Ex-PVV’ers Louis Bontes en Joram van Klaveren lieten op maandag weten een eigen fractie in de Tweede Kamer te gaan vormen. Het duo wil een ‘gezond rechts geluid’ laten horen. Van Klaveren bij EenVandaag: “De VVD is natuurlijk een partij die in essentie eigenlijk een soort verkapte D66 vormt. De PVV is gewoon heel links geworden op de sociaal-economische thema’s, dus die ruimte op rechts is er zeker.”
Inhoudelijk lijken de twee min of meer het VVD-programma op het gebied van een kleine overheid, veiligheid, belastingen en immigratie over te nemen. Vooralsnog is het enige relevante verschil dat Van Klaveren en Bontes zich eurosceptischer opstellen dan de VVD. Laten kiezers en partijen wel ruimte op rechts voor de partij van Van Klaveren en Bontes?
Nu zijn ‘links’ en ‘rechts’ notoir glibberige termen en is het best mogelijk ‘links’ te zijn op sommige thema’s en ‘rechts’ op andere. Politicologen hanteren daarom liever een tweedimensionale politieke ruimte met een economische en een culturele dimensie. De economische as (hieronder ‘left vs right’) bestaat uit standpunten over nivellering en overheidsingrepen in de economie, terwijl de culturele as (‘authoritarian vs liberal’) met name houdingen jegens immigranten en autoriteit bevat.
Bron: Lefkofridi et al. (2013)
Kiezers
Aan de hand van enquêtes kunnen we nagaan hoe het electoraat verdeeld is over deze vier kwadranten en of er werkelijk een voedingsbodem bestaat voor de partij van Bontes en Van Klaveren. Dat blijkt vies tegen te vallen.
Zoe Lefkofridi, Markus Wagneren Johanna E. Willmann hebben dit voor veel West-Europese landen in kaart gebracht op basis van de European Election Study van 2009 (zie hier, open access). In de onderstaande figuur is goed te zien hoe groot de groep ‘links-autoritairen’ in Nederland is. Bijna een derde van het electoraat combineert economisch linkse en cultureel rechtse houdingen. UvA-collega’s Wouter van de Brug en Joost van Spanje kwamen eerder al tot soortgelijke conclusies (zie hier, paywall).
Bron: Lefkofridi et al. (2013)
Partijen
Nu is de vraag waar partijen zich bevinden in deze politieke ruimte. Van Der Brug en Van Spanje laten zien dat er in West-Europa in het ‘links-autoritaire’ kwadrant vrijwel geen politieke partijen bestaan. In de onderstaande figuur staan allerlei partijen uit vijftien West-Europese landen in diezelfde tweedimensionale ruimte. Het electoraal zeer aantrekkelijke ‘links-autoritaire’ kwadrant wordt volkomen genegeerd in de meeste West-Europese partijstelsels.
Bron: Van der Brug en Van Spanje (2009)
Dan rijst natuurlijk al gauw de vraag hoe deze kiezers reageren op het gebrek aan geschikte partijen. Volgens Lefkofridi c.s. worden ‘links-autoritaire’ burgers gedwongen uit te wijken naar de aangrenzende kwadranten. Omdat geen enkele partij direct aansluit bij de standpunten van deze kiezers, zal de context bepalen naar welk kwadrant zij trekken. Als bijvoorbeeld immigratie hoog op de politieke agenda staat, sluiten deze kiezers zich aan bij ‘rechts-autoritaire’ partijen, ook al komen de standpunten op economisch gebied dan minder goed overeen.
Wilders naar links?
Van Klaveren en Bontes waren ontevreden met de economische koers van de PVV. Tom-Jan Meeus, politiek redacteur van het NRC, bevestigt “dat er in bredere kring ontevredenheid bestaat over de relatief linkse koers van de PVV op het gebied van uitkeringen en de zorg.” Tom Louwerse heeft op basis van de CPB-doorrekeningen van partijprogramma’s laten zien dat de PVV dezelfde weerstand biedt tegen bezuinigingen op het sociale vangnet als de SP.
Dat Wilders een steeds linksere koers is gaan varen op sociaal-economisch gebied klopt dus wel. De bovengenoemde studies laten zien dat de PVV electoraal niets te vrezen heeft. De voedingsbodem voor een ‘links-autoritaire’ partij is bijna nergens in West-Europa zo vruchtbaar als in Nederland. De kans dat de SP een nationalistische koers gaat varen om uit dezelfde vijver te kunnen vissen lijkt uitgesloten. Wilders heeft dat goed bevolkte ‘links-autoritaire’ kwadrant dus helemaal voor zich alleen.
Voor Bontes en Van Klaveren ziet het er minder rooskleurig uit: hun electorale vijver is aanzienlijk kleiner en bovendien zijn zij lang niet de enigen die er hengelen.
André Rodenburg zegt
Politieke partijen die zowel nationaal als socialistisch zijn, daar was toch iets mee?
Josse de Voogd zegt
Interessante cijfers en artikel!
‘Als bijvoorbeeld immigratie hoog op de politieke agenda staat, sluiten deze kiezers zich aan bij ‘rechts-autoritaire’ partijen, ook al komen de standpunten op economisch gebied dan minder goed overeen.’
Ik heb de uitslagen van de TK verkiezingen 2010 en 2012 vergeleken en dat zie je dit inderdaad gebeuren. Regio’s met veel kiezers in het links-autoritaire kwadrant verkleurden in 2010, toen het veel over migratie ging, naar rechts, en in 2012 weer naar links, toen de zorg centraal stond. Het gaat dan vooral om de periferie van NL. Plus industriesteden, groeikernen etc. In de Noordvleugel van de Randstad is het precies andersom. In 2010 naar links, in 2012 relatieve verrechtsing. Dus grof gezegd: centrum is meer progressief-liberaal, periferie sociaal-behoudend.
Josse de Voogd zegt
Ik roep ook al jaren dat SP zich eens echt op die behoudend linkse hoek moet richten. Is de enige manier om een linkse meerderheid te verkrijgen, dat doe je niet door de PvdA te slopen. Maar de top en ultralinkse vleugel van hogeropgeleiden ontkent vaak dit hele assenkruis.
Tjitske Akkerman zegt
De analyse veronderstelt dat kiezers de PVV en VNL als ‘ mainstream’ partijen beschouwen, dwz partijen die zowel op culturele als economische issues concurreren. Dat blijkt niet uit kiezersonderzoek: culturele issues zijn doorslaggevend voor stemmers. Niet dat daarmee de kansen van de VNL rooskleuriger zijn…
C.P. Visser zegt
Leuk, maar feit blijft dat de VVD en PVV economisch linkser zijn dan VNL. Daarnaast is de VVD eurofiel, terwijl VNL eurosceptisch is. En is de PVV soms ongemanierd en wil bijvoorbeeld liberale waarden ondergraven als het om de Islam gaat. Ik denk dat er zeker ruimte is voor VNL, omdat veel PVV-ers en VVD-ers zich om bovengenoemde redenen niet helemaal op hun plek voelen bij hun eigen partij. Daarom is er zeker ruimte voor een partij als VNL, maar het is uiteraard niet een gigantisch gat.
Tom van der Meer zegt
Het is – in de juiste omstandigheden – vast mogelijk om een zetel te kunnen scoren. Maar dit betoog geeft al aan waarom het zo moeilijk is. De partij richt zich namelijk op kiezers die VVD en PVV te links vinden (wat in Nederland al weinig voorkomt), maar bovendien OOK de VVD te eurofiel en de PVV te ongemanierd. Die kiezers zullen bestaan, maar het is moeilijk ze te mobiliseren op de wisselwerking tussen drie argumenten.