• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Geert Wilders

15 jaar Wilders: voorloper of buitenbeentje in Europa?

door Léonie de Jonge 11/09/2019 2 Reacties

Vijftien jaar geleden (op 2 september 2004) besloot Geert Wilders uit de Tweede Kamerfractie van de VVD te stappen. In 2006 richtte hij de PVV op, waarmee hij de afgelopen jaren het politieke debat in Nederland wist te domineren. Hoe heeft de PVV zich ontwikkeld? En wat is de toekomst van de partij? Op 11 september presenteren Gerrit Voerman en Koen Vossen op de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden de bundel ‘Wilders gewogen: 15 jaar reuring in de politiek.’ In deze bundel maken politicologen de balans opgemaakt van vijftien jaar Geert Wilders en de PVV in de Nederlandse politiek.
Hier een inkijk in één van de hoofdstukken door Léonie de Jonge.

Met zijn felle uitspraken over de islam en migratie zorgt Wilders ook in het buitenland geregeld voor veel ophef. Op internationaal vlak staat de PVV mede daardoor bekend als een klassiek voorbeeld van een radicaal rechts-populistische partij. In deze context wordt de PVV vaak in één adem genoemd met partijen als het Front National (FN, sinds juni 2018 Rassemblement National geheten) in Frankrijk, het Vlaams Belang (VB, het voormalige Vlaams Blok) in België, en de Alternative für Deutschland (AfD) in Duitsland.

Maar zijn deze vergelijkingen wel terecht? Waar staat de PVV in internationaal opzicht?

In deze blog worden de overeenkomsten en verschillen tussen de PVV, VB, AfD en FN in kaart gebracht. Hieruit blijkt dat er inhoudelijk wel degelijk paralellen bestaan. Maar in een aantal opzichten is de PVV uniek.

Overeenkomsten van de PVV met de radicaal rechts-populistische partijfamilie

Volgens de Nederlandse politicoloog Cas Mudde is er een ‘ideologische kern’, die radicaal rechts-populistische partijen in Europa met elkaar verbindt. Deze kern bestaat uit drie elementen: nativisme, autoritarisme en populisme. Bij de PVV komen nativisme en autoritarisme tot uiting in xenofobe uitspraken en een rigide anti-immigratiepolitiek. Deze twee ideologische kernwaarden zijn vanaf het begin terug te vinden in zowel haar verkiezingsprogramma’s als in uitlatingen van Wilders.

Vlak na de oprichting van de PVV in 2006 publiceerde Wilders Klare wijn, een programmatische tekst waarin hij stelde dat een samenleving ‘een bezield verband nodig heeft’, gebaseerd op ‘spel- en fatsoensregels, een identiteit, waarden en normen waarover iedereen het in de kern eens is’. In de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen in november van dat jaar richtte hij zijn pijlen voornamelijk op de islam. Zo waarschuwde hij voor een ‘tsunami van islamisering’ die Nederland zou overspoelen als het vreemdelingenbeleid niet zou worden aangepast.

Sinds haar oprichting is de PVV niet afgeweken van dit nativisme en autoritarisme. Ook in het in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 gepresenteerde, uiterst korte verkiezingsprogramma zijn deze ideologische kernwaarden duidelijk terug te vinden. Onder de titel ‘Nederland weer van ons!’, stelde de PVV genoeg te hebben ‘van de massa-immigratie en asiel, terreur, geweld en onveiligheid’. De partij pleitte er onder andere voor om consequent geen immigranten uit islamitische landen toe te laten en ‘fors extra geld’ in defensie en politie te investeren

Ook het populistische element is gemakkelijk terug te vinden bij de PVV. Sinds 2010 zet de PVV zich letterlijk in voor ‘Henk en Ingrid’, een imaginair echtpaar dat symbool staat voor de hardwerkende, brave Nederlander, die volgens Wilders verraden is door de elite. Met haar nativistische, autoritaristische en populistische inslag is de PVV gaandeweg uitgegroeid tot het prototype van een radicaal rechts-populistische partij. Het zijn deze drie kernelementen die de PVV met VB, AfD en FN verbindt.

Vlaams Belang

Door de taalverwantschap lijken de overeenkomsten tussen de PVV en het VB het grootst. Naast een sterke nadruk op veiligheid en law and order behoren etnisch (oftewel Vlaams) nationalisme en xenofobie tot de kernelementen van haar ideologie, zoals geïllustreerd door de campagneslogans ‘Eigen volk eerst!’ (1987) en ‘Dit is ONS land!’ (2009). Opvallend is overigens dat de partij in de campagne voor de lokale en provincieraadsverkiezingen van 2018 met ‘Vlaanderen weer van ons!’ vrijwel exact dezelfde slogan hanteerde als de PVV bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 (‘Nederland weer van ons!’). Evenals de PVV pretendeert het VB de spreekbuis te zijn van ‘de gewone man in de straat’. Met haar anti-establishment retoriek benadrukt de partij de afstand tussen het volk en de elite. In haar verkiezingsprogramma van 2018 stelt het VB dat de ‘kloof tussen de politieke elite en de gewone man… in Vlaanderen nooit zo groot [was] als vandaag’.

Front National/Rassemblement National

Er bestaan eveneens duidelijke parallellen tussen de PVV en het Franse FN van Marine Le Pen. Net als de PVV is het FN in de eerste plaats uiterst nationalistisch. Zo combineert ook deze partij xenofobe uitspraken met een populistisch anti-establishment discours. Immigratie wordt door het FN beschouwd als een dodelijke bedreiging voor de Franse identiteit, die het wezen van het Franse volk diepgaand zou veranderen. In het 144-punten manifest dat de partij van Le Pen voor de Franse presidentsverkiezingen in 2017 opstelde, pleitte zij voor de herinvoering van de nationale grenzen in Europa om daarmee de ‘ongecontroleerde immigratie’ te beëindigen en Frankrijk weer ‘op orde’ te krijgen. Om de veiligheid in Frankrijk te kunnen garanderen moeten ook de politie en gendarmerie worden versterkt.

Van oudsher vertoonde het FN-discours naast nativisme en autoritarisme ook duidelijke kenmerken van populisme. Hoewel het populistische discours in de afgelopen jaren wat meer op de achtergrond lijkt te zijn geraakt (in het 144-punten manifest is bijvoorbeeld geen sprake van ‘de elite’), staat het principe van volkssoevereiniteit nog steeds centraal. Net als Wilders wenst ook Le Pen de invoering van vormen van directe democratie – met name het volksinitiatief (oftewel het ‘referendum van onderop’).

Alternative für Deutschland

Tot slot bestaan er ook een aantal overeenkomsten tussen de PVV en de AfD. Hoewel nationalisme in Duitsland mede door zijn ‘bruine’ verleden lange tijd taboe was, heeft ook dit land sinds 2013 te maken met de opkomst van een nieuwe partij op rechts. Tussen 2015 en 2017 schoof de partij geleidelijk verder naar rechts op, en kreeg ze meer trekken van de PVV. In haar beginselprogramma dat op het partijcongres in 2016 werd vastgesteld, toont de AfD zich uitgesproken kritisch over de islam: ‘De islam hoort niet bij Duitsland. In haar uitbreiding en in de aanwezigheid van een steeds groeiend aantal moslims ziet de AfD een groot gevaar voor onze staat, onze samenleving en ons waardenstelsel.’ Bovendien staat bij de AfD de bezorgdheid over law and order en (on)veiligheid centraal. In haar beginselprogramma wijdt de partij een heel hoofdstuk aan de verbetering van de interne veiligheid, bijvoorbeeld door het versterken van justitie, politie- en inlichtingendiensten.

Met haar aanvallen op de elite en de gevestigde politieke partijen bedient de AfD zich onmiskenbaar van populistische retoriek. Daarbij richt de partij het anti-establishment discours in het bijzonder tegen de bureaucratische bestuurders van de Europese Unie, die niet naar de kiezers zouden luisteren.

Verschillen tussen de PVV en de radicaal rechts-populistische partijfamilie

Ondanks de vele gelijkenissen zijn er ook een aantal belangrijke verschillen tussen de PVV, VB, AfD en FN:

1. Genese: In eerste instantie hebben deze partijen sterk uiteenlopende ontstaansgeschiedenissen. De PVV werd in februari 2006 door Wilders opgericht. Wilders begon zijn politieke loopbaan bij de VVD. In de loop der jaren werd hij steeds kritischer ten aanzien van de islam en in september 2004 stapte hij uit de Tweede Kamerfractie van de VVD na een botsing over de eventuele toelating van Turkije tot de Europese Unie. Na anderhalf jaar van voorbereiding kwam de PVV tot stand. De PVV kan dus als een afsplitsing van één van de gevestigde politieke partijen worden beschouwd.

Het FN daarentegen kwam in het begin jaren zeventig voort uit een fusie van enkele extreemrechtse bewegingen. De ontstaansgeschiedenis van het Vlaams Belang gaat zelfs nog verder terug: het VB was in eerste instantie een regionale Vlaams-nationalistische partij, die aan het einde van de jaren zeventig werd opgericht door twee afsplitsingen van de Volksunie, die weer uit de jaren vijftig dateert en voortkwam uit de Vlaamse beweging. De Duitse AfD bestaat nog maar sinds 2013. Deze partij werd opgericht door een groep gedesillusioneerde leden van de Christlich Demokratische Union Deutschlands (CDU). Aanvankelijk was het een single-issuepartij, die zich tegen de euro kantte. Pas tijdens de zogenaamde vluchtelingencrisis in 2015 begon de AfD steeds duidelijker xenofobe en islamofobe standpunten in te nemen, waarmee zij zich ontpopte als radicaal rechts-populistische partij.

2. Organisatie: Wat betreft haar organisatie is de PVV een uitzondering. De partij is volledig rondom Wilders opgebouwd, die formeel het enige natuurlijke lid is. In Duitsland zou een eenmanspartij zoals de PVV wettelijk niet mogelijk zijn, gezien de formele eisen waaraan een politieke partij volgens het Parteiengesetz moet voldoen (zoals een democratische partijstructuur en leden). AfD, VB en FN kunnen daarentegen worden beschouwd als tamelijk conventionele ledenpartijen.

3. Programma: Ook programmatisch zijn er tussen de hier besproken radicaal rechts-populistische partijen een aantal duidelijke verschillen op te merken. Economisch gezien leek de AfD bijvoorbeeld aanvankelijk meer rechts te staan dan de PVV, terwijl het FN zich juist linkser profileert – hoewel de AfD later ook wat meer in linkse richting is opgeschoven.

De PVV onderscheidt zich ook van het VB, FN en de AfD met progressieve standpunten die zij inneemt met betrekking tot maatschappelijke en ethische thema’s als homoseksualiteit, abortus en euthanasie. Volgens Wilders zijn dit verworvenheden van de westerse beschaving, die ten koste van alles beschermd dienen te worden tegen de toenemende islamisering. De AfD daarentegen toont zich een overtuigd tegenstander van abortus, euthanasie en het homohuwelijk.

Met haar scherpe afwijzing van de islam is de PVV in dit opzicht een stuk radicaler dan haar Europese zusterpartijen. In tegenstelling tot Wilders maken zij nog wel een onderscheid tussen de islam als religie en het islamisme als politieke ideologie. Tot slot wijkt de PVV in programmatisch opzicht van haar Europese zusterpartijen af met haar uitgesproken pro-Israëlische karakter, terwijl het VB en FN in het verleden juist werden beschuldigd van antisemitisme.

PVV als voorloper of buitenbeentje?

Ondanks de overeenkomsten tussen de PVV en andere radicaal rechts-populistische partijen in West-Europa, zijn er dus ook een aantal belangrijke verschillen. Toch lijkt het erop dat deze partijen in de afgelopen jaren steeds meer op elkaar zijn gaan lijken. Met name in haar anti-islam opstelling lijkt de PVV een voorloper te zijn geweest. Ook de internationale samenwerking tussen de partijen is in de afgelopen jaren toegenomen. Op 21 januari 2017 – de dag na de inauguratie van de Amerikaanse president Donald Trump – ontmoetten Geert Wilders, Marine Le Pen en Frauke Petry (toenmalig voorzitter van de AfD) elkaar in Koblenz om hun onderlinge banden te versterken. Na de nederlaag van de PVV bij de Europese verkiezingen van mei 2019, die al haar zetels in het Europees Parlement verloor, valt het te bezien of de bovengenoemde partijen nog steeds in internationale samenwerking met de partij van Wilders geïnteresseerd zijn.

Filed Under: Politieke partijen Tagged With: Geert Wilders, partij voor de vrijheid, PVV, Wilders

PVV Twitter-mythes ontkracht

door Kristof Jacobs, Niels Spierings 13/04/2018 3 Reacties

Sociale media zijn het speelveld van Geert Wilders. Als geen ander weet hij met zijn tweets mensen te bereiken en aan zich te binden, er zijn boodschap te verkondigen en direct contact met ‘het echte volk’ te leggen. Toch?

Nee, dat is niet het geval. In drie recent gepubliceerde studies komen we steeds tot die conclusie.[i] PVV politici waren later met de adoptie van Twitter, treden minder dan de overige partijen in contact met andere Twitteraars en lijken het ‘gewone volk’ vaker te negeren.

Startpunt: Voordelen voor de PVV?

Het is niet gek om te denken dat juist populisten[ii] wel varen bij het gebruik van sociale media. Populistische partijen strijden immers tegen de ‘slechte elite’ en komen op voor het ‘goede volk’. De traditionele media zoals tv en kranten worden gezien als een onderdeel van die elite, zeker omdat deze laatste de boodschap van de populist kunnen negeren, aanpassen of op een andere manier framen. Juist op sociale media kan een journalist de woorden van populisten niet verdraaien. En als Wilders geweerd wordt van TV, dan kunnen hij en de andere PVV’ers via Twitter toch in direct contact staan met burgers.

We zouden dus verwachten (1) dat PVV politici vooroplopen in het gebruiken van Twitter (en andere sociale media) (2) dat PVV’ers direct contact prefereren en (3) dat deze politici in vergelijking tot anderen eerder communiceren met accounts van de gewone burger dan met die van ‘de elite’.

Mythe 1. PVV ♥ Twitter

In het eerste onderzoek keken we vooral naar wie wanneer begon (professioneel) gebruik te maken van sociale media. Vanaf de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 zijn sociale media duidelijk onderdeel van de politiek, maar de PVV´ers begonnen pas na de verkiezingen van 2012 echt mee te doen (cf. Figuur 1).

Figuur 1. Professioneel gebruik van Twitter naar partij

Noot: voor de volledigheid hebben we hier ook gegevens van de TK-leden van de partijen toegevoegd.

Hoe kan dit? Eigenlijk wijst alle informatie in één richting: populistische leiders zijn bang dat ze door sociale media de controle verliezen. Ze willen LPF-achtige toestanden vermijden.[1] Inderdaad, via sociale media kunnen ‘domme uitspraken’ zich razend snel verspreiden. Ook kunnen interne conflicten zo gemakkelijk op straat komen te liggen.

Populistische partijen moedigen daarom hun politici juist minder aan om sociale media te gebruiken en ze controleren hen meer. Zoals ex-PVV-Kamerlid Kortenoeven in de Volkskrant liet optekenen: “Hij [Wilders] is bang voor het controleverlies dat uit conflicten voortvloeit.”[iii]

Kortom, hoewel populistische leiders vaak erg actief zijn op sociale media, geldt dat veel minder voor de overige politici van deze partijen.

Mythe 2: PVV ♥ Direct contact

Maar hoe gebruiken populistische politici Twitter dan? In een tweede onderzoek analyseerden we ook concreet het Twittergedrag van Nederlandse politici.

De informatie die je op je Twittertijdlijn te zien krijgt komt voor een groot deel van de accounts die je volgt en het is een uitstekend medium om rechtstreeks contact te hebben met andere Twitteraars. Tabel 1 laat enkele opvallende cijfers zien.

Tabel 1: Samenvattende statistieken (per partij)

PVV-Kamerleden volgen gemiddeld zo’n vier keer minder accounts dan andere Kamerleden. Wilders zelf volgde tot voor kort niemand. Inmiddels volgt hij één account: ‘Snoetje en Pluisje’ (@Wilderspoezen). Maar ook als we Wilders buiten beschouwing laten, volgen PVV’ers minder accounts.

Ook wat betreft het aantal berichten (bv. Tweets) zien we niet dat PVV politici actiever zijn. Sterker nog, als er al een verschil is met andere partijen, dan is het dat PVV’ers net minder tweeten.

PVV’ers in de Tweede Kamer zijn evenmin meer ‘in gesprek’. Ze worden wel het meest van alle partijen benaderd via @-mentions, maar reageren veel minder. Ze bevrienden ook minder andere accounts… maar retweeten deze ‘vrienden‘ wel vaker. Alle verschillen die we vinden met andere partijen duiden er op dat de PVV meer op zichzelf gericht is en zo bij lijkt te dragen aan het creëren van eigen ‘echo-kamers’.

Mythe 3: PVV ♥ Het volk

Maar misschien is het zo dat Twitter meer bevolkt wordt door ‘elite’-accounts (journalisten en andere politici) en dat populistische partijen zoals de PVV meer in contact treden met het gewone volk? Dat zou de bevindingen immers kunnen vertekenen.

In een derde studie onderzochten we of dit zo was. Wederom waren de resultaten negatief. Relatief gezien bevrienden PVV’ers net significant minder accounts van gewone burgers (cf. tabel 2). En hoewel ze wel meer worden @-mentioned door dergelijke gewone burgers, zie je dat PVV’ers (relatief gezien) zelf minder gewone burgers @-mentionen.[2]

Wat doen PVV’ers dan wel? Ze retweeten tweets van bevriende accounts wel significant vaker, en dat blijft gelden als we enkel kijken naar accounts van gewone burgers. Kortom, ze lijken meer geïnteresseerd in ‘hun mensen’ dan ‘de mensen’ in het algemeen.

Tabel 2. Kamerleden en contact met de gewone burger

Media en Mythe

Het idee dat Wilders en de PVV het zo goed doen op Twitter wordt in media vaak onderbouwd met zijn aantal volgers. Maar dat zegt weinig.[iv] Beter is het om naar het gedrag van politici op Twitter te kijken. Als we ons daarop baseren, lijkt het Wilders en de PVV echter ook niet te doen om direct contact of het gesprek met de Henk en Ingrid.

Wat dan wel? We kunnen niet in het hoofd van Geert Wilders kijken, maar het lijkt populisten vooral om media-aandacht te doen. Inderdaad, het grote voordeel voor populisten is dat ze via sociale media het onderwerp, frame en de verwoording van het nieuws kunnen beïnvloeden. En zolang kranten, radio en tv deze boodschap één-op-éen overnemen zullen ze tevreden zijn. Juist zo dragen klassieke media bij aan de mythevorming rond populisten op sociale media.

 

[1] Dit zien we recent trouwens ook weer terug bij het Forum voor Democratie.

[2] Deze resultaten blijven ook overeind als we Geert Wilders niet meerekenen (omdat hij praktisch nooit reageert). Bovendien hielden we er ook al rekening mee dat bij veel meer @-mentions het ondoenlijk is overal op te reageren.

[i] Voor meer details zie de drie studies waarop dit blog is gebaseerd. De drie stukken zijn allen gepubliceerd in internationale peer-reviewed tijdschriften. Belangrijk hierbij is dat de drie studies uit dezelfde onderzoekslijn komen, maar niet gebaseerd zijn op dezelfde data. De type data, analysetechnieken en/of de verzamelperiodes verschillen; de uitkomsten blijven hetzelfde tonen.

(1) Spierings, N., & Jacobs, K. (2018). Political parties and social media campaigning. Acta Politica, 1-29.
(2) Jacobs, K., & Spierings, N. (2018). A Populist Paradise? Examining Populists’ Twitter Adoption and Use. Information, Communication and Society.
(3) Spierings, N., Jacobs, K., & Linders, N. (2018). Keeping an eye on the people. Who has access to MPs on Twitter. Social Science Computer Review. [Open access op Researchgate beschikbaar]

[ii] We hanteren hier de standaarddefinitie van Cas Mudde waarbij populisme verwijst naar een dunne ideologie, niet naar een manier van communiceren of het louter hebben van een radicaal-rechts gedachtegoed. Onze focus ligt wel op de meest populistische partij van Nederland: de PVV.

[iii] In tegenstelling tot alle andere partijen, weigert de PVV ons te woord te staan. De alternatieve informatie bevestigd onze gevolgtrekking. Zo zien we een vergelijkbaar patroon bij de SP, de andere partij die volgens de bovengenoemde definitie als populistisch wordt gezien (maar niet radicaal-rechts). De SP campagneleider benoemde nadrukkelijk dat de partij geen incidenten wil waarbij SP-politici elkaar bekritiseren op sociale media. De meeste patronen voor de PVV vinden we in zwakkere mate ook voor de SP.

[iv] Zo hebben accounts met veel volgers vaak veel 50% nepvolgers. De groep echte volgers bestaat bovendien voor een deel uit buitenlandse accounts.

 

Foto, door Wouter Engler, License. Geen veranderingen aan de foto aangebracht.

Filed Under: Uncategorized Tagged With: ChristenUnie, Geert Wilders, kamerleden, PVV, social media, tweets, twitter, Wilders

Tweestrijd om het Torentje? VVD versus PVV

door Tom van der Meer 14/10/2016 3 Reacties

Het zingt rond in de media. De komende verkiezingscampagne zou wel eens een tweestrijd kunnen worden tussen de VVD en de PVV, een duel tussen Rutte en Wilders om het Torentje. De afgelopen weken schreven onder anderen Tom Jan Meeus (NRC) en Hans Goslinga (Trouw) hierover. Het idee is dat de twee partijen elkaar in de campagne actief zullen opzoeken om zich tegen de ander af te zetten. Zo houden ze de aandacht op zichzelf gevestigd en zouden ze de andere partijen electoraal leeg kunnen zuigen.

Een door media opgeklopte strijd tussen twee partijen om de grootste te worden lokt bij kiezers inderdaad strategisch stemgedrag uit die andere partijen wegdrukt. De laatste decennia zagen we bijvoorbeeld een tweestrijd tussen Kok (PvdA) en Bolkestein (VVD) in 1998, tussen Balkenende (CDA) en Bos (PvdA) in 2003 en 2006, en tussen Rutte (VVD) en Roemer (SP) en later Samsom (PvdA) in 2012. Regelmatig was zo’n tweestrijd zelfs zo succesvol, dat ze na de verkiezingen leidde tot een coalitie tussen de twee kemphanen.

Zou zo’n tweestrijd zich in 2017 kunnen herhalen, maar dan met de VVD en de PVV als hoofdrolspelers? Nou, nee. Dat is hoogst onwaarschijnlijk. Zo’n tweestrijd zou bokkensprongen vergen van alle hoofdrolspelers: de partijen en de media en de kiezers.

Minstens vier problemen staan een electoraal succesvolle tweestrijd tussen VVD en PVV in de weg.

 

1. De partijen zijn geen natuurlijke tegenhangers

Voor een succesvolle tweestrijd moeten partijen zich kunnen opstellen als elkaars tegenpolen. Maar daar gaat het op de belangrijkste onderwerpen al mis. De VVD is economisch uitgesproken rechts, terwijl de PVV zich hoogstens ambivalent opstelt. De partij van Wilders maakt regelmatig gebruik van linkse retoriek, maar stemt in de Tweede Kamer vaker als een rechtse partij. Omgekeerd is de PVV de meest uitgesproken partij tegen multiculturalisme en immigratie. Niemand kan de VVD van Rutte, Schippers en Zijlstra echter omschrijven als een partij van multiculti’s. Inhoudsnalyses van partijprogramma’s tonen dat de twee partijen zich gezamenlijk ophouden in een rechts-conservatieve hoek van het partijstelsel. Ze zijn niet elkaars tegenhanger, maar elkaars directe electorale concurrenten. Een tweestrijd tussen de twee partijen zou dus eerder leiden tot het afsnoepen van elkaars kiezers dan het aantrekken van kiezers van andere partijen.

Hoogstens is het denkbaar dat een derde thema een rol gaat spelen, waarin de PVV zich opstelt als uitdager van een corrupte elite en de VVD omgekeerd het verwijt uitspeelt dat Wilders geen politieke verantwoordelijkheid neemt. In de praktijk wordt politiek wantrouwen bij verkiezingen echter vooral gemobiliseerd door het op te hangen aan saillante verkiezingsthema’s. En daarop verschillen de VVD en de PVV relatief weinig van elkaar. Een tweestrijd komt dan maar moeilijk van de grond.

 

2. Nederlandse kiezers zijn tot nu toe opvallend trouw aan een coherent blok van partijen

Een tweestrijd tussen partijen die op elkaar lijken is niet aantrekkelijk voor strategische stemmers. De Nederlandse kiezer is namelijk niet wispelturig, maar trouw aan een redelijk consistente keuzeset, een blok van twee a drie partijen die inhoudelijk op elkaar lijken. Twee van de voornaamste blokken waren de afgelopen verkiezingen het economisch linkse blok (PvdA, SP, GroenLinks) en het economisch rechtse blok (VVD, PVV, CDA). D66 wisselde kiezers uit met beide blokken.

In het verleden kon een tweestrijd kiezers verleiden tot een strategische stem. Uit elk van beide verkiezingsblokken werd een lijsttrekker op het schild geplaatst die moest fungeren als de drakendoder: degene die moest voorkomen dat zijn tegenhanger uit het andere blok de grootste zou worden. In de praktijk kwam dat neer op een tweestrijd tussen CDA of VVD (uit het rechtse blok) en steevast de PvdA (uit het linkse blok). Strategische kiezers trokken naar de drakendoder uit het eigen blok.

Een tweestrijd tussen de VVD en de PVV zou juist die dynamiek missen. De meeste kiezers zouden niet gevoelig zijn voor het uitbrengen van een strategische stem voor een partij die niet tot de eigen keuzeset behoort. De verkiezingen in Frankrijk vormen weliswaar een voorbeeld waar linkse kiezers wel degelijk op een rechtse kandidaat stemden. Maar dat geldt in de tweede ronde (wanneer linkse kandidaten al uitgeschakeld waren of zichzelf terugtrokken) van een verkiezing met een winner-takes-all principe. Die omstandigheden zijn niet te vertalen naar ons coalitiestelsel met veel partijen.

 

3. Er is geen ongeschreven regel dat de grootste partij de premier mag leveren

Het hele principe van de tweestrijd is vanuit staatsrechtelijk oogpunt al merkwaardig. De tweestrijd om het Torentje gaat er van uit dat de grootste partij het recht heeft de coalitieformatie te leiden en de premier te leveren. Geert Wilders sorteerde in januari al voor op de uitkomst dat de PVV de grootste zou zijn: “Als ik straks de grootste ben en andere politici willen niet met mij samenwerken, dan zullen de mensen dat niet accepteren. Dan komt er een revolte. Wij laten dat niet gebeuren.”

Maar er is geen recht van de grootste.

In 1971, 1977, en 1982 was de PvdA de grootste partij van Nederland, maar nam het geen deel aan de regeringscoalitie. In alle drie deze jaren besloten de christendemocraten een coalitie te sluiten met de VVD. Structureel hebben extremere partijen, ongeacht de grootte, een kleinere kans om mee te regeren dan gematigde partijen.

De suggestie dat kiezers om strategische redenen een keus moeten uitbrengen op de VVD of de PVV in een tweestrijd tussen de beide partijen, is alleen daarom al ongepast.

 

4. Een coalitie met de PVV is nauwelijks denkbaar

De hele opzet van een politieke tweestrijd die strategisch kiesgedrag uitlokt, rust op de premisse dat beide partijen reële kansen hebben om een regering te vormen of te leiden. Dat is voor de komende formatie maar de vraag. Geert Wilders heeft de VVD uitgesloten zo lang Rutte partijleider is. De VVD zegt formeel geen partijen uit te sluiten, maar heeft eerst na de ‘minder-minder-minder’-rel en recent bij de aftrap van de verkiezingscampagne de deur nagenoeg dichtgegooid. Maar zelfs als deze twee partijen er samen uit zouden komen, is er steun nodig van minstens twee andere partijen om een meerderheidscoalitie te vormen in de Eerste Kamer. Zo’n coalitie is hoogst onwaarschijnlijk, omdat zelfs het CDA een coalitie met de PVV uitsluit.

Regeringsdeelname van de PVV ligt na de komende verkiezingen simpelweg niet erg voor de hand, vanwege die wederzijdse uitsluitingen. Natuurlijk is het mogelijk dat een onverwachte verkiezingsuitslag daar verandering in zal brengen. Voor nu is echter van belang dat tweestrijd tussen de VVD en de PVV geen reële spanning zal opleveren: veel kiezers zullen snappen dat de laatste weinig kans maakt op de regeringsmacht. Dat maakt zo’n tweestrijd onvergelijkbaar met die uit het verleden.

 

Bokkesprongen

We kunnen niets uitsluiten. Maar een succesvolle tweestrijd tussen de VVD en de PVV om strategische kiezers te winnen ligt niet bepaald voor de hand. Dan zouden veel actoren bokkesprongen moeten maken. Partijleiders (met name Rutte en Wilders maar ook Buma) zouden dan stellige woorden moeten inslikken. Media zouden mee moeten gaan in het sprookje dat de grootste partij van het land inderdaad recht heeft op regeringsdeelname, en de tweestrijd daardoor gaan voeden. En met name linkse en progressieve kiezers zouden hun eigenlijke voorkeuren op moeten geven en gaan stemmen op partijen die inhoudelijk ver van hen afstaan.

Geen van drieën is erg waarschijnlijk.

 

Afbeelding: 2010-presentatie-regeerakkoord door Rijksvoorlichtingsdienst (license). Origineel aangepast (bijgesneden) door SRV.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Media, Politieke partijen Tagged With: Geert Wilders, mark rutte, PVV, Rutte, strategisch stemmen, torentje, tweestrijd, verkiezingen, VVD, Wilders

10 jaar PVV: StukRoodVlees over Wilders’ kiezers, stemgedrag, bondgenoten, rechtszaken, populisme, en afvalligen

door Tom van der Meer 21/02/2016 0 Reacties

Dit weekend bestaat de PVV 10 jaar. In die tijd is veel geroepen en geschreven over de partij. In 2012 riep premier Rutte op: “Je moet niet reageren op elke stuk rood vlees dat door de PVV de arena wordt ingegooid”, daarmee indirect bijdragend aan de naamgeving van dit blog. StukRoodVlees heeft in de afgelopen jaren met regelmaat geschreven over verschillende facetten van de PVV: de kiezers, het stemgedrag, de bondgenootschappen, de rechtszaken, het populisme, de afvalligen, en nog veel meer.

Hieronder een kleine bloemlezing.

[Read more…] about 10 jaar PVV: StukRoodVlees over Wilders’ kiezers, stemgedrag, bondgenoten, rechtszaken, populisme, en afvalligen

Filed Under: Politieke partijen Tagged With: Geert Wilders, PVV, Wilders

Regeren, Revolte, en Wilders’ “Recht van de grootste”

door Tom van der Meer 04/02/2016 3 Reacties

Op 30 januari verscheen een interview met Geert Wilders (PVV) in de NRC, waarin hij letterlijk liet optekenen: “Als ik straks de grootste ben en andere politici willen niet met mij samenwerken, dan zullen de mensen dat niet accepteren. Dan komt er een revolte. Wij laten dat niet gebeuren.” Op 1 februari herhaalde hij dat nog eens voor de NOS.

In reactie op Wilders is al vaak geschreven dat de democratie geen recht van de grootste kent. Het gaat er immers om welke regering kan rekenen op de steun van een meerderheid in het parlement. En een meerderheid, daar is Wilders zelfs in de peilingen met zijn 27 zetels (I&O Research) tot 42 zetels (peil.nl) nog ver van verwijderd. Bovendien stelde diezelfde Geert Wilders op 10 januari op Twitter zelf pontificaal en onvoorwaardelijk niet te zullen samenwerken met de VVD van Rutte. Inderdaad, de partij die momenteel de grootste is in het parlement.

Hoewel formeel geen recht van de grootste is vastgelegd in de wet, wordt vaak de suggestie gewekt dat er de grootste partij in de praktijk wel degelijk extra privileges krijgt. De laatste jaren is er bijvoorbeeld in de verkiezingscampagnes bij strategische stemmers ingehamerd dat de grootste partij de coalitieonderhandelingen zal leiden en de premier zal leveren. Dat leidde tot tweestrijdjes als tussen Kok en Bolkestein (1998), Balkenende en Bos (2003, 2006) en Rutte en Samsom (2012).

Zo’n informeel recht van de grootste blijkt in de praktijk echter boterzacht. De grootste partij vergroot zijn kansen op regeringsdeelname, maar biedt geen enkele garantie. Dat blijkt niet alleen uit de Nederlandse naoorlogse geschiedenis, maar ook uit internationaal vergelijkend onderzoek.

[Read more…] about Regeren, Revolte, en Wilders’ “Recht van de grootste”

Filed Under: Politieke partijen, Regering en beleid Tagged With: coalitie, coalitieformatie, Formatie, Geert Wilders, Grootste Partij, PvdA, Regeren, Revolte

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Voorbij de usual suspects: waarom participeren burgers niet?

De participatie-elite en de participatieparadox

‘Minder, minder, minder’ invloed PVV in Tweede Kamer?

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in