Het is het ultieme bewijs dat het weer de goede kant op gaat met onze economie: het aantal werklozen daalt. Er kwamen voor het eerst in tijden banen bij, vooral in de industrie. Gaan de regeringspartijen profiteren van deze opleving? Dat ligt er nog maar aan, want het lijkt erop dat kiezers heel uiteenlopende beelden van de werkelijkheid kunnen hebben. Vooral SP’ers en PVV’ers hebben een neiging tot zwartkijken, zo blijkt uit cijfers van het Nationaal Kiezersonderzoek. Kiezers van GroenLinks en SGP zien het daarentegen een stuk rooskleuriger in. Dat zegt meer dan het lijkt: we hebben allemaal onze eigen werkelijkheid.
Eigen portemonnee versus totale economie
Eén ding is zeker: politieke partijen zullen de werkloosheidsstatistieken met interesse volgen. Ze weten dat veranderingen in de werkloosheid van invloed kunnen zijn op hun electorale succes. Dat gebeurt, volgens gangbare theorieën, op twee manieren. Volgens het egotropische argument houden kiezers bij het bepalen van hun partijvoorkeur altijd een schuin oog op hun salarisstrook en portemonnee. Zien ze daar een verslechtering, dan rekenen ze er de zittende regering op af. Bij een verbetering van hun persoonlijke situatie worden regerende partijen juist beloond.
Volgens de sociotropische benadering kijken kiezers naar de situatie van de totale economie. Zelfs als ze zelf niet worden getroffen door economische tegenslag zoals werkloosheid, dan merken ze het alsnog (via kennissen, collega’s of de media) als de nationale economie slecht functioneert. Aangezien het ‘managen’ van de economie tot de kernactiviteiten van de regering behoort, rekenen kiezers de regering af op dit totaalplaatje. Het verschil met het egotropische model: als de werkloosheid oploopt, krijgt de regering straf van alle kiezers, niet alleen van de kersverse werklozen.
Maar… hoe hoog is de werkloosheid?
Echter, een recent artikel (paywall) van Ansolabehere, Meredith & Snowberg in Economics & Politics laat zien dat het iets minder simpel werkt. Immers: kiezers moeten wel weten hoe de economische situatie is. En niet iedereen is een expert op dit gebied. Het beeld dat kiezers hebben van de economische situatie – de auteurs vroegen naar het werkloosheidcijfer – wisselt sterk, en hangt vooral af van de economische situatie van mensen zoals zij. Nu kun je zeggen: niemand weet het werkloosheidcijfer precies, en dat is ook niet belangrijk om een beeld te krijgen van de economische situatie. Echter, de kiezers uit de studie van Ansolabehere et al. lieten er wel degelijk hun stem door bepalen. Ons beeld van de werkelijkheid doet er toe.
Hoe zit dit in Nederland? In het Nederlands Kiezersonderzoek (NKO) van 2012 werd kiezers gevraagd een inschatting te maken van het percentage werklozen ten tijde van de verkiezingen in september. Om u ongemakkelijke situaties te besparen geef ik direct het goede antwoord: 6,1%. Dat had u ongeveer goed, toch? Dan nu de antwoorden van de respondenten uit het NKO, per partij.
Gemiddelde inschatting van het werkloosheidspercentage, per partij, met 95%-betrouwbaarheidsinterval. Bron: Nederlands Kiezersonderzoek 2012.
Veel verschillen tussen partijen
Dat niet iedereen het percentage werklozen kent is niet zo interessant. Dat kiezers van verschillende partijen systematisch een heel andere inschatting maken is dat wél. De grafiek laat zien dat deze verschillen substantieel zijn. Wat vooral opvalt is dat de kiezers van de PVV en de SP een heel hoge inschatting hebben van de werkloosheid: tot maar liefst 5% hoger dan de meeste andere partijen. GroenLinks’ers en SGP’ers hebben daarentegen een relatief positief beeld van de werkloosheid. Andere partijen zitten er tussenin.
Wat zegt dit onderzoekje ons? Je zou het kunnen opvatten als een teken dat kiezers goed naar hun favoriete partij luisteren. De PVV en de SP hebben tijdens de campagne veel aandacht besteed aan mensen die (in hun woorden) ‘slachtoffer waren van het kabinetsbeleid’ (voor gedoger PVV een reden om de stekker uit het kabinet te trekken). Blootstelling aan die verhalen kan van hun kiezers relatieve zwartkijkers hebben gemaakt.
Het kan ook zijn dat we dezelfde conclusie moeten trekken als Ansolabehere et al.: we kleuren ons beeld van de wereld in aan de hand van de ervaringen van mensen die dicht bij ons staan. Niet alleen komt er in de achterban van de SP en de PVV meer werkloosheid voor; ook is het zo dat kiezers van deze partijen vaker in provincies en stadswijken wonen waar de werkloosheid sowieso hoger is. Het omgekeerde geldt voor de omgeving van de kiezers van GroenLinks en SGP, die vaak te vinden zijn in de relatief welvarende universiteitssteden en Bible Belt.
De nieuwe werkloosheidcijfers zullen dus niet op alle Nederlanders een even grote indruk maken. Nu gaat het te ver gaan om kiezers in navolging van Paul Schnabel als ‘realiteitsresistent’ te bestempelen. Wel is het zo dat ons beeld van die realiteit sterk afhangt van onze directe omgeving. Desalniettemin: toch goed nieuws, die nieuwe cijfers.
Anouk Kootstra zegt
Eelco, goed stuk! Ik moest gelijk aan dit onderzoek van Ipsos Mori denken: http://www.ipsos-mori.com/researchpublications/researcharchive/3188/Perceptions-are-not-reality.aspx.
‘Foreign aid: 26% of people think foreign aid is one of the top 2-3 items government spends most money on, when it actually made up 1.1% of expenditure (£7.9bn) in the 2011/12 financial year. More people select this as a top item of expenditure than pensions (which cost nearly ten times as much, £74bn) and education in the UK (£51.5bn)’
Eelco Harteveld zegt
@Anouk: interessant, daar is het misverstand nog behoorlijk wat groter dan de paar procenten in mijn grafiek hierboven 😉 Ik zou het wel eens uitgesplitst willen zien naar partij!
Marco de Baar zegt
Eelco, je schrijft:”GroenLinks’ers en SGP’ers hebben daarentegen een relatief positief beeld van de werkloosheid.” Hmmm…
Zelfs deze groepen kiezers overschatten de door jou genoemde 6,1 procent. Je kunt denk ik ook geen exacte score verwachten o.m. doordat de definitie werkeloze niet voor iedereen duidelijk is.
Persoonlijk denk ik dat je een ander grafiekje moet laten zien. Toon Sqrt {(data-6,1)^2/data^2}. Je kunt deze norm beschouwen als een maat van misconceptie.
Wel heel inzichtelijk, dit.
Dynamisch is het denk ik ook boeiend. Er leeft een misconceptie, en die wordt dan weer onder de peers vie social media bediscusieerd, en gaat rondzingen.
Eelco Harteveld zegt
@Marco: je hebt gelijk, kiezers van alle partijen zaten boven de daadwerkelijke waarde, en daarmee is het positivisme van GroenLinks’ers dus relatief ten opzichte van andere partijen, niet ten opzichte van de werkelijkheid. Maar de absolute score is, zoals je ook zegt, minder interessant dan de verschillen tussen partijen. Je idee van een ‘maat van misconceptie’ is leuk, daar zal ik eens naar kijken!