Aan de Tweede Kamerverkiezingen deden meerdere partijen mee die expliciet stem willen geven aan kiezers met een migratie-achtergrond. Dit waren onder meer DENK, opgericht door de Turks-Nederlandse Kamerleden Özturk en Kuzu, BIJ1 dat anti-discriminatie-politiek combineert met kapitalisme-kritiek en NIDA, dat zich door de Islam laat inspireren. Met bijna een miljoen kiezers met Caribische, Marokkaanse en Turkse achtergrond zijn de behaalde 3, 1 en 0 zetels beperkt. Kunnen we dit duiden door in te zoomen op het stemgedrag van de verschillende etnische en religieuze groepen?
Kiezersonderzoek onder kiezers met een migratie-achtergrond
Wij tonen hier eerste, voorlopige cijfers van de Dutch Ethnic Minority Election Study (DEMES). Deze is verzameld in de zeven weken voor de verkiezingen.1 Het betreft 533 niet-Westerse eerste- en tweedegeneratiemigranten. Ruim hiervan heeft 60% een Antilliaanse, Arubaanse, Marokkaanse, Surinaamse of Turkse achtergrond. Gezien de voorlopigheid en kleine aantallen rapporteren we enkel de 95% onzekerheidsmarge. Deze is soms vrij ruim. Bovendien interpreteren we voorzichtig. Desalniettemin tonen deze data enkele patronen die helpen de uitkomsten voor DENK, NIDA en BIJ1 te duiden.
DENK
DENK – wat in het Nederlands ‘heb gedachten’ betekent, maar in het Turks ‘gelijk’ – bestaat sinds 2015. Dit is van deze drie partijen de meest gevestigde. Eerder onderzoek laat zien dat deze partij in 2017 met name stemmen kreeg van Islamitische kiezers en van kiezers met een Turks-Nederlandse achtergrond en in mindere mate met een Marokkaans-Nederlandse achtergrond Dat is ook nu het geval geweest.
We kijken eerst naar de ‘Propensity-to-Vote’. Dit is de vraag hoe groot de kans is dat respondenten ooit op een partij zullen stemmen. We kijken hierbij specifiek hoeveel kiezers een partij een 6 of hoger geven op een schaal van 10. Van de Marokkaans-Nederlandse kiezers die DENK kennen, overwoog tussen 57 en 81% DENK te stemmen. Onder Turks-Nederlandse kiezers was dat tussen 44 en 66%. En onder moslimkiezers die DENK kennen tussen 56 en 73%.
Van de andere kiezersgroepen met een migratie-achtergrond overwoog 10% of meer om DENK te stemmen. Dat is dus minder dan onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders. En niet onbelangrijk, we vonden dat van de kiezers met een migratie-achtergrond tussen de 83 en 89%, DENK voldoende kent om de Propensity-to-Vote-vraag te beantwoorden.
Ten slotte, van de kiezers die wel DENK overwoog, leek 20 tot 37% werkelijk DENK te stemmen. Dit is aanzienlijk meer dan NIDA en BIJ1 scoorden. Dit leidde er toe dat de partij onder Turks-Nederlandse kiezers tussen 16 en de 35% van de stemmen kreeg. Onder Marokkaans-Nederlandse kiezers was dit tusseen de 11 en 33% van de stemmen.
DENK is duidelijk geworteld onder Turks-Nederlandse, Marokkaans-Nederlandse en Islamitisch-Nederlandse kiezers: de partij is bekend en vertaalt dat deels naar stemmen. Tegelijkertijd blijven de getallen bescheiden in vergelijking met de steun aan de PvdA van weleer onder Nederlands-Turkse en Nederlands-Marokkaanse kiezers. Nog steeds trekt de PvdA maar ook GroenLinks en de VVD, nog een aanzienlijk deel van Nederlands-Marokkaanse en Nederlands-Turkse kiezers. De verschillen tussen kiezers met een niet-Westerse migratie-achtergrond die mainstream of juist multicultureel stemmen diepten we hier reeds uit.
NIDA
NIDA – ‘oproep’ in het Arabisch – is een op de Islam geïnspireerde partij. Deze heeft geen landelijke zetels maar wel zetels in de raden van Rotterdam, Amsterdam en Den Haag. NIDA lijkt uit dezelfde vijver te vissen als DENK, maar vangt minder. Dat vertaalde zich wederom niet in een landelijke zetel.
Volgens onze data haalde NIDA tussen de 1 en 4% van de stemmen onder niet-Westerse kiezers. De grootste steun was er onder Marokkaanse Nederlanders (tussen de 6 en 24%). Dit sluit aan bij de achtergrond van de top van de lijst.
Een verklaring voor de beperkte steun lijkt dat NIDA veel onbekender is. Een groot deel van de kiezers met een migratie-achtergrond geven aan deze partij onvoldoende te kennen om aan te geven hoe groot de kans is dat zij op deze partij stemmen (42 tot 51%). Van de kiezers die de partij kennen overweegt een deel op hen te stemmen. Dat is tussen de 26 en 54% van de Marokkaans-Nederlandse kiezers, tussen de 22 en 51% van de Turks-Nederlandse kiezers en tussen de 39 en 59% van de Islamitische kiezers. Echter, slecht 5 tot 33% van deze kiezers zei ook NIDA te stemmen. Tussen de 16 tot 41% zei voor DENK te kiezen.
Bij NIDA valt het gebrek aan bekendheid op: Ongeveer de helft van de kiezers met een migratie-achtergrond zegt geen goed beeld van de partij te hebben. Onder de kiezers die de partij kennen en in het bijzonder onder Marokkaans-Nederlandse kiezers of Islamitische kiezers scoort de partij niet slecht.
Bij1
BIJ1 baseert zich op inzichten uit het intersectioneel feminisme. Zij stellen dat meerdere vormen van onderdrukking en achterstelling in elkaar grijpen en mensen op complexe manieren raken. De partij is expliciet anti-discriminatie, anti-kapitalisme en feministisch. De partij haalde in 2017 onder de naam Artikel 1 0,3% van de stemmen. Eerder onderzoek liet zien dat deze partij het sterkst scoorde in wijken in grote steden met veel Surinaams-Nederlandse kiezers. In 2021 haalde de partij één zetel.
BIJ1 trekt onder de respondenten in het DEMES slechts tussen de 0 en 3% van de stemmen. De grootste steun is onder kiezers met een directe achtergrond in Sub-Sahara Afrika (tussen 1 en 22%). De steun onder met een Surinaams-Nederlandse of een Nederlands-Antilliaanse achtergrond is kleiner (tussen 0 en 5%).
Ook BIJ1 is onbekend: Slechts tussen de 43 en 52% van de niet-Westerse migrantenkiezers geeft aan de partij voldoende te kennen om aan te geven of ze überhaupt overwegen om op deze partij te stemmen. De steun die we in de verkiezingsuitslag voor deze partij zagen, zien we niet terug in de steekproef onder kiezers met een migratie-achtergrond.
BIJ1 concurreert bovendien stevig met anderen: van de beperkte groep die BIJ1 overweegt, zou 0 tot 33% ook werkelijk BIJ1 stemmen. Juist ook progressieve partijen als GroenLinks en D66 scoren hoog onder deze groep.
BIJ1 wil een stem geven aan mensen met een migratie-achtergrond. Maar deze groep lijkt hun stem niet bijzonder vaak aan de partij te geven. Het kan dat er migrantengroepen zijn die in deze steekproef onvoldoende vertegenwoordigd zijn. Een andere verklaring is dat de partij beter scoorde onder kiezers zonder migratie-achtergrond. Let wel: Nederlands-Antilliaanse, Nederlands-Arubaanse en Nederlands-Surinaamse kiezer op zichzelf zijn goed voor ruim 4 zetels.
Migrantenstemmen
Met enige slagen om de arm, zien we een beeld in de data dat gestut wordt door reeds bestaande kennis op basis van eerdere verkiezingen en dat aansluit bij de huidige uitslag. Van de partijen die zeer expliciet een stem willen geven aan migrantengroepen is DENK de bekendste. De partij is het meest effectief in stemintenties omzetten naar werkelijke stemmen. Ze krijgt met name steun uit de Nederlands-Marokkaanse en Nederlands-Turkse gemeenschap. NIDA vist uit dezelfde vijver, maar is minder bekend en minder effectief. Deze put vooral nog uit de Nederlands-Marokkaanse gemeenschap. Beide concurreren bovendien met klassieke linkse partijen.
BIJ1 is relatief onbekend onder kiezers met een niet-Westerse migratie-achtergrond. Veel minder van deze kiezers overweegt op de partij te stemmen. Er zijn hier twee verklaringen voor: Ten eerste, de concurrentie van NIDA en DENK als van progressieve partijen. Ten tweede, het programma van BIJ1 is in veel opzichten progressiever dan de hier onderzochte achterban. De partij lijkt dan misschien wel de Antilliaanse, Arubaanse en Surinaamse kiezer te mobiliseren. Deze groepen lijken minder vaak op BIJ1 te stemmen in vergelijking met de mate waarin Marokkaanse en Turkse kiezers voor DENK (of NIDA) gaan.
Noten
1) Voor meer informatie over de data zie de disclaimer:
Voorlopige data
De resultaten in deze blog op basis van het Dutch Ethnic Minority Election Study van het Nationaal Kiezers Onderzoek zijn gebaseerd op enquêtedata verzameld in de weken voorafgaande aan de verkiezingen. Deze data zijn nog ongewogen en nog niet 100% compleet. In het belang van het publieke debat rapporteren we er hierover, maar er moet voorzichtig omgegaan worden met de puntschattingen. In dat licht ligt de nadruk dan ook op de duidelijke patronen, verschillen en overeenkomsten, welke minder gevoelig zijn voor kleine verschuivingen in de data.
Met andere woorden: hoewel de cijfers nog wat kunnen verschuiven – en sowieso rekeninghouden met foutmarges dienen te worden geïnterpreteerd – gaan we ervan uit dat de getrokken conclusies robuust zijn. Minder duidelijke resultaten rapporteren we in deze fase niet.
Nationaal Kiezersonderzoek
Het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) is het toonaangevende kiezersonderzoek onder een representatieve groep stemgerechtigden in Nederland. Sinds 1971 voert Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON) het NKO uit rond iedere Tweede Kamerverkiezing. Onder leiding van Marcel Lubbers (Universiteit van Utrecht), Tom van der Meer (Universiteit van Amsterdam), Take Sipma, Kristof Jacobs en Niels Spierings (Radboud Universiteit) is ook in 2021 aan Nederlanders gevraagd naar hun stemgedrag en politieke opvattingen rondom belangrijke maatschappelijke thema’s. De dataverzameling is uitgevoerd door I&O op basis van een door het CBS aangeleverde aselecte steekproef van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking. Daarnaast is een deel ingebed binnen het LISS-panel, zodat dezelfde mensen over de tijd gevolgd kunnen worden. De hier gerapporteerde resultaten zijn op basis van de voorlopige I&O steekproef.
Dutch Ethnic Minority Election Study
Uit eerdere dataverzamelingen van het NKO bleek dat mensen met een migratieachtergrond sterk ondervertegenwoordigd waren en de groep bovendien te klein is om valide uitspraken te doen gezien de steekproefomvang van het NKO. De politieke ervaringen, ideeën en acties van deze groep willen we echter wel beter begrijpen. Daarom is deze verkiezing gekozen om een extra dataverzameling uit te voeren specifiek gericht op mensen met een migratieachtergrond (eerste en tweede generatie). Dit heeft geresulteerd in het eerste Dutch Ethnic Minority Election Study (DEMES).
Afbeelding Azarkan: Bron (CC3.0)
Afbeelding Simons: Bron (CC3.0)
Hans Rodenburg zegt
In de titel en de tussenkopjes wordt gesproken over ‘migrantenpartijen’ en ‘migrantenstemmen’. Dat is volgens mij wat anders dan mensen met een migratie-achtergrond. Misschien goed om die nuance te verwerken, vooral omdat de partijen zichzelf expliciet geen migrantenpartijen noemen.
Niels Spierings zegt
Dank voor de suggestie Hans. Inderdaad, ‘migrantenpartij’ en ‘migrantenstem’ zijn versimpelingen. In de introductie van de tekst spreken we daarom over respectievelijk partijen die ‘expliciet stem willen geven aan kiezers met een migratie-achtergrond’ en ‘het stemgedrag van de verschillende etnische en religieuze groepen’. We hopen dat het daarmee helder is wat we bedoelen. Bovendien is het daarmee niet gezegd dat deze partijen hiertoe te reduceren zijn. Bij BIJ1 bespreken we dit bijvoorbeeld nog eens expliciet. Mocht dit voor lezers toch nog niet helder zijn, dan bij dezen nog een keer extra onderstreept.