Inmiddels hebben honderden burgers aangifte gedaan tegen PVV-leider Geert Wilders om zijn gewraakte uitspraken over Marokkanen op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen. Het is nu aan het Openbaar Ministerie om te besluiten om tot strafvervolging over te gaan. Voor- en tegenstanders van zo’n strafvervolging buitelen over elkaar heen (zie Nieuwsuur gisteravond), maar heeft zo’n besluit eigenlijk invloed op het electoraat?
Het eerdere strafproces
UvA-collega’s Joost van Spanje en Claes de Vreese hebben onderzocht hoe publieke opinie in 2009 reageerde op het besluit om Wilders destijds strafrechtelijk te vervolgen wegens haat zaaien en discriminatie. Hoewel het Openbaar Ministerie aanvankelijk niet tot strafvervolging wilde overgaan, besloot het Gerechtshof in Amsterdam op 21 januari 2009 dat dit wel diende te gebeuren. (Een belangrijke getuige-deskundige uit dat proces staat inmiddels op de verkiezingslijst van de PVV voor de Europese Verkiezingen, maar dat terzijde.)
Van Spanje en De Vreese hadden in december 2008 TNS Nipo ingeschakeld voor opinieonderzoek en maakten van de timing van het besluit van het Hof gebruik om dezelfde respondenten op een aantal cruciale tijdstippen nogmaals te ondervragen. Vervolgens keken ze naar verschillende politieke houdingen van respondenten die wel of geen kennis hadden genomen van dit besluit om Wilders te vervolgen. Een uitsproken mogelijkheid dus om de invloed van die beslissing in kaart te brengen.
Twee onderzoeken
Uit het eerste onderzoek (paywall) blijkt dat Wilders electorale winst boekte door het besluit hem te vervolgen. Men name cultureel gematigde kiezers bleken vatbaar voor de strafvervolging. De effecten op kiezers met sterke mono- of multiculturele houdingen waren zwak tot niet-significant omdat deze groepen sowieso al wel of juist niet op Wilders zouden stemmen. Van Spanje en De Vreese schatten dat de PVV op de korte termijn zo’n één tot vier zetels (virtuele) winst boekte door dit besluit van het Hof.
Het tweede onderzoek (paywall) laat zien dat strafvervolging ook effect had op tevredenheid met het functioneren van de democratie. Van Spanje en De Vreese vinden dat het besluit invloed had op kiezers met uitgesproken mono- of multiculturele houdingen. Kiezers die het inhoudelijk met Wilders eens zijn op dit punt zijn aanmerkelijk minder tevreden over de democratie ná het besluit dan hiervoor. Tegenstanders van Wilders voelen zich daarentegen juist gesterkt in hun opvattingen over het functioneren van de democratie. Het besluit om over te gaan tot strafvervolging had wat dat betreft een polariserende werking.
Uiteindelijk geven Van Spanje en De Vreese zelf ook een aantal beperkingen van hun onderzoek aan. Gegeven de timing van de metingen blijft het onduidelijk wat het strafproces zelf, niet alleen het besluit tot strafvervolging, teweeg heeft gebracht. Daarnaast is het onmogelijk om in dit geval het besluit zelf te isoleren van de media-aandacht over het besluit. We zien dit in de huidige ophef eigenlijk ook. Heeft de PVV steun verloren vanwege de uitspraken van Wilders of vanwege de ophef in politiek en media over die uitspraken?
Zie ook dit eerdere stuk van Joost van Spanje over strafvervolging van Wilders en Le Pen.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.