• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Polarisatie

Conflictdenken in Europa

door Yaël Van Drunen 14/06/2021 2 Reacties

In het huidige publieke debat lijken we steeds meer onderlinge verdeeldheid te zien en krijgen scherpe tegenstellingen tussen wij (de gewone burger, de Nederlanders, de armen, de jongeren, de heteroseksuelen) en zij (de elite, de immigranten/vluchtelingen, de rijken, de ouderen, de LGBTQIA+ gemeenschap) de ruimte.

Maar tussen welke groepen zien mensen eigenlijk conflict in de samenleving? En bestaat er zoiets als conflictdenken, de neiging om de wereld te zien door de lens van conflict ongeacht de specifieke groepen? In ons recent gepubliceerde paper onderzoeken wij percepties van conflicten tussen sociale groepen in 27 Europese landen over de periode van 2003-2016.

Waar zien mensen conflict in de samenleving?

Om in kaart te brengen tussen welke groepen mensen conflicten zien, gebruiken we data van de European Quality of Life Survey (EQLS). Respondenten is gevraagd om aan te geven hoeveel conflict zij zien tussen zeven sociale groepen: arme en rijke mensen, managers en werknemers, mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, verschillende etnische groepen, verschillende religieuze groepen en mensen met andere seksuele oriëntaties. De grafieken hieronder tonen voor elk van de zeven groepen het percentage mensen dat aangeeft veel conflict te zien.

Figuur 1: Percentage respondenten dat aangeeft veel conflict te zien tussen elk van de zeven groepen en het gemiddelde in 27 Europese landen tussen 2003-2016. Het gemiddelde is aangegeven ter referentie en enkel gebaseerd op de vijf items die zijn meegenomen in elke survey ronde. 

Uit de grafieken blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen landen in de mate waarin conflicten worden gezien tussen sociale groepen. We vinden dat in Scandinavische landen met een sterke verzorgingsstaat en lage inkomensongelijkheid minder conflict wordt gezien tussen economische groepen. Als we bijvoorbeeld kijken naar Denemarken, zien we dat minder dan vijf procent van de respondenten aangeeft veel conflict te zien tussen arme en rijke mensen en managers en werknemers. In Hongarije daarentegen geeft meer dan de helft van de respondenten aan veel conflict te zien tussen deze groepen. Niet alleen percepties van economische conflicten verschillen tussen landen, maar ook die van culturele conflicten. In Nederland en Frankrijk geeft een meerderheid van de respondenten aan veel conflict te zien tussen verschillende etnische groepen. In Litouwen en Letland schommelt dit percentage tussen de tien en twintig procent.

Deze voorbeelden passen in een breder regionaal patroon. Door het communistisch verleden van veel Oost-Europese landen en de sterke inkomensongelijkheid in deze landen zien mensen hier veel meer economische conflicten tussen arm en rijk en managers en werknemers. Mensen in West-Europese landen zien daarentegen voornamelijk culturele conflicten tussen etnische en religieuze groepen. Dit valt te verklaren door de toename van het aantal immigranten en de aanwezigheid van sterk populistisch radicaal rechtse partijen met een focus op immigratie en zogenoemde islamisering in West-Europese landen. In Zuid-Europese landen liggen percepties van culturele en economische conflicten dichter bij elkaar. Ook zien we dat in Zuid en Oost-Europa aanzienlijk meer conflict wordt gezien tussen mensen met verschillende seksuele oriëntaties dan in West-Europese landen. In alle landen worden conflicten tussen mannen en vrouwen en ouderen en jongeren het minst gepercipieerd.

Naast deze verschillen tussen landen verwachtten we ook verschillen over de jaren heen. Zo zien we bijvoorbeeld dat in de periode van 2007 tot 2011 waarin landen hard zijn getroffen door de economische crisis percepties van conflict tussen arme en rijke mensen en managers en werknemers toenemen. Dit is goed te zien in Griekenland en Cyprus. Na 2011 neemt de perceptie van economisch conflict af en zien we juist een toename van conflict tussen etnische en religieuze groepen. Dit gaat samen met de vluchtelingencrisis in 2015.

De items rondom percepties van conflicten tonen dus substantiële variatie tussen landen en over de tijd. Bovendien weerspiegelen de items bredere sociale crises en de politieke context van landen. Dit toont dat percepties van conflict interessante indicatoren zijn en vraagt om verder te onderzoeken hoe de sociale en politieke context van landen percepties van conflict beïnvloedt.  

De wereld door de lens van conflict

Naast de specifieke conflicten die worden gezien in de samenleving vinden we ook een maat voor gegeneraliseerd conflictdenken: de neiging om de wereld te zien door de lens van maatschappelijk conflict. De vraag is echter, wie zijn deze mensen die de wereld door de lens van conflict zien? Uit eerder onderzoek blijkt dat mensen die zich kwetsbaar voelen in de maatschappij eerder geneigd zijn om de wereld te zien door de lens van conflict. Door te denken in termen van wij tegen zij kan de andere groep verantwoordelijk worden gehouden voor de situatie. Ook vinden we dat conflictdenken samenhangt met andere houdingen die een sterk conflictelement in zich dragen zoals etnisch vooroordeel, laag vertrouwen in de politiek en populistische houdingen. Verder onderzoek zal de individuele kenmerken en houdingen van conflictdenkers verder moeten analyseren. Ook is het de vraag hoe conflictdenken stemgedrag beïnvloedt. Stemmen conflictdenkers bijvoorbeeld meer op populistische partijen die een retoriek gebruiken van wij tegen zij?

Afbeelding: “fighting” door hey skinny (via Flickr).

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: conflict, Polarisatie

Opwindend nieuws: aantrekkelijk maar polariserend

door Ming Boyer 02/06/2021 1 Reactie

Soms zien we weleens fragmenten van een oud nieuwsprogramma. Wat onmiddellijk opvalt, is dat het nieuws vandaag de dag veel opwindender gemaakt wordt. Dit is niet alleen een onderbuikgevoel, maar wordt ook onderschreven door wetenschappelijk onderzoek. Journalisten maken het nieuws waarschijnlijk opwindend omdat het daardoor een groter publiek trekt. Tegelijkertijd maken mensen zich hier zorgen om: leidt zulk opwindend nieuws niet tot polarisatie? In een recent gepubliceerd artikel in The International Journal of Press/Politics onderzocht ik de rol van opwinding in polarisatie door het nieuws.

De link tussen nieuws en polarisatie

Het nieuws kan polariseren omdat mensen verschillend reageren wanneer het nieuws dreigend is voor hun groep, dan wanneer het hun groep bejubelt. Dit kunnen politieke groepen zijn – nieuwsmedia worden er vaak van beschuldigd partijdig te zijn – maar kunnen ook groepen zijn op basis van bijvoorbeeld gender, seksualiteit of nationaliteit. Nieuws over het glazen plafond kan bijvoorbeeld bedreigend zijn voor mannen omdat het impliceert dat ze onterecht op hun positie zitten. Tegelijkertijd bejubelt het vrouwen door te verklaren dat ze meer talent hebben dan waar ze waardering voor krijgen.

Hoe een nieuwsitem over iemands groep bericht, bepaalt deels hoe men het verwerkt. Onderbewust roept dreigend nieuws een negatieve emotionele reactie op, waardoor men zich tegen dit nieuwsitem verzet. Een bejubelend nieuwsitem lokt een positieve emotionele reactie uit, waardoor men zich juist niet tegen het nieuwsitem verzet. Zo polariseren de opinies van mensen uit verschillende groepen.

De verwachting is dat dreigend nieuws naast een negatieve emotionele reactie ook opwinding uitlokt. En opwinding kan het polariserende effect van nieuws versterken: het kost namelijk energie om je tegen een argument te verzetten.

Is dreigend nieuws opwindend?

Deze verwachtingen test ik door bijna tweehonderd proefpersonen één van twee gemanipuleerde nieuwsitems te laten zien. De nieuwsitems zijn in meer of mindere mate dreigend voor hun nationale, etnische of religieuze groep: de regering heeft afgesproken een groep vluchtelingen op te nemen die anders zijn in termen van huidskleur, taal en religie. In de ene versie was er weinig dreiging: het is een kleine groep vluchtelingen, er is geen extra belastinggeld nodig en ze blijven maar tijdelijk. In de dreigende versie gaat het om een veel grotere groep, kost het een hoop belastinggeld en krijgen de vluchtelingen permanent staatsburgerschap.

Om de emoties van de participanten te meten, maakte ik gebruik van fysiologische metingen. Onmerkbaar kleine samentrekkingen in de spier waarmee je fronst geven een negatieve emotionele reactie aan, en als je opgewonden raakt maakt de huid in je handpalmen en vingers zweet aan.

Via deze reacties vergelijk ik participanten die het weinig-dreigende nieuws zagen (de blauwe lijn in de grafiek hieronder) met participanten die het sterk-dreigende nieuws zagen (de rode lijn in de grafiek). De sterke daling in de blauwe lijn laat zien dat hoe sterker participanten bij het weinig-dreigende nieuws een negatieve emotionele reactie ervoeren, hoe minder opgewonden ze waren. De rode lijn daalt veel minder sterk. Dat geeft aan dat bij het sterk-dreigende nieuws participanten bij negatieve reacties veel opgewondener waren dan bij het weinig-dreigende nieuws. Dreigend nieuws leidt dus tot negatieve emotionele reacties in opgewonden staat.

Noot: Resultaten van een regressieanalyse met 95%-betrouwbaarheidsinterval, waarin emotionele reacties worden vergeleken tussen participanten die het weinig-dreigende nieuws zagen en participanten die het sterk-dreigende nieuws zagen. Figuur aangepast uit mijn paper.

Wat zijn de effecten van deze emotionele reacties?

Deze negatieve reacties in opgewonden staat leidden inderdaad tot het sterkste verzet tegen het nieuws. Nadat participanten het nieuwsitem hadden bekeken, mat ik hoe sterk ze de argumenten vonden, of ze het eens waren met het beleid om vluchtelingen op te nemen en of ze acties wilden ondernemen die de vluchtelingen helpen of schaden (demonstreren tegen hun komst, bijvoorbeeld).

In de onderstaande figuur vergelijk ik het effect van negatieve emotionele reacties op deze drie uitkomsten, gescheiden naar de mate van opwinding. Een negatieve emotionele reactie hing samen met lagere waardering van de argumenten (de linker grafiek) en minder instemming met het beleid (de middelste grafiek). Maar dit effect was sterker in combinatie met veel opwinding (de rode lijn) dan met weinig opwinding (de blauwe lijn). In de rechter grafiek is te zien dat een negatieve emotionele reactie met veel opwinding leidt tot minder intentie om vluchtelingen te helpen (de rode lijn). In tegenstelling, in combinatie met weinig opwinding leidt een negatieve emotionele reactie juist tot méér intentie om de vluchtelingen te helpen. De sterke tegenreacties zijn dus telkens in combinatie met veel opwinding.

Noot: Resultaten van drie regressieanalyses met 95%-betrouwbaarheidsinterval, waarin de samenhang van negatieve emotionele reacties en politieke uitkomsten wordt weergegeven, vergeleken tussen weinig en veel opwinding. Figuur aangepast uit mijn paper.

Een dilemma voor de journalistiek

Dit onderzoek maakt twee resultaten duidelijk. Ten eerste laat het zien dat dreigend nieuws leidt tot een negatieve emotionele reactie in opgewonden staat. Ten tweede laat het zien dat juist deze emotionele reactie het meeste verzet tegen het nieuws oplevert. Het lijkt er dus op dat we opwindend nieuws niet alleen graag consumeren, maar dat het ons ook aanzet om ons te verzetten tegen de inhoud van het nieuws, wanneer het dreigend is voor onze groep. En als iedereen zich dieper ingraaft in zijn of haar mening, leidt dat tot polarisatie.

Als we polarisatie door het nieuws willen voorkomen, lijkt het er dus op dat het nieuws niet zo opwindend zou moeten zijn. Maar dat is lastig. Tot op een zeker hoogte is het inherent aan nieuws dat het dreigend is, en dus opwindend. Het is immers belangrijk om op de hoogte te zijn van dingen die jou – of jouw (nationale, gender, politieke) groep – bedreigen. Daarnaast is het ook belangrijk dat er nieuws geconsumeerd wordt, en we houden nu eenmaal van opwindend nieuws. Dit plaatst de journalistiek in een lastige positie. Is er nieuws denkbaar dat niet opwindend is, maar toch graag geconsumeerd wordt?

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Media Tagged With: emoties, fysiologie, Polarisatie, politieke psychologie, televisienieuws

Toenemende polarisatie? Niet in de inhoudelijke opvattingen van kiezers

door Thijmen Jeroense, Niels Spierings, Jochem Tolsma 23/03/2021 4 Reacties

De verkiezingsuitslag zou volgens de Volkskrant een groeiende polarisatie tonen tussen nationalisten en kosmopolieten. Het is zeker waar dat zowel de ‘kosmopolitische partij’ D66 en de ‘nationalistische partij’ FvD verkiezingswinst hebben geboekt. Maar dat het een gevolg is van toenemende polarisatie onder de bevolking, dat lijkt ons onwaarschijnlijk. Er is namelijk geen sprake van brede groeiende polarisatie op dit vlak.

Polarisatie?

Wij zochten met behulp van de LISS-data (we gebruikten data verzameld in de jaren 2008 t/m 2014 en 2016 t/m 2020) uit of de samenleving steeds verder polariseert over politieke thema’s die de kern raken van de tegenstelling nationalisme versus kosmopolitisme: de EU en migratie/integratie. Aan deelnemers aan het LISS-panel worden herhaaldelijk de volgende twee stellingen voorgelegd (zie Box 1).

Box 1. Meting van houdingen over de EU en migratie/integratie in LISS

EU-integratie
Sommige mensen en partijen vinden dat de Europese eenwording nog verder zou moeten gaan. Anderen vinden dat de Europese eenwording al te ver is gegaan. Waar zou u uzelf plaatsen op een schaal van 1 t/m 5 […]?

1 De Europese eenwording zou nog verder moeten gaan
2
3
4
5 De Europese eenwording is al te ver gegaan
 

Migratie/integratie
In Nederland vinden sommigen dat mensen met een migratie-achtergrond hier moeten kunnen leven met behoud van de eigen cultuur. Anderen vinden dat zij zich geheel moeten aanpassen aan de Nederlandse cultuur. Waar zou u uzelf plaatsen op een schaal van 1 t/m 5 […]?

1 behoud van eigen cultuur voor mensen met een migratie-achtergrond
2
3
4
5 mensen met een migratie achtergrond moeten zich geheel aanpassen

Als er sprake zou zijn van toenemende polarisatie moet een steeds groter deel van de bevolking een (relatief) extreem antwoord geven op deze twee stellingen. Figuren 1 en 2 tonen dat dit niet het geval is. Het aantal mensen dat zeer sterk vindt dat de EU-integratie niet ver genoeg is gegaan schommelt constant tussen de 4 en 6%. Er zijn veel meer Nederlanders die vinden dat de EU-integratie veel te ver is gegaan: tussen de 17 en 33%. We zien daarbij flinke schommelingen, maar van een duidelijke stijgende trend is geen sprake. Sterker nog: in de laatste jaren lijkt de Nederlandse bevolking minder ‘extreem’ te worden op dit vlak.

Een interactieve variant van Figuur 1 vindt u hier.

Iets vergelijkbaars zien we rond de integratie van mensen met een migratie-achtergrond. Een laag stabiel aantal mensen (2%) is het sterk eens met de ‘behoud van eigen cultuur’-extreem. Aan de andere kant van de schaal bevindt zich een aanzienlijk groter deel van de bevolking, maar het aantal neemt niet toe. In tegendeel: de laatste meetjaren zien we juist dat minder mensen vinden dat migranten zich volledig dienen aan te passen.

Een interactieve variant van Figuur 2 vindt u hier

Sociale scheidslijnen?

Ook al is er geen sprake van toenemende polarisatie onder de bevolking, dan kan het nog wel zo zijn dat verschillende groepen in de samenleving uit elkaar groeien. We spreken dan eigenlijk over toenemende sociale scheidslijnen, niet over toenemende polarisatie (maar dat is wellicht academische muggenzifterij). Volgens het Volkskrant artikel zouden twee sociale kenmerken cruciaal zijn: opleiding en stedelijkheid.

Laten we eens kijken, want ook deze informatie vinden we in de LISS-data. Voor opleiding nemen we enkel mensen van 25 jaar en ouder mee, omdat ze zeer waarschijnlijk klaar zijn met hun onderwijscarrière. We maakten drie categorieën: Laag: basisonderwijs en vmbo; Midden: havo/vwo en mbo; Hoog: hbo en wo. Stedelijkheid is bepaald op basis van de woonplaats: Zeer sterk stedelijk; Sterk stedelijk; Matig stedelijk; Weinig stedelijk en Niet stedelijk. We tonen in het onderstaande steeds per groep de geschatte trendlijn in gemiddelde houding (de standaarddeviatie van deze schatting geven we aan met een schaduw om de lijn).   

Kijken we naar de EU-integratie (Figuur 3) dan lijkt de sociale scheidslijn inderdaad een klein beetje toe te nemen: de verschillen tussen de opleidingsgroepen worden wat groter. Echter, de verschillen zijn altijd al groot geweest.

Voor een interactieve variant van Figuur 3 zie hier

Voor stedelijkheid en EU-integratie zien we meer spaghetti (Figuur 4). Stedelingen staan minder negatief ten aanzien van verdere EU-integratie dan mensen in minder stedelijke gebieden. Echter, van een duidelijke toenemende sociale scheidslijn is geen sprake.

Voor een interactieve variant van Figuur 4, zie hier

We zien min of meer hetzelfde beeld als we kijken naar integratiehouding (Figuren 5 en 6): Ja, er bestaan verschillen en de hogeropgeleiden. En ja, mensen in stedelijke gebieden zijn gemiddeld genomen iets minder vaak van mening dat migranten zich volledig dienen aan te passen.

Maar van duidelijk toenemende sociale scheidslijnen is geen sprake.

Voor een interactieve variant van Figuur 5, zie hier
Voor een interactieve variant van Figuur 6, zie hier

Polarisatie is geen easy-fix stopwoord

Ja, in de verkiezing hebben kosmopolitische en nationalistische partijen (D66, VOLT, FvD en JA21) gewonnen. Echter GroenLinks en PVV verloren. Netto is er – in zetels uitgedrukt – slechts sprake van +1 op kosmopolitisme en +6 op nationalisme (o.b.v. uitslagen pagina NOS, geraadpleegd op 21-03-2021). Ofwel: meer nationalisme. En zelfs die verschuiving, kunnen we niet koppelen aan een langere trend van veranderende houdingen onder de bevolking.

Kan het dan aan de data liggen?

Radicaal denkende mensen doen minder mee met vragenlijstonderzoek, maar we hebben geen reden om aan te nemen dat dit het afgelopen decennium is veranderd. Wel weten we dat mensen met extreme meningen vaker op sociale media zitten en tv-programma’s en kranten daarvan smullen. Dit maakt het heel intuïtief dat polarisatie toeneemt, maar niet per se correct. Het populaire stopwoord ‘polarisatie’ volgt vaak te snel en te simpel.

Wat verklaart dan wel die nationalistische verschuiving in de Kamer?

Per verkiezing verschilt het welke houdingen (of thema’s) de stemkeus van mensen bepalen. Als migratie en integratie worden uitgelicht, lijken juist D66 en nationalisten daarvan te profiteren. Bovendien lijkt het meer geaccepteerd dat mensen op extreemrechtse partijen als FvD stemmen. Tenslotte, zou de zetelwinst voor ‘nationalisme’ wel eens vooral winst kunnen zijn voor ‘corona-vrijheid’, hetgeen waarop Forum zich profileerde. Of dit de verklaringen zijn, moet verder onderzoek uitwijzen. Voor nu kan kosmopolitisme-nationalisme polarisatie weer even in de ijskast.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: europese unie, liss, migratie, Polarisatie, verkiezingen

Stemmen: een verkiezingspodcast zonder peilingen. Aflevering 3 – Zeg me hoe je denkt over immigranten en ik vertel je je mening over windmolens

door Armen Hakhverdian 02/03/2021 0 Reacties

In de derde aflevering van Stemmen gaan we het hebben over de conflicten achter de verkiezingsstrijd. Oftewel: waarom Geert Wilders het alleen maar over de islam wil hebben en voor Mark Rutte nu alles om leiderschap draait. En hoe gepolariseerd is Nederland eigenlijk? Te gast zijn Jelmer Mommers, Tom van der Meer en Eelco Harteveld.

Met een glansrol voor deze grafiek van Eelco:

Stemmen wordt gemaakt door Rosan Smits, Anna Vossers, Jacco Prantl, Tom van der Meer en Armen Hakhverdian.

Het volledige dossier staat hier: decorrespondent.nl/collectie/stemmen

Abonneren kan via iTunes | Spotify | Stitcher | Soundcloud | RSS

Stuk Rood Vlees · Stemmen #3: Zeg me hoe je denkt over immigranten en ik vertel je je mening over windmolens

Tenslotte, ik mocht aanschuiven bij onze goede vrienden van de NRC-podcast Haagse Zaken om onder de bezielende leiding van Lamyae Aharouay samen met de chef van de politieke redactie Guus Valk en opiniepeiler Peter Kanne te praten over peilingen. De aflevering is hier terug te luisteren.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: conflict, klimaat, Polarisatie, stemmen, stuk rood vlees podcast

Waarom werd Trumps wangedrag niet afgestraft door kiezers?

door Erika van Elsas 25/01/2021 0 Reacties

Trumps presidentschap is ten einde, maar het laatste woord over zijn gedrag als president is bepaald nog niet gesproken. De aandacht gaat nu vooral uit naar zijn rol als aanjager van de Capitool-bestorming, maar de waslijst van schandalen tijdens zijn presidentschap is lang – zo lang, dat er zelfs een Wikipedia-overzicht van alle controverses bestaat, zoals eerder ook hier beschreven.

Voor kiezersonderzoekers is een van de opmerkelijkste feiten dat Trumps populariteit lange tijd nauwelijks leed onder alle tumult. Deze waren, vergeleken met bijvoorbeeld Obama en Bush jr., juist opmerkelijk stabiel. Waarom wordt Trumps politieke wangedrag hem maar in zo’n geringe mate aangerekend door zijn kiezers?

Precies deze vraag is aanleiding voor verschillende studies naar de impact van politieke schandalen – met name gericht op corruptieschandalen. Het gebrek aan afstraffing is namelijk een veel breder fenomeen. Hoewel corruptie door burgers als zeer negatief wordt ervaren, en het politiek vertrouwen in landen met hoge corruptieniveaus aanmerkelijk lager ligt, hebben corruptieschandalen vaak een verrassend klein effect op de populariteit van politieke leiders en partijen.

Partijloyaliteit

Een mogelijke verklaring hiervoor komt uit de politieke psychologie. De theorie van motivated reasoning stelt dat politieke meningsvorming gedreven wordt door twee motieven. Enerzijds wil men een juist en kloppend oordeel vormen (accuracy goals); anderzijds wordt men ook gedreven door de wens om een oordeel te vormen dat in lijn is met reeds bestaande overtuigingen (directional goals). Voor oordeelsvorming over politieke schandalen blijkt het laatste motief vaak zwaarwegend, vooral onder kiezers die zich sterk met de politicus of partij identificeren. Loyaliteit met de partij kan er toe leiden dat kiezers informatie over corruptieschandalen ofwel niet meewegen in hun oordeel, ofwel simpelweg niet geloven – en daardoor hun partij niet afstraffen voor wangedrag.

Dit mechanisme wordt mooi aangetoond in een recent onderzoek van Solaz, De Vries en De Geus (2019) naar een grootschalig corruptieschandaal rond de Spaanse regeringspartij Partido Popular (voor de liefhebber, het Bárcenas-schandaal in 2013). De auteurs maken gebruik van enquêtedata die toevalligerwijs in de periode rondom het schandaal werd verzameld, en tonen aan dat de bekendwording van het schandaal enkel een effect had op de populariteit van de regering onder kiezers die zich niet met de Partido Popular (PP) identificeerden. Onder PP-aanhangers bleef de populariteit van de regering gelijk – ondanks de betrokkenheid van prominente PP-politici tot aan premier Rajoy zelf. Trouwe aanhangers zijn dus wel bereid een oogje toe te knijpen.

Dit krachtige effect van politieke loyaliteit is niet voorbehouden aan de Spaanse casus, maar ook in andere studies en contexten aangetoond. Simpel gezegd, als men zich sterk genoeg identificeert met een partij, kunnen politici een heleboel maken. Zo vormt kiezersloyaliteit een buffer voor de negatieve effecten van corruptie – althans, voor de politieke hoofdrolspelers van zo’n schandaal, en onder hun eigen kiezers. Niet-aanhangers oordelen dus wel zwaar over schandalen, en zo kunnen schandalen de polarisatie onder kiezers dus in de hand werken.

En de instituties zelf?

Het is echter nog de vraag waar de hardste klappen vallen: bij de politici, of bij de politieke instituties waar zij deel van uitmaken? Politieke schandalen kunnen niet alleen negatief uitpakken voor de betrokken politici, maar hebben ook impact op het vertrouwen in de politiek. Zo laat een ander onderzoek naar hetzelfde Spaanse corruptieschandaal zien dat het vertrouwen in politici in het algemeen wel degelijk over de hele breedte afneemt, dus ook onder aanhangers van de Partido Popular. Hoewel zij dus hun eigen regering bleven verdedigen, werd het geloof in de betrouwbaarheid van politici wel degelijk geschaad. Dit heeft op zijn beurt weer gevolgen voor de legitimiteit van de politiek op de langere termijn.

En herinnert u zich misschien nog de ophef toen Jean-Claude Juncker in 2018 zijn ‘rechterhand’ benoemde tot secretaris-generaal van de Europese Commissie? Deze omstreden benoeming werd in de Nederlandse media neergezet als typisch voorbeeld van Europese vriendjespolitiek. Met co-auteurs onderzocht ik de gevolgen van deze affaire door het politiek vertrouwen in Nederland voor én kort na het zich ontvouwende mediadebat te vergelijken. Onze studie laat zien dat zij die geïnformeerd waren over de benoeming minder vertrouwen hadden in de Europese Commissie en het Europees Parlement. Affaires rondom specifieke politici hebben dus hun weerslag op het vertrouwen in politieke instituties zelf. (Interessante nevenbevinding van onze studie: een vergelijking van mediagebruik liet zien dat vooral het kijken van Zondag met Lubach, dat uitgebreid aandacht besteedde aan de kwestie, een groot effect had op geïnformeerd zijn over de affaire.)

Daarmee hebben politieke controverses en schandalen – met name wanneer schandalen zich over een langere tijd opeenstapelen – uiteindelijk gevolgen voor de democratie zelf: Ten eerste worden schandalen niet door alle kiezers op gelijke gronden beoordeeld, en werken ze zo dus polarisatie in de hand. Ten tweede hebben politieke schandalen dus ook een direct effect hebben op het vertrouwen in instituties. En in tegenstelling tot politici en partijen worden politieke instituties niet beschermd door groepsloyaliteit. Met een institutie is het nu eenmaal lastiger identificeren dan met een politicus of partij.

Het is de vraag hoe dit alles voor Trump uitpakt nu hij het Witte Huis heeft verlaten, en hij onder de Republikeinse Partij steeds minder steun geniet. Gezien het bovenstaande zal het oordeel van kiezers ervan afhangen of zij zich meer identificeren met de partij of met de gewezen president. Waar loyaliteit wegvalt zal het oordeel over zijn gedrag verharden. Maar mogelijk blijkt het politiek vertrouwen in Amerika de grootste verliezer van vier jaar Trump.

“Donald Trump Signs The Pledge” by Michael Vadon is licensed under CC BY-SA 2.0. No changes were made other than fitting the original picture to the available space.

Filed Under: Uncategorized Tagged With: corruptie, motivated reasoning, Polarisatie, politiek vertrouwen, Publieke opinie, schandalen, Trump

  • « Go to Previous Page
  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to page 3
  • Go to page 4
  • Go to page 5
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Het doet er niet meer toe of kiezers geschikt zijn

Lange formatie, stabieler kabinet? Economen slaan plank mis

Hoe beïnvloeden de ideeën van politiek leiders beleids- en besluitvorming in tijden van crisis?

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in