“De mantra dat de PVV de boze laagopgeleide witte man aantrekt is met dit onderzoek definitief doorbroken,” aldus Reinier Castelein, voorzitter van vakbond De Unie. WNL greep het Unie-onderzoek aan om te koppen dat de PVV het populairst is onder hoger opgeleiden, een claim die duizenden keren werd gedeeld op sociale media en gretig aftrek vond in de rechtse media (Telegraaf, Powned en vooruit, de Dagelijkse Standaard). Maar wacht even voordat u de bibliotheken aan studies over opleidingsniveau en stemgedrag bij het grof vuil zet. De studie van De Unie is namelijk je reinste kolder.
Rammelende studie
Allereerst rammelt de steekproef van alle kanten. De onderzoeksverantwoording aan het einde van het verslag is zo summier dat een draadje van drie tweets eigenlijk al overdadig zou zijn. Er staan geen verwijzingen naar een uitgebreidere methodologische verantwoording elders, dus dit is waar we het maar mee moeten doen. Zoals collega Tom van der Meer al opmerkte is de steekproef sowieso niet representatief voor stemgedrag en wordt niet duidelijk gemaakt hoe de steekproef is getrokken. Alleen al om dat laatste zou je als journalist met een grote boog om die studie heen moeten lopen.
Misschien nog wel problematischer: het onderzoeksverslag laat op geen enkele wijze zien dat de PVV de populairste partij zou zijn onder hoger opgeleiden. Even voor de goede orde, het CBS hanteert over het algemeen een classificatie van opleidingsniveau – die trouwens ook in veel ander enquêteonderzoek wordt gebruikt – waarin hoger opgeleiden diegenen zijn met een afgerond hbo- of universitair diploma. Middelbaar opgeleiden hebben in dit schema een havo, vwo- of mbo-diploma of een aanverwant scholingsniveau, terwijl lager opgeleiden over een afgerond vmbo-diploma of minder beschikken. De studie van de Unie gooit middelbaar en hoger opgeleiden op één hoop, van mbo tot postdoctoraal, en laat vervolgens zien dat de PVV onder deze groep op 23% van de stemmen kan rekenen. Een voor de hand liggende en broodnodige uitsplitsing naar opleidingsniveau wordt niet gegeven. Castelijn doet ook nog uitspraken over het het feit dat de PVV vooral in verband wordt gebracht met anti-islamsentiment, terwijl volgens hem de verklaring veel meer in onvrede gezocht moet worden, maar nergens in het verslag wordt ook maar een begin gemaakt met een model van stemkeuze waarin verschillende verklaringen zijn opgenomen.
Opleidingsniveau en stemgedrag
Als we het profiel van de PVV bondig samenvatten profileert de partij zich vooral als anti-islam, anti-EU en anti-elitair. Er bestaat werkelijk een karrenvracht aan academisch en commercieel (doch verantwoord uitgevoerd) opinieonderzoek in uiteenlopende landen en periodes dat laat zien dat scholing samenhangt met:
- Houdingen ten opzichte van de multiculturele samenleving (bijvoorbeeld hier, hier, hier, hier en hier).
- Euroscepsis (bijvoorbeeld hier, hier, hier en hier). Dit zien we ook aan het feit dat hoger opgeleiden veel eerder geneigd waren zowel de Europes grondwet als het associatieverdag tussen EU en Oekraïne te steunen (hier en hier). Ook bij Brexit zien we een diepe opleidingskloof tussen voor- en tegenstanders van Brits lidmaatschap van de Europese Unie. Bij geen van deze drie referenda stonden rechtspopulistische partijen te trappelen om de ‘Europese’ optie te omarmen.
- Politiek vertrouwen en aanverwante houdingen. Ik heb zelf ooit een inventarisatie gemaakt van de wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp (zie p. 178 van dit handboek over politiek vertrouwen) en in vrijwel alle studies naar politiek vertrouwen en opleidingsniveau in langdurig democratische landen zien we dat hoger opgeleiden meer vertrouwen hebben in politieke instituties dan lager opgeleiden.
Het is onmogelijk om recht te doen aan de enorme hoeveelheid onderzoek over deze thema’s, maar voor een vrij toegankelijk overzicht verwijs ik graag naar het SCP/WRR-rapport Gescheiden Werelden?, het boek Diplomademocratie van Mark Bovens en Anchrit Wille (in artikelvorm hier) en mijn eigen boek dat begin maart uitkomt.
Gegeven het feit dat opleidingsniveau dus samenhangt met houdingen jegens immigratie, euroscepsis en politiek wantrouwen is het niet meer dan logisch dat opleiding ook samenhangt met steun voor een partij als de PVV die op deze thema’s een zeer uitgesproken profiel heeft. Naast de bovengenoemde overzichten zien we de relatie tussen opleidingsniveau en steun voor rechtspopulistische of aanverwante partijen ook in specifieke studies terugkeren (hier, hier, hier en hier).
Betekent dit dat alleen maar lager opgeleiden op de PVV stemmen? Nee, natuurlijk niet. Zo zit stemgedrag niet elkaar. Ook al bestaan er duidelijke politieke verschillen tussen de gemiddelde hoger, middelbaar en lager opgeleide kiezer, de verschillen binnen opleidingsgroepen zijn vele malen groter. Ook hoger opgeleiden stemmen op rechtspopulistische partijen, maar dat neemt niet weg dat zij binnen hun eigen opleidingsgroep tot een minderheid behoren.
Afbeelding: PVV door Bas Bogers (license).
Willem van Es zegt
;-)) helemaal met je eens. ;-))
Gerbrand Visser zegt
Met dank aan Tom-Jan Meeus die jouw site tipte in zijn column van hedenmorgen…. overigens is er geloof ik sprake van enige (m.i. welverdiende) wederzijdse bewondering… ÷).
Stuiver zegt
Vakbond de Unie weet heel erg goed dat rechtspopulisten goed scoren op mensen met maximaal MBO4 niveau. Meer nog op de lagere MBO niveau’s zijn goed vertegenwoordigd onder PVV kiezers. Veel van deze kiezers zijn teleurgestelde PVDA en SP kiezers. Uitzonderingen zijn er natuurlijk ook, want een deel van de achterban van de Pvv hangt toch ook aan de rabiatere clubs zoals Pegida, Voorpost en de NVU. Steeds meer mensen uit die hoek komen namelijk bij de aangekondigde demonstraties van de Pvv, terwijl de pure proteststemmers daar ook niets mee te maken zouden willen hebben.