2] In België geldt een stemplicht

[3] Dit zijn geschatte percentages op basis van ESS data. De anweight weging is gebruikt bij het schatten van deze percentages. Dit betekent dat er enige ruis in de schatting is. Bovendien, sinds we niet hebben gecontroleerd voor demografische kenmerken kan het zijn dat de periode trend een overschatting is.

[4] Thijmen Jeroense & Niels Spierings (2022) Political participation profiles, West European Politics, DOI: 10.1080/01402382.2021.2017612.

[5] De data zijn cross-sectioneel dus we kunnen niet met zekerheid over trends spreken. Zo kan de grootte van de ‘expressive outsiders’ in de loop van de tijd groter geworden zijn.

[6] Voor elk participatieprofiel hebben we gekeken wat de relatie is met opleiding en leeftijd. De resultaten zijn weergegeven in een figuur. De punt geeft de schatting van de grote van de relatie aan, de lijn geeft de onzekerheidsmarge aan. Wanneer een bolletje paars is, is de relatie significant. Bij opleiding hebben we vmbo als referentie categorie. Dit betekent dat de bolletjes bij de overige onderwijscategorieën het verschil in kans betekent ten opzichte van vmbo, iemand met een WO diploma heeft bijvoorbeeld minder kans om te horen bij het profiel inactive citizens dan iemand met een VMBO diploma. Dit hebben we gedaan voor elk profiel (zie artikel voor verdere details).

Categorie: Civil society, Democratie, Kiezers en publieke opinie Tags: activisme, burgerschap, demonstreren, opkomst, Participatie

Over de auteurs

Thijmen Jeroense
Thijmen Jeroense is promovendus aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij doet onderzoek naar politieke participatie, opinie polarisatie en segregatie.
  • Sociale media links 
Niels Spierings
Hoogleraar Sociologie aan de Radboud Universiteit. Doet onderzoek naar publieke opinie, populisme, islam, verkiezingen, sociale media en meer.
Website: http://www.ru.nl/sociologie/vm/faculty-members/niels-spierings/
  • Sociale media links 

Lees Interacties

Reacties

  1. Ronald Heijman zegt

    23/02/2022 om 11:52

    Alleen in F, P en CH zie ik in het onderzoek een probleem met de opkomst bij nationale verkiezingen. In CH zijn het de continue referenda die belangrijker worden gevonden.
    Maar bij Europese- 50%, provinciale- 56%, gemeenteraads- 54% en waterschapsverkiezingen met 50,5% zijn de opkomsten mager in NL.
    De vraag in NL is dus: waaraan ligt dat.
    Ik denk dat de centrale problemen communicatie en informatie zijn:
    1. de politiek is vooral met zichzelf bezig en slechts rond verkiezingstijd met de kiezer
    2. partijen en betreffende politieke organen weten zich slecht te positioneren en slecht de juiste boodschap van hun meerwaarde te formuleren bij de juiste doelgroep: het ontbreekt aan een goede communicatie- en informatiestructuur, te instrumenteel
    3. politieke leiders zijn vaak slechte communicatoren en hebben weinig charisma,
    4. de toon of voice van het debat is vaak agressief, schreeuwers hebben de overhand, die men niet weet te pareren
    5. er wordt veel beweerd, maar weinig onderbouwd, weinig belang voor de maatschappij/mensen aangetoond
    6. de teksten zijn te lang en te complex, niet doelgroepgericht
    7. beleid wordt vaak gefocust op doelstellingen en niet op concrete maatregelen
    8. veel beleid en afspraken stranden in de uitvoering
    9. men legt onvoldoende uit dat wij een getrapte democratie hebben en de voordelen daarvan
    10. men communiceert nauwelijks de vele- en welke besluiten men heeft genomen, en wat daarvan de voordelen zijn voor mensen
    11. maar juist daarin weet men de kiezers niet te motiveren, te bewegen om het compromis te waarderen
    12. kiezers worden niet opgeleid en ontwikkeld in democratie en politiek; kranten worden steeds minder gelezen, goede kranten zijn schaars
    13. hoger en lager gelegen politieke organen worden vanuit eigen belang ondermijnd bij het kiezerspubliek
    14. het politieke niveau en de invloed op andere sterke actoren zoals het bedrijfsleven, corporaties, instellingen, ambtenarij, banken etc. is over het algemeen zeer laag en het vertrouwen in politiek en politici is laag door gedrag en houding, terwijl dat de basis is van alles.
    Etc.

    Login om te reageren

Geef een reactie Reactie annuleren

Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.

Primaire Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Mierenhoop (26 april 2013): Bush jr, hygiëne, Colbert en het stemgedrag van kamerleden

Foto: Vysotsky (Wikimedia)

Peilingen Oekraïne-referendum lastig vergelijkbaar, maar gunstigst voor tegen-kamp

Foto: Pavel Kazachkov

We stevenen af op confrontatie met China en Rusland. Wat gaan Nederlandse bedrijven daarvan merken?

Podcast

Aflevering 133 – Wilders blaast het kabinet op, met Henk van der Kolk en Simon Otjes

Geert Wilders heeft zijn steun aan het kabinet ingetrokken. En zoals het een extraparlementair … [Lees verder...]

Episode 132 – The 2025 German elections, with Tarik Abou-Chadi

We are joined by Tarik Abou-Chadi (Oxford) to discuss the dystopian reality of the 2025 German … [Lees verder...]

Aflevering 131 – Het regionale kiesstelsel van Pieter Omtzigt, met Henk van der Kolk en Simon Otjes

De Stuk Rood Vlees podcast is terug, en wel met een gortdroge aflevering over kiesstelsels! In het … [Lees verder...]

Populisme

Wie is er bang van ‘het volk’? Politiek elitisme in vier Europese landen

Het succes van populisme leidde de afgelopen jaren tot een omvangrijke literatuur rond de vraag wie … [Lees verder...]

Aflevering 127 – Waardenloze politiek (en een stukje formatie), met Tom van der Meer

Tom van der Meer (UvA) schuift aan om te vertellen over zijn nieuwste boek 'Waardenloze politiek: … [Lees verder...]

Plaatjes van de electoraatjes 2023: de PVV

Op 22 november zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. In deze serie gaan wij aan de hand van een … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2025 StukRoodVlees

Copyright © 2025 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in