De wereld lijkt op vele vlakken steeds onzekerder te worden. Dit blijkt ook uit het meest recente rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), genaamd “Grip”. Daarin geeft de WRR aan dat mensen steeds meer bronnen van onzekerheid ervaren, en dat deze ervoor kunnen zorgen dat ze eerder gezondheidsproblemen oplopen en vaak minder tevreden zijn met hun leven.
Verkiezingen worden vaak gezien als een periode die veel onzekerheid creëert, zowel in politicologisch onderzoek als in de media. We weten van tevoren niet wie de grote ‘winnaars’ gaan zijn (zoals de afgelopen verkiezingen weer hebben laten zien). En de verschillende partijen hebben vaak extreem verschillende wereldbeelden en voorstellen, die dus het dagelijkse leven van velen op allerlei manieren kunnen beïnvloeden. Onderzoek van Bloom et al. (2020) onderbouwt dit: zij laten zien dat periodes rond verkiezingen gepaard gaan met 13% meer onzekerheid.
Dus we hebben in principe een tweedelige conclusie: verkiezingen leiden tot meer onzekerheid, en deze onzekerheid kan allerlei negatieve effecten hebben. Maar zowel het WRR-rapport als het onderzoek van Bloom et al. hebben niet de afgelopen verkiezingen mee kunnen nemen; die was daar te recent voor. Hebben deze verkiezingen ook tot meer onzekerheid geleid, met de negatieve effecten van dien?
De World Uncertainty Index: een onzekere wereld, en onzekere verkiezingen
Eén manier om te meten of (en hoeveel) onzekerheid er in een land voorkomt is om te kijken naar rapporten die trends in dat land samenvatten. Als onzekerheid heel vaak genoemd wordt, is er reden om te vermoeden dat de situatie in dat land ook onzeker is op dat moment. Het eerdergenoemde onderzoek van Bloom et al. hanteerde deze aanpak. Dat geldt ook voor de World Uncertainty Index (WUI). Deze bekijkt de rapporten van de Economist Intelligence Unit die elk kwartaal de huidige situatie in elk land samenvatten. Het telt vervolgens hoe vaak de woorden ‘uncertainty’ en ‘uncertain’ genoemd worden. Dit geeft ongeveer dezelfde resultaten als verfijndere methodes waarin ook allerlei gerelateerde woorden als ‘ambiguous’ en ‘unsure’ worden meegenomen.
Volgens Ahir, Bloom, en Furceri, de makers van de WUI, zijn verkiezingen ook in Nederland een belangrijke bron van onzekerheid. Er zijn regelmatig pieken te zien rond verkiezingstijden, zoals in figuur 1 te zien is.
Figuur 1: Gebruik van ‘uncertain’ en ‘uncertainty’ in het Economist Intelligence Unit report voor Nederland vanaf 1952. Met toestemming van de auteurs overgenomen uit Ahir, Bloom, en Furceri, 2022.
De kranten: de verkiezingen zijn niet onzeker?
Omdat deze rapporten alleen maar per kwartaal uitkomen weten we nu nog niet wat de WUI te zeggen heeft over de huidige verkiezingen. Wel kunnen we deze zelfde aanpak gebruiken bij krantenartikelen die in de afgelopen maand gepubliceerd zijn. Een online service (Lexis Uni, voormalig LexisNexis) verzamelt alle krantenartikelen. Daaruit selecteren we de vier meest gelezen nationale kranten: De Telegraaf, AD, de Volkskrant, en NRC. Om vast te stellen dat dat in theorie werkt kijken we eerst naar een periode waarvan we weten dat er hoge onzekerheid was: maart 2020. In die periode zien we inderdaad dat kranten de woorden ‘onzeker’ en ‘onzekerheid’ vaker gebruikten toen COVID-19 een grotere rol in onze levens begon te spelen. Dit zie je in figuur 2.
Figuur 2: Gebruik van ‘onzeker’ en ‘onzekerheid’ in NRC, Volkskrant, de Telegraaf, en AD in maart 2020.
Als je deze techniek voor de afgelopen verkiezingen toe zou passen zou je verwachten dat onzekerheid de periode rond de verkiezingen het hoogste is. Maar dit patroon blijkt dan niet stand te houden. Zoals figuur 3 laat zien is er wellicht een hele lichte piek rond het gebruik van de woorden ‘onzeker’ en ‘onzekerheid’ op de verkiezingsdag zelf vergeleken met omliggende dagen, maar is deze piek veel kleiner dan andere periodes eerder en later in de maand.
Figuur 3: Gebruik van ‘onzeker’ en ‘onzekerheid’ in NRC, Volkskrant, de Telegraaf, en AD in november 2023.
Eén mogelijke verklaring hiervoor zou zijn dat déze verkiezingen misschien niet onzeker waren, maar anderen wel, en dat deze verkiezingen om die reden uitzonderlijk waren. Maar ook dat blijkt niet het geval te zijn. Voor eerdere Tweede Kamerverkiezingen in 2010 en 2017, waar in de WUI wel duidelijke pieken te zien waren, zijn nogmaals geen duidelijke patronen te zien in de kranten, zoals figuren 4 en 5 hieronder laten zien.
Figuur 4 & 5: Gebruik van ‘onzeker’ en ‘onzekerheid’ in NRC, Volkskrant, de Telegraaf, en AD in mei-juni 2010 en februari-maart 2017.
Het belang van uitzoomen
Dit leidt tot een interessante puzzel: waar voor COVID-19 de kranten wél het patroon in de WUI weerspiegelden, lijken ze voor de verkiezingen niet te doen. En een aantal logische verklaringen blijken ook niet te kloppen. Het blijkt bijvoorbeeld dat dit niet alleen voor één verkiezing geldt, maar voor meerdere. Analyse laat ook zien dat dit voor zowel ‘kwaliteitskranten’ (NRC en Volkskrant) als ‘populaire kranten’ (AD en de Telegraaf) standhoudt, en niet naar één van de twee groepen te herleiden is.
Een deel van de puzzel blijkt echter oplosbaar door uit te zoomen naar het kwartaalniveau. Op eerste oogopslag lijkt dat niet zo: uit figuur 6, wat de data sinds 1 augustus meeneemt, is niet meteen een duidelijk patroon te zien. Maar van maand tot maand is dit patroon er toch: hoe dichter bij de verkiezingen kwamen, hoe meer artikelen met “onzeker” of “onzekerheid” werden gepubliceerd. In augustus werden er 198 artikelen met die woorden gepubliceerd; in september 234; in oktober 238; en in november 257. Het patroon is niet te vinden als je van dag tot dag kijkt, maar van maand tot maand is wel degelijk een verschil te ontdekken.
Figuur 6: Gebruik van ‘onzeker’ en ‘onzekerheid’ in NRC, Volkskrant, De Telegraaf, en AD in augustus-december 2023.
Verder kan het zijn dat het patroon minder duidelijk is dan verwacht door de manier waarop kranten graag over verkiezingen praten. Waar tijdens het begin van de COVID-19 uitbraak de onzekerheid zelf het nieuws was, zou het kunnen dat kranten er meer voor kiezen om tijdens de verkiezingen meer een tactische analyse over leiders in de peilingen, winnaars en verliezers in debatten, en gedane uitspraken houden. De onzekerheid (die toch elke verkiezingen te zien is) wordt minder belicht. Onzekerheid is dus ook in de afgelopen verkiezingen wel degelijk toegenomen; je moet alleen wat dieper kijken om het ook echt terug te vinden in de kranten.
Tom zegt
Het gebrek aan grip dat ik regelmatig voel komt gedeeltelijk weg uit het feit dat er allerlei partijen bij mijn leven betrokken raken zonder dat ik daar om vraag. Veel for-profit bedrijven die winst uit mij proberen te halen op de een of andere manier. En het bestaan van die bedrijven/organisaties en mijn gedwongen bemoeienis daarmee wordt allemaal gerechtvaardigd met claims dat het mijn leven zou verbeteren, of essentieel zou zijn voor het functioneren van de maatschappij, maar in de praktijk betekent het dat ik mijn intellectuele boter heel dun moet verspreiden over het brood van het leven als ik mij bewust wil zijn van al die organisaties.
Verkiezingen zijn voor mij een grote grap. Levert mij geen onzekerheid of gebrek aan grip op in het dagelijks leven. Alleen de gevolgen daarvan, maar dat is iets van de lange termijn en uit zich niet specifiek in het jaar dat ze gehouden worden.