Dankzij een lichte stijging van de coalitiepartijen in recente peilingen, ziet het er voor de coalitie & gedoogpartijen nu iets gunstiger uit in de Eerste Kamer. Samen kunnen ze nu rekenen op tussen de 33 en 38 Eerste Kamerzetels. Dat blijkt uit een omrekening van de Peilingwijzer naar Eerste Kamerzetels volgens een eerder beschreven methode.
De kans dat de coalitie plus ‘constructieve 3’ momenteel een meerderheid zouden halen, is nog steeds klein: zo’n 6%. De kans is het grootste dat de coalitie blijft hangen op 35 of 36 zetels, terwijl in de vorige doorrekening 34 zetels nog het meest frequente scenario was.
De stijging van de (gedoog)coalitie komt voor een belangrijk deel op het conto van de PvdA, die recentelijk zo’n 2% winst pakte in de Peilingwijzer voor de Tweede Kamer. Omdat de PvdA het in 2011 en ook in recente peilingen gemiddeld genomen iets beter doet bij de Eerste Kamerverkiezingen, vertaalt zich dat in zo’n twee Eerste Kamerzetels extra in het gemiddelde scenario. Daarbij moet worden aangetekend dat er behoorlijk wat onzekerheid is: de PvdA wordt nu tussen de 7 en 11 Eerste Kamerzetels geschat. Bovendien is dit de huidige stand van zaken: met nog een week te gaan vallen er nog zetels te winnen en te verliezen.
Nog steeds maken meerdere partijen kans om de grootste fractie te worden in de Senaat. Het CDA en de VVD worden nu beide geschat op 10 tot 13 zetels. De PVV en D66 worden ingeschat op 9 tot 12 zetels. Dat kan dus nog alle kanten op. Dit beeld is ook goed te zien in aparte peilingen voor de Eerste Kamer, waarin deze vier partijen telkens goed scoren. De SP lijkt net iets onder deze vier te blijven, althans in deze cijfers, met 8 tot 10 zetels.
De PVV geeft in de meest recente schatting iets aan terrein prijs en staat nu op 9-12 zetels, tegen 10-13 eerder. Het meest waarschijnlijke scenario is nu 10 of 11 zetels, tegen 11 of 12 eerder. Het CDA ziet ook een kleine verschuiving ten nadele, waarbij 13 of 14 zetels nu minder waarschijnlijk zijn. Voor beide partijen zien we een (lichte) negatieve trend in de Peilingwijzer, die zich in de omrekening dus vertaalt naar een iets minder gunstige uitgangspositie.
Voor de andere partijen zien we een vergelijkbaar beeld als in de vorige omrekening. 50PLUS is daarbij het lastigste in te schatten. Peilingen lopen nogal uiteen in de verhouding tussen de 50PLUS-score voor de Tweede Kamer en de Eerste Kamer: in sommige peilingen is de partij veel groter in de Eerste Kamer-peilingen, terwijl ze in andere peilingen weer duidelijk groter is in de Tweede Kamer-peiling. We zien dan ook uiteenlopende inschattingen in peilingen van 1 tot 3 zetels. Volgens de omrekening liggen 2 of 3 zetels het meest voor de hand.
Noot: De genoemde cijfers zijn gebaseerd op een omrekening van de meest recente Peilingwijzer. Daarbij wordt gerekening gehouden met het feit dat partijen het in 2011 en recente peilingen soms beter/slechter deden voor de Eerste Kamer dan voor de Tweede Kamer (bijv. CDA doet het relatief goed voor de Senaat, de PVV relatief slecht). Voor deze update heb ik gebruik gemaakt van de meest recente beschikbare cijfers van die verhoudingsgetallen voor de peilingen van De Hond, Ipsos, I&O Research en De Stemming/EenVandaag. Het volledige R-script van de doorrekening is hier beschikbaar.
Herbert zegt
Volgens mij, en nergens staat een ontkenning, is dit gebaseerd op landelijke peilingen. Dat is in het geval van de EK niet terecht.
Een statenlid uit Zeeland brengt veel minder gewicht in dan een Statenlid uit Zuid-Holland.
Dat kan het beeld behoorlijk doen kantelen.
Tom Louwerse zegt
Dat klopt, en er staat in de gelinkte uitleg dan ook heel gedetailleerd beschreven hoe hier rekening mee wordt gehouden. Overigens is het niet zozeer het stemgewicht van de Statenleden dat vertekent (want dat is proportioneel aan het aantal inwoners), maar eerder verschillen in opkomstbereidheid van kiezers van verschillende partijen.
Jelke Bethlehem zegt
Zou het niet handig kunnen zijn het huidige aantal zetels ook in de grafiekjes op te nemen.
Patrick Meijer zegt
Ha Tom, waarom verwacht je geen groter effect van de lokalo’s? Indien wel, ten koste van welke partijen zou dat gaan?
Tom Louwerse zegt
Provinciale partijen zijn lastig te peilen, zoals ik in mijn uitgebreide toelichting op de gebruikte aanpak aangaf. In feite ga ik hier uit van een situatie vergelijkbaar met 2011. Dat beeld zien we ook terug in alle peilingen voor de Provinciale Staten/Eerste Kamer (steeds 1 zetel). Ook in regionale peilingen die gedaan zijn zie ik nog weinig aanwijzingen voor een sterkere toename van de steun voor provinciale partijen.