Met nog maar een paar weken voor één van de belangrijkste presidentsverkiezingen van deze tijd, verstevigt Joe Biden zijn voorsprong in de peilingen. En toch blijft Donald Trumps approval rating of goedkeuringsscore nog altijd relatief stabiel. Is Trump echt die ‘Teflon-president’, waaraan niets blijft kleven – hoe groot het schandaal of de controverse ook is? Ons meest recente onderzoek wijst in de richting van beginnende scheurtjes in zijn Teflon-pantser. Wij analyseerden hoe de perceptie van kiezers van de persoonlijkheid van de president zich in de afgelopen 18 maanden heeft ontwikkeld en constateren dat deze bij (sterke) Republikeinen steeds negatiever is geworden.
Het is duidelijk dat Democraten en Republikeinen anders aankijken tegen Trumps persoonlijkheid. Waar de een hem ziet als charismatisch en oprecht, ziet de ander hem als egocentrisch en onaangenaam. Deze tegengestelde percepties vallen nauw samen met partijvoorkeuren; Republikeinen hebben over het algemeen een veel positiever beeld van het karakter van de president. In hoeverre verandert de perceptie van het Amerikaanse electoraat door alle schandalen en politieke controverses die het presidentschap van Trump kenmerken? En wat zou dit kunnen betekenen voor het stemgedrag van kiezers?
Met vier opeenvolgende onderzoeken onder in totaal 6.000 Amerikaanse respondenten hebben we de ontwikkeling van de perceptie van Trumps persoonlijkheid tussen november 2018 en mei 2020 geanalyseerd. Ze onderzochten hoe kiezers Trumps karakter beoordelen op grond van de positieve en ‘sociaal wenselijke’ persoonlijkheidskenmerken van het Big Five-model (extraversie, vriendelijkheid, ordelijkheid, emotionele stabiliteit en openheid) en de drie negatieve, potentieel schadelijke eigenschappen van het Dark Triad-model (narcisme, subklinische psychopathie en machiavellisme).
Nai en Maier ontdekten dat ‘sterke Republikeinen’ in toenemende mate een negatieve perceptie hebben van de persoonlijkheid van de president, wat mogelijk tot een beperktere politieke mobilisatie van deze groep kan leiden. In de huidige, sterk gepolariseerde situatie in de Verenigde Staten, waarin mensen geneigd zijn om, wat er ook gebeurt, vast te houden aan hun politieke keuze, zijn de implicaties van deze verschuivingen opmerkelijk.
Een verrassend stabiele goedkeuringsscore…
Het algemene publiek is sterk verdeeld over het karakter en de persoonlijkheid van Donald Trump. Is hij een charismatische leider die ‘zegt waar het op staat’, of juist een onzekere, heetgebakerde egoïst? Kiezers met een verschillende partijvoorkeur lijken een radicaal tegengestelde perceptie te hebben. Het is niet verrassend dat progressieve kiezers over het algemeen veel kritischer zijn in hun perceptie dan conservatieve kiezers. Progressieven wijzen vooral op Trumps (zeer) lage vriendelijkheid en lage emotionele stabiliteit, terwijl conservatieven de president veel hoger beoordelen op alle vijf de Big Five-persoonlijkheidskenmerken, en dan met name op openheid en ordelijkheid. Er lijkt meer consensus te bestaan over de extraversie van Trump, die door alle kiezers als hoog wordt beoordeeld, en (in zekere zin) ook over Trumps narcisme. Kijken we verder dan deze partijgebonden verschillen, dan valt op dat de goedkeuringsscore van de president gedurende zijn eerste termijn laag, maar verrassend stabiel was.
… maar de perceptie van zijn persoonlijkheid is wellicht aan het verschuiven
De opmerkelijke stabiliteit van Trumps goedkeuringsscore, vooral vergeleken met de extreme fluctuaties bij zijn voorgangers, is vooral verrassend in het licht van de (vele) controverses en schandalen die de regering Trump en de president zelf hebben achtervolgd. Zoals de losse omgang met feitelijke waarheden, gemediatiseerde ruzies met buitenlandse regeringsleiders (en dictators), vermeende affaires met pornosterren, talloze beschuldigingen van seksueel wangedrag, vermeend gesjoemel met campagnegelden, openlijke conflicten met federale onderzoeksdiensten en persoonlijke vetes met vooraanstaande politiemensen, een meerjarig onderzoek naar collusie met vertegenwoordigers van Rusland, het onder druk zetten van president Zelensky van Oekraïne, uitmondend in impeachment van Trump in het Huis van Afgevaardigden wegens machtsmisbruik en tegenwerking van het Congres, en, uiteraard, de recente tekortschietende respons op de coronacrisis. Er is zelfs een pagina op Wikipedia waarop wordt geprobeerd een overzicht te geven van alle controverses. De gealfabetiseerde lijst beslaat inmiddels al meerdere computerschermen.
Deze schandalen slaan geen deuk in Trumps algehele goedkeuringsscore, ze waarschijnlijk wel beïnvloeden hoe bepaalde respondenten tegen de president aankijken – de sterke conservatieven. Volgens de Moral Foundations Theory hechten conservatieven over het algemeen meer morele waarde aan loyaliteit binnen de groep, eerbied en respect tegenover autoriteit en zuiverheid van handelen. Het is niet onwaarschijnlijk dat de vele controverses in Trumps presidentschap sterk botsen met deze drie ‘conservatieve’ morele fundamenten. Zo staan de beschuldigingen van seksueel wangedrag, buitenechtelijke affaires en ongepaste intieme relaties met pornoactrices vooral haaks op de conservatieve morele principes van zuiver en eerbiedig handelen. Deze botsing tussen controverses en conservatieve morele fundamenten zou ervoor kunnen zorgen dat de manier waarop (sterke) conservatieven tegen de president aankijken verandert.
Teflon-president Trump wordt minder onaantastbaar
De perceptie van Trumps persoonlijkheid is gemiddeld genomen uitzonderlijk stabiel en sterk partijafhankelijk. Over het geheel genomen hebben ‘sterke Democraten’ en ‘sterke Republikeinen’ een tegengesteld beeld van de president; bij de eerstgenoemden scoort Trump bijvoorbeeld veel hoger op machiavellisme en psychopathie dan op openheid, terwijl voor de laatstgenoemden het omgekeerde geldt. Het is niet verrassend dat de respondenten die zich identificeren met de Democratische partij hun (zeer negatieve) mening gedurende de onderzochte periode van 18 maanden niet lijken te hebben veranderd. Maar één groep kiezers heeft zijn mening over Trump wel aanzienlijk veranderd: sterke Republikeinen.
Het beeld van Trump als ‘Teflon-president’, met een harde buitenlaag waaraan niets blijft plakken, heeft waarschijnlijk zijn grenzen bereikt.
Bij sterke Republikeinen blijkt de perceptie van Trumps persoonlijkheid in de loop van de tijd negatiever te worden. Ze worden kritischer als het gaat om de ‘duistere’ eigenschappen en beoordelen hem hoger op narcisme en aanzienlijk hoger op psychopathie en machiavellisme. Wellicht heeft het beeld van Trump als ‘Teflon-president’, met een harde buitenlaag waaraan niets blijft plakken, door het schenden van conservatieve morele fundamenten waarschijnlijk toch zijn grenzen bereikt – vooral in de ogen van conservatieven.
Is de perceptie die respondenten hebben van Trump relevant voor hun politieke participatie?
Deze verschuivingen zullen waarschijnlijk electorale consequenties hebben. Respondenten met een meer negatieve perceptie van Trump, zouden mogelijk kunnen worden geassocieerd met een lagere politieke mobilisatie. Er is inderdaad een politieke demobilisatietrend onder sterke Republikeinen; hoe hoger de president in hun ogen scoort op psychopathie (en hoe lager op ordelijkheid), hoe minder vaak ze een sterke intentie uitspraken om bij de aankomende verkiezingen op Trump te stemmen of sowieso te gaan stemmen: De verschuivingen in de perceptie van de persoonlijkheid van de president kunnen een voorspelling zijn van veranderingen in de verkiezingssteun voor Trump in de komende periode en zouden kunnen worden gezien als de eerste scheurtjes in zijn Teflon-pantser.
Meer informatie over het artikel en alle voor hun analyse gebruikte datasets zijn hier vrij en gratis te raadplegen: https://osf.io/xrbnq/?view_only=bed195b56f51427da1323ffcda83ad15
Ronald Heijman zegt
Belangrijk is niet het kleine aantal Republikeinen dat zich niet meer kan vinden in de Trump idiotie, maar het grote aantal dat zich daarin wel kan vinden.