Op 26 oktober deed Mark Rutte in het programma EenVandaag een interessante uitspraak over een mogelijk referendum over het raadgevend referendum. Dit is wat hij zei:
Als je nu een referendum zou houden over het raadgevend referendum, ik denk dat een grote meerderheid zou zeggen ‘gooi dat er uit’ en dan krijg je vervolgens een splitsing in de samenleving tussen een groep die zegt ‘je moet een volledig correctief referendum’ en niet.
Mark Rutte, EenVandaag (26 oktober 2017)
Mijn eerste reactie was: is dit niet wishful thinking? Maar bij een tweede lezing valt enige nuance op in de uitspraak: Rutte heeft het over een ‘gelegenheidscoalitie’ van zij die het raadgevend referendum te ver vinden gaan en zij die het niet ver genoeg vinden gaan. Wat zegt kiezersonderzoek op dit punt?
Data: Nationaal Kiezersonderzoek
Om de uitspraak te toetsen maak ik gebruik van de voorlopige data van het Nederlands Kiezersonderzoek 2017. Deze data zijn nog niet openbaar (ze worden nog gefinaliseerd), maar voor dit blog mochten ik ze gebruiken, waarvoor dank aan de heren en dames van de Stichting Kiezersonderzoek Nederland. De data zijn gewogen voor demografische factoren.[1]
Houding ten aanzien van het referendum
In figuur 1 zie je duidelijk dat het aantal voorstanders van het referendum beduidend groter is dan het aantal tegenstanders. Een meerderheid van de respondenten (56.8%) is voor. Een kwart van de respondenten is tegen (25.7%) en een kleine groep respondenten is ‘undecided’ (13.3%).
De aandachtige lezer merkt wellicht op dat het hier om een algemene vraag over referenda gaat: ze laat in het midden of dit referendum bindend is of niet. Het zou best zo kunnen zijn dat de voorstanders enkel voor zijn wanneer het gaat om een bindend referendum. Gelukkig kunnen we daar ook iets over zeggen.
Figuur 1. Mate waarin men het eens is met stelling over referendum
Noot: De vraag die gesteld werd, was: “In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: “over sommige voor ons land belangrijke beslissingen moet door de kiezers zelf worden gestemd door middel van een referendum.” Ik heb de twee uiterste categorieën telkens samengevoegd. De grootte van de sample was 3.435; waarvan 2.954 de vraag invulden (en niet weet niet/geen mening antwoordden). Ga uit van een foutenmarge van zo’n 2% (dat is een conservatieve inschatting).
Moet een referendum bindend zijn?
In het Nederlands Kiezersonderzoek werd namelijk ook een vraag gesteld over wat de regering moet doen met de uitkomst van een referendum (en dus of het een bindend referendum moet zijn).
39.2% van de respondenten vindt dat de regering de uitslag sowieso moet volgen. Nagenoeg eenzelfde percentage respondenten vindt dat ‘het ervan afhangt’. Slechts een klein deel van de respondenten vindt dat de regering de uitslag van een referendum zonder enige kwalificatie mag negeren (21.9%). Het standpunt van Buma (‘kabinet zal uitslag sleepwetreferendum negeren’) is dus sowieso maar weinig populair.
Figuur 2. Preferentie inzake of referendum bindend is
Noot: De vraag die gesteld werd, was: “Wou de regering de uitslag van een referendum volgens u altijd moeten uitvoeren, of mag de regering besluiten de uitslag naast zich neer te leggen?” De grootte van de sample was 3.435; waarvan 2.945 de vraag invulden (en niet weet niet/geen mening antwoordden). Ga wederom uit van een foutenmarge van zo’n 2%.
Het hangt ervan af?
Wat te maken van de groep respondenten die antwoordt ‘het hangt ervan af’? Er zijn verschillende interpretaties mogelijk, maar het lijkt waarschijnlijk dat respondenten hierbij bijvoorbeeld denken aan het halen van een opkomstdrempel.[2] Daarnaast kan men ook denken aan de stemverhoudingen. Bij een close-call heeft een regering wellicht meer manoeuvreerruimte. Kortom dit is wellicht de groep mensen die het referendum ziet als iets raadgevends.
Als je beide variabelen kruist, zie je inderdaad dat voorstanders van het referendum bestaan uit 50.4% respondenten die voor een bindend referendum zijn en 38.7% die voor een raadgevend referendum zijn.[3]
Op zichzelf heeft de groep ‘het hangt ervan af’ dus geen meerderheid. Maar: om het raadgevend referendum weg te stemmen moet de groep tegenstanders van dat type referendum wel de steun krijgen van de voorstanders van het bindend referendum.[4] Enkel dan is er een meerderheid tegen het raadgevend referendum. Dit is wat Rutte lijkt te impliceren.
Delft het raadgevend referendum het onderspit?
Zouden de kiezers die voor een bindend referendum zijn tegen het raadgevend referendum stemmen?
Sowieso valt op dat het referendum nog steeds populair is: slechts een relatief kleine groep respondenten is tegen het referendum. Een meerderheid is voor. De groep voorstanders lijkt inderdaad wel uiteen te vallen in een groep voorstanders van het bindend referendum en een groep die eerder voor een raadgevend referendum is. Daar heeft Rutte dus gelijk.
De vraag is dan of de voorstanders van een bindend referendum zo cynisch zijn dat ze liever geen referendum hebben dan het raadgevend referendum. We weten immers dat als het raadgevend referendum wordt afgeschaft, er sowieso geen bindend referendum wordt ingevoerd!
Kiezers hebben dus maar twee opties: voor of tegen het raadgevend referendum gegeven dat er geen bindend referendum komt. Het lijkt me in dat geval onwaarschijnlijk dat de voorstanders van het bindend referendum massaal tegen het raadgevend referendum zouden stemmen.
Kortom, de diagnose van Rutte is correct, maar bij de gevolgtrekking kun je vraagtekens zetten.
[1] De data zijn voor de helft verzameld door Kantar Public (daar hebben we wegingsfactoren voor), de andere helft is afgenomen via het LISS-panel, deze zijn nog niet gewogen. Betekent dit dat we de steun voor het referendum onderschatten of overschatten? Wellicht onderschatten we de steun voor referenda: vooral hogeropgeleiden zijn tegen referenda en zij zijn voor weging oververtegenwoordigd in de dataset. Dit wordt ook bevestigd wanneer we de cijfers zonder weging vergelijken met die met weging voor de Kantar Public data.
[2] Dit bleek bijvoorbeeld uit het Nationaal referendumonderzoek naar aanleiding van het Oekraïne-referendum: kiezers vonden toen ook dat de regering moest ‘luisteren’ en er werd door sommige respondenten expliciet aangegeven dat de regering moest luisteren omdat de opkomstdrempel gehaald werd.
[3] Overigens vinden veel respondenten dat als er een referendum gehouden wordt, dat het dan bindend is, dan wel dat het ervan afhangt. Zelfs 19.1% (!) van de tegenstanders van het referendum vinden dat de regering een uitslag altijd moet volgen als er een referendum gehouden wordt.
[4] Als de voorstanders van het bindend referendum allemaal thuisblijven zouden de tegenstanders het ook nét halen. Maar goed, dat zou vrij onwaarschijnlijk zijn
Foto, door Ministerie BZ, License
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.