Gisteren overleed Els Borst, minister van Volksgezondheid in de paarse kabinetten van 1994-2002 en lijsttrekker van D66 tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 1998. Borst voerde een groot aantal hervormingen door in de gezondheidzorg op medisch-ethisch vlak en liet zien wat er op dat gebied mogelijk was nu, voor het eerst sinds 1918, geen christendemocraten zitting namen in de regering.
In haar latere jaren als minister werd zij, met name door Pim Fortuyn, genadeloos aangevallen voor de lange wachtlijsten in de zorg. Fortuyn noemde haar in een column in Trouw (29 januari 2002) zelfs “een vrouw die – statistisch gezien – politiek verantwoordelijk is voor menig dode op die idiote wachtlijsten in ons land, maar daar elke verantwoordelijkheid voor afwijst.”
Maar hoe keek het publiek tegen Els Borst aan? In het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) van 1998 zijn wat vragen opgenomen over sympathie voor een aantal politieke kopstukken uit die tijd, waaronder Els Borst. We zien in tabel 1 uitschieters naar boven (Wim Kok en in mindere mate Paul Rosenmöller) en naar beneden (Hans Janmaat), maar Borst bevindt zich ergens in de middenmoot. (Overigens hebben een hoop respondenten geen score gegeven aan Marijnissen, Schutte en De Graaf, hoogstwaarschijnlijk omdat deze politici destijds het minst bekend waren van het stel.)
In de tweede golf van het NKO, gehouden na de verkiezingen, is aan de respondenten gevraagd in hoeverre ze de belangrijkste lijsttrekkers vertrouwen als minister-president. Ook hier is Wim Kok met afstand het populairst (zie tabel 2). Bolkestein en Borst genieten even veel vertrouwen, terwijl het publiek De Hoop Scheffer van deze vier politiek leiders het minst vertrouwt als premier.
Uiteindelijk viel D66 onder leiding van Borst terug van 24 naar 14 zetels, maar het blijft lastig om in te schatten in hoeverre haar leiderschap aan dit verlies heeft bijgedragen. Ze stond voor de onmogelijke taak om Hans van Mierlo op te volgen, maar we moeten de populariteit van Van Mierlo ook weer niet overschatten, althans onder het algemene publiek. In het NKO van 1994 had Van Mierlo een sympathiescore van 60,1, maar zowel Kok (63,7) als Lubbers (66,8) scoorden in dat jaar bijvoorbeeld hoger. Het lijkt er eerder op dat D66 in 1998 ten onder is gegaan aan het succes van de eigen coalitiepartners…
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.