• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

arbeidersklasse

De krimpende arbeidersklasse en de inruil van de PvdA (en het CDA!) voor de SP en nationalistische partijen

door Marcel Lubbers 03/09/2021 2 Reacties

Eerder al werd hier onderkend dat er bijzonder weinig aandacht is geweest voor het opnieuw minimale resultaat van de PvdA in de nationale verkiezingen. Het werd in historisch perspectief geplaatst, waarin de neergang van de sociaaldemocratie in verschillende golven werd uiteengelegd. Met het recente nationaal kiezersonderzoek is een tijdreeks van 50 jaar kiezersonderzoek ontstaan (1971-2021), waarmee hier een beeld geschetst wordt van: (1) de krimpende arbeidersklasse; (2) de mate waarin het kleiner wordende PvdA-electoraat nog uit kiezers bestaat die zich als lid beschouwen van de arbeidersklasse; en (3) op welke partijen arbeiders in Nederland sinds de jaren zeventig hebben gestemd. 

Het is een klassiek onderscheid in het politieke veld: de politieke strijd tussen de sociale klassen; tussen de kapitaalbezitters en arbeiders in termen van het marxisme. In Nederland werd de rol van dit onderscheid tussen de klassen in stemgedrag veelal overschaduwd door het belang van religie. Toch werd ook hier de tegenstelling tussen de liberalen enerzijds en de sociaaldemocraten anderzijds in sterke mate bepaald door de acclamatie dat de laatsten bovenal de belangen van de arbeidersklasse behartigen.

De arbeidersklasse heet te zijn afgebrokkeld in de laatste decennia. De beroepenstructuur in Nederland veranderde en veel van het traditionele handarbeid werd ofwel vervangen door machines ofwel verplaatst naar landen waar de loonkosten lager zijn. Met een slinkende arbeidersklasse kan het voor sociaaldemocratische partijen strategisch zijn om hun doelgroep minder nauw te formuleren. Het is al vaak geopperd dat dit is gebeurd bij de PvdA. Zeker de door Kok gekozen ‘derde weg’, in navolging van Labour’s Blair, zou de poort hebben geopend voor een sociaaldemocratische politiek die meer gericht is op de (groeiende) middenklasse. In Nederland heeft de SP zich vervolgens ontwikkeld tot het socialistische alternatief voor de sociaaldemocratische PvdA. Maar de linkse partijen hebben ook concurrentie gekregen van partijen die een nationalistisch programma hebben en vaak als radicaal-rechts worden aangeduid.

Op basis van 50 jaar Nationaal Kiezersonderzoek zien we in Figuur 1 de trend in het aandeel kiesgerechtigden dat zich als lid van de arbeidersklasse beschouwt (gewogen naar verkiezingsuitslagen en migratiestatus) [1]. De omvang van de arbeidersklasse is afgenomen. Er zitten echter trendbreuken in de figuur, die te maken hebben met de veranderingen in het design van het NKO. Ten eerste werd in 1977 een antwoordoptie ‘hogere arbeidersklasse’ toegevoegd. Toch leidde het toevoegen van de categorie ‘hogere arbeidersklasse’ slechts tot een kleine stijging van de omvang van de arbeidersklasse. Vervolgens neemt de omvang in snel tempo af.

In 2002 en 2003 is de omvang van de groep kiezers die zich als arbeidersklasse identificeren erg klein geworden en ook kleiner dan in de NKO-onderzoeken nadien. Dit komt doordat in 2002 en 2003 voor een heel ander onderzoeksdesign was gekozen, wat heeft geleid tot een ondervertegenwoordiging van mensen in de arbeidersklasse. Sinds 2017 wordt een steeds groter deel online afgenomen. Ook dit zou hebben kunnen geleid tot een afname van de vertegenwoordiging van de arbeidersklasse in het NKO. Over de hele periode zien we een afname van ongeveer 45% die zich identificeert als arbeidersklasse naar ongeveer 25% die zich als zodanig identificeert.

Figuur 1. Bevolking naar sociale klasse identificatie (Bron: NKO, gewogen naar uitslagen van de verkiezingen en migratieachtergrond)

De Partij van de Arbeid, traditioneel vertegenwoordiger van de arbeidersklasse kreeg een dreun in 2002 (Figuur 2). In dat verkiezingsjaar wist de Lijst Pim Fortuyn, maar ook de SP veel stemmen te trekken. In 2017 zit de PvdA op haar historische dieptepunt, waarvan de partij zich in 2021 niet herstelde.  

Figuur 2. Percentage stemmen behaald door PvdA, SP, CPN en nationalistische partijen in de Nederlandse Tweede Kamer verkiezingen.

Hieronder beantwoord ik twee vragen: in welke mate bestaat het electoraat van de PvdA (nog) uit kiezers die zich identificeren als arbeider? En, op welke partijen stemt het deel van het electoraat dat zich identificeert als arbeider? Daarbij laat ik buiten beschouwing dat ‘niet stemmen’ ook vaker voorkomt onder arbeiders dan onder de andere sociale klassen: dat was zo in de jaren zeventig en dat is ook in 2021 nog het geval.

In Figuur 3 is te zien dat het PvdA-electoraat steeds minder gekenmerkt wordt door kiezers die zich als arbeider beschouwen. In de jaren zeventig was zo’n twee derde van het PvdA-electoraat nog arbeider. Dat is meer dan gehalveerd. De arbeidersklasse is in omvang afgenomen; dat heeft de PvdA kiezers gekost. Maar we zien tegelijkertijd dat de kleinere PvdA minder goed in staat is om arbeiders te trekken. Een vergelijking met Figuur 1 leert dat er in de jaren zeventig een oververtegenwoordiging was in het PvdA-electoraat van kiezers die zich als arbeider beschouwen. Het PvdA-electoraat is de afgelopen 50 jaar juist sterker gaan bestaan uit leden van de hogere (midden) klasse. Het PvdA-electoraat vormt nu ongeveer een afspiegeling van de bevolking naar klasse-identificatie; er is geen oververtegenwoordiging meer van kiezers die identificeren met de arbeidersklasse.

Figuur 3. Compositie van het PvdA-electoraat naar sociale klasse (bron: NKO 1971-2021)

Op welke partijen stemden de kiezers die zich identificeren als arbeider de afgelopen 50 jaar? De PvdA was vooral in de jaren tachtig populair onder de kiezers die zich identificeren als arbeidersklasse (Figuur 4). Daarna kalft de steun onder de arbeiders voor de PvdA af. Al in 1994, als de PvdA ondanks verlies met Wim Kok start met Paars I, heeft de PvdA onder de arbeiders stevig aan populariteit ingeboet. Opvallend is de relatieve populariteit van D66 onder arbeiders in dat jaar. Vanaf dan worden de SP en de nationalistische partijen steeds groter onder de kiezers die zich als arbeider identificeren. In 2010 is voor het eerst sinds 1971 een andere partij dan de PvdA de grootste onder de arbeiderskiezer: de PVV. Ook in 2017 en 2021 zijn de nationalistische partijen (PVV, FvD en JA21) het grootst onder hen die zich als arbeider identificeren. De PvdA wordt door nog slechts zo’n 5% van de arbeiders gekozen. De VVD is relatief klein gebleven onder de arbeiders, maar in 2017 en 2021 stemde een groter deel van de arbeiders op de VVD dan op de PvdA.

Ook het CDA heeft door de tijd de steun van de arbeider verloren, wat gelijke tred houdt met de secularisering en de afname van de grootte van deze partij. Het valt op dat in de jaren zeventig het CDA nauwelijks onder deed voor de PvdA in aantrekkingskracht op de kiezers die zich arbeider beschouwen. Religie overvleugelde dus voor veel arbeiders het klassenbelang. Met het afnemen van het belang van religie, neemt ook onder arbeiders de aantrekkingskracht van het CDA af.

De middenpartijen PvdA en CDA wisten tot eind jaren tachtig het leeuwendeel van de kiezers aan zich te binden die zich beschouwden als behorende tot de arbeidersklasse, waarna dit in snel tempo afnam. Vooral de PVV en de SP hebben deze stemmen gekregen, maar gezamenlijk nooit in zo’n sterke mate als de PvdA in de jaren tachtig. Voor de Partij van de Arbeid zal het bijzonder zuur zijn dat haar oorspronkelijke doelgroep nog maar weinig op de partij stemt.  

Figuur 4. Stemgedrag van kiezers die zich als lid van de arbeidersklasse beschouwen tussen 1971 en 2021 (bron: NKO 1971-2021).

[1] Sociale klasse gemeten aan de hand van beroepen is over de periode niet goed vergelijkbaar.

Afbeelding: “PvdA” door Gerard Stolk (via Flickr).

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Politieke partijen Tagged With: arbeidersklasse, cda, PvdA, sociale klasse

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Zijn referenda rechts?

Waarom kampen sommige democratieën meer met polarisatie dan andere?

Zorgen over een complexer nieuw stembiljet zijn terecht: lagere opkomst, meer ongeldige stemmen

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in