Vaak wordt beweerd dat radicaal-rechtse populistische partijen hun electorale succes voor een groot deel te danken hebben aan hun charisma. Denk bijvoorbeeld aan de FPÖ van Haider in Oostenrijk, de Front National van Le Pen in Frankrijk, en natuurlijk aan Fortuyn en Wilders in ons eigen land. Veel onderzoek toont echter aan dat dit niet het geval is.
Ten eerste is het van belang om heel goed te definiëren wat charisma precies is. Vaak wordt de term pas aan een politiek leider gekoppeld nadat hij of zij politiek succesvol is geweest. Zo werd oud-VVD-leider Bolkestein in eerste instantie gezien als een weinig charismatisch politicus. Pas toen hij electoraal succesvol werd begon men hem als charismatisch te omschrijven. Politicologen meten charisma daarom meestal door te kijken naar hoe sympathiek kiezers politici vinden.
De politicologen Wouter van der Brug en Anthony Mughan hebben laten zien dat voor mensen die geneigd zijn op radicaal-rechtse populistische partijen te stemmen het effect van ‘leider-sympathie’ niet groter is dan voor mensen die op andere partijen stemmen. Mede-StukRoodVlees-blogger Gijs Schumacher en ik komen in een ander onderzoek tot een soortgelijke conclusie.
In de tabel hieronder zie je de gemiddelde sympathiescores van een aantal politieke leiders, gemeten onder de kiezers van alleen de partij waarvan de betreffende politicus de leider is. Bij Balkenende gaat het dus om hoe sympathiek CDA-kiezers hem gemiddeld vinden. De gegevens zijn afkomstig van het Nederlands Kiezersonderzoek uit 2010. De scores lopen van 0 (heel onsympathiek) tot 10 (heel sympathiek). De standaardafwijking geeft aan of er sprake is van een grote of kleine mate van spreiding. Hoe groter de standaardafwijking hoe groter de spreiding.
Meteen valt op dat de sympathiescores voor Balkenende, Cohen en Pechtold vrij dicht bij elkaar liggen. Ook de standaarddeviaties ontlopen elkaar niet veel. Rutte scoort wat lager. Halsema is verreweg het populairst onder haar eigen kiezers. Dit is opmerkelijk aangezien zij weliswaar veel populariteit genoot onder de meer liberale GroenLinksers, maar minder geliefd was bij de oud-linkse stroming binnen de partij. Ook Roemer scoort vrij laag. Dit kan makkelijk verklaard worden: hij was ten tijde van de verkiezingen nog nauwelijks bekend. Geert Wilders is duidelijk de minst populaire leider onder zijn eigen kiezers. Ook zijn zijn kiezers sterk verdeeld wat betreft de sympathiescore. De standaarddeviatie geeft aan dat er veel meer spreiding is dan bij de andere leiders.
Dit wijst erop dat het niet zozeer het charisma van politici is dat mensen beweegt op radicaal-rechtse populisten te stemmen. Waarschijnlijk is het, in tegenstelling tot wat velen denken, ook voor deze kiezers vooral de inhoud die telt.
Roland Bouman zegt
Interessant!
Wat ik nu graag zou weten is hoe de sympathiescore precies is samengesteld. Is dit 1 item (“Hoe sympathiek vindt u uw partijleider”) of bestaat dit misschien uit een aantal componenten?
Verder valt me op dat hier een aantal dingen op een hoop worden gegooid: zo wordt hier uitgegegaan van het idee dat charisma automatisch resulteert in sympathie. Ik vraag me af waar dat precies op gebaseerd is.
Ook wordt er nog gesuggereerd dat omdat Wilders’ kiezers Wilders niet sympathiek vinden, het kiezers dan dus wel om de inhoud zou gaan. Dit is een interessante hypothese, maar dat zou dan eigenlijk in een ander onderzoek eens uitgezocht moeten worden.
Gijs Schumacher zegt
Hoi Roland, Matthijs is op vakantie, dus ik zal even reageren. Het sympathie item is 1 item per partij leider. Dus elke respondent wordt gevraagd: hoe sympathiek vindt u Wilders; hoe sympathiek vindt u Halsema, etc. Matthijs heef hier de stemkeuze van de respondent uit de survey gekoppeld aan de partijleider. Je kan dus ook bekijken hoe sterk respondenten hun partij leider meer of minder mogen dan andere leiders, maar dit levert eenzelfde beeld op (als ik het me goed herinner).
Het stuk van Mughan en van der Brug waarnaar verwezen wordt bespreekt wat een ingewikkeld concept charisma eigenlijk is. Er zijn allerlei andere (meet) issues met charisma, en uiteindelijk kiezen Mughan en van der Brug ervoor om sympathie te gebruiken. Misschien moeten we hier in de toekomst een post aan wijden. Ik begrijp dat het verwart.
Over het laatste kan ik wel duidelijk zijn, er zijn verschillende onderzoeken die laten zien dat het de kiezers van Wilders om de inhoud gaat: bijvoorbeeld hier, hier en hier.
Roland Bouman zegt
Gijs, dank! Ik geloof dat je antwoord alles opheldert.
Wouter van der Brug zegt
Voor de goede orde is sympathie voor leiders niet onze operationalisatie van charisma. In lijn met Weber conceptualiseren wij charisma niet als een eigenschap van een politiek leider, maar als een eigenschap van de relatie die een leider onderhoudt met zijn of haar achterban. Van charismatisch leiderschap is sprake als er een heel sterke (emotionele, affectieve) band is tussen een politiek leider en zijn/haar achterban. Als daarvan sprake is, dan zou je minimaal verwachten dat de achterban veel sympathie zou hebben voor ‘hun’ politieke leider en dat er een heel sterke samenhang is tussen voorkeuren voor een partij en sympathie voor de leider van die partij.
In ons onderzoek vonden we dat zelfs in het geval van Pim Fortuyn hiervan geen sprake is. Er is uiteraard een sterke relatie tussen voorkeuren voor de LPF en sympathie voor Fortuyn, maar die is niet sterker dan bij andere partijen.
Lennart zegt
Ik denk dat het een misvatting is om sympathie en charisma teveel met elkaar in verband te brengen.
Mensen zoeken vooral leiders die hun standpunten of belangen verdedigen. Sympathiek zijn is dan niet altijd een handige eigenschap. Af en toe moet een leider op zijn strepen staan, zeg maar. En af en toe mag een leider best de rest van de wereld belazeren, zolang dat maar goed uitpakt voor zijn eigen achterban.
Eigenlijk blijkt dit ook uit jullie resultaten. Job Cohen wordt uitermate sympathiek gevonden, maar hij is nooit echt de grote leider van Links of de PvdA geweest. Wilders wordt niet sympathiek gevonden, maar niemand zal ontkennen dat zijn eigen beweging is vele emotioneel betrokken volgers heeft.
Leiderschap, want daar gaat het hier over volgens mij, vereist andere eigenschappen dan aardig zijn. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Sla de literatuur er maar eens op na; ik denk dat je genoeg lijstjes met eigenschappen zult vinden waar geen sympathie in voorkomt.