Het kabinet neemt extra tijd om ‘in het landsbelang’ te zoeken naar een compromis over het Oekraïne-verdrag. Premier Rutte spande zich de afgelopen tot het uiterste in om de oppositie te bewegen een dergelijke onderhandeling vooraf te steunen. Deze opstelling is kenmerkend voor de groeiende tegenstelling tussen responsabel en responsief regeringsbeleid, zoals de te vroeg overleden politicoloog Peter Mair constateerde.
Tijdens de Algemene Beschouwingen had hij zo’n oplossing al sterk verdedigd omdat dit het beste recht zou doen aan de bezwaren van nee-stemmers. Immers, zo betoogde Rutte, als wij nee zeggen gaat een soortgelijk verdrag alsnog door: het economisch gedeelte is de verantwoordelijkheid van de EU en het politieke gedeelte tussen 27 lidstaten en Oekraïne. Waar toen nog het ‘recht doen aan de uitslag’ voorop stond in het betoog, kwam recentelijk het ‘landsbelang’-argument voorop te staan. Het zou Rusland in de kaart spelen, de EU verzwakken en de instabiliteit in Oekraïne vergroten. Bovendien vreest men voor de internationale positie van Nederland: wie het Europese spel niet consequent meespeelt, komt buitenspel te staan.
De opstelling van de premier leidde tot woede bij het ‘nee-kamp’. De burgers gaven het advies om de ratificatiewet van het verdrag niet goed te keuren, dus intrekken die wet. Rutte kiest er welbewust voor om die consequentie niet te trekken. De argumentatie dat met een ‘juridisch bindende oplossing die recht doet aan de nee-stem’ voldoende wordt geluisterd naar het nee van de referendumkiezer zal toch geen enkele nee-stemmer overtuigen. Rutte kiest voor wat hij ziet als responsabiliteit boven responsiviteit: verantwoordelijk regeringsbeleid boven het luisteren naar de kiezer.
Nu doen politieke partijen idealiter alle twee: ze stellen zich op als betrouwbaar, afrekenbaar en zich bewust van (internationale) verantwoordelijkheden, maar tegelijkertijd wegen ze de belangen van burgers en luisteren ze naar hun opvattingen. Die twee doelen komen volgens Mair steeds meer op gespannen voet te staan. Voor Rutte is het evident dat hij niet beide kan doen: het opvolgen van de referendumuitkomst door het intrekken van de ratificatie zou onverantwoordelijk zijn. Let wel, of het niet-ratificeren van het verdrag echt onverantwoordelijk is, is natuurlijk een politieke stellingname, maar wel één waardoor de premier zich schijnt te laten leiden.
Vanuit democratisch oogpunt is dit een bezwaarlijke strategie. Ja, het referendum was raadgevend, maar je kunt niet eerst de uitslag overnemen, zoals zowat alle partijen deden, en ‘m daarna negeren. Bovendien had die keuze eerder gemaakt kunnen worden. Het gevolg is dat burgers, in het bijzonder nee-stemmers, gesterkt zullen worden in hun gevoel dat politici niet naar hun bezwaren luisteren. De regering betaalt zo met haar responsabele beleid potentieel een hoge prijs in termen van het vertrouwen in onze democratische politiek. Je kunt je afvragen hoe verantwoordelijk dat is.
Bob Lagaaij zegt
Dit is nu eens een mooi, helder geschreven en bedachtzaam stukje temidden van veel haastige ketelmuziek. Niet dichtgetimmerd maar tot nadenken stemmend.
Frits Toben zegt
Wat nu nog een Meesterlijke zet lijkt, – namelijk zoveel tijd- vertragen dat de “feiten op de grond” zich ver verwijderen van de uitgangspositie ten tijde van het Referendum -, zal Rutte niet helpen.
Deze kwestie zal hem schade doen in de eigen achterban, zijn prestige in den brede aantasten. Zelfs als je er van uit mag gaan, dat hij al zeker weet dat “Europa” een slap gebaar, een soort van opt-out voor Nederland, zal toestaan.
De vraag is eerder, welke partijen uiteindelijk zullen instappen en hun handen vuil gaan maken aan dit groteske kiezersbedrog.
Blijft immers recht overeind : met deze partij [Ukraine], deze partijen [ zg. NL-realo’s] en deze spelletjes van de MP wil de nee-stemmer niet geassocieerd worden.
Jantine Oldersma zegt
Maar de nee-stemmer vertegenwoordigt maar 20% van de kiezers. Door ja te zeggen is de MP dus niet alleen responsabel bezig, maar ook responsief tav 80% van de kiezers (en 90% van alle columnisten en commentatoren).
Anton Jansen zegt
“Nu doen politieke partijen idealiter alle twee: ze stellen zich op als betrouwbaar, afrekenbaar en zich bewust van (internationale) verantwoordelijkheden, maar tegelijkertijd wegen ze de belangen van burgers en luisteren ze naar hun opvattingen”.
Het is maar goed dat je er idealiter bij hebt gezet. Helaas is de praktijk platter. Betrouwbaarheid en afrekenbaarheid zijn bizarre begrippen in ons coalitiestelsel. De belangen van de burger worden niet gewogen maar het belang van herverkiezing ligt op de weegschaal. Ergo, Rutte (maar ook vrijwel alle andere partijen) hebben slappe knieen als het gaat om zich hard te maken voor iets als de EU want tja, de burger aangevuurd door populisten lijken het maar niks te vinden. Logisch als er helemaal geen langdurige heldere en krachtige verdediging van het nut van de EU wordt gevoerd. Iedereen weet dat vrijwel niemand begreep waar het associatieverdrag over gaat en alle politici staan in de rij om dit referendum te verkopen als de wil van het volk. O ja, de peilingen met verkiezingen in aantocht. Je zou toch wensen dat we eens wat meer ruggengraat in de politiek krijgen en het veel partijen stelsel wordt opgedoekt. De burger moet namelijk nu kiezen uit 10 verschillende merken pindakaas maar ze weten nooit als ze thuiskomen hoe die gaat smaken want de regering is een mengsel van minimaal de helft van die potjes. Twee grote potten is meer dan genoeg. Ik dwaal af. Het vooraf bij het referendum niet duidelijk maken waar die over ging en waarom we er mee in moeten stemmen, een ongekend intensieve voorlichting en discussie had veel ellende kunnen schelen. Het puinruimen van Rutte nu maakt de politiek er inderdaad niet betrouwbaarder op in de ogen van de kiezer.
Rob Franken zegt
Wat een onzin!! Deze referendumwet had nooit zo langs de eerste kamer en raad van state mogen komen. Niet alleen vanwege de drempel van minimum aantal geldige stemmen, die de tegenstemmers deed twijfelen tussen voor-stemmen of niet-stemmen. Maar ook omdat internationale verdragen uitgesloten hadden moeten worden. Als 27 democratisch gekozen regeringen, die het volmacht gekregen hebben om samen ruim 500 miljoen mensen te vertegenwoordigen, een verdrag met een derde partij sluiten, dan is het ONDEMOCRATISCH als nog geen procent van die 500 miljoen mensen dat besluit in een referendum kunnen tegenhouden. Wil je daarover een referendum houden, dan moet je dat referendum in de hele EU houden, en niet alleen in Nederland. Responsief is het dus helemaal OK om dit referendum te negeren. Aangezien een Europees referendum niet kan, moeten de nee-stemmers dan maar stemmen op een Nederlandse partij die Nederland uit de EU wil, of één die de democratische regels binnen de EU wil veranderen. Gelukkig was het referendum slechts raadgevend dus juridisch niet ook bindend. Politiek had het beter geweest als Rutte dit direct had gezegd, maar beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
Rutte heeft daarbij volledig gelijk, dat dit associatieverdrag te belangrijk is, om te laten torperderen door een proces dat helemaal niet had mogen bestaan. Het is chique dat hij zijn uiterste best doet om veel gehoorde zorgen rond dit associatieverdrag (dus los van de echte reden van de initiatiefnemers om uiteindelijk de hele EU ontmanteld te krijgen) in een verduidelijkende verklaring opgenomen te krijgen. Degene die zijn initiatief nog durft te frustreren (CDA?) mag straks uitleggen waarom de hollandse dorpspolitiek belangrijker is, dan steun voor de Oekraiense keuze voor democratie en rechtstaat en tegen corruptie. Niet alleen getuigt het van weinig naastenliefde om een volk in de kou te laten staan, dat door deze keuze een oorlog over zich heen heeft gekregen. Maar ook is het inderdaad niet in ons landsbelang om Poetin in de kaart te spelen, die ondertussen de vloot in de Krim heeft verveelvoudigd en daar ook mee bezig is in zijn basis in Syrië. Dus het negeren van dit referendum is èn heel responsief èn heel responsabel.