Westerse samenlevingen zijn sinds pakweg de millenniumwisseling steeds rechtser geworden op sociaal-culturele thema’s als immigratie en integratie. De Brexit-stem, de verkiezingsoverwinning van Donald Trump, het succes van de Oostenrijkse FPÖ, en de opkomst van de Duitse AfD: allemaal gevolgen van hoe kiezers langzaamaan steeds negatiever over immigratie zijn geworden.
Althans, dat is de vrijwel onweersproken lezing die het publieke debat nu al jaren domineert. De hoogste tijd om te benadrukken dat dit absolute onzin is. Kiezers zijn niet negatiever geworden over immigratie. In de afgelopen 15 jaar zijn ze juist steeds positiever gaan denken over de multiculturele samenleving. En dat geldt niet alleen voor Nederland, maar voor vrijwel alle West-Europese landen.
In Figuur 1 hieronder heb ik, op basis van gegevens die afkomstig zijn van de European Social Survey (ESS), weergegeven hoe burgers in tien West-Europese landen over immigranten denken (ik heb daarbij immigranten en leden van etnische minderheden buiten de analyse gehouden en alleen naar de landen gekeken die in alle rondes van de ESS zijn meegenomen). Respondenten is gevraagd of zij vinden dat immigranten hun land een betere of minder goede plek maken om te leven. Ze konden antwoorden op een schaal van 0 (minder goede plek) tot 10 (betere plek). In de figuur zijn de gemiddelde antwoorden per survey-ronde weergegeven.
Figuur 1: Gemiddelde opvatting over immigranten in 10 West-Europese landen (bron: ESS).
Op het eerste gezicht lijkt er niet zoveel veranderd te zijn in het afgelopen anderhalve decennium. De gemiddelden schommelen iedere survey-ronde zo rond de 5 – precies het middenpunt van de schaal. Maar kijk nu eens naar Figuur 2. Hier heb ik ingezoomd (zie de waarden op de verticale as) en betrouwbaarheidsintervallen toegevoegd aan de staafdiagrammen. Uit deze figuur blijkt dat burgers wel degelijk positiever zijn geworden over immigratie. In 2002 was de gemiddelde score 4.89. In 2016 was dit 5.37. Dat is een toename van bijna 0.5. Dat is niet niks op een 11-puntsschaal.
Uit de figuur blijkt dat de gemiddelden in 2002, 2004 en 2006 niet significant van elkaar verschillen. In 2008 was men opeens significant positiever over immigranten, om in 2010 weer negatiever te worden (al was men in dat jaar nog wel positiever dan in 2002 en 2004). In 2012 en 2014 was men weer positiever dan in 2010 (en zelfs dan in 2008), en in 2016 was men weer aanzienlijk positiever over immigranten dan in alle voorgaande jaren.
Figuur 2: Gemiddelde opvatting over immigranten in 10 West-Europese landen (ingezoomd) (bron: ESS).
Ik heb overigens ook naar andere, gerelateerde opvattingen gekeken. Zo is respondenten ook gevraagd of ze vinden dat immigranten goed zijn voor de economie en het culturele leven, en of ze vinden dat er meer of minder immigranten met een andere etnische achtergrond zouden moeten worden toegelaten. Ook met betrekking tot deze opvattingen is precies dezelfde ontwikkeling waarneembaar. Daarnaast heb ik gekeken of er grote verschillen tussen landen zijn. Die zijn er inderdaad als het gaat om de gemiddelde houding tegenover immigranten (een gemiddelde score van 4.48 in het Verenigd Koninkrijk tegenover een gemiddelde van 6.21 in Zweden), maar niet als het gaat om het patroon: in alle landen zijn burgers steeds positiever geworden.
Hoe kunnen de successen van radicaal-rechtse partijen dan verklaard worden? De figuren hierboven laten zien dat hoewel mensen gemiddeld positiever zijn geworden, er ook behoorlijk wat mensen zijn die in meer of mindere mate vinden dat immigranten hun land een minder goede plek maken om in te leven. Steeds meer mensen uit deze groep zijn gaan stemmen op radicaal-rechtse partijen, en dat heeft voor een belangrijk deel te maken met veranderingen bij die partijen zelf.
Het betekent dus niet dat de gemiddelde publieke opinie ook naar rechts is geschoven. Je zou je daarom kunnen afvragen of de ruk naar rechts die veel politieke partijen wel degelijk hebben gemaakt op lange termijn verstandig zal blijken te zijn.
Afbeelding: “Diversity Immigrants” van Brian Foust (via Flickr).
‘Je zou je daarom kunnen afvragen of de ruk naar rechts die veel politieke partijen wel degelijk hebben gemaakt op lange termijn verstandig zal blijken te zijn.’
Die ruk naar rechts van partijen mbt migratie ed hoeft niet te betekenen dat ze nu rechtser zijn dan de bevolking. Misschien waren ze vroeger op dat vlak wel te ‘links’ tov hun kiezers, maar kwamen ze daar toen mee weg om dat er geen rechtspopulistische concurrentie was?
De ogenschijnlijke ruk naar rechts (mbt migratie ed) lijkt alles bij elkaar eerder een correctie richting gemiddelde opvattingen dan dat opvattingen onder kiezers naar rechts verschoven zijn.
Verder gaat dit over gemiddelden. Interessant is ook te kijken naar polarisatie tussen groepen.
Dat laatste komt er aan. Maar kan nog even duren…
Dat snap ik niet helemaal. Je ziet duidelijk in deze resultaten, dat mensen positiever worden over immigranten. Als dan tegelijktertijd de partijen negatiever worden over immigranten, dan kan dat toch nooit een correctie zijn ? Volgens mij kan dat alleen maar betekenen, dat de partijen juist verder van de publieke opinie afraken.
De mainstream-partijen zijn steeds meer anti-migrant. Er is dus wel een verschuiving, en die blijft een verschuiving, ook al is het een ‘correctie’ in die zin. De gesuggereerde correctie ten opzichte van de hele (autochtone) bevolking is echter niet aangetoond. Een alternatieve verklaring is dat niet de bevolking als geheel, maar een xenofobische minderheid, de standpunt-verschuiving veroorzaakt. De nieuwe anti-migratie partijen, de zogenaamde populisten, doen niets meer dan de xenofoben vertegenwoordigen. Omdat deze nieuwe partijen kiezers weghalen bij de mainstream-partijen, proberen deze oude partijen concessies te doen aan de xenofoben.
Dit proces kan optreden, ook als geen individuele kiezer van standpunt is veranderd. Het is dus is in zeker opzicht een schijn-verrechtsing.
Doe je ook aan verzoeknummers, Matthijs? In dat geval zou ik erg graag verschillen tussen landen en bevolkingsgroepen willen aanvragen. 🙂
Jazeker! Maar wel met enige vertraging… Naar hoger vs lager opgeleiden heb ik al gekeken. Het lijkt er op dat zoals verwacht vooral de hoger opgeleiden positiever worden. Maar bij lager opgeleiden is hetzelfde patroon waarneembaar. To be continued!
Always read the small print. Volgens Matthijs Rooduijn heeft hij “daarbij immigranten en leden van etnische minderheden buiten de analyse gehouden”. Maar als je goed naar de vragen kijkt, dan zie je dat hij, op basis van de gestelde ESS-vragen, de ‘derde generatie’ niet buiten de analyse kan houden. Aannemelijk is dat deze groep steeds groter is geworden tussen 2002 en 2016. Als deze mensen doorgaans positief staan tegenover immigratie, kan dat de gemeten verschuiving wellicht verklaren. Het is aan Matthijs Rooduijn om dat na te kijken, want hij doet het onderzoek, niet ik.
Maar los daarvan, lijkt het mij gewoon onwaarschijnlijk dat de autochtone bevolking steeds positiever denkt over de immigratie. Niet alleen gevoelsmatig, maar vanuit de verkiezingsprogramma’s en het taalgebruik, zien wij bij de politieke partijen in het algemeen een verschuiving naar anti-migratie standpunten. Dat komt niet uit de lucht vallen, het weerspiegelt de stemming onder de kiezers. En als de (autochtone) bevolking werkelijk positiever denkt over de immigratie, dan zou dat ergens zichtbaar moeten zijn in de publieke sfeer, in de cultuur, in de media. Dat is niet het geval.
Paul, de derde generatie is nog heel klein en voor het grootste deel jonger dan 10 jaar.
Ik denk dat juist door het steeds hardere taal gebruik mensen steeds meer gaan denken ‘wat overdreven’, zo erg is het helemaal niet. 90% van de allochtonen doen precies hetzelfde als de autochtonen.
Er bestaat iets dat “pluralistic ignorance” genoemd wordt. Dat betekent, dat mensen in sommige situaties wel eens iets anders zeggen dat wat ze echt denken, omdat ze bang zijn dat hun echte standpunten sociaal gezien niet geaccepteerd zullen worden. Volgens mij zie je dat heel duidelijk bij bv. PVV stemmers. Wat me opviel bij veel diepte-interviews die ik heb gelezen, is dat heel veel van hun eigenlijk helemaal niets zien in Wilders’ felle anti-Islam plannen; ze hebben kennelijk hele andere redenen om op hem te stemmen. Echter, dit spreken ze natuurlijk niet zo snel uit; je komt het alleen maar tegen als mensen echt gaan doorvragen. Ik denk, dat zelfs de mensen die voor regressief rechts stemmen veel positieve over immigratie nadenken dan we over het algemeen aannemen.
https://en.wikipedia.org/wiki/Pluralistic_ignorance
Het is tegenwoordig in Nederland eigenlijk niet meer “politiek correct” om je positief uit te laten over immigratie. Ik heb het idee, dat heel veel mensen hier dan ook hun mond maar gewoon over dichthouden, uit angst om er niet meer echt bij te horen, en natuurlijk uit angst voor de inmiddels hordes trollen die internet nu eenmaal heeft voortgebracht.