• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

sociaaldemocratie

Episode 96 – Piketty vs Political Science

door Armen Hakhverdian 04/06/2021 0 Reacties

Last year Thomas Piketty published the long-awaited successor to his monumental book Capital in the Twenty-First Century, titled Capital and Ideology. Piketty seeks to understand why inequality is so hard to tackle and he argues that an important piece of the puzzle has to do with party politics, in particular the changing nature of the left.

According the Piketty, the left has been captured by higher educated groups who care very little about redistribution, while traditional working class voter who do actually care about redistribution are left politically homeless.

While this might sounds obvious at first glance, the argument does not hold up to closer empirical scrutiny. In fact, in a recent article Tarik Abou-Chadi (Zurich) and Simon Hix (LSE) show that Piketty paints a very misleading picture of political competition, the support bases of politics, the composition of the electorate, and the preferences of income and education groups.

Make sure to check out Tarik’s podcast series Transformation of European Politics.

You can follow Tarik on Twitter: @tabouchadi.

Find us on iTunes | Spotify | Stitcher | Soundcloud | RSS

Stuk Rood Vlees · #96 – Piketty vs Political Science, with Tarik Abou-Chadi

Music: ‘Pollution‘ by Dexter Britain (CC BY-NC-SA 3.0)

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: ongelijkheid, piketty, sociaaldemocratie, stuk rood vlees podcast

Laten we het toch nog even over de sociaaldemocraten hebben

door Matthijs Rooduijn 06/05/2021 6 Reacties

In de analyses van de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van anderhalve maand geleden was er relatief weinig aandacht voor de PvdA. Er is veel gesproken en geschreven over de winst van radicaal rechts en het gezamenlijke verlies van de linkse partijen. Over specifiek de PvdA ging het echter nauwelijks. Bovendien verplaatste de aandacht zich al vrij snel naar de kabinetsformatie. Niet gek gezien de openbaarmaking van de notities en notulen die eigenlijk geheim hadden moeten blijven.

Dat de PvdA minder prominent aanwezig was in de verkiezingsanalyses komt waarschijnlijk doordat de partij op hetzelfde aantal zetels uitkwam als bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen. Toch zal de uitslag voor de sociaaldemocraten als een grote teleurstelling hebben gevoeld. Bij de vorige verkiezingen was de PvdA bijna driekwart van haar kiezers verloren. Dit grote verlies, zo werd lange tijd gedacht, was in ieder geval gedeeltelijk het gevolg van grote ontevredenheid met de deelname aan Rutte-II. Nu, na vier jaar oppositie, zou toch in ieder geval een deel van die kiezers moeten kunnen worden teruggewonnen.

Dat is (netto) dus niet gebeurd. De uitslag die de PvdA vorige maand heeft neergezet is opnieuw een bevestiging van de neergang van de sociaaldemocratie. Een neergang die niet alleen plaatsvindt in Nederland; in de afgelopen vijftien jaar zijn West-Europese sociaaldemocratische partijen meer dan 10 procentpunt van hun aanhang kwijtgeraakt.

Genoeg reden dus om het toch nog even over de sociaaldemocraten te hebben. De fundamentele vraag is wat er nu aan de hand is met de sociaaldemocratie. En hoe kunnen sociaaldemocratische partijen het tij keren? In het afgelopen jaar zijn er verschillende politicologische studies verschenen die precies op deze vragen in gaan. Hieronder een overzicht van de belangrijkste conclusies en hun implicaties.   

De electorale coalitie van de sociaaldemocraten

Giacomo Benedetto en collega’s bestuderen in een recent artikel het grote verhaal. Ze richten zich niet alleen op de neergang van de sociaaldemocratische partijen sinds pakweg de millenniumwisseling, maar kijken naar de gehele afgelopen eeuw, en bestuderen daarbij sociaaldemocratische partijen in maar liefst 31 Europese landen.

Ze beschrijven daarbij de evolutie van de sociaaldemocratie aan de hand van drie golven. De eerste golf ontstond vlak na de Eerste Wereldoorlog. Veel linkse partijen verlieten toen het revolutionaire pad en besloten te proberen hun doelen via de parlementaire weg te bereiken. De tweede golf, die vlak na de Tweede Wereldoorlog ontstond, veranderde de sociaaldemocratische partijen langzaamaan in zogenaamde catch-all-partijen die als doel hadden grotere groepen kiezers aan zich te binden. De derde golf ontstond in de jaren negentig rondom het idee van de ‘Derde Weg’; sociaaldemocratische partijen in allerlei landen zochten in steeds sterkere mate een middenweg tussen socialisme en liberalisme.

Het fluctuerende succes van sociaaldemocratische partijen moet volgens de onderzoekers gezien worden tegen de achtergrond van deze drie golven, en kan specifieker gelokaliseerd worden in de opkomst en ondergang van een specifieke ‘electorale coalitie’. In eerste instantie richtten de sociaaldemocraten zich met name op de industriële arbeidersklasse. Door hun grote populariteit bij deze groep konden ze groeien. Er zat echter een duidelijke grens aan die groei, aangezien de arbeidersklasse maar een relatief beperkt deel van de bevolking omvatte. Toch wisten de sociaaldemocraten verder door te groeien. Dit deden ze door hun opvattingen te matigen en zo ook aantrekkelijk te worden voor een andere groep kiezers: werknemers in de publieke sector – een groep die bovendien steeds groter werd. Maar hoe meer sociaaldemocraten zich gingen richten op deze jonge, hoogopgeleide, stedelijke, en progressieve kiezers, hoe minder goed ze er in slaagden hun traditionele achterban aan te spreken. Daar kwam nog bij dat de groep van industriële arbeiders met de jaren ook steeds kleiner is geworden.    

De opkomst van de culturele scheidslijn

Rond de millenniumwisseling kwam daar voor de sociaaldemocraten nog een belangrijk probleem bij. In de politiek manifesteerde zich steeds duidelijker een culturele scheidslijn met aan de ene kant de lager opgeleide ‘verliezers van globalisering’ die zich zorgen maken over immigratie en Europese integratie en radicaal-rechtse partijen die soortgelijke zorgen uiten, en aan de andere kant de ‘winnaars van globalisering’ die multiculturalisme en open grenzen juist toejuichen en stemmen op groene en sociaalliberale partijen. De opkomst van deze nieuwe scheidslijn zette de spanningen binnen de electorale coalitie van de sociaaldemocraten op scherp.

Dit riep een belangrijke vraag op waar sociaaldemocraten, maar ook journalisten, onderzoekers en anderen, tot op de dag van vandaag mee worstelen: hoe moeten sociaaldemocraten met deze spanning omgaan?

Een veelgehoord antwoord: richt je op de verliezers van globalisering en probeer zo de alliantie met de traditionele achterban te herstellen. Het idee is dat sociaaldemocratische partijen door het innemen van restrictievere posities op het gebied van immigratie en Europese integratie lager opgeleide kiezers die naar radicaal-rechtse partijen zijn overgelopen terug kunnen winnen. Mensen die deze analyse onderschrijven verwijzen vaak naar Denemarken, waar de sociaaldemocraten het nog steeds goed doen tijdens verkiezingen. En op cultureel vlak duidelijk naar rechts zijn bewogen.

PVV-corvee een goed idee?

Is deze strategie van wat de sociaaldemocratische versie van ‘PVV-corvee’ genoemd zou kunnen worden een verstandige keuze? Daar zijn aanwijzingen voor. Jae-Jae Spoon en Heike Klüver laten op basis van een analyse van 15 verkiezingen in 6 landen (tussen 1998 en 2013) zien dat mensen die op linkse partijen stemmen minder geneigd zijn om naar radicaal-rechtse partijen te switchen als hun partij sterker anti-immigratie wordt. Dit wijst er op dat linkse partijen die op cultureel vlak richting radicaal rechts bewegen deze partijen de wind uit de zeilen nemen.

Dit is een opvallend en interessant resultaat. Maar het is wel belangrijk hier bij aan te tekenen dat de onderzoekers niet specifiek naar sociaaldemocratische partijen hebben gekeken (ze kijken naar alle linkse partijen samen, inclusief groene en radicaal-linkse partijen), en bovendien op basis van hun analyses geen uitspraken kunnen doen over de vraag of linkse kiezers dan wel naar andere dan radicaal-rechtse partijen overlopen.

Een andere recente analyse, uitgevoerd door Werner Krause en een aantal collega’s, richt zich specifiek op middenpartijen. De auteurs bestudeerden meer dan 150 verkiezingen in 17 West-Europese landen in de afgelopen halve eeuw en ontdekten dat het overnemen van het restrictieve immigratievertoog van radicaal-rechtse partijen het succes van deze partijen niet belemmert. Integendeel. Wanneer linkse (of rechtse) middenpartijen richting radicaal rechts bewegen lijkt dit radicaal rechts eerder zetels op te leveren dan zetels te kosten.

Overigens laat onderzoek van onder andere Silja Häusermann zien dat de electorale overloop van sociaaldemocratische partijen naar radicaal rechts zeer beperkt is. Het zijn eerder groene en sociaalliberale partijen die van de leegloop van de sociaaldemocraten profiteren.

Toch is het nog altijd goed mogelijk dat sociaaldemocratische partijen wel degelijk de arbeidersklasse van zich vervreemd hebben met hun nadruk op culturele en ethische thema’s als gendergelijkheid, immigratie en Europese eenwording. Mogelijk zijn deze kiezers niet naar radicaal rechts overgelopen, maar naar radicaal links. Het is ook niet ondenkbaar dat ze helemaal niet meer zijn gaan stemmen.

Tarik Abou-Chadi en Markus Wagner bestuderen 42 verkiezingen in 13 West-Europese landen tussen 2002 en 2016 en laten weinig heel van de verklaring dat progressieve en kosmopolitische partijposities een belangrijke verklaring zijn voor de sociaaldemocratische neergang. Oudere en lager opgeleide kiezers uit de arbeidersklasse zijn niet minder geneigd op sociaaldemocratische partijen te stemmen als deze partijen progressiever zijn. Je zou eerder kunnen stellen dat sociaaldemocratische partijen die niet progressief en kosmopolitisch genoeg zijn jongere en hoger opgeleide professionals van zich vervreemden. En dat is een groot probleem gezien de stijging van het opleidingsniveau en het toenemende belang van jongeren in de politiek.

Focus op links in z’n geheel

Toch, zo stellen Frederik Hjorth en Martin Vinæs Larsen, moeten we voorzichtig zijn met de conclusies die we uit deze bevindingen trekken. Dat het naar rechts bewegen op sociaal-cultureel vlak gemiddeld negatief uitpakt voor de sociaaldemocraten zelf, betekent nog niet dat dit ook een nadelige strategie is voor links in zijn geheel. Aan de hand van een in Denemarken uitgevoerd experiment laten de onderzoekers zien dat het onder bepaalde omstandigheden mogelijk is dat het innemen van restrictievere posities op het gebied van immigratie uiteindelijk goed kan uitpakken voor het linkse blok in zijn geheel.

De redenatie is als volgt. Met een dergelijke strategie kunnen sociaaldemocraten zich (weer) aantrekkelijk maken voor kiezers die zich aangetrokken voelen tot radicaal-rechtse partijen. Dat is de winst. Als je daarmee evenveel kosmopolitische en progressieve kiezers kwijtraakt heb je netto niet gewonnen of verloren. Maar, en dat is hun centrale punt, als je die kiezers bent kwijtgeraakt aan andere linkse partijen met wie je uiteindelijk gaat samenwerken, heb je als links blok een nettowinst geboekt. Let wel: als sociaaldemocratische partij heb je dus alleen iets aan deze strategie als vervolgens regeringsdeelname mét die andere linkse partij of partijen in het verschiet ligt.    

Hoewel een dergelijke strategie dus positief kan uitpakken, moet er wel aan een hoop voorwaarden worden voldaan. Bovendien roept het bewegen naar cultureel rechts ook andere belangrijke vragen op. De eerste is ideologisch van aard: in hoeverre past het pleiten voor een streng immigratiebeleid bij een sociaaldemocratische partij wier ideologie om het woord ‘solidariteit’ draait? De tweede vraag is een strategische: in hoeverre kun je als sociaaldemocratische partij op de langere termijn geloofwaardig een dergelijke boodschap blijven uitdragen? Ten derde is er het probleem van het legitimeren van radicaal rechts. Door op het gebied van immigratie richting radicaal rechts te bewegen maak je de boodschap van die partijen steeds meer ‘mainstream’. Op de langere termijn kan normalisering van het radicaal-rechtse gedachtegoed deze partijen in de kaart spelen.    

Vier mogelijke strategieën

Over wat de beste strategie is zijn onderzoekers het dus niet eens. Wel kunnen er grofweg vier algemene strategieën worden onderscheiden die sociaaldemocraten kunnen inzetten. De eerste is de oud-linkse strategie. Deze strategie houdt in dat de sociaaldemocraten vooral sociaaleconomische thema’s als gelijkheid en herverdeling benadrukken en dus richting radicaal-links bewegen. De tweede strategie is de nieuw-linkse strategie. In dit geval wordt er een veel duidelijkere nadruk gelegd op zaken als multiculturalisme, gendergelijkheid en klimaat. Hier bewegen sociaaldemocraten vooral richting de groene partijen. De derde strategie richt zich op het politieke midden. De sociaaldemocraten blijven nog steeds relatief links op alle vlakken, maar bewegen niet verder die kant op. De nadruk wordt gelegd op gematigdheid, en de concurrentie wordt vooral aangegaan met middenpartijen. Tot slot is er de links-nationalistische strategie. Dit houdt een beweging richting radicaal-rechts in op met name het gebied van immigratie en Europese integratie (denk aan het PVV-corvee).

Wat is nu de beste strategie? Dat is heel lastig. Als het puur en alleen om het trekken van meer kiezers gaat lijkt een combinatie van een oud- en een nieuw-linkse strategie het beste te werken. Dus: het benadrukken van sociaaleconomische issues en daar uitgesproken linkse standpunten op innemen, maar tegelijkertijd ook niet terugschrikken voor een duidelijk progressieve en kosmopolitische boodschap als het gaat om zaken als bijvoorbeeld immigratie en identiteit.

Als het belangrijkste doel echter het verzwakken van rechts en het versterken van links in z’n geheel is, kunnen sociaaldemocraten mogelijk beter een andere strategie hanteren: de strategie van het politieke midden (of misschien zelfs de links-nationalistische strategie). Door zich op kiezers in het midden te richten zullen sociaaldemocraten wat kiezers van rechtse middenpartijen afsnoepen, en door zich op Henk en Ingrid te richten van radiaal-rechts. Tegelijkertijd zullen er dan, uit onvrede over deze strategie, behoorlijk wat kiezers verdwijnen richting de andere linkse partijen. Netto verliezen de sociaaldemocraten dan dus kiezers. Maar ze zorgen ervoor dat links in zijn geheel wint.

De grote vraag is natuurlijk wat de sociaaldemocraten zelf willen. Zichzelf versterken? Of zichzelf opofferen en links in zijn geheel versterken? Iets in mij vermoedt dat de PvdA deze laatste optie na twee dramatisch verlopen Tweede Kamerverkiezingen toch niet heel aantrekkelijk zal vinden…

Afbeelding: “PvdA” door Gerard Stolk (via Flickr).

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Politieke partijen Tagged With: PvdA, sociaaldemocratie

Sociaaldemocratie vs radicaal-rechts: Verlos ons van de fake experts

door Joost van Spanje 14/06/2019 11 Reacties

Vorige week was er een boeiend debat op Twitter over de Deense verkiezingen. Zeker een dozijn wetenschappers mengden zich in dat genuanceerde, feitelijke debat, gebaseerd op verscheidene wetenschappelijke studies. En in nieuwsmedia? Veel fake experts. Met een heel ander verhaal.

“Hoe je radicaal-rechtse partijen klein krijgt.” Afgelopen zaterdag sloeg ik het opiniekatern van NRC Handelsblad open en zag een column met die kop. Zelf zou ik na vijftien jaar wetenschappelijk onderzoek op dat terrein het antwoord op die – overigens volstrekt partijdige – vraag niet goed weten. Gelukkig was daar de column van Maarten Boudry. Hij werkt aan de Universiteit Gent. Een expert.

Boudry begint zijn column in eigen land, waarin hij ongetwijfeld bij uitstek expert is. Hij legt uit dat “de belangrijkste reden” voor de “zwarte zondagen” waarop Vlaams Belang (VB) zegeviert is: “zij die er hun grootste afschuw over uitspreken” en een cordon sanitaire rondom de partij hebben gelegd. Immers, de zeges van die anti-immigratiepartij zijn veroorzaakt door het cordon, aldus Boudry.

Heel interessant. Zelf heb ik daar in die vijftien jaar onderzoek nooit empirisch bewijs voor gevonden. Wel heb ik, net als mijn collega Teun Pauwels, bewijs gevonden voor het omgekeerde effect. Althans, in combinatie met het overnemen van haar thema’s verloor VB juist kiezers vanwege het cordon – net als andere anti-immigratiepartijen en communisten in vijftien landen in afgelopen decennia. Zie mijn boek.

Boudry ziet het anders: het cordon gaf de “anti-establishmentpartij” een “slachtofferrol (..) De kiezer die zijn middelvinger wilde opsteken in het stemhokje wist sindsdien welk bolletje hij moest kleuren.” Ook hiervoor ken ik geen bewijs. Daarentegen is er wel bewijs dat VB-stemmen net zo vaak ideologisch gemotiveerd zijn als stemmen op andere partijen. Hoezo “middelvinger”?

***

Vrolijk vervolgt Boudry: “Als je een rechts-radicale partij klein wilt krijgen moet je zelf een sterk verhaal ontwikkelen over de thema’s die zij electoraal uitbuit.” Boudry spreekt zichzelf hier tegen: immers, hierboven had hij het over “anti-establishment”-stemmen en des kiezers “middelvinger” – niet over inhoudelijke thema’s. Daarnaast is het voorbeeld dat hij hierbij geeft ongelukkig gekozen.

Dat voorbeeld is namelijk de Deense sociaaldemocratische partij. Die “partij won glansrijk de verkiezingen en vermorzelde de rechts-populistische Volkspartij,” aldus Boudry. Maar ten eerste zou ik een verlies van 0,4 procentpunt niet gauw als glansrijke winst kwalificeren. Ten tweede was slechts 9% van de sociaaldemocratische stemmen afkomstig van de Volkspartij. Hoezo “vermorzelde”?

Als Boudry de moeite had genomen om even op Twitter te kijken, dan had hij een prachtig debat kunnen volgen tussen experts over precies dit punt. Zeker twaalf onderzoekers uit zeker vijf landen met expertise op dit gebied mengden zich in een genuanceerd debat op het scherp van de snede op basis van feiten en van verscheidene wetenschappelijke studies, met oog voor de Deense context.

Wellicht heeft Boudry die discussie net even gemist. Of hij echoot gewoon een narratief dat overal te lezen is, waarbij CNN en The Telegraph bijvoorbeeld in een kop een verband legden tussen de “verkiezingszege” van de sociaaldemocraten en hun “anti-immigratiehouding.”

Niet getreurd, ik blader gewoon door in NRC. En zowaar wordt nog een expert opgevoerd. Een politicoloog zelfs.

***

Het is Kemal Rijken. Die schrijft: “Vanaf eind jaren negentig trokken sociaal-democratische kiezers naar de (..) Volkspartij (DF).” Belangrijk om te vermelden is dat hij het hier heeft over een kleine minderheid van DF-stemmers. Want die komen voor zover bekend meestal niet van links. Het nieuwe migratieplan, vervolgt Rijken, liet “veel sociaal-democratische kiezers terugkeren op het oude nest.”

Maar ten eerste kwam als gezegd maar 9% van die kiezers van DF. Ten tweede is onbekend of dit kiezers zijn die eerder op sociaaldemocraten stemden – en zo ja, waarom ze terugkeerden. Ten derde stond tegenover die toestroom van DF-kiezers een vlucht van kiezers naar andere linkse partijen. Ten vierde helpt, in het algemeen, aandacht voor immigratiethema’s de sociaaldemocraten nou juist niet.

Niettemin stelt Rijken: “Willen de Nederlandse sociaal-democraten hun oorspronkelijke aanhang terugwinnen, dan moeten zij (..) migratie aanpakken.” Wie is die oorspronkelijke aanhang dan? En zoals boven gesteld is dit maar één kant van het verhaal: tegelijkertijd zouden er kiezers switchen naar GroenLinks of D66. En aandacht voor immigratie leidt af van thema’s die de PvdA veel beter liggen.

Een empirische studie van Tarik Abou-Chadi (Universiteit Zürich) en Markus Wagner (Universiteit Wenen) schetst dat migratiedilemma wellicht het best. Hun conclusie, op basis van 22 landen sinds 1975, is dat sociaaldemocraten het gemiddeld juist niet beter doen als ze zich tegen immigratie keren. Nu gaat het hier maar om één studie, maar het is raar om zomaar het tegenovergestelde te beweren (zie ook deze aflevering van de Stuk Rood Vlees podcast).

***

Rijken ziet ook verschillen tussen landen over het hoofd. In Denemarken heeft het linkse blok goede kans om het grootste te worden. Een strategie die vrij neutraal uitwerkt voor sociaal-democraten en positief voor andere linkse partijen levert dan wellicht een sociaal-democratische premier op. In Nederland daarentegen is zo’n scenario onwaarschijnlijk en ligt die strategie dus niet voor de hand.

Had men bij NRC even op Twitter gekeken, of een electoraal onderzoeker gebeld, dan had men gezien dat de discussie inmiddels al veel verder was gekomen dan de feitenvrije overpeinzingen van Boudry en Rijken. En dan had men bovendien zo een twaalftal wetenschappers kunnen vinden met daadwerkelijke expertise op dit gebied. En had men wellicht twee stukken kunnen plaatsen van experts.

En geen stukken van fake experts.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: Populisme, radicaal-rechts, sociaaldemocratie

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Nabeschouwing Carré-debat is pure misleiding van de kijker

Moslims, christenen, en “uitzonderlijke hoge intolerantie voor LGBT”

Stuk Rood Vlees Podcast, aflevering 33 – Inburgeringsbeleid en burgerschap, met Tamar de Waal

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in