CDA-leider Buma stelde gisteren tijdens het Radio 1 verkiezingsdebat voor om het raadsleden onmogelijk te maken om zich af te scheiden van hun partij. In Roermond, dat hij als voorbeeld noemde, zitten inmiddels zeven eenmansfracties in de raad. Drie partijen kregen bij de verkiezingen al maar een zetel, en door het uiteenvallen van twee andere partijen is het in de Roermondse raad nu politiek wat onoverzichtelijk geworden. Wie z’n raadszetel niet zelf heeft verdiend, moet hem van Buma verplicht afstaan als hij zijn fractie verlaat.
Buma’s voorstel is opvallend – al heeft de CDA-fractievoorzitter de laatste tijd wel meer opmerkelijke bestuurlijke vernieuwingen gelanceerd. Regels tegen het verlaten van de fractie zijn in oude democratieën namelijk vrij uitzonderlijk. Over het gemeentelijk niveau zijn geen cijfers bekend, maar op nationaal niveau zette Kenneth Janda de beschikbare cijfers uiteen in een working paper.
Van de meer gevorderde democratieën hebben alleen India, Israël, Portugal en Trinidad & Tobago (het vijfde land noemt Janda niet) wetten die ervoor zorgen dat parlementariërs hun zetel verliezen als ze hun fractie verlaten. In nieuwere en semi-democratieën zijn er veel meer voorbeelden te vinden, zoals Bulgarije, Roemenië, Mexico, Oekraïne, Nepal, Nigeria, en Tanzania.
Het zijn dus vooral zwakkere democratieën die regels tegen parlementaire overlopers instellen. In veel van deze landen zijn partijen zwak en worden parlementariërs verleid (of gewoon omgekocht) om zich bij een andere partij aan te sluiten, in ruil voor mooie posities of bepaalde voordeeltjes voor het eigen kiesdistrict. Om dit tegen te gaan worden dergelijke praktijken verboden. Janda citeert echter ook ander onderzoek dat concludeert dat het overlopen er juist aan heeft bijgedragen dat kleinere partijen opgingen in grotere en daarmee tot meer stabiliteit in het partijsysteem. Hij concludeert zelf dat als er in opkomende democratieën al regels tegen overlopen moeten worden ingesteld, dat deze dan van tijdelijke aard zouden moeten zijn. Maar in veel landen worden overloopverboden juist grondwettelijk verankerd.
De vraag aan Buma is dus of hij Nederlandse gemeenteraden schaart onder de opkomende democratieën? Is het nodig om in die (lokale) politieke systemen in te grijpen om ervoor te zorgen dat het partijenlandschap overzichtelijker wordt?
Misschien zijn Buma’s zorgen over partijpolitieke versnippering in sommige gemeenten terecht. Dan nog kun je je afvragen of een verbod op partijafscheiding het juiste middel is. Het zorgt er namelijk voor dat partijen hun raadsleden veel makkelijker in de tang kunnen houden: “Ben je het niet eens met de koers van de fractie(leider)? Dan stap je toch lekker op – wij krijgen je zetel toch wel terug”. In het evenwicht tussen partij en individueel raadslid slaat de balans nu al vaak uit in de richting van de eerste. Daarom lijkt het onwenselijk om die positie nog verder te versterken.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.