Je zou het in de ophef om het Koningslied bijna vergeten, maar de monarchie wordt wel vaker geroemd omdat ze het volk aan zich en aan de natie zou weten te binden. Maar is daar ook bewijs voor?
Verbindend koningschap
In recente jaren is vooral onder invloed van de Deense econoom Bjornskov geopperd dat een (absolute en/of constitutionele) monarchie goed zou zijn voor het sociaal vertrouwen in een land. Het koningschap zou “nationale identiteit, collectieve eenheid en sociale stabiliteit” waarborgen, wat vervolgens weer zou leiden tot groter vertrouwen tussen burgers onderling.
Inderdaad wordt in een hoop recente studies bewijs gevonden voor deze stelling. Daartoe is gebruik gemaakt van enquête-onderzoek onder honderdduizenden inwoners van wel honderd landen wereldwijd over een tijdspanne van tientallen jaren. De conclusie is eenduidig: In landen met een monarchie is het sociaal vertrouwen hoger dan in landen zonder monarchie. Dat verschil blijft zelfs staan wanneer rekening wordt gehouden met mogelijke andere verklaringen van sociaal vertrouwen, zoals economische ontwikkeling, ongelijkheid, communistische verledens, en marktwerking. Sterker nog, onder landskenmerken behoren monarchieën tot de meest constante voorspellers van veel vertrouwen in medeburgers.
Kortom, de koning is een bindende factor. Zo lijkt het.
Kip of ei?
Toch mag dat niet de conclusie zijn.
Twee vragen blijven namelijk onbeantwoord. Eén: Alle bewijs voor de stelling wordt gevonden in analyses die de hele wereld bestrijken. Dat een monarchie stabiliteit en vertrouwen kan bieden in ontwikkelingslanden is goed denkbaar. Maar heeft een constitutionele – en goeddeels ceremoniële – monarchie nog datzelfde effect in de gevestigde parlementaire democratieën van West-Europa?
Twee: Komt die lotsverbondenheid, dat sterke vertrouwen in de medeburger, doordat we in de koning een nationaal symbool dat ons bindt? Of is het juist doordat we zo’n sterk vertrouwen in elkaar hebben, dat we geen politieke strijd hoeven te voeren om uit te maken wie ons formele staatshoofd is? Juist in landen waar het vertrouwen hoog is, kon de monarchie bij het ontbreken van revoluties en politieke aanslagen overleven.
Gelukkig voor koning Willem-Alexander heeft hij vooralsnog weinig te vrezen: het sociaal vertrouwen is in Nederland onveranderlijk hoog.
Rense Corten zegt
Jammer dat we er geen experimenten mee kunnen doen. Zou een instrumental variable-benadering hier denkbaar zijn?
Tom van der Meer zegt
Misschien net als tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden: koning (stadhouder) zijn van een aantal Provincieën, maar niet van Friesland en Groningen?