• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

vertrouwen in de politiek

Complotdenken in Nederland en Europa

door Daniël van Wijk, Maria Eismann, Aart C. Liefbroer 11/01/2023 2 Reacties

Sinds de start van de coronapandemie is er veel aandacht voor het geloof in complottheorieën, zowel in de wetenschap als in de media en het maatschappelijk debat. Inmiddels is er redelijk wat bekend over de achtergronden en gevolgen van complotdenken. Waar minder over bekend is, is de mate waarin inwoners van verschillende landen complottheorieën ondersteunen. In dit artikel laten wij zien dat er grote verschillen bestaan binnen Europa in de steun voor complottheorieën. Hiervoor gebruiken we de grootschalige, representatieve en internationaal vergelijkbare enquêtedata van de European Social Survey (ESS). We bekijken drie stellingen over complottheorieën die zijn toegevoegd in Ronde 10 van de ESS, waarvoor de data – verzameld tussen 2020 en 2022 in een groot aantal Europese landen – recent beschikbaar zijn gekomen. Eerst onderzoeken we in hoeverre Nederlandse respondenten het eens zijn met elk van deze stellingen, daarna plaatsen we Nederland in de bredere Europese context door deze aantallen te vergelijken met een selectie van Europese landen.

Complotdenken in Nederland

In de wetenschappelijke literatuur wordt een complottheorie gedefinieerd als een poging om de oorzaak van een belangrijke sociale of politieke gebeurtenis of situatie te verklaren vanuit geheime samenzweringen door twee of meer machtige actoren. In de ESS zijn drie stellingen over complottheorieën voorgelegd aan respondenten, die ingaan op verschillende aspecten van complotdenken. Respondenten werd gevraagd om aan te geven of ze het met de stelling helemaal oneens, oneens, niet eens en niet oneens, eens of helemaal eens waren. Voor alle drie de stellingen geldt dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking het oneens is met de complottheorie (zie Figuur 1).[i] Ook is er een aanzienlijke groep van rond de 20% van de respondenten die het niet eens maar ook niet oneens is met de stellingen. Slechts een klein deel van de respondenten is het eens of helemaal eens, hoewel de steun wat verschilt per stelling. De meeste steun – onder zo’n 21% van de respondenten – is er voor de stelling dat een kleine, geheime groep mensen alle belangrijke beslissingen in de wereldpolitiek neemt. Zo’n 17% van de respondenten is het eens met de stelling dat wetenschappers bewijsmateriaal verdraaien, verzinnen of verzwijgen om de bevolking te misleiden. De minste steun is er voor de stelling dat het coronavirus het resultaat is van bewuste en heimelijke acties van een bepaalde overheid of organisatie: slechts 11% van de respondenten is het hiermee eens.

Figuur 1 – Complotdenken in Nederland

Complotdenken in Europa

Figuur 2 laat het percentage respondenten in een aantal Europese landen zien dat het eens of helemaal eens is met de stellingen over complottheorieën.[ii] De mate waarin Europeanen complottheorieën ondersteunen, blijkt sterk te verschillen per land. In het algemeen is er een Oost-West-patroon zichtbaar: waar slechts een klein deel (zo’n 10-20%) van de bevolking in Noord- en West-Europa het eens is met de stellingen over complottheorieën, is dit aantal hoger in landen die verder naar het zuiden en oosten liggen. In Estland, Griekenland, Italië, Litouwen en Tsjechië steunt ongeveer een kwart van de respondenten de complottheorieën, in Slovenië en Kroatië ligt dit aandeel rond de 40%. De steun voor complottheorieën is het grootst in Bulgarije en Noord-Macedonië, waar ongeveer de helft van de respondenten het eens is met de stellingen.

De verschillen tussen landen zijn min of meer vergelijkbaar voor alle drie de stellingen. In de meeste landen is er net als in Nederland wat meer steun voor de stelling dat een kleine geheime groep mensen alle belangrijke beslissingen in de wereldpolitiek neemt dan voor de stellingen over wetenschap en het coronavirus. In Estland, Litouwen en Bulgarije zijn er daarentegen juist wat meer respondenten die het eens zijn met de stelling dat het coronavirus het resultaat is van bewuste en heimelijke acties van een bepaalde overheid of organisatie dan respondenten die het eens zijn met de andere stellingen.

Figuur 2 – Complotdenken in Europees perspectief

Een kwestie van vertrouwen?

Hoe kunnen de grote verschillen tussen landen in de steun voor complottheorieën worden verklaard? Een eerste mogelijk antwoord op deze vraag kan worden gevonden door te kijken naar de vragen in de ESS over het vertrouwen dat respondenten hebben in andere mensen. Figuur 3 laat zien dat er een sterke negatieve samenhang is tussen het aandeel inwoners van een land dat de complottheorieën steunt en de gemiddelde mate van vertrouwen in andere mensen. Deze relatie vinden we ook terug op individueel niveau: personen die meer vertrouwen hebben in anderen, zijn het minder vaak eens met de drie stellingen over complottheorieën. Hoewel er op basis van deze gegevens geen uitspraken kunnen worden gedaan over oorzaak en gevolg, lijkt het er in ieder geval op dat de grote mate van steun voor complottheorieën in een aantal Oost-Europese moet worden gezien als onderdeel van een breder gebrek aan vertrouwen in die landen.

De samenhang is echter niet perfect: de landen liggen niet allemaal op of vlakbij de rode regressielijn in Figuur 3. Met name Griekenland en Italië liggen ver onder de lijn, wat betekent dat aandeel complotdenkers in deze landen kleiner is dan je op basis van het lage vertrouwen in andere mensen zou verwachten. Mogelijk spelen andere zaken dan vertrouwen hier een rol, zoals het verloop van de coronapandemie en de reactie van overheden hierop.

Figuur 3 – Correlatie tussen vertrouwen in anderen en steun voor complottheorieën, op landsniveau

Conclusie

Net als in andere Noord- en West-Europese landen steunt in Nederland zo’n 10 tot 20 procent van de inwoners complottheorieën. Dit is een niet onaanzienlijk percentage. Tegelijkertijd is de steun voor complottheorieën in Nederland relatief beperkt in vergelijking met andere (Oost-)Europese landen, waar soms tot wel de helft van de bevolking het eens is met complottheorieën. Een eerste analyse laat zien dat de grote steun voor complottheorieën in Oost-Europa samenhangt met een gebrek aan vertrouwen. Wij moedigen onderzoekers aan om deze relaties verder te onderzoeken. De recent gepubliceerde data van Ronde 10 van de ESS – met gedetailleerde informatie over complotdenken, vertrouwen en andere attitudes in een groot aantal landen – bieden hiervoor een uitgelezen mogelijkheid.


[i] Alle resultaten zijn gewogen naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en regio. Verder corrigeren de gewichten voor verschillen in steekproefontwerp.

[ii] In dit artikel zijn alle landen meegenomen waarvoor gegevens beschikbaar zijn in Ronde 10 van de ESS, waar het veldwerk face-to-face heeft plaatsgevonden en waar minder dan 10% van de respondenten missende waarden heeft voor de complotvragen.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: complot, complotdenken, complottheorieën, european social survey, vertrouwen in de politiek

Moeten we ons zorgen maken om het hard gedaalde vertrouwen?

door Tom van der Meer 22/09/2021 0 Reacties

Vlak voor Prinsjesdag peilde opinieonderzoeksbureau Ipsos dat het vertrouwen in de politiek fors gedaald was. Ook het SCP heeft eerder laten zien dat het vertrouwen daalde. En ook I&O komt tot soortgelijke conclusies. Maar is deze daling iets om ons zorgen over te maken?

Eerst de stijging, dan de val

De daling in het vertrouwen in het afgelopen jaar is fors. Maar die daling valt niet los te zien van de enorme stijging in het vertrouwen in 2020. Als gevolg van de uitbraak van de pandemie ontstond een rally-round-the flag. De dreiging van een externe crisis leidde ertoe dat het vertrouwen in met name de regering enorm steeg. Ook de VVD plukte daar in de peilingen de vruchten van. De stijging zelf was van betrekkelijk korte duur, maar de daling duurde aanzienlijk langer. Daardoor kon het gebeuren dat we pas recent weer op het vertrouwensniveau kwamen van voor de Corona-crisis.

Een groot deel van de daling is dus eerder te omschrijven als een terugkeer naar het gebruikelijke patroon. En dat is niet ongezond. Een hoog niveau van blind vertrouwen in de politiek is immers vooral goed nieuws voor politici en beleidsmakers die daardoor makkelijker steun krijgen voor soms verregaand beleid. Een democratie heeft baat bij scepsis in beleidsmakers. Niet blind vertrouwen (dat kiezers doet berusten) of cynisme (dat de goede intenties van politici kraakt en burgers van de democratie doet afkeren) maar scepsis leidt tot actief monitorende, kritische burgers die de politiek scherp houden.

Afkeer van politiek-met-kleine-p

Maar dat is niet het hele verhaal. Er is meer aan de hand. Het vertrouwen in de politiek is in de cijfers van Ipsos nog lager dan in 2018 en 2019. En dat is ook het geval in de cijfers van het SCP. De motivatie van wantrouwende burgers ligt volgens dat laatste onderzoek in de vastgelopen formatie en de onderlinge machtsstrijd. Maar ook andere recente gebeurtenissen (van op- of overstappende ministers tot falend beleid) dringen het vertrouwen omlaag.

Dat is geen verrassing. Burgers houden niet van politiek conflict. Hoe politieker de institutie, hoe lager het vertrouwen dat mensen er gebruikelijk in hebben.

Toch is het te vroeg om heel ongerust te zijn over impact van de huidige politieke verdeeldheid en de patstelling tijdens de formatie op het vertrouwen. De daling is vooralsnog een korte-termijn effect, zoals we die in het verleden wel vaker hebben gezien. Het kabinet-Balkenende II had een slecht imago als weinig responsief kabinet. Balkenende IV probeerde dat imago om te buigen met een 100-dagen tour door het land. Dat leidde in het begin inderdaad tot een hoger niveau van vertrouwen. Maar toen het kabinet niet in staat bleek om daadkrachtig te besturen, zakte dat vertrouwen meteen weer in (afgezien van de periode rond de daadkrachtige overname van ABN Amro in 2008).

De daling van het vertrouwen is dus vooralsnog een reactie op politiek gekonkel in Den Haag, maar niet structureler dan dat. Bij het herstel van politieke omgangsvormen, bij de vorming van een kabinet of bij nieuwe verkiezingen kan het vertrouwen zich weer herstellen. Dat deed het in het verleden ook. Een probleem wordt de politieke patstelling pas, als deze lange tijd blijft aanhouden.

Structurele verklaringen van vertrouwen

Imago’s van verdeeldheid, responsiviteit, en daadkracht stimuleren of drukken het vertrouwen in de Nederlandse politiek slechts op de korte termijn. Die effecten hangen sterk samen met een generatie politici of met een zittende regeringscoalitie. Ze zijn de golven waarmee het vertrouwen stijgt of daalt. Maar ze zijn over het algemeen niet de kurk waar het vertrouwen op drijft.

Structurele bronnen van vertrouwen in de politiek zitten in andere factoren. Denk dan aan regelmatige verkiezingen (waarmee het parlement wordt samengesteld in lijn met de voorkeuren van kiezers), aan economische prestaties, aan evenredige verkiezingen (waardoor allerlei groepen gehoord worden binnen het systeem), en bovenal aan een onpartijdige en niet corrupte overheid.

Het belang van een onpartijdige overheid is zelfs zo groot dat het me verbaast dat de impact van de Toeslagenaffaire op het vertrouwen in de politiek beperkt is gebleven. Die verbazing is alleen maar groter geworden na het zien van de getuigenissen in de 2DOC-documentaire Alleen tegen de Staat.

Aandachtspunt

Het vertrouwen in de politiek is in belangrijke mate een reflectie van hoe de democratie en de regering functioneren. De huidige patstelling leidt onder burgers duidelijk tot afkeer en irritatie. Het vertrouwen kan zich herstellen, wanneer politici zich herpakken. Dat betekent een constructieve opstelling in de formatie en een hogere morele standaard onder politici.

Daarnaast blijft de onpartijdigheid van de overheid cruciaal voor het vertrouwen dat burgers hebben in de politiek. Dat is een tweede aspect waar de huidige generatie politici hard aan zal moeten werken om het hart van de legitimiteit niet te schaden.

Politieke trucjes die politici een imago moeten opleveren van responsiviteit (als de 100-dagentour) of daadkracht (als de poging om elke dag een beleidsvoorstel te pluggen in de media) stimuleren het vertrouwen alleen aan de oppervlakte. Dat draagt allemaal niets bij aan het vertrouwen van de groep waar we ons het meest zorgen om moeten maken: de groep burgers die geheel dreigt af te haken, en afdrijft van gebrekkig vertrouwen naar daadwerkelijk cynisme.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: Formatie, rally round the flag, toeslagenaffaire, vertrouwen, vertrouwen in de politiek

Waarom het politiek vertrouwen tijdens de coronacrisis stijgt

door Eefje Steenvoorden 29/12/2020 0 Reacties

Het uitbreken van de coronacrisis heeft gezorgd voor een historisch hoge stijging van het politiek vertrouwen. In de vandaag verschenen editie van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (Sociaal en Cultureel Planbureau) analyseer ik samen met Tom van der Meer deze opvallende ontwikkeling. De stijging van vertrouwen is sinds het begin van de COB-reeks in 2008 niet eerder zo groot geweest, maar tegelijkertijd goed te begrijpen vanuit de Amerikaanse literatuur over de “rally ‘round the flag”. Een rally is hierbij een stijging van vertrouwen in de politieke leiding ten tijde van een i) internationale, ii) dramatische en scherp gefocuste crisis, iii) die de politiek niet heeft veroorzaakt maar iv) wel moet oplossen. We beargumenteren dat de coronacrisis ook te typeren is als zo’n type crisis, en onderzoeken onder welke groepen burgers politiek vertrouwen het meeste is gestegen, en welke oorzaken hiervoor aan te wijzen zijn. Hieronder vat ik onze bevindingen samen.

Eerst een stukje achtergrond over de rally ‘round the flag. Deze term is gemunt door de politicoloog Mueller in 1970, en wijst op de boost in politiek vertrouwen onder burgers ten tijde van internationale, gewapende conflicten waarbij hun land direct betrokken was en die de politiek het hoofd moest bieden.  Amerikaanse presidenten bleken vaak (hoewel niet per definitie) te profiteren van dergelijke conflicten, in termen van hun populariteit en het vertrouwen dat burgers in hen hadden. Inmiddels weten we dat dergelijke rally’s niet zijn voorbehouden aan gewapende conflicten maar ook optreden bij terroristische aanslagen en natuurrampen. Crises hoeven ook niet direct gericht te zijn op het eigen land om een rally te doen ontstaan. Dit bleek uit de stijging van politiek vertrouwen na 11 september 2001 in veel westerse democratieën. In Nederland zagen we nog vrij recent (kleinere) rallyeffecten, bijvoorbeeld in najaar 2008, nadat de regering had ingegrepen tijdens de financiële crisis door ABN Amro te nationaliseren (‘te redden’), na de aanslag op het koningshuis in 2009 tijdens Koninginnedag en na de MH17-ramp.

De coronacrisis vertoont veel gelijkenissen met de hierboven omschreven crises: scherpomlijnd, internationaal, extern en met directe betrokkenheid van de nationale politieke leiders bij de respons op de crisis. Het precieze startpunt van de coronarally – de stijging van vertrouwen door de coronacrisis – is niet helemaal duidelijk. Eerdere, internationale studies bediscussiëren of het vertrouwen in de politiek begon te stijgen op het moment van a) de toename van het aantal besmettingen, b) bij internationale crisissignalen zoals de Italiaanse lockdown op 9 maart, of c) specifieke nationale lockdown maatregelen.

Is er dan sprake van een grote stijging van politiek vertrouwen door de coronacrisis? Jazeker, dat zien we in Figuur 1 hieronder (uit het rapport), waarin het percentage mensen is weergeven met voldoende vertrouwen in de politiek (6-10 op een schaal van 1-10). Vanaf het startpunt van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) in 2008 hebben we niet eerder zo’n sterke stijging van vertrouwen in zowel parlement als regering gezien als in het voorjaar van 2020. Toen steeg het percentage met voldoende vertrouwen in zowel het parlement als de regering naar 75% in april, waar dat tussen de 51% en 54% lag in januari 2020. Het hoogste punt van vertrouwen in de COB-reeks vóór de coronacrisis was oktober 2008 bij de nationalisering van ABN AMRO. Het vertrouwen is sinds april 2020 wel iets gedaald, naar 67% in juli en 65% in oktober. De coronarally is dus al over het hoogste punt heen, maar zeker nog gaande.

Onder welke groepen burgers zien we deze coronarally nu met name? En waarom stijgt het vertrouwen tijdens deze coronacrisis? Dat konden we nagaan met paneldata, een survey met vragen naar politiek vertrouwen op drie momenten onder steeds dezelfde mensen. Door een (on)gelukkig toeval hebben we mensen gevraagd naar hun politiek vertrouwen net voor de lockdown (11-15 maart 2020). Dit hebben we herhaald in april (door middel van financiering door het Ministerie van Binnenlandse Zaken) en in oktober in samenwerking met het SCP. Bij de analyses hieronder hebben we ons geconcentreerd op vertrouwen in de regering, waar we de grootste veranderingen zien.

Een eerste belangrijke bevinding is dat de coronarally niet berust op een klein aantal mensen groep dat heel erg gestegen is in vertrouwen, maar op een brede groep die een beetje meer vertrouwen uitspreekt. In dit panelonderzoek hanteren we een schaal voor vertrouwen van 1 (veel wantrouwen) tot 5 (veel vertrouwen). We zien dat tussen maart en april de helft van de ondervraagden is gestegen in vertrouwen. Heel specifiek gaf 30% 1 punt meer vertrouwen (van bijvoorbeeld een 1 naar een 2 of een 4 naar een 5), 13% 2 punten, en slechts 6% 3 of 4 punten meer.  

Een tweede belangrijke bevinding is dat we de stijging van vertrouwen kunnen typeren als minder cynisme over de competenties en intenties van politici. Dit blijkt uit groeicurve-analyses waarmee we veranderingen in de aard van politiek vertrouwen op de drie momenten hebben vergeleken. Die laten zien dat de stijging van politiek vertrouwen is geworteld in een positiever beeld dat men heeft over politici, namelijk minder steun voor de opvatting dat politici vooral bezig zijn met hun eigen belangen en meer steun voor de opvatting dat politici competente mensen zijn die weten wat ze doen. Deze bevindingen worden nog eens onderstreept door de toelichtingen bij de vraag waarom mensen vertrouwen hebben in de regering. Ze doen het zo gek nog niet, ze doen hun best, ze hebben het beste met ons voor, zijn hierbij vaak genoemde redenen.

Ten derde hebben we drie oorzaken gevonden voor de veranderingen in regeringsvertrouwen – tussen maart en april, en tussen april en oktober – namelijk: angst voor corona, partijvoorkeur en voorkeur voor crisisbeleid (aandacht voor pandemie of economie). Dit blijkt zowel uit beschrijvende data (zie hieronder figuur 2.3 uit het rapport) als uit groeicurve-analyses.

Zoals ook al bleek uit onderzoek naar de emotionele basis van rallyeffecten in de nasleep van 11 september, is ook hier een emotionele oorzaak aan te wijzen voor de stijging in vertrouwen. Wie bang is voor zichzelf of naasten om besmet te raken met corona, is meer gestegen in vertrouwen dan wie aangeeft niet bang te zijn. Psychologen duiden deze emotionele oorsprong van rallyeffecten met het zoeken naar veiligheid bij de politieke leiding, op twee manieren: fysiek en mentaal. Fysiek ligt voor de hand, mensen zijn bang voor gezondheid van henzelf of hun naasten en hopen dat de politiek erin slaagt bescherming te verzekeren of in ieder geval te vergroten. Mentaal speelt iets anders, namelijk behoefte aan bevestiging van een wereldbeeld, dat door een crisis omver geschopt wordt. Men kijkt dan naar leiders om de chaos te bedwingen en de rust en veiligheid te herstellen. Voor maart 2020 was (bijna) niemand bezig met de gevaren van een pandemie, laat staan bewust van de kwetsbaarheid van onze samenleving voor een virus.

De tweede verklaring van de coronarally is partijvoorkeur. Kiezers van rechtse oppositie partijen (PVV, FvD) zijn het meest gestegen in vertrouwen in het voorjaar en het meeste gedaald daarna, terwijl kiezers van de coalitiepartijen het minst gestegen zijn in vertrouwen sinds de coronacrisis. Ook dit is in lijn met eerder onderzoek naar rallyeffecten in andere crises. Daaruit kunnen we dan ook twee verklaringen geven voor deze bevindingen. Kiezers die normaliter het minste politiek vertrouwen hebben (momenteel in Nederland kiezers van de rechtse oppositie) kunnen het meeste stijgen in vertrouwen. Amerikaans onderzoek laat zien dat juist presidenten die niet populair zijn onder kiezers van de oppositie (zoals George W. Bush), het meeste potentieel voor een rally hebben. We zien daarom het lage pre-corona vertrouwen onder PVV en FvD kiezers als verklaring voor hun sterke stijging.

Daarnaast speelt het zogenaamde opinion leadership een rol. Regeringspartijen hebben in een crisis veelal het ‘opinieleiderschap’ (bepalen het dominante verhaal), omdat oppositiepartijen ervoor terugdeinzen kritiek te uiten. Dit kan ze immers op kritiek komen te staan dat ze weinig eensgezindheid tonen. Maar daarnaast hebben oppositiepartijen ook een informatienadeel, ze staan minder dan de regeringspartijen direct in lijn met informatie verschaffende diensten en kunnen daarom sneller de plank misslaan. Tijdens de coronacrisis in Nederland was er slechts deels sprake van een opinieleiderschap van regering(spartijen). Juist de PVV en FvD hebben vanaf het begin van de crisis stevig oppositie gevoerd. Wel zien we sinds de zomer politisering van de corona-aanpak over het hele politieke spectrum. Zoals de linkse als de rechte oppositie schuwt sindsdien stevige kritiek op de gekozen aanpak niet. We zien het afnemende opinieleiderschap als belangrijkste duiding van de sterke daling van vertrouwen van PVV en FvD kiezers in het najaar.

De derde oorzaak, voorkeur voor de crisisaanpak (meer aandacht voor het tegengaan van corona of voor het openstellen van de economie) is alleen een significante oorzaak van veranderingen in vertrouwen tussen april en oktober, niet in het voorjaar. Wie in die periode vond dat de economie meer aandacht moest krijgen is meer gedaald in vertrouwen sinds april dan wie vond dat de corona-aanpak vooropgesteld moest worden. Dit is in lijn met de wetenschappelijke literatuur over politiek vertrouwen, waarin het evaluatieve karakter van dit concept centraal staat.

Ten slotte, wat vertellen onze resultaten ons over de toekomst? Het hoogtepunt ligt al achter ons, maar de vraag is hoelang de coronarally nog zal beklijven. De duur bij eerdere rally’s was erg variabel (6-14+ maanden, met uitschieters van effecten op verkiezingen drie jaar na dato), en over duur van de coronarally is het onmogelijk voorspellingen is doen.

Toch zijn er wel aanknopingspunten.

We zien vooral redenen om te verwachten dat met de tijd politiek vertrouwen weer naar het normale niveau zal terugkeren. Ten eerste benadrukt de invloed van angst voor corona de tijdelijkheid van de coronarally. Als de angst wegebt, zal ook het vertrouwen terugvallen naar het normale niveau. Ten tweede blijkt uit de literatuur dat de mate waarin mensen een crisis als extern ervaren van belang is. We zien nu al in ons onderzoek dat een meerderheid van 57% de regering verantwoordelijk houdt voor de tweede golf van besmettingen. Naarmate de politiek in het algemeen, en de regering in het bijzonder, meer de schuld krijgt van de crisissituatie zal extra vertrouwen verdampen. Ten derde zijn de voorkeuren voor de crisisaanpak in toenemende mate gepolitiseerd geraakt. In het voorjaar deed het opinieleiderschap de indruk ontstaan dat de aanpak van de regering de goedkeuring had van veel politieke tegenstanders. Nu de crisisaanpak meer gepolitiseerd wordt, zal het hierop gestoelde vertrouwen verminderen. Ten vierde zal het politieke blikveld verbreden naarmate de coronacrisis naar de achtergrond wordt gedrukt. Als de meer alledaagse thema’s weer meer in de politieke aandacht komen te staan, kunnen we ook een afname van vertrouwen verwachten. De aankomende verkiezingen lijken verschillende van deze ontwikkelingen te kunnen versnellen.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: corona, rally, rally round the flag, vertrouwen, vertrouwen in de politiek

Hernieuwde roep om kiesdrempel

door Tom van der Meer 15/06/2017 2 Reacties

Je kon er de klok op gelijk zetten. De verkiezingen hebben geleid tot een historisch gefragmenteerd parlement, en het einde van de coalitieformatie is na bijna drie maanden bepaald nog niet in zicht. Dit weekend bij Buitenhof was de beurt aan rechtsfilosoof Andreas Kinneging om te pleiten voor een verhoging van de Nederlandse kiesdrempel. Kinneging staat niet alleen: op social media krijgt zo’n verhoging veel bijval.

Onder voorstanders klinkt het dat een hogere kiesdrempel goed zou zijn voor de bestuurbaarheid, voor het vertrouwen, voor het afdwingen van partijfusies. Maar ook goed tegen afsplitsingen in het parlement, en tegen populisme. Waar die hooggespannen verwachtingen op gebaseerd zijn, is vaak niet duidelijk. Op basis van doorrekeningen en onderzoek is het bepaald niet vanzelfsprekend dat een kiesdrempel de verwachtingen waar zal maken. Sterker nog: In veel gevallen zal een kiesdrempel niet helpen, in andere gevallen lokt het zelfs de problemen uit die het  wil oplossen.

[Read more…] about Hernieuwde roep om kiesdrempel

Filed Under: Democratie Tagged With: evenredige vertegenwoordiging, kiesdrempel, politiek vertrouwen, versplintering, vertrouwen in de politiek

Lang leve onze ambtenarij: de kurk waar politiek vertrouwen op drijft

door Tom van der Meer 08/03/2016 0 Reacties

Het belang van een professionele bureaucratie voor de democratie wordt gemakkelijk onderschat. Wanneer we in de media lezen over de oorzaken van politiek vertrouwen – of vaker het vermeende gebrek eraan – komt al gauw uit bij schandalen, daadkrachtige politici, economische prestaties, of bij democratische input als referenda en kiesdrempels. Toch is dat niet de belangrijkste oorzaak waarom het vertrouwen in de politiek relatief hoog is in landen als Zweden, Denemarken, Luxemburg en in mindere mate Nederland, en relatief laag in landen als Griekenland, Slowakije, en Portugal. Die oorzaak ligt niet bij democratische input of economische output maar bij de kwaliteit van de overheid, om precies te zijn de onpartijdigheid van ambtenaren.

Lang leve onze ambtenarij!

[Read more…] about Lang leve onze ambtenarij: de kurk waar politiek vertrouwen op drijft

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: ambtenaren, ambtenarij, bureaucratie, corruptie, neutraal, onpartijdigheid, politiek vertrouwen, vertrouwen in de politiek

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Rechtspopulistische partijen als ‘Männerparteien’?

Leiderschap in Corona tijd -Hot Politics Lab Online Sessie 1 met Michael Bang Petersen

Plaatjes van de electoraatjes: het CDA

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in