Op 20 november steunde het Europees Parlement het wetsvoorstel van de Europese Commissie dat voor 2020 tenminste 40 procent van de topposities van de beursgenoteerde bedrijven uit vrouwen zal moeten bestaan. En dat is nodig. In de top van het Nederlandse bedrijfsleven, zoals raden van besturen, zijn vrouwen sterk in de minderheid (10 procent). Alhoewel de percentages iets hoger liggen in de top van de non-profit sector en de rijksoverheid, is ook daar gendergelijkheid nog ver weg (respectievelijk 30 en 25 procent).
Volgens de Emancipatie Monitor is een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking van mening dat het aandeel vrouwen aan de top moet toenemen en dat mannen en vrouwen niet over dezelfde kansen beschikken. Tegelijkertijd vinden regels om vrouwen voorrang geven, in bijvoorbeeld selectieprocedures, geen steun. De angst om excuustruzen – vrouwen die benoemd worden zodat de werk gevende organisatie niet van seksisme kan worden beticht – te kweken is groot. Enerzijds verwachten sceptici dat zulke vrouwen niet serieus genomen zullen worden en dus ook niet de gewenste invloed kunnen uitoefenen op besluitvorming. Anderzijds luidt de verwachting dat de kwaliteit een bedrijf zal dalen door het plaatsen van ‘incompetente’ vrouwen op belangrijke posities.
Nieuwe wetgeving
Deze bezwaren ten spijt, is op 1 januari 2013 een Nederlandse wet in werking getreden die bepaalt dat ten minste 30 procent van de topfuncties van grote bedrijven moeten worden vervuld door vrouwen. Bedrijven die daar niet in slagen moeten verantwoording afleggen in het jaarverslag, maar sancties zijn er niet. Het wetsvoorstel van de Europese Commissie gaat een stuk verder en is specifieker:
- Bij selectieprocedures wordt bij gelijke kwalificaties voorrang gegeven aan vrouwen. Deze voorrangsregeling blijft van kracht totdat een bestuur van een bedrijf het 40 procent quotum heeft behaald. Vrouwen zullen dus geen topfunctie krijgen vanwege hun gender, maar ze zullen er ook niet op worden afgewezen.
- Europese lidstaten bepalen zelf welke passende maatregelen en sancties worden getroffen voor bedrijven die niet aan de criteria voldoen.
Volgens eurocommissaris Viviane Redding, de drijvende kracht achter het voorstel, is het doel de frequentie waarmee vrouwen worden opgenomen in selectieprocedures fors te verhogen. Van een gebrek aan competente vrouwen is volgens Redding geen sprake: 60 procent van de universitaire diploma’s worden behaald door vrouwen. Bovendien zijn door verschillende business schools in Europa lijsten opgesteld met namen van gekwalificeerde vrouwen. Het gegeven dat deze lijsten lang zijn, geeft aan dat dit potentieel voor lange tijd niet werd benut.
‘Powerneelies’
Het voorgestelde quotum kan dus zowel werkgevers als vrouwen het nodige zetje geven. Nederland heeft grosso modo meer sympathie voor ‘powerneelies’, vrouwen zoals Neelie Kroes die op eigen kracht de weg naar de top hebben gevonden. Kroes zelf is inmiddels uitgegroeid tot één van de invloedrijkste voorvechters van de vrouwenzaak. En juist zij is nu voorstander van maatregelen van buitenaf omdat verandering anders nog wel honderden jaren zou kunnen duren.
Ondanks de nadruk op kwalificaties in het Europese wetsvoorstel zullen Nederlandse vrouwen dubbel moet bewijzen dat zij geen excuustruus zijn. Onderzoek naar effecten van quota in de politiek toont aan dat het instellen van een quotum nodige discussies op gang brengt in de samenleving over gendergelijkheid (zie het omvangrijke werk van Drude Dahlerup hierover). Ook in Nederland staat het debat over gendergelijkheid sinds het Europese wetsvoorstel weer op scherp.
Daarnaast toont onderzoek aan dat quota moeten samengaan met andere maatregelen. In de politiek kan dat een zogenaamd ‘ritssysteem’ zijn, waarbij mannen en vrouwen om en om op de lijst komen. In het bedrijfsleven is het juist van belang maatregelen te treffen op bestuursniveau, zoals in het Europese voorstel; vrouwelijke secretaresses zijn er immers al genoeg. Tenslotte is training en coaching essentieel om de lijst van potentiële vrouwen die direct inzetbaar zijn zo lang mogelijk te houden of nog langer te maken dan die nu is én te zorgen dat vrouwen die worden benoemd niet vroegtijdig uitvallen. Want powerneelies zijn er, maar nu moeten ze nog dezelfde kansen krijgen als mannen. Een quotum is hiervoor onontbeerlijk.
Aanvullende literatuur:
Celis, Karen & Silvia Erzeel (2013) eds. Themanummer: ‘Quo vadis quota? M/V van politiek tot bedrijf’ Res Publica. Politiek-wetenschappelijk tijdschrift van de Lage Landen 55(3).
Mügge, Liza M. (2013) ed. : ‘Pregnant Politicians and Sexy Fathers? The Politics of Gender Equality Representations in Europe” Women’s Studies International Forum, 41(part 3). Gratis link naar de inleiding tot 31 januari 2014.
Linda Duits zegt
Goed stuk Liza!
Is er eigenlijk ook onderzoek naar de gedeelde kenmerken van powerneelies die het op eigen kracht hebben gedaan? Wat maakt dat zij het wel ‘redden’ en andere vrouwen niet?
Liza Mugge zegt
Goede vraag, Linda! Vaak wordt gesuggereerd dat dat powerneelies zich conformeren aan een masculine werkethos en daardoor doorstoten naar de top.
Jan janssens zegt
Er zitten minder vrouwen op verantwoordelijke posten, omdat verantwoordelijke vrouwen minstens 20 jaar van hun leven met de opvoeding van hun kinderen bezig zijn.
Wat overblijft is niet het neusje van de zalm.
Echte verantwoordelijkheid en parttime gaan niet samen.