• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

media

Aflevering 99 – Politieke journalistiek anno 2021, met Lamyae Aharouay en Mark Lievisse Adriaanse

door Armen Hakhverdian 20/08/2021 0 Reacties

Mijn gasten van vandaag zijn Lamyae Aharouay en Mark Lievisse Adriaanse, beiden werkzaam als politiek journalist bij NRC. Lamyae en Mark vertellen op openhartige wijze over hun werk als journalist op het Binnenhof. We staan ook stil bij de toenemende druk op de persvrijheid in Nederland, zowel vanuit de hoek van radicaalrechts als vanuit de overheid.

Achtergronden bij deze aflevering:

  • Coronakabinet Rutte III: van crisis naar crisis
  • Hoe Nederland de controle verloor: de corona-uitbraak van dag tot dag
  • Sigrid Kaag: ‘We komen in dit kabinet niet verder

Download de podcast via iTunes | Spotify | Stitcher | Soundcloud | RSS

Stuk Rood Vlees · #99 – Politieke journalistiek anno 2021, met Lamyae Aharouay en Mark Lievisse Adriaanse

Muziek: Dexter Britain (CC BY-NC-SA 3.0), www.dexterbritain.com

Filed Under: Politieke partijen, Regering en beleid Tagged With: corona, journalistiek, media, stuk rood vlees podcast

Samenzweringspopulisme in tijden van corona

door Matthijs Rooduijn 23/06/2020 3 Reacties

“We hebben te maken met een kartel. Een KARTEL.” Aldus Thierry Baudet vorige week op Twitter. Even daarvoor had hij een foto verspreid van een gebouw dat op instorten stond maar nog nét overeind werd gehouden door een paar balken. Het bijschrift bij het gebouw: “Kabinet Rutte”. De balken moesten de Nederlandse media – of, in Baudets woorden, de “kartelstutters” – voorstellen. De boodschap was duidelijk: er bestaat een samenzwering van politieke partijen en media die alleen maar aan zichzelf denken en de belangen van de Nederlandse bevolking verkwanselen.  

Hoe deze kernboodschap van Baudets Forum voor Democratie te duiden? Sommige onderzoekers zouden zeggen dat hier sprake is van populisme: het goede volk wordt afgezet tegen een slechte elite. Andere onderzoekers zouden Baudets boodschap als complotdenken typeren: het geloof in het bestaan van een groep samenzweerders die in het geheim kwade plannen bekokstoofd. Ik denk dat dit allebei klopt. Baudets wereldvisie is een mooi voorbeeld van wat ‘samenzweringspopulisme’ genoemd zou kunnen worden. Simpel gezegd: de elite (bestaande uit o.a. politici, journalisten en wetenschappers) zweert samen tegen de belangen van het volk.

Baudet is zeker niet de enige die een dergelijke boodschap uitdraagt. Zo blijkt uit onderzoek dat politici als Geert Wilders en Donald Trump ook wel raad weten met de succesformule van het samenzweringspopulisme.

Populisme en complotdenken onder burgers

Verschillende studies hebben laten zien dat complotdenken en populisme ook samengaan bij kiezers. Zo heb ik vorig jaar samen met mijn collega Levente Littvay informatie geanalyseerd die verzameld is door YouGov en uiteindelijk gepubliceerd is in The Guardian. Uit onze analyses blijkt dat – overal ter wereld – mensen met populistische ideeën veel sterker dan anderen geneigd zijn om te geloven dat de opwarming van de aarde een hoax is, dat aids bedacht is door de CIA, en dat er een groep bestaat die in het geheim de wereld regeert.

Uit een recente studie van communicatiewetenschapper Michael Hameleers blijkt bovendien dat populistische boodschappen in combinatie met complotdenken populistische ideeën bij burgers aanwakkeren.

De coronacrisis en complotdenken

Op dit moment is het van extra groot belang om stil te staan bij de samenhang tussen populisme en complotdenken. Onderzoek naar complottheorieën laat namelijk zien dat het geloof in samenzweringen hoogtij viert in tijden van crisis. Als er sprake is van een crisissituatie ervaren veel mensen emoties als angst en woede, en hebben ze het gevoel geen controle over hun leven meer te hebben. Ze zullen dan eerder geneigd zijn om te geloven in het bestaan geheime complotten die de gewone burger misleiden.

En inderdaad, op dit moment wordt er op sociale media wild gespeculeerd over de ‘deep state’, 5G en ‘Cabal’. Volgens onderzoek van Nieuwsuur vorige maand gelooft in ons land ongeveer 15 procent van de bevolking dat het coronavirus een biowapen is. Ook het idee dat Bill Gates op de achtergrond aan de touwtjes trekt is relatief wijdverspreid. Tijdens de coronacrisis brengen mensen meer tijd thuis door en zoeken ze vaker naar informatie om de toegenomen onzekerheid te duiden.

Ik denk dat we deze ontwikkeling heel serieus moeten nemen. Op het moment dat steeds meer mensen geloven dat geheime samenzweringen de politiek controleren, de wetenschap in haar greep houden en de media inzetten om hun eigen belangen te verdedigen, is het allesbehalve ondenkbaar dat het vertrouwen in deze instituties afneemt. Op termijn zou dat negatieve gevolgen kunnen hebben voor het functioneren van democratie, media en wetenschap.

Weglachen en negeren? Of serieus nemen en verspreiden?

Politici, journalisten en wetenschappers zouden zich daarom in moeten zetten om de verspreiding van complottheorieën tegen te gaan. Maar dit is minder makkelijk dan het op het eerste gezicht lijkt. Theorieën die stellen dat de wereld in het geheim wordt bestuurd door vampiers en draken hoeft niemand serieus te nemen. Maar niet alle complottheorieën zijn zo – laten we het eufemistisch stellen – onwaarschijnlijk. Sterker nog: soms blijken samenzweringstheorieën gewoon waar te zijn – denk bijvoorbeeld aan Watergate. Maar tussen het reptielencomplot en Watergate zitten natuurlijk allerlei grijstinten.

De cruciale vraag is daarom: hoe om te gaan met onwelgevallige en op het eerste gezicht onwaarschijnlijke kritiek die mogelijk destabiliserend kan werken en bovendien massaal wordt gesteund door complotdenkers? Weglachen en negeren? Of serieus nemen en verder verspreiden? Neem het volgende concrete en actuele voorbeeld uit de journalistiek.

Een paar weken geleden begon dansleraar Willem Engel zijn strijd tegen de ‘viruswaanzin’. Gesteund door mensen als opiniepeiler Maurice de Hond en jurist Jeroen Pols weet Engel met zijn kritiek op het coronabeleid van de regering en de lijn van het RIVM een behoorlijk groot publiek te bereiken – met name via sociale media. Eén van zijn filmpjes is al bijna 250,000 keer bekeken via YouTube. En vorige week donderdag mocht Engel ook aanschuiven bij Beau.

Hoe zouden de ‘traditionele’ media om moeten gaan met dit soort geluiden? Is het verstandig om critici als Engel een podium te bieden? Dat is lastig. Aan de ene kant is Engels pleidooi gebaseerd op serieuze argumenten. Hoewel zijn boodschap massaal wordt onderschreven en verspreid door aanhangers van dubieuze samenzweringstheorieën, zie ik geen reden om Engel zélf te omschrijven als een complotdenker. Zijn kritieken klinken redelijk.

Maar aan de andere kant zijn Engel en de initiatiefnemers van viruswaanzin.nl geen experts op het gebied van virologie en epidemiologie [1]. Is hun geluid een groot podium waard? Hoe serieus moeten we hun kritiek nemen als het merendeel van de experts er niet van onder de indruk is? De eerste kritieken (zie bijvoorbeeld hier en hier) laten zien dat er op het pleidooi van Engel en co. wel één en ander valt af te dingen.

Delicate balans tussen open en kritisch

Maar wat dan te doen? Dit geluid negeren? In maart zei de hoofdredacteur van de Volkskrant, Pieter Klok, in het programma Spraakmakers dat het “in tijden van angst heel belangrijk is dat wetenschappers met één mond proberen te praten”. Toen hem gevraagd werd wat de Volkskrant zou doen als er iemand naar de krant zou stappen met een goed verhaal dat inging tegen de lijn van het RIVM antwoordde hij: “Nou ja, het RIVM is een instituut hè? … Ik zie de noodzaak niet. Daar zitten hele goede mensen, die dag en nacht onderzoek doen, en dan zouden wij als bevolking daar ook nog een mening over moeten hebben. Ik zou zeggen: laten we ons op andere dingen richten.”     

Dit is het andere uiterste. Hoewel ik snap dat Klok als hoofdredacteur van één van de grootste kranten van Nederland geen angst wil zaaien middenin een crisis, lijkt mij zijn pleidooi voor het met één mond praten door wetenschappers en het negeren van kritiek zeer problematisch [2]. Ten eerste is er niets mis met het stellen van kritische vragen bij de aanpak van RIVM en regering. Kritiek kán terecht zijn. Ten tweede maak je jezelf door het bij voorbaat uitsluiten van kritiek kwetsbaar voor het samenzweringspopulistische argument dat er een monolithisch ‘kartel’ is van politici, journalisten en wetenschappers die zich niets aantrekken van de belangen of ideeën van ‘gewone’ burgers.

Journalisten moeten dus een delicate balans zien te vinden tussen aan de ene kant open en aan de andere kant kritisch zijn. Ik zou zeggen: laat mensen als Engel hun woordje doen in de krant en op de televisie, maar geef ze geen kritiekloze megafoon. Zet er altijd een expert bij die gehakt kan maken van onzinnige argumenten, maar het ook toe kan geven als critici een punt hebben.

Dit soort geluiden negeren is alleen maar extra munitie voor complotdenkers die allerlei samenzweringen ontwaren tegenover wat volgens hen de ‘waarheid’ rondom het coronavirus is. En dat is koren op Baudets samenzweringspopulistische anti-kartel-molen.

Afbeelding: bIMG_1374 door Becker1999 (via Flickr).

NOTEN

[1] Hoewel Engel Bio Farmaceutisch wetenschapper is, heeft hij de wereld van de wetenschap al lang geleden (in 2008) verlaten om dansleraar te worden.

[2] Hier dient wel bij te worden aangetekend dat Klok zijn uitspraken deed in de eerste weken van de coronacrisis. De situatie is sindsdien flink veranderd. Bovendien heeft de Volkskrant inmiddels wél over dit onderwerp gepubliceerd. Zie bijvoorbeeld hier.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Media Tagged With: complotdenken, complottheorieën, media, Populisme, viruswaanzin

Nieuwsmijding tijdens de coronacrisis

door Loes Aaldering, Sophie Lecheler 08/06/2020 0 Reacties

De coronacrisis is een tijd van grote onzekerheid, waarin velen van ons voortdurend bezig zijn met het verwerken van nieuwe informatie over het aantal infecties, de veranderende maatregelen die de bewegingsvrijheid beperken, en de gevolgen van de coronacrisis voor de economie. Deze informatie wordt vergaard via vrienden en familie, maar voornamelijk ook door het volgen van de klassieke nieuwsmedia.

Verhoogde nieuwsconsumptie kan negatieve gevolgen hebben: met name negatieve en conflictrijke berichtgeving kan leiden tot een verlies van vertrouwen in de politiek en de media. Bovendien kan een overvloed aan nieuwe informatie als overweldigend worden ervaren. Vanwege deze negatieve bijverschijnselen zijn er mensen die het nieuws mijden. Bij nieuwsmijding gaat het niet zozeer om burgers die niet geïnteresseerd zijn in het nieuws, maar om het gedrag van burgers die juist wél geïnteresseerd zijn in de politiek, maar veel mediagebruik niet langer kunnen ‘verdragen’ en daarom actief proberen het nieuws uit de weg te gaan. Deze mensen ervaren vaak negatieve effecten van nieuwsconsumptie op hun emotionele en fysieke gezondheid.

Om te bepalen welke rol de coronacrisis speelt in het actief vermijden van het nieuws, hebben wij nieuwsvermijding onderzocht in het Oostenrijkse representatieve corona-panel van Vienna Center for Electoral Research (17-21 april 2020). Onze verwachting was dat de toegenomen nieuwsconsumptie door de coronacrisis de reeds bestaande neveneffecten versterkt, met als gevolg dat de behoefte aan nieuwsmijding groeit.

Herkenbaar fenomeen, ook buiten de coronacrisis

Dit lijkt, vooralsnog, niet het geval. Figuur 1 hieronder laat de mate van nieuwsmijding in het algemeen en specifiek tijdens de coronacrisis zien. 25-30% van de respondenten geeft aan nooit nieuws (over de coronacrisis) te mijden, wat betekent dat een meerderheid van de respondenten (70-75%) dit gedrag in zekere mate wel herkent. Het is ook belangrijk op te merken dat het mijden van nieuws niet alleen een rol speelt tijdens de coronacrisis, maar ook duidelijk waarneembaar is als het gaat om de consumptie van nieuws over andere onderwerpen.

In Figuur 2 onderzoeken we de motivaties voor het mijdingsgedrag. Hieruit blijkt dat nieuwsmijding voornamelijk gemotiveerd is doordat respondenten de consumptie van nieuws beoordelen als overprikkelend (“De hoeveelheid nieuws die beschikbaar is put me uit”) en tijdrovend (“Nieuws neemt te veel van mijn tijd in beslag”). Daarnaast vinden we een verband tussen nieuwsmijding en de negatieve effecten van nieuws op de fysieke en geestelijke gezondheid van respondenten ( “Nieuwsconsumptie heeft een negatief effect op mijn stemming/gezondheid (bijv. hoofdpijn, slaapstoornissen)”).

Het is ook interessant om te bestuderen in welke segmenten van de Oostenrijkse bevolking het mijden van nieuws bijzonder uitgesproken is. Hoewel Figuur 2 laat zien dat de vermeende onbetrouwbaarheid van het nieuws (“Ik kan niet vertrouwen op de juistheid van het nieuws dat beschikbaar is”) geen direct statistisch significant verband houdt met nieuwsmijding, vinden we wel dat Oostenrijkers met een laag vertrouwen in de politiek en de media een sterkere neiging hebben om nieuws te mijden.

Ook spelen persoonlijke risico-inschattingen een grote rol in nieuwsmijding: respondenten die in corona een groot gevaar voor hun eigen gezondheid zien, zijn minder sterk geneigd om nieuws over de coronacrisis te mijden, terwijl deze risico-inschatting niet samenhangt met algemene nieuwsmijding. Overigens lijkt het er op dat mijdingsgedrag sterker wordt gemotiveerd door zogenaamde ‘egotropische’ dan ‘sociotropische’ risico-evaluaties. Dat wil zeggen dat de beoordeling van de eigen situatie belangrijker is voor de nieuwsconsumptie dan de bezorgdheid over de samenleving in het algemeen.

Kortom, nieuwsmedia zijn belangrijke bronnen van informatie in crisissituaties, maar overmatige nieuwsconsumptie kan onbedoelde negatieve bijwerkingen hebben. Burgers reageren op de overdaad aan nieuws met individuele ontwijkingsmechanismen. Het zou interessant zijn nieuwsmijding ook in de Nederlandse context te bestuderen. Daarnaast is dit hét moment voor de wetenschap, de politiek, maar vooral ook de journalistiek om na te gaan denken over andere vormen van informatieoverdracht tijdens en na de crisis. 

Afbeelding: foto door Bruno Bučar op Unsplash

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Media Tagged With: corona, media, nieuwsmijding

Berichten de media anders over vrouwelijke politici?

door Daphne van der Pas, Loes Aaldering 02/04/2020 1 Reactie

‘Kan een moeder wel premier zijn?’ kopte de Telegraaf bij het aantreden van Sophie Wilmès, de eerste vrouwelijke premier van België. Er volgde kritiek (bijvoorbeeld hier en hier), en Wilmès zelf noemde de kop ‘ronduit hallucinant’. Toch roept het de vraag op of dit soort berichtgeving uitzonderlijk is. Berichten de media structureel anders over vrouwelijke politici, en zo ja, wat zijn dan de verschillen?

Om deze vraag te beantwoorden, verzamelden we alle studies waarin systematisch mediaberichtgeving over mannelijke en vrouwelijke politici wordt vergeleken [1]. In totaal waren dat 90 studies naar meer dan 750.000 mediaberichten over ruim 25.000 politici in 32 landen. De studies onderzochten een heel scala aan verschillen in berichtgeving, bijvoorbeeld verschillen in het aantal directe quotes, de hoeveelheid leiderschapskenmerken, of hoe vaak het uiterlijk van de politicus besproken wordt. De resultaten staan samengevat in Tabel 1 en 2, per type berichtgeving.

Tabel 1. Verschillen in mediaberichtgeving over mannelijke en vrouwelijke politici.

Noot: De cijfers staan voor het aantal studies met een specifieke uitkomst. Een gedetailleerdere versie van deze tabel is te vinden in het artikel.

Uit ons onderzoek blijkt dat media gemiddeld meer over het familieleven van vrouwelijke politici rapporteren dan over dat van hun mannelijke collega’s. Dit werd gevonden in 18 verschillende onderzoeken, terwijl 10 studies geen verschil vonden en 4 studies meer media-aandacht voor het familieleven van mannelijke politici rapporteerden. Het is dus geen universeel patroon, maar overwegend bespreken de media vaker familiezaken als ze het over vrouwelijke politici hebben. Daarnaast bespreken de media vaker het uiterlijk van vrouwelijke politici (20 van de 28 studies) en noemen ze vaker expliciet het geslacht van vrouwelijke politici (14 van de 19 studies). Andere, experimentele studies laten zien dat media-aandacht naar uiterlijk nadelig is: politici worden er als minder menselijk door gezien, minder competent, en trekken minder stemmen.

Familieberichtgeving hoeft natuurlijk niet altijd zo negatief uit te pakken voor de betreffende politicus als in het Telegraaf artikel, waarin Wilmès’ moederschap werd gebruikt om haar capaciteit als minister-president in twijfel te trekken. Toch kun je je afvragen of dergelijke berichtgeving ten koste gaat van serieuzere aandacht. Onder in de tabel zien we dat mannelijke politici op een aantal manieren als politiek relevanter worden neergezet in de media. Berichtgeving over hen gaat vaker over inhoudelijke beleidsonderwerpen (in 15 van de 34 studies) en ze worden vaker letterlijk geciteerd (9 van de 15 studies). Daarnaast wordt over mannelijke politici iets vaker in termen van leiderschap gesproken (4 van de 7 studies), zie bijvoorbeeld dit artikel, waarin we de verschillen in berichtgeving over leiderschapskenmerken tussen mannelijke en vrouwelijke politici onderzochten in Nederland. Ook spreken de media vaak positiever over de verkiesbaarheid van mannelijke politici, terwijl de verkiesbaarheid van vrouwen vaker in twijfel wordt getrokken (11 van de 19 studies) [2].

Er is ook goed nieuws: er zijn typen verslaggeving die niet structureel vaker op mannelijke of vrouwelijke politici worden toegepast. Zo lijkt er ongeveer evenveel aandacht te gaan naar de persoonlijkheden en persoonlijke achtergrond van mannelijke en vrouwelijke politici, worden beiden evenzeer in wedstrijdtermen gevat, en is de algemene toon in de media ongeveer even positief of negatief over beiden.

Stereotypen

Berichtgeving kan ook stereotype beelden bevestigen, door mannen en vrouwen in de politiek te linken aan bepaalde eigenschappen en onderwerpen. Stereotype positieve eigenschappen die mannen gedacht worden te hebben zijn bijvoorbeeld sterk, competitief, intelligent en ambitieus, en aan vrouwen worden bijvoorbeeld de eigenschappen warm, eerlijk, emotioneel en meelevend toegedicht. In Tabel 2 staan de resultaten van onderzoeken die hebben gekeken of de media deze stereotypen volgen of doorbreken. De resultaten zijn niet eenduidig, maar het komt in ieder geval weinig voor dat aan mannelijke politici ‘vrouwelijke’ eigenschappen wordt toegekend en vice versa (0 van de 15 studies).

Naast eigenschappen zijn er ook beleidsonderwerpen die stereotypisch aan één van de geslachten gelinkt worden. Zo wordt het vaak aangenomen dat vrouwen goed zijn in onderwerpen als armoedebestrijding, sociale zekerheid, kinderopvang, gezondheidszorg en het milieu, terwijl mannen gedacht worden te excelleren in bijvoorbeeld defensie, buitenlandbeleid, economie, landbouw en misdaadbestrijding. In 14 van de 32 studies volgen media deze onderwerpsstereotypen, en in slechts één studie worden mannen vaker genoemd bij ‘vrouwelijke’ onderwerpen en vrouwen bij ‘mannelijke’.

Tabel 2. Stereotypering in mediaberichtgeving over mannelijke en vrouwelijke politici.

Al dit onderzoek richt zich op de vraag of er journalistieke bias is in de berichtgeving over mannen en vrouwen in de politiek. Toch is dit lastig te achterhalen, want hoewel verschil in mediaberichtgeving kan ontstaan doordat journalisten mannelijke en vrouwelijke politici anders behandelen, is het ook mogelijk dat deze verschillen tot stand komen doordat mannelijke en vrouwelijke politici zich op verschillende manieren presenteren aan de pers en aan hun (potentiele) kiezers. Dus om journalistieke bias goed te meten, moeten de verschillen in de berichtgeving tussen mannelijke en vrouwelijke politici vergeleken worden met de verschillen in de ‘eigen communicatie’ tussen mannelijke en vrouwelijke politici. Jammer genoeg gebeurt dit maar weinig (maar zie deze belangrijke uitzonderingen). De studies die ook de eigen communicatie meenemen laten weinig verschil tussen mannelijke en vrouwelijke politici zien. Gidengil en Everitt ontdekten bijvoorbeeld dat vrouwelijke partijleiders in Canada net zo agressief debatteerden als hun mannelijke collega’s, maar steeds als veel agressiever besproken werden in de media. Het lijkt er dus op dat journalistieke bias, ten minste ten dele, verantwoordelijk is voor de verschillen in de mediaberichtgeving over mannelijke en vrouwelijke politici.

Verrassende bevinding

Ten slotte stuitten we in onze overzichtsstudie nog op een onverwachte bevinding. Het meest onderzocht zijn verschillen in de hoeveelheid berichtgeving, dus de vraag of er meer media-aandacht naar mannelijke politici gaat. Uit de 70 hiernaar uitgevoerde studies bleek dat de hoeveelheid media-aandacht op de meeste plekken gelijk is, maar dat in Europa vrouwelijke politici een stuk minder in de media komen dan hun mannelijke collega’s.

Waarom worden mannelijke politici meer besproken in de media in Europa, terwijl dit verschil niet bestaat in met name Canada en de Verenigde Staten? Onze voorlopige hypothese is dat het iets met het kiesstelsel te maken heeft, en met de mate waarin dat persoonsgericht is (zoals in de VS, Canada maar ook Verenigd Koninkrijk) of partijgericht (bijvoorbeeld zoals in Nederland). Voor nu blijft het echter een raadsel, dat hopelijk door toekomstig onderzoek opgelost wordt.

Noten

[1] Sociale media zijn niet meegenomen in het onderzoek. De studies gingen over weergave in kranten en op televisie.

[2] Er zijn vier studies naar politici in België of Vlaanderen en drie waarin Nederland meegenomen is. De Belgische onderzoeken laten zien dat mannelijke politici daar meer media-aandacht krijgen; in de onderzoeken naar Nederland is dat in één van de drie gevallen zo. Verder worden in Nederland mannelijke ministers en partijleiders vaker leiderschapskenmerken toegeschreven dan hun vrouwelijke functiegenoten.

Afbeelding: Website De Telegraaf.

Filed Under: Media Tagged With: gender, media, mediaberichtgeving, stereotypen

Nieuws in Corona tijd – Hot Politics Lab Online Sessie 2 met Stuart Soroka

door Gijs Schumacher, Bert Bakker 01/04/2020 0 Reacties

Het Hot Politics Lab organiseert elke vrijdag tussen 3 en 4 een zoom meeting om sociaal-wetenschappelijke inzichten te bespreken die kunnen helpen bij het bestrijden van het Corona Virus. Hier staat aflevering 2 (opgenomen op 27-3). Te gast is Stuart Soroka, Hoogleraar Politicologie aan de Universiteit van Michigan (twitter). Stuart vertelt dat wij doorgaans sterker geprikkeld worden door negatief nieuws. In tijden van crisis slaat dit wellicht om, naar een sterkere voorkeur voor positief nieuws. Zijn praatje wordt gevolgd door een Q&A met verschillende wetenschappers van over de hele wereld.

Hier is de video

Filed Under: Media Tagged With: biases, corona, fysiologie, media, negativiteit

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to page 3
  • Interim pages omitted …
  • Go to page 8
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Rechtspopulistische partijen als ‘Männerparteien’?

Leiderschap in Corona tijd -Hot Politics Lab Online Sessie 1 met Michael Bang Petersen

Plaatjes van de electoraatjes: het CDA

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in