Trouw pakt vandaag groot uit met een artikel over de boze burger. De woede over de politiek zou zich onder meer uiten in de roep om “een krachtige aanvoerder die de zaken even snel op orde komt stellen”. Het percentage dat een sterk leider wil is opvallend hoog, maar op zichzelf niets nieuws. De roep om een sterk leider is niet anti-democratisch: diezelfde mensen roepen over het algemeen om meer democratie. Een bijna mythisch leider moet doen wat ‘het’ volk wil. Maar deze roep miskent wel het fundamentele kenmerk van politiek: de afweging tussen verschillende opvattingen over de inrichting van de samenleving.
Opvallend is dat varianten van datzelfde beeld van de politiek inmiddels te zien zijn onder onze politieke elites (de pers en politici in Den Haag). Het uit zich in salonpopulisten en visieloze premiers.