In hun weergaloze boek The Spirit Level laten Richard Wilkinson en Kate Pickett zien dat ongelijke samenlevingen slechter scoren op tal van belangrijke maatschappelijke uitkomsten dan gelijke samenlevingen. Sociaal vertrouwen, levensverwachting, kindersterfte, obesitas, misdaad en sociale mobiliteit zijn allen gerelateerd aan inkomensongelijkheid. Wilkinson vat het boek op elegante manier samen in dit TED-clipje.
Ik heb The Spirit Level met veel plezier gelezen, maar ik heb toch sterke bedenkingen bij de samenvatting op de achterkant. Daar staat namelijk: “How almost everything – from life expectancy to mental illness, violence to illiteracy – is affected not by how wealthy a society is, but how equal it is.” Zonder de kwalificatie dat dit alleen geldt voor rijke landen, is dit namelijk een zeer misleidende en ronduit verkeerde weergave van de bevindingen in het boek. Wanneer we meer landen meenemen, blijkt dat armoede en ongelijkheid beiden funest zijn voor de bovenstaande maatschappelijke uitkomsten.
Voor een aantal replicaties en aanvullende analyses zal ik gebruik maken van de Democracy Cross-national Dataset van Pippa Norris en focusen op het verklaren van verschillen in levensverwachting, een variabele die (in 2004) liep van 82,2 jaar in Japan tot 31,3 jaar in Swaziland. De data over welvaartsniveau, inkomensongelijkheid en levensverwachting zijn beschikbaar voor 125 landen en gemeten in 2004.
Welvaart en levensverwachting
Het idee dat gelijkheid, en niet welvaart, de motor achter levensverwachting zou zijn verdient een fikse bijsluiter. Wilkinson en Pickett beginnen hun betoog met een grafiek die juist laat zien hoe sterk de samenhang tussen welvaart en levensverwachting is (fig. 1.1, p.6). De onderstaande figuur is een replicatie van die grafiek:
Levensverwachting neemt extreem snel toe bij stijgende welvaart, maar de relatie is duidelijk niet lineair. De toegevoegde waarde van welvaart voor levensverwachting stopt abrupt vanaf een welvaartsniveau van rond de $5000. Wilkinson en Pickett schrijven hierover het volgende (p.5-6):
“For thousands of years the best way of improving the quality of human life was to raise material living standards. When the wolf was never far from the door, good times were simply times of plenty. But for the vast majority of people in affluent countries the difficulties of life are no longer about filling our stomachs, having clean water and keeping warm. Most of us now wish they could eat less rather than more. And, for the first time in history, the poor are – on average – fatter than the rich. Economic growth, for so long the great engine of progress, has, in the rich countries, largely finished its work.”
The Spirit Level heeft dus als uitgangspunt dat alleen voor rijke landen méér rijkdom geen toegevoegde waarde meer heeft, althans wat betreft het verhogen van levensverwachting.
Ongelijkheid en levensverwachting
In rijke landen speelt volgens Wilkinson en Pickett de verdeling van welvaart een sleutelrol in het verklaren van verschillen in levensverwachting. Ongelijkheid zou leiden tot een hogere mate van stress en wantrouwen in een samenleving wat weer een negatieve uitwerking heeft op de gezondheid van mensen.
Dit betekent echter niet dat ongelijkheid alleen relevant is voor rijke samenlevingen. De onderstaande figuur laat zien dat er over de gehele linie een sterke negatieve samenhang (r = – 0.49, p < 0.001) bestaat tussen inkomensongelijkheid en levensverwachting.
Wilkinson en Pickett ontkennen geenszins dat inkomensongelijkheid ook in arme landen een negatieve impact heeft (zie ook Hales et al 1999), maar het boek gaat nou eenmaal over (rijke) landen waar economische groei geen bijdrage meer levert aan levensverwachting.
Armoede én ongelijkheid dempen levensverwachting
Wanneer we welvaart en ongelijkheid tegelijk meenemen als verklaring (bijvoorbeeld in een regressiemodel) zien we dat beiden onafhankelijk van elkaar een effect hebben op levensverwachting. De laagste levensverwachting vinden we dus terug in landen die arm én ongelijk zijn. Let wel, welvaartsniveau heeft twee keer zo veel verklarende kracht als inkomensongelijkheid.
Wat betekent dit nu concreet voor de levensverwachting van baby’s bij de geboorte? In de onderstaande figuur heb ik de 125 landen uiteengezet naar welvaartsniveau en inkomensongelijkheid, zodat er drie groepen landen ontstaan: 1) arm en ongelijk, 2) arm en gelijk en 3) rijk en gelijk. De combinatie van rijk en ongelijk komt niet voor. Zelfs voor Europese begrippen ongelijke samenlevingen als Singapore en de VS scoren wat dat betreft veel beter dan grote delen van bijvoorbeeld Latijns-Amerika en Afrika.
Hoe dan ook, de verschillen in levensverwachting zijn duidelijk. The Spirit Level gaat over 25 van de rijkste ‘groene landen’. Binnen deze groep gaan levensverwachting en gelijkheid hand in hand (Wilkinson en Pickett vinden overigens soortgelijke resultaten voor de vijftig Amerikaanse staten, wat natuurlijk spreekt voor de robuustheid van hun bevindingen). De ‘rode’ en ‘oranje’ landen hebben ongeveer hetzelfde welvaartsniveau (rond de $1900), maar verschillen wat betreft inkomensongelijkheid. Dit resulteert in een aanzienlijk verschil in levensverwachting van zo’n vijf jaar.
Invloedrijk boek
Armoede én ongelijkheid zijn beiden letterlijk een kwestie van leven en dood. Het bovenstaande is dan ook eerder een aanvulling op The Spirit Level dan een correctie, hoewel de samenvatting op de achterkant over de irrelevantie van welvaart dus ronduit misleidend is.
Inmiddels heeft het boek ook in Nederland indruk gemaakt op beleidsmakers. Zo lijkt GroenLinks in het verkiezingsprogramma van 2012 direct te refereren aan Wilkinson en Pickett: “in Zweden en Finland zijn mensen gezonder en gelukkiger zijn dan in ongelijke samenlevingen als Engeland en de Verenigde Staten” (p.8). Een documentaire over het boek en haar thematiek staat ondertussen ook in de steigers. Voor slechts $1000 kunt u als Associate Producer bijdragen aan het project…
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.