• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

verkiezingsprogramma

Hoe realistisch is de ambitie voor een beknopt regeerakkoord?

door Rick van Well 25/10/2021 1 Reactie

Toen informateurs Remkes en Koolmees de opdracht kregen om onderhandelingen tussen VVD, D66, CDA en ChristenUnie over een nieuw kabinet te begeleiden, namen zij voor ‘echt iets nieuws’ te gaan proberen. Daarbij hoort onder meer een ‘beknopt’ regeerakkoord ‘op hoofdlijnen’ dat ten goede moet komen aan de veel besproken gewenste nieuwe bestuurscultuur. Wat zegt de politicologie over de omvang van coalitieakkoorden?

Waartoe dient een regeerakkoord?

In een regeerakkoord leggen toekomstige regeringspartijen afspraken over de hoofdlijnen van het overheidsbeleid vast. Het is als het ware een politiek ‘contract’ waarmee regeringsfracties en ministers zich aan elkaar binden. De regeringsfracties fungeren hier als opdrachtgevers (principals) van de ministers (de gemachtigden of agents).

Deze situatie kan conflicten veroorzaken als ministers (maar ook de coalitiefracties) tijdens het beleidsproces hun eigen beleidsagenda bepalen en te veel afdwalen van de coalitiebelangen (minsterial drift of moral hazard). Om conflicten tussen de regeringspartijen tijdens de kabinetsperiode te voorkomen, worden daarom beleidsafspraken tussen de coalitiepartners van tevoren schriftelijk vastgelegd.

Waar hangt de omvang van regeerakkoorden vanaf?

Hoewel beleidsvoornemens waarover regeringspartijen het makkelijk eens worden ook in een regeerakkoord opgenomen kunnen worden om daadkracht uit te stralen, ligt het voor de hand dat partijen die zich voornemen om een dun regeerakkoord te schrijven zich beperken tot die beleidsvraagstukken die een bron voor coalitieconflicten kunnen vormen. Regeerakkoorden zijn niet voor niets ‘gestold wantrouwen’ genoemd.

De potentie voor conflicten neemt toe met het aantal regeringspartijen en de complexiteit van de actuele beleidsvraagstukken. Een relatief hoog aantal onderhandelende partijen (4) en de aard van de urgente beleidskwesties (bijv. klimaat, stikstof, wonen, toeslagenstelsel) zijn momenteel dus geen gunstige omstandigheden voor een beknopt regeerakkoord. Maar de belangrijkste factor die de omvang van coalitieakkoorden beïnvloedt, is in hoeverre regeringspartijen programmatisch van elkaar verschillen.

Wanneer doen programmatische verschillen ertoe?

Onderzoek van Heike Klüver en Hanna Bäck toont aan dat programmatische verschillen vooral leiden tot meer aandacht in coalitieakkoorden wanneer álle regeringspartijen het betreffende beleidsterrein van groot belang vinden (bijv. economie, sociale zekerheid, milieu). Klüver en Bäck onderzochten 224 coalitieakkoorden en de verkiezingsprogramma’s van regeringspartijen in 24 Europese landen sinds 1945 en categoriseerden de (quasi-)zinnen hierin naar beleidsterrein.

Hun analyse wijst uit dat coalitiepartijen minder geneigd zijn iets over een specifiek beleidsterrein vast te leggen in een coalitieakkoord wanneer zij dit van minder belang achten, zelfs als zij hierover diep van mening verschillen (bijv. onderwijs, internationale politiek, defensie). Als slechts één regeringspartij grote waarde hecht aan een bepaald beleidsvraagstuk wordt de relevante minister van deze partij enige autonomie op het betreffende beleidsterrein gegund.

De tijd en moeite (transactiekosten), en het eventuele gezichtsverlies van een extra compromis dat gesmeed zou moeten worden (publiekskosten), is het de partijen dan niet waard om afspraken vast te leggen in een coalitieakkoord; mogelijke toekomstige conflicten over dergelijke beleidsonderwerpen zullen immers niet zo snel hoog oplopen en leiden tot een kabinetscrisis.

Rutte IV: écht ‘iets nieuws’?

Hoewel het aantal regeringspartijen, onderlinge programmatische verschillen en relevante beleidsvraagstukken de kans op een gedetailleerd regeerakkoord vergroten, kúnnen partijen natuurlijk heel goed een beknopt regeerakkoord schrijven als zij dat zelf maar graag genoeg willen. Een regeerakkoord is echter slechts één manier om kabinet en regeringsfracties aan elkaar te binden. Als regeringspartijen vervolgens naar andere middelen grijpen om voor een (te) dun regeerakkoord te compenseren, komt er van een nieuwe bestuurscultuur met meer dualistische verhoudingen tussen kabinet en Kamer nog steeds niet veel terecht.

Filed Under: Politieke partijen, Regering en beleid Tagged With: bestuurscultuur, coalitie, coalitieak, coalitieformatie, coalitiepartijen, coalitieregering, coalities, coalitievorming, conflict, dualisme, Formatie, kabinetsformatie, kabinetsformatie 2021, monisme, onderhandelingen, partijen, Partijen & parlementen, partijstrategie, Politieke partijen, verkiezingsprogramma, verkiezingsprogramma's

We beleven deze verkiezingen een omslag in het financieel-economisch denken van politieke partijen

door Wimar Bolhuis 13/03/2021 1 Reactie

De coronapandemie beïnvloedt de organisatie van deze Tweede Kamerverkiezingen, maar zeker ook de politieke standpunten. De kiezers en partijen linkser en progressiever geworden. Uit mijn analyse van de doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s door het Centraal Planbureau (CPB) blijkt een grote omslag in het financieel-economisch denken van tien politieke partijen. In deze editie van Keuzes in Kaart maken de deelnemers – VVD, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA, ChristenUnie, SGP, Denk en 50Plus – duidelijk andere keuzes én radicalere keuzes.

Voor het eerst in de 35-jarige geschiedenis van CPB-doorrekening kiezen ze vrijwel unaniem voor anticyclisch begrotingsbeleid: het extra stimuleren van de economie in laagconjunctuur. En nooit eerder vergrootten partijen gemiddeld de overheid in deze mate, verhoogden zij de belastingen voor bedrijven en vermogenden zo veel, of werden zulke grote aanvullende bedragen uitgetrokken voor onderwijs, zorg, milieu en klimaat, en het openbaar bestuur.

Ik concentreer me in deze bijdrage op de politieke keuzes op de uitgavencategorieën en inkomstencategorieën. Mijn analyse bekijkt de partijkeuzes van de deelnemende partijen in alle tien de CPB-doorrekeningen (1986, 1989, 1994, 1998, 2002, 2006, 2010, 2012, 2017 en 2021), waarvan correcte vergelijking mogelijk wordt door standaardisatie in percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Ik neem alleen partijen in grafieken op die minstens twee keer deelnamen aan Keuzes in Kaart. Deze methode komt overeen met mijn proefschrift Van Woord tot Akkoord; Een analyse van de partijkeuzes in CPB-doorrekeningen van verkiezingsprogramma’s en regeerakkoorden, 1986-2017 (2018) en mijn boek De Rekenmeesters van de Politiek (2017).

De bekeken politieke keuzes betreffen de vooraf geplande, ‘ruwe’ veranderingen van uitgaven en inkomsten in categorieën voor hun daadwerkelijke financieel-economische doorwerking. De keuzes zijn steeds de afwijkingen van het basispad voor de overheidsfinanciën en economie voor de komende kabinetsperiode, de Middellangetermijnverkenning 2022-2025 van het CPB. Voor meer technische informatie over de doorrekening, zie de Startnotitie Keuzes in Kaart.

Dit is de ex-ante invoer in de doorrekening, niet de ex-post uitkomst na het modelleren van de gedragsreacties en veranderende relaties. Vanzelfsprekend maken partijen bij het niet wijzigen van een basispad en het daarin opgenomen beleid ook een politieke keuze.

In deze bijdrage presenteer ik alleen de meest opvallende uitkomsten van mijn bredere analyse.

Uniek anticyclisch begrotingsbeleid

Het saldo van de wijzigingen van de Totale Collectieve Uitgaven en de Totale Collectieve Lastendruk – samen de verandering van het begrotingssaldo – laat zien dat acht van de tien partijen de economie in de komende kabinetsperiode van laagconjunctuur stimuleren.  Alleen SGP en DENK stellen restrictief begrotingsbeleid voor. De andere acht partijen kiezen voor expansief begrotingsbeleid, waardoor de rijksoverheid de marktsector steunt. Het voelt misschien tegen intuïtief, maar dit is een unieke gebeurtenis. Historisch gezien zijn doorgerekende verkiezingsprogramma’s – en zeker regeerakkoorden – in de regel juist procyclisch van aard: ze versterken de neergang of de opgang van de Nederlandse economie.

Uitgaven

Bij de Totale Collectieve Uitgaven vallen twee zaken op in 2021: alle partijen willen deze (fors) verhogen en gemiddeld stellen ze de grootste verhoging ooit voor, ook hoger dan in 2017. De teruggekeerde ideeën over een sterke staat als hoeder van de economie en samenleving en de voordelen van steunend begrotingsbeleid in crisistijd, plus de negatieve rente op obligaties, hebben de deelnemende partijen de ruimte gegeven voor een omslag in het denken. De mate waarin ze kiezen voor een grotere overheid blijft vanzelfsprekend afhankelijk van de politieke voorkeur. Linkse partijen PvdA, SP en GroenLinks bepleiten de meest vergaande uitbreiding.

De herwaardering van de overheid en de uitvoering spreekt nergens zo duidelijk uit als uit de uitgavencategorie Openbaar Bestuur. In deze Keuzes in Kaart verhogen acht van de tien deelnemers hiervan de uitgaven, terwijl dit in de geschiedenis van de CPB-doorrekening verreweg de populairste bezuinigingscategorie was. Vrijwel altijd wilden partijen minder ambtenarij en doelmatiger werken, uitgezonderd af en toe de PvdA, GL of D66. Het CPB heeft toegestane ombuigingen op Openbaar Bestuur in het verleden zelfs moeten maximeren omdat partijen onrealistische grote bezuinigingen indienden. Deze trend is zichtbaar in de grafiek.

Tegelijkertijd blijkt op de uitgavencategorie Defensie in 2021 juist bijna het grootste verschil van mening gaande tussen de rechtse en linkse partijen ooit. De VVD, CDA, SGP en in mindere mate ChristenUnie willen echt investeren. Bovenal DENK, maar ook SP en GroenLinks willen juist minder geld naar defensie dan opgenomen in het basispad. Deze tegenstelling zag men in eerdere CPB-doorrekeningen ook al, vooral in 2017. Vier jaar terug ontstond breder het idee dat er meer budget moest komen voor Defensie, na ruim 20 jaar van vooral bezuinigingsvoorstellen.

Opvallende uitgavencategorie daarnaast is Onderwijs. Nooit eerder in de geschiedenis van de doorrekening stelden partijen zoveel extra budget voor. Traditioneel willen GroenLinks, D66 en PvdA de onderwijsbestedingen het meest verhogen, maar nu kiezen ook ChristenUnie, SP en DENK voor forse aanvullingen. Tegelijkertijd is er nog nooit zoveel budgettaire variatie geweest tussen partijen. Enerzijds gaat het om zaken als kleinere klassen, hogere salarissen en verlaging van de werkdruk. Anderzijds gaat het om het compenseren van de afschaffing van het leenstelsel en van negatieve corona-gevolgen voor leerlingen en studenten. En de VVD en SGP reserveren bijna  geen extra budget. Desalniettemin, zoals vaak bezuinigt geen enkele deelnemer op de onderwijsuitgaven. Na deze doorrekening van 2021 lijkt het lastig vol te houden dat partijen niet investeren in Onderwijs ‘omdat zij in de CPB-modellen niet beloond worden met meer groei of werkgelegenheid op lange termijn’.  

Verder is in 2021 opzienbarend dat zoveel partijen (fors) extra geld willen spenderen aan Sociale Zekerheid. Voor een aanzienlijk deel komt dit door verhogingen van het wettelijke minimumloon met daaraan (deels) gekoppeld de uitkeringen zoals de bijstand en de AOW. Denk aan de linkse SP, GL, DENK, ChristenUnie, 50Plus en de PvdA. Op rechts CDA, VVD en SGP blijft de stijging zeer beperkt. D66 vervangt toeslagenstelsel door fiscale heffingskortingen, vandaar de sterke min hier en bij de lasten (te begrijpen als een boekhoudkundige schuif).

Een vergelijkbare beweging zien we op de Zorg. Deels door de ervaringen in de coronacrisis, stellen de partijen nu gemiddeld de grootste mogelijke stijging van de zorguitgaven voor in 35 jaar CPB-doorrekeningen. Opnieuw zijn het de meer gevestigde linkse partijen SP, GL en PvdA aangevuld met nieuwkomers DENK en 50Plus. Hoewel de Studiegroep Begrotingsruimte (2020) waarschuwde voor de stijgende zorguitgaven en met klem benadrukte deze niet (structureel) verder te verhogen, lijken alleen VVD, D66, ChristenUnie en SGP dit advies expliciet te volgen.

De laatste uitgavencategorie is Milieu en Klimaat. Vanzelfsprekend is dit thema de laatste jaren steeds prominenter op de politieke agenda gekomen, onder meer door het Klimaatakkoord, de aangescherpte CO2-doelstellingen en de stikstofdiscussie. Alle politieke partijen willen nu extra geld uit te trekken, behalve DENK en 50Plus. Vooral SP, GL en op ruime afstand D66 en PvdA reserveren meer budget. Tegelijkertijd blijkt Milieu en Klimaat een groot politiek strijdtoneel te worden: nooit eerder was er zoveel variatie in de voorstellen.

Lasten

Bij de Totale Collectieve Lastendruk, oftewel de inkomstenkant van de Rijksbegroting, zien we net als bij de totale uitgaven in historisch perspectief grote verhogingen. Gemiddeld stellen partijen de grootste lastenstijging ooit voor, aangevoerd door de PvdA en SP. Maar: de meer rechtse partijen VVD, CDA en D66 kiezen hier voor een lastenverlichting en de SGP voor een minimale verhoging. Er zijn dus echt richtingen om tussen te kiezen. En de verschillen nemen toe als we dieper kijken welke lastencategorieën partijen precies willen aanpassen.

Bij de lastendruk op Milieuvervuiling valt snel op dat GroenLinks en de SP deze in 2021 minder fors willen verhogen dan in de eerdere (twee) doorrekeningen. Voor de eerste keer in de geschiedenis is GroenLinks geen koploper in het ‘belasten van de vervuilers’. De partij lijkt wat van koers veranderd. Men zou ook kunnen zeggen dat het standpunt van GroenLinks ‘normaliseert’ en dit eventuele formatiegesprekken zou vergemakkelijken. Verder is te zien dat de VVD en  het CDA – bijna traditioneel – op dit thema een kleine lastenverlichting beloven.

Zoals gewoonlijk stellen vrijwel alle partijen een lastenverlichting op Arbeid en Inkomen voor. Dit heeft positieve effecten op de werkgelegenheid, omdat ingeschakelde arbeid goedkoper wordt of het lonender wordt om te werken, en op de koopkracht, omdat het netto besteedbaar inkomen stijgt. GroenLinks kiest weer voor een grote verlaging. Maar bij deze verkiezingen verlaagt D66 de lasten op Arbeid en Inkomen het meest vergaand, door de omzetting van toeslagen naar lagere belastingen en invoering van een verzilverbare heffingskorting.

Verreweg de meest opvallende inkomstencategorie in deze Keuzes in Kaart is echter de lastendruk op Vermogen en Winst. Nooit eerder stelden de partijen gemiddeld voor om deze belastingen zo sterk te verhogen: het gaat om een verdrievoudiging ten opzichte van 2017. Bovenal GroenLinks, PvdA, SP en GL, maar ook de VVD en CDA. Alleen de SGP kiest een beperkte daling. De coronacrisis blijkt aanleiding voor een grote rekening voor het bedrijfsleven en de vermogenden. Enerzijds vanuit het idee dat crisisheffingen nodig zijn na de steunpakketten en klap voor de overheidsfinanciën. Anderzijds lijkt het gevoel gegroeid dat een correctie plaats moet vinden op de relatief lage belasting op bedrijfswinsten en vermogens in Nederland, na decennia van verlaging van effectieve tarieven, tegenover juist een forse stijging van de lastendruk op arbeid en inkomen in de nasleep van financiële crisis en Eurocrisis. Tegelijkertijd was de budgettaire variatie tussen partijen ook nooit zo groot: een uitdaging voor de formatie.

Bij het dieper inzoomen op de lastendruk specifiek van Bedrijven komt dit beeld duidelijker terug (van Huishoudens lijkt op voorgaande jaren, de verlaging is alleen wat sterker): de gemiddelde belastingenverhoging van de partijen is nu verdubbeld ten opzichte van vier jaar geleden.  De radicaalste voorstellen komen wederom van PvdA en SP, op afstand gevolgd door D66 en DENK. Maar ook bij GroenLinks, ChristenUnie, CDA en SGP ziet men een aanzienlijke stijging in de doorgerekende verkiezingsprogramma. Het betreft een breed gedeeld gevoel.

Conclusie

Bij deze Tweede Kamerverkiezingen van 2021 beleven we een omslag in het financieel-economisch denken van de politieke partijen. Dit bleek eerder uit de veranderende voorkeuren van kiezers en de verkiezingsprogramma’s, maar nu ook uit de CPB-doorrekening van de programma’s van tien partijen. De coronacrisis lijkt een culminatiepunt van ontwikkelingen.

Voor het eerst in de 35-jarige geschiedenis van CPB-doorrekening kiezen ze vrijwel unaniem voor anticyclisch begrotingsbeleid: het extra stimuleren van de economie in laagconjunctuur. En nooit eerder vergrootten partijen gemiddeld de overheid in deze mate, verhoogden zij de belastingen voor bedrijven en vermogenden zo veel, of werden zulke grote aanvullende bedragen uitgetrokken voor onderwijs, zorg, milieu en klimaat, en het openbaar bestuur.

Filed Under: Politieke partijen Tagged With: 2021, cpb, doorrekening, keuzes in kaart, verkiezingsprogramma

Ook het verkiezingsprogramma van de PVV is niet links

door Tom van der Meer 05/03/2017 2 Reacties

Dat de PVV toch echt geen linkse partij is, is op StukRoodVlees al vaker uitgelegd. Tom Louwerse toonde dat het stemgedrag van de PVV in de Tweede Kamer simpelweg rechts is. Armen Hakhverdian liet zien dat kiezers de PVV op economisch gebied rechts van het midden plaatsen. Waar komt het hardnekkige beeld – de laatste weken gepropageerd door onder andere VVD’ers Mark Rutte (bij Buitenhof) en Dilan Yesilgoz (bij Pauw) – dan vandaan?

Een van de weinige resterende opties is dat niet het gedrag of het beeld maar de verkiezingsprogramma’s van de PVV links is. Maar ook dat lijkt onzin.

[Read more…] about Ook het verkiezingsprogramma van de PVV is niet links

Filed Under: Politieke partijen Tagged With: links, links-rechts, PVV, rechts, verkiezingsprogramma

Nederlandse politieke partijen zijn geen eenheidsworst

door Simon Otjes 18/07/2014 4 Reacties

Gisteren schreef Rutger Bregman op de  Correspondent een rijk en interessant artikel waarin hij het gevecht aanging met een aantal door de journalistiek verspreide mythes over de Nederlandse politiek. Op één punt overtuigt het betoog van Bregman niet: de claim dat partijen steeds meer op elkaar zijn gaan lijken. Bregman verwijst hierbij naar kiezersonderzoek dat kiezers ‘steeds minder het gevoel hebben dat het iets uitmaakt waarop je stemt.’

Ik vind dit niet steekhoudend. Kiezers kunnen partijen slecht plaatsen: in Gedoogdemocratie laat onderzoeker Peter Kanne zien dat kiezers de partij waarop ze stemmen vaak slecht kunnen plaatsen op specifieke thema’s. Thomas Meyer laat in zijn proefschrift zien dat veel kiezers dachten dat Labour onder Tony Blair naar links ging en niet naar het centrum.

Bregman lijkt eerder te verwijzen naar wat politicologen external efficacy noemen: het gevoel dat politiek participeren effectief is. Dit is iets anders dan de perceptie van partijposities door kiezers. Een belangrijk punt, want de kern van Bergman’s betoog is dat politieke partijen verworden tot eenheidsworst.

[Read more…] about Nederlandse politieke partijen zijn geen eenheidsworst

Filed Under: Politieke partijen Tagged With: Links/rechts, partijen, Polarisatie, verkiezingsprogramma

Hoe politieke partijen strijden om de kiezersgunst

door Tom van der Meer 10/02/2014 3 Reacties

De campagneperiode leidt een half-sluimerend bestaan. Te midden van het geweld van de Olympische Spelen en de aandacht voor Plasterk en de NSA, zullen politieke partijen binnenkort toch de strijd aan moeten gaan om kiezers aan zich te bieden en zullen zich inhoudelijk van elkaar proberen te onderscheiden.

Een van de klassieke vraagstukken in politicologie betreft de wijze waarop partijen deze inhoudelijke competitie voeren. Grofweg zijn er twee benaderingen die stellen hoe de inhoudelijke competitie verloopt; twee strategieën die partijen zouden gebruiken om hun ideeën voor het voetlicht te brengen.

[Read more…] about Hoe politieke partijen strijden om de kiezersgunst

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Politieke partijen Tagged With: cmp, confrontational, partijprogramma, partijstrategie, saliency, verkiezingsprogramma

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Episode 100 – Warlords and State Building in Afghanistan, with Romain Malejacq

De vervuiler betaalt? Hoe politiek wantrouwen de steun voor klimaatbeleid ondermijnt

Waarom zit Rutte-II zo lang?

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in