In 2014/2015 is het zogenaamd ‘leidend advies’ ingevoerd. Plaatsing in het voortgezet onderwijs (VO) zou niet langer gestuurd worden door de combinatie van de eindtoets (vaak een CITO-toets) en het advies van de basisschool, maar uitsluitend door het uiteindelijke schooladvies. De VO-school mag leerlingen met een passend advies niet weigeren, behalve als de leerling niet past bij de grondslag van de school of wanneer de school vol is. Wel mocht een VO-school het laagste niveau hanteren als er een gemengd advies (bv HAVO/VWO) was gegeven.
In heb in een eerder stuk geprobeerd om in kaart te brengen of schooladviezen in 2015 substantieel en stelselmatig hoger waren dan in de voorafgaande jaren. Dat bleek door gebrek aan geschikte gegevens lastig. In dit vervolgstuk gebruik ik het onderwijstype van eersteklassers in 2015/2016 als een indicator voor het uiteindelijke advies dat de leerlingen kregen van hun basisschool.