• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

jongeren

Leeftijdskloof in stemkeuze was nog nooit zo groot

door Roderik Rekker 17/08/2020 7 Reacties

Bij recente verkiezingen waren er in veel landen opvallend scherpe verschillen tussen de stemkeuze van jonge en oudere kiezers. Het meest extreme voorbeeld is waarschijnlijk het Verenigd Koninkrijk, waar jonge en oudere kiezers sinds het Brexit-referendum lijnrecht tegenover elkaar zijn komen te staan. Bij de Britse verkiezingen van 2019 stemde slechts 21 procent van de jongeren onder de 25 jaar op de Conservatives, tegenover maar liefst 67 procent van de ouderen boven de 70. Ook in Nederland zijn er aanzienlijke leeftijdsverschillen in stemkeuze. In mijn artikel over jongeren in de Tweede Kamerverkiezingen van 2017  liet ik bijvoorbeeld zien dat D66 bijna twee keer zoveel steun had in deze leeftijdsgroep en dat de kiezers van de PvdA en 50PLUS gemiddeld bijna 30 jaar ouder waren dan de kiezers van DENK en Forum voor Democratie.

Veel politicologen vermoeden daarom dat leeftijd misschien wel sociale klasse en religie aan het vervangen is als de belangrijkste sociaal-structurele voorspeller van stemkeuze. Recentelijk poneerden Pippa Norris en Ronald Inglehart deze stelling bijvoorbeeld in hun boek ‘Cultural Backlash.’

Toename sinds de jaren ‘50

Van NWO ontving ik vorig jaar een VENI-beurs voor een onderzoeksproject naar generatieverschillen in stemkeuze. Als onderdeel van dit project vergeleek ik het stemgedrag van jonge en oudere kiezers bij alle verkiezingen tussen 1948 en 2019 in 21 landen in West-Europa, Noord-Amerika en Australië. De eerste resultaten laten zien dat leeftijdsverschillen in stemkeuze inderdaad zijn toegenomen. De onderstaande grafiek toont voor elk decennium het gemiddelde verschil tussen het percentage stemmen dat elke partij kreeg onder jonge (leeftijd < 25) en oudere kiezers (leeftijd > 24).

Deze leeftijdskloof was in de jaren ’50 nog klein en nam vervolgens gestaag toe in de jaren ’60 en ’70, wat algemeen wordt gezien als een periode waarin de politiek werd opgeschud door jonge ‘babyboomers’. In de jaren ’80 en ’90, de periode waarin ‘generatie X’ de kiesgerechtigde leeftijd bereikte, namen de leeftijdsverschillen vervolgens weer af. Sinds de eeuwwisseling, de periode waarin ‘millennials’ het electoraat instroomden, is er echter weer een scherpe stijging. In de jaren ’10 bereikte de leeftijdskloof in stemkeuze zelfs een historisch hoogtepunt. Er is nu gemiddeld meer dan vijf procentpunten verschil tussen de steun per partij onder jonge en oudere kiezers.

Figuur 1: Het gemiddelde verschil (in procentpunten) tussen de steun van elke partij onder jonge (leeftijd <25) en oudere kiezers (leeftijd >24) in 21 landen tussen 1948 en 2019.

Hoe stemmen jonge kiezers?

Wereldwijd doen vooral radicaal progressieve partijen het beter onder jonge kiezers. Dat is altijd al zo geweest, maar de laatste jaren dus in versterkte mate. Deze stemkeuze van millennials is niet verwonderlijk aangezien zij in vergelijking met eerdere generaties gemiddeld veel positiever tegenover zaken als immigratie en Europese eenwording staan. Ook klimaatverandering leeft op dit moment sterk onder jongeren. De traditionele middenpartijen (bv. CDA en PvdA) doen het in de meeste landen juist bijzonder slecht onder jonge kiezers. Voor anti-immigratiepartijen is het patroon wisselend: Met enige regelmaat zien we dat anti-immigratiepartijen het relatief goed doen onder jongeren, maar dit patroon is niet zo consistent als voor radicaal progressieve partijen.

Figuur 2: De stemkeuze van Nederlandse jongeren (leeftijd < 25) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 en de gemiddelde leeftijd van kiezers per partij.

Zoals te zien is in bovenstaande grafiek had Forum voor Democratie in 2017 bijvoorbeeld een relatief jonge achterban (iets dat overigens vaak geldt voor nieuwe partijen), terwijl de PVV juist voornamelijk oudere kiezers trok. Duidelijk is wel dat millennials volwassen zijn geworden in een periode van scherpe polarisatie over culturele thema’s zoals immigratie. Dit soort vraagstukken lijkt dan ook zwaar te wegen in de stemkeuze van millennials aan zowel de linker- als de rechterkant van het politieke spectrum.

Methodologische verantwoording: Figuur 1 is gebaseerd op een analyse van nationale verkiezingsonderzoeken uit de volgende 21 landen: Australië, België, Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, IJsland, Italië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Zweden en Zwitserland. De afgebeelde periodeverschillen zijn statistisch significant en veranderen niet na controle voor landenverschillen. Vanzelfsprekend zijn er ook andere manieren om te kijken naar leeftijdsverschillen in stemkeuze. Deze analyse, die specifiek kijkt naar de jongste leeftijdsgroep, is slechts een eerste stap in een vierjarig onderzoek.

Afbeelding: “Woman holding cardboard” door Josh Barwick via Unsplash.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: jongeren, kiesgedrag, kiezers, millennials

Stemmen op 16: een goed idee? Resultaten van een experiment in Gent

door Dieter Stiers 18/07/2019 1 Reactie

De Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) adviseerde eind juni om de stemgerechtigde leeftijd in Nederland te verlagen tot 16 jaar. Eerder gaven onder meer ook de provinciebesturen van Zeeland en Friesland al aan dat ze graag zouden experimenteren met het verlenen van kiesrecht voor 16-jarigen. Uitgerekend in het jaar dat zowel Nederland als België honderd jaar algemeen stemrecht vieren, is er heel wat belangstelling voor de vraag om het voor de democratie beter zou zijn het stemrecht nog verder uit te breiden. Maar om de provinciebesturen van Zeeland en Friesland alvast gerust te stellen: ze hoeven het warm water niet opnieuw uit te vinden. De Belgische stad Gent voerde namelijk een gelijkaardig experiment uit in 2018, en uit ons onderzoek blijkt dat de jongeren van 16 en 17 jaar oud best in staat zijn om een weloverwogen stem uit te brengen.

Stemmen op 16: Principe of instrument?

In heel wat Europese landen wordt het debat momenteel gevoerd: moet de meest gebruikelijke leeftijdsgrens om stemrecht te verkrijgen van 18 jaar oud verlaagd worden naar 16 jaar oud? Heel wat argumenten zijn naar voren gebracht door zowel voor- als tegenstanders van de mogelijke hervorming, en die argumenten worden ook overzichtelijk samengevat in het advies van de Raad voor Openbaar Bestuur. Sommige van die argumenten gaan over fundamentele democratische principes: 16-jarigen genieten dan wel al enkele rechten, pas op 18 jaar worden ze volwassen voor de wet – waarom zouden ze dan al mogen wegen op politieke beslissingen? Zouden jongeren zich dan ook kandidaat moeten kunnen stellen?

Andere argumenten zijn dan weer empirisch: jongeren zouden meer geïnteresseerd en geïnformeerd worden als ze eerder betrokken worden bij het proces. Er wordt ook geopperd dat jongeren vroeger in het politieke proces betrekken ongelijkheden in participatie later in het leven kan verkleinen. Daar waar de eerste groep argumenten niet ‘testbaar’ is, is de tweede dat wel. Dat was het doel van de ‘Ghent Study’, die werd uitgevoerd door een onderzoeksteam van de universiteiten van Leuven (België) en Montréal (Canada).

Geen uitsluitsel

Hoewel stemrecht op 16 een thema is dat heel wat aandacht krijgt, is er nog niet zo veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de gevolgen van zo’n beslissing. Het merendeel van die studies vergelijkt de politieke attitudes van 16- en 18-jarigen. Als er grote verschillen zijn in de politieke “maturiteit” van deze twee groepen, wordt dat als een argument tegen stemrecht op 16 beschouwd. Onderzoek van dit type werd reeds in verschillende landen uitgevoerd: McAllister (2014, paywall) en Chan en Clayton (2006) vinden dat jongeren over het algemeen minder politieke interesse en minder politieke kennis hebben, in respectievelijk Australië en het Verenigd Koninkrijk. Hart en Atkins (2011, paywall) komen dan weer tot de tegengestelde conclusie, aangezien ze dergelijke verschillen niet vinden in de Verenigde Staten. Deze studies werden echter uitgevoerd in landen waar 16-jarigen niet mogen stemmen, en ze geven dus geen inzicht in de gevolgen van stemmen op 16. Ander onderzoek richt zich wel op die specifieke vraag, maar ook dat onderzoek kan geen definitief antwoord bieden. Sommige studies vinden positieve gevolgen van stemrecht op 16 voor de politieke attitudes van jongeren, maar anderen niet (Bergh, 2013; Eichhorn, 2018; Zeglovits & Zandonella, 2013 – alle paywall).

Empirisch onderzoek kan voorlopig dus nog geen uitsluitsel bieden over de gevolgen van stemrecht op 16.

Het Gentse experiment

Op 14 Oktober 2018 werden er in België lokale verkiezingen gehouden, en in tegenstelling tot wat het geval is in Nederland, vinden de meeste Belgen die lokale verkiezingen wel bijzonder belangrijk. In Gent – een van de grootste steden in Vlaanderen – besliste het stadsbestuur om een uniek experiment op te zetten. Alle Gentenaars van 16 en 17 jaar oud ontvingen een gepersonaliseerde brief, waarin hen werd uitgelegd dat ze een stem konden uitbrengen via een website van de stad Gent. Op de website konden jongeren aangeven op welke partij ze zouden stemmen, en daarnaast konden ze via enkele vragen aangeven welke beleidsdomeinen voor hen meer aandacht zouden moeten krijgen. Dit was dus geen “officiële” stem – de stad kon natuurlijk niet zelf beslissen om de stemgerechtigde leeftijd te laten dalen – maar de stad nam wel maatregelen om het allemaal zo realistisch mogelijk te maken. Toch beschouwen we deze studie als een ‘least likely case’, en we nemen aan dat de resultaten die we hier vinden eerder een onderschatting zijn van wat we zouden mogen verwachten als jongeren echt stemrecht zouden krijgen.

Wij maakten van dit initiatief gebruik om de gevolgen van stemmen op 16 te onderzoeken. Met dat doel zetten we een grootschalig survey-onderzoek op, waarbij we een vragenlijst opstuurden naar alle jongeren tussen 15 en 21 jaar die in Gent woonden. Naast de jongeren, stuurden we ook telkens een vragenlijst mee die ze aan één van hun ouders konden doorgeven. In totaal verstuurden we 11016 vragenlijsten naar jongeren en 8770 naar hun ouders, en we ontvingen respectievelijk 2373 en 1378 antwoorden, en bij de jongeren is dat dus een responsgraad van 21,7 procent.

De gevolgen van stemmen op 16

Een algemeen overzicht van de resultaten – inclusief wie ging stemmen en op welke partijen de jongeren stemden – is onder deze link te vinden. Hier gaan we dieper in op enkele specifieke onderzoeksvragen die we diepgaander hebben onderzocht. Meer bepaald vroegen we ons af of jongeren meer geïnteresseerd werden omdat ze mochten gaan stemmen, en of ze ook een geïnformeerde stem uitbrachten. Ten slotte vroegen we ons af of jongeren wel willen gaan stemmen.

Grotere betrokkenheid?

Ten eerste onderzochten we of de politieke attitudes van jongeren veranderen omdat ze het recht krijgen een stem uit te brengen. Een argument van de voorstanders van stemrecht op 16, is dat het jongeren zou aanzetten om meer interesse te vertonen in het politieke proces. Als ze zelf mogen gaan stemmen, hebben jongeren meer belang bij het volgen van de politiek, en de verwachting is dan ook dat ze dat in grotere mate zullen doen. Maar is dat wel zo? Om dit te onderzoeken, maakten we gebruik van het quasi-experimentele design van onze studie. Jongeren die 16 jaar oud waren op 14 oktober 2018 werden uitgenodigd om te stemmen. Jongeren die op 15 oktober of later geboren waren, niet. Daarom kunnen we het gevolg van het stemrecht onderzoeken door de politieke attitudes van de jongeren die net oud genoeg waren om te gaan stemmen te vergelijken met de attitudes van jongeren die net te jong waren om te mogen gaan stemmen. Het verschil in attitudes, is dan het effect van het verkrijgen van het recht om te stemmen.

De resultaten laten ons zien dat jongeren wel degelijk meer aandacht voor de politiek hadden als ze mochten gaan stemmen. Echter, naast aandacht voor politiek onderzochten we ook andere variabelen, zoals politieke kennis, praten over politiek, en politiek vertrouwen. Hiervoor vonden we geen effecten.

Geïnformeerde stem?

Ten tweede onderzochten we of jongeren in staat zijn om een geïnformeerde stem uit te brengen. Een argument dat vaak tegen stemrecht op 16 wordt gebruikt, is dat jongeren niet “matuur” genoeg zouden zijn, en daardoor niet in staat zouden zijn om geen goede en geïnformeerde stem uit te brengen. Het is natuurlijk altijd moeilijk om te bepalen wat een “geïnformeerde” stem net is, of zou moeten zijn. Wat we wel als argument kunnen gebruiken, is de informatie die we hebben over de ouders van de jongeren. Het is moeilijk te bepalen om welke redenen iemand op een bepaalde partij zou moeten stemmen, maar een basisverwachting is toch dat de attitudes van de kiezers overeenkomen met de posities van de partijen. We kunnen die “congruentie” tussen kiezers en partijen zowel berekenen voor jongeren als voor hun ouders. We gaan er dan van uit dat als daar geen sterk verschil in is tussen de jongeren en de volwassenen, de jongeren dus in dezelfde mate hun attitudes uitdrukken met hun stem als volwassenen.

Om dit argument te testen, onderzochten we het verband tussen de stemkeuze en twee belangrijke fundamentele politieke vraagstukken: de rol van de overheid in economische herverdeling, en de gevolgen van immigratie voor België. Als we naar de voorkeuren van de respondenten kijken, zien we dat kiezers met het meest linkse gedachtegoed vooral op de extreem-linkse PVDA en het groen-rode kartel sp.a/Groen stemmen, terwijl eerder ideologisch rechtse kiezers op de nationalisten van N-VA en het extreemrechtse Vlaams Belang stemmen. Belangrijk voor ons onderzoek is vooral dat voor alle partijen en beide vragen de gemiddeldes van de jongeren en de volwassenen heel dicht bij elkaar liggen. Jongeren en volwassenen met dezelfde meningen stemmen dus op dezelfde partijen.

Met andere woorden, het lijkt erop dat jongeren in staat zijn om zowel hun eigen meningen en die van de verschillende partijen te evalueren, en de kiezen voor de partij die hun mening het best vertegenwoordigt – of toch minstens even goed als hun ouders.

Wat willen jongeren zelf?

Een derde vraag die we onderzochten, is of jongeren wel überhaupt willen stemmen. Om dit te onderzoeken, vroegen we aan onze respondenten wat volgens hun de ideale leeftijd is om stemrecht te krijgen. Ze konden daarbij kiezen uit 4 opties (15, 16, 18 of 21 jaar oud) of zelf een andere suggestie doen. Onderstaande figuur geeft de percentages van de verschillende antwoorden voor verschillende groepen respondenten weer.

De Figuur laat duidelijk zien dat, over het algemeen, de meeste Gentenaars de huidige leeftijd van 18 jaar oud de ideale leeftijd vinden om stemgerechtigd te worden. Van de 16- en 17-jarige respondenten, vindt 57.9% dat 18 jaar oud de ideale leeftijd is, terwijl 19.2% die liever zou zien dalen tot 16 jaar oud. Als we kijken naar al de jongeren die werden ondervraagd voor het project, vindt 56.1% dat de huidige leeftijd ideaal is, terwijl 20.9% vindt dat dat 16 jaar oud zou moeten zijn. Bij de Gentse volwassenen vinden we het minste steun: 63.6% vindt de huidige leeftijd ideaal, en slechts 15.7% zou die liever zien dalen.

Opvallend is ook dat voor alle leeftijdsgroepen bijna hetzelfde aantal respondenten dat de stemgerechtigde leeftijd liever zou zien dalen, die leeftijd net liever zou optrekken naar 21 jaar oud. Bij de volwassenen lijkt er zelfs meer steun te zijn voor een verhoging dan voor een verlaging van de stemgerechtigde leeftijd. Alles samen lijkt het dus duidelijk dat er niet veel steun is voor een verlaging van de kiesleeftijd.

Besluit

Het debat over stemrecht op 16 raakt aan de fundamenten van onze democratie: moeten deze jonge burgers gehoord worden, en een kans krijgen om hun stem uit te brengen op de verkiezingsdag? Wetenschappelijk onderzoek vindt bewijs voor zowel argumenten pro als argumenten contra, maar er is nog niet veel onderzoek naar de gevolgen van stemrecht  op 16. Onze studie maakte gebruik van een uniek initiatief in Gent, waarbij jongeren hun stem mochten uitbrengen in een gesimuleerde verkiezing. Onze resultaten lijken erop te wijzen dat het verkrijgen van stemrecht wel degelijk een invloed kan hebben op de politieke attitudes van jongeren aangezien hun aandacht voor politiek toenam. Ook vonden we aanwijzingen dat jongeren wel degelijk een geïnformeerde stem kunnen uitbrengen. Echter, als we aan mensen vragen wat volgens hun de ideale stemgerechtigde leeftijd is, lijkt er weinig steun te zijn voor een verlaging van de huidige grens.

Ondersteunen onze resultaten een mogelijke verlaging van de stemgerechtigde leeftijd of niet? De vraag naar wie mag stemmen en wie niet is intrinsiek politiek. Onze resultaten geven geen aanwijzing dat er negatieve gevolgen zouden zijn aan het verlagen van de kiesleeftijd. Echter, we onderzochten slechts enkele specifieke elementen, en verder onderzoek is nodig om een meer alomvattend beeld te krijgen van de mogelijke gevolgen van dergelijke verandering. Daarnaast zijn veel argumenten die in het debat worden gemaakt normatief, en kunnen niet empirisch getest worden. Met ons onderzoek spreken we dus geen steun uit voor een van beide kampen in het debat. We vinden enkele ‘positieve’ resultaten, maar ook heel wat nulresultaten.

Het verstrekken van stemrecht kan dus wel positieve gevolgen hebben, een wondermiddel is het zeker niet.

Afbeelding: Bron

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: 16, jongeren, raad voor het openbaar bestuur, stemgerechtigde leeftijd

Over de mythe van de ontevreden jongeren

door Matthijs Rooduijn 18/02/2019 4 Reacties

Afgelopen weekend stond er een mooi maar ook zorgwekkend artikel in de NRC over de staat van de democratie in de wereld. Eén van de redenen waarom er reden tot zorg is: volgens verschillende organisaties die onderzoek doen naar het democratische gehalte van staten gaat het op veel plekken in de wereld de verkeerde kant op. Denk aan landen als Hongarije, Venezuela en Turkije.

In deze blog wil ik ingaan op een andere in het artikel geopperde reden voor bezorgdheid. De lead van het NRC-stuk luidt: “Jongeren, ook in Nederland, zijn negatiever over democratie dan hun ouders. Waar mankeert het aan, en is het tij nog te keren?” Met andere woorden: niet alleen de democratische instituties van sommige landen staan onder druk, ook de steun voor de democratie kalft af. Zelfs in Nederland.

Ik heb goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat dit verhaal van de ontevreden jongeren niet klopt. Het slechte nieuws is dat dit verhaal desalniettemin wijdverspreid is, en ook nog steeds verspreid blijft worden. [Read more…] about Over de mythe van de ontevreden jongeren

Filed Under: Democratie, Kiezers en publieke opinie Tagged With: democratie, jongeren

Jongeren en democratie: naar een tirannie van de meerderheid?

door Hessel Nieuwelink 24/10/2018 6 Reacties

De democratische gezindheid van jongeren lijkt wel permanent onderwerp van discussie te zijn. Ook nu is dat weer het geval. Vinden jongeren democratie belangrijk? Neemt complexiteit in het denken over democratie toe als zij ouder zijn? En zijn er daarin verschillen tussen jongeren in het vmbo en het vwo?

Nieuw onderzoek suggereert een opvallende ontwikkeling. In de hogere leerjaren van het middelbaar onderwijs vernauwt de invulling van democratie tot één leidend principe, namelijk dat van de meerderheidsbesluitvorming. Die trend zien we met name onder vwo-leerlingen. [Read more…] about Jongeren en democratie: naar een tirannie van de meerderheid?

Filed Under: Democratie Tagged With: jongeren, middelbare school, socialisatie, vwo

Staar je niet blind op het algemene opkomstpercentage van 81,9%

door Armen Hakhverdian 21/03/2017 10 Reacties

Nu de Kiesraad de officiële uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 heeft bekendgemaakt, blijkt het uiteindelijke opkomstpercentage uit te komen op 81,9%. Daarmee was dit de hoogste opkomst in meer dan dertig jaar. Toch is er ook reden tot zorg, want wie wat verder kijkt dan het algemene opkomstpercentage ziet verontrustende opkomstverschillen op basis van opleiding en leeftijd.

Ipsos heeft berekend dat de stijging van de opkomst ten opzichte van 2012 terug te zien is onder vrijwel alle opleidingsgroepen en leeftijden, behalve onder 18-24 jarigen. Onder die laatste groep daalde de opkomst flink. Bovendien is de stijging van de opkomst onder lager opgeleiden vrij marginaal gebleven.

Wat misschien nog wel het meest in het oog springt, is dat leeftijd en opleiding elkaar versterken. Ipsos meet het hoogste opkomstpercentage onder hoger opgeleide 55-plussers (95%) terwijl slechts de helft (48%) van de lager opgeleide 18-34 jarigen ging stemmen. Deze resultaten zijn des te verontrustender wanneer we in ogenschouw nemen dat Tweede Kamerverkiezingen de meest populaire politieke verkiezingen zijn die we doorgaans in Nederland houden, op ruime afstand gevolgd door gemeenteraadsverkiezingen, Provinciale Statenverkiezingen en Europese verkiezingen. Bovendien is het opkomstpercentage bij landelijke verkiezingen sinds de jaren tachtig behoorlijk stabiel, terwijl we voor ieder van de overige drie verkiezingen over dezelfde periode een structurele neergang zien. In alle waarschijnlijkheid laat de bovengenoemde groep van lager opgeleide jongeren deze overige verkiezingen in nog grotere getale aan zich voorbijgaan.

Stemmen bij verkiezingen behoort sowieso tot een van de meer laagdrempelige vormen van politieke participatie. Activiteiten als lidmaatschap van een politieke partij of belangenorganisatie, protestgedrag, het bijwonen van burgerfora, contact opnemen met beleidsmakers en ga zo maar door zijn nog in veel grotere mate het domein van hoogopgeleiden. Dit alles leidt tot de sombere conclusie dat de stem van sommige bevolkingsgroepen luider klinkt in de gangen van de macht en daardoor het papieren ideaal van politieke gelijkheid in de praktijk hopeloos tekortschiet.

Het is er dan ook alles aan gelegen om vanuit de overheid grootschalige mobilisatiecampagnes te organiseren om gemarginaliseerde groepen naar de stembus te krijgen. Onderzoek heeft aangetoond dat stemmen in zekere zin een gewoonte wordt wanneer burgers er een aantal keer ervaring mee opdoen. Bovendien heeft politieke participatie een educatieve functie, zoals Wouter Schakel en ik in ons boek Nepparlement? bespreken (zie hier voor een leesfragment). Hoogopgeleiden willen nog wel eens in de stress schieten over het gebrek aan politieke kennis onder lager opgeleiden (ongeacht hun leeftijd) maar verdere politieke marginalisering leidt tot een vicieuze cirkel waarin mensen die amper participeren ook minder kennis opdoen over de politiek en daardoor weer minder zullen participeren, enzovoorts.

Kijk dus vooral voorbij dat hoge opkomstpercentage. Onder de oppervlakte zijn de contouren zichtbaar van een politieke standenmaatschappij waarbij de stem van grote groepen burgers maar moeizaam tot uiting komt.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: jongeren, Leeftijd, nepparlement, ongelijkheid, opkomst

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Peilingennieuws geeft weinig informatie over onderzoeksaanpak. Hoe kan dat beter?

Brexit en de verdeeldheid van het Britse Old Boys netwerk

Aflevering 60 – De impact en oorsprong van economisch nieuws, met Alyt Damstra

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in