Er waait al een tijdje een frisse ‘participatie-wind’ door Nederland. Initiatieven zoals Code Oranje, Democratic challenge en de G1000 burgertoppen willen de lokale democratie revitaliseren door burgers meer te laten participeren in de besluitvorming.[1] Ook de nieuwe regering wil burgers meer betrekken bij de lokale democratie: “[h]et kabinet biedt ruimte aan initiatieven van burgers en verenigingen in de samenleving” (regeerakkoord, p.8).
Maar wat is de rol van politici in dergelijke initiatieven? Moeten zij zich ver houden van participatie-instrumenten om de deelnemers aan een burgertop niet te beïnvloeden? Of moeten zij net actief deelnemen?
Een dergelijke grote vraag kan je natuurlijk niet in één keer beantwoorden. We verkennen de rol van politici aan de hand van de casus van de Flevotop, de eerste provinciale burgertop van Nederland. Politici (Statenleden) hadden een belangrijke rol tijdens de dag: ze fungeerden als gespreksleider. Een ideale casus dus om te kijken of politici door hun deelname de sfeer positief of negatief beïnvloeden. Spoiler: zeker niet negatief, zo lijkt het.
Argument tegen deelname politici: niet beïnvloeden
Vaak participeren op een burgertop enkel burgers. Meestal zijn de politici geen deelnemers, maar slechts observanten. Het belangrijkste argument van politici tegen de deelname van politici is dat men de burgers namelijk niet wil beïnvloeden. Zoals een beschrijving van de G1000 in Uden het mooi verwoordt: ’prima dat een G1000 is gehouden en die moet vooral iets van burgers blijven’ (p27). De meeste burgertoppen scheiden politici dan ook van de burgers.
Argument voor deelname politici: meer kans op impact
Een belangrijk argument voor deelname van politici is echter dat burgertoppen niet los staan van de representatieve democratie. Om een politieke impact te hebben is het wellicht zinvol om politici wel te laten deelnemen. Zo kunnen zij worden overtuigd door de burgers. Ook kunnen zij later als ‘ambassadeur’ optreden en tegenover hun collega´s de standpunten van de burgers verdedigen.[2] Daarnaast signaleert het aan de deelnemers dat politici de dag serieus nemen en zorgt het er ook voor dat de ’twee werelden’ samenkomen.Sommige van de nationale burgertoppen waren namelijk eerder anti-politiek (IJsland bv.)
Als burgertoppen impact hebben, kunnen ze wellicht helpen bij het verhogen van de legitimiteit van beleid. Maar dat geldt enkel als de politici de gesprekken op de dag zelf niet domineren en hun eigen mening doordrukken. Vandaar dat het belangrijk is om het argument tegen de deelname van politici van naderbij te bekijken.
Casus: Flevotop
Om deze vraag te beantwoorden nemen wij de Flevotop als casus. Op 7 oktober 2017 kwamen in het provinciehuis van Flevoland 74 mensen bij elkaar om te bespreken ‘hoe Flevoland nog sterker gemaakt kan worden’. Aan de hand van zeven thema’s, uitlopend van ‘krachtige samenleving’ tot ‘duurzame energie’, werden burgers gestimuleerd om de dialoog met elkaar aan te gaan.
De Flevotop is bijzonder om twee redenen. Ten eerste is er nooit eerder in Nederland een burgertop georganiseerd op provinciaal niveau. Ten tweede speelden Statenleden een belangrijke rol tijdens de burgertop, zij waren namelijk gespreksleiders aan de tafel en zaten mee aan de tafels. Ze traden op als tafelvoorzitters. Daarnaast is ook relevant om te vermelden dat de Statenleden zelf het initiatief namen om de Flevotop te organiseren.
Data
Op de dag van de Flevotop vroegen we de deelnemers om papieren surveys in te vullen (aan het begin en aan het einde van de dag). Van de 74 mensen die aan het begin van de dag aanwezig waren, hebben er 60 de vragenlijst ingevuld (81%). Aan het einde van de dag vulden 52 van de 66 nog aanwezigen de vragenlijst in (78%). De vragenlijst werd door 45 personen beide keren ingevuld. 67 respondenten vulden minstens een vragenlijst in.
De leeftijd van respondenten varieerde van 18 tot 93 jaar oud (gemiddelde leeftijd: 54 jaar). Er waren 44 mannen 23 vrouwen aanwezig. Daarnaast kan 66% van de respondenten bestempeld worden als hogeropgeleid (HBO/WO) tegenover 34% lageropgeleiden.
We zien dus een beperkte diversiteit, maar goed, dat is haast altijd het geval bij dergelijke vormen van burgerparticipatie. De organisatoren waren zich hiervan bewust en probeerden de groep zo divers mogelijk te maken. Zo hebben Statenleden ‘Wildcards’ uitgedeeld, om mensen die niet politiek actief zijn en niet tot een belangenclub behoren ook deel te laten nemen.
Algemeen oordeel over de dag
Om te beoordelen hoe burgers de aanwezigheid van politici ervaren is het relevant om naar de algemene uitkomsten van de dag te kijken. Als politici teveel domineerden, verwacht je dat de deelnemers ontevreden zijn: zij kwamen namelijk net naar de Flevotop om hun mening te laten horen.
De deelnemers van de Flevotop waren echter erg positief en gaven de dag gemiddeld 8.12 als rapportcijfer (standaardafwijking: 0.993). De tevredenheid blijkt ook uit de antwoorden op de open vraag naar het verloop van de dag, waarbij antwoorden als ‘informatieve dag met goede energie’ en ‘fantastisch initiatief’ voorbij komen.
Beïnvloeden politici de sfeer aan de gesprekstafels?
Tot nu toe hebben we echter vooral naar algemene oordelen gekeken. We stelden ook specifieke vragen naar de sfeer tijdens de tafelgesprekken. Je zou misschien verwachten dat de aanwezige politici de dialoog zwaar beïnvloedden, dat burgers zich minder vrij voelden om te zeggen wat ze wilden en zich minder gehoord voelden.
Dat was hier echter niet het geval, laten de cijfers van de nameting zien. Zo voelde 96% procent van de respondenten zich vrij om tijdens de gesprekken te zeggen wat hij/zij wilde. Daarnaast geeft 94% procent aan dat de bijdrage van gesprekspartners opbouwend zijn en voelt 98% zich gehoord aan tafel.[3] De gemiddelde scores op deze vragen liggen dan ook zeer hoog (zie figuur 1)
Figuur 1. Gemiddelde score op vragen naar sfeer tafel
Noot: het aantal respondenten is respectievelijk 52, 51 en 50; schaal van 1 tot 5.
Een verklaring voor de grote tevredenheid met de sfeer aan de tafels is wellicht ook dat de politici voorafgaand aan de dag werden getraind.[4] Ze werden onder meer getraind in hoe ze als gespreksleider met de deelnemers aan tafel (de burgers dus) moesten omgaan. Er werd hen vooral op het hart gedrukt om een andere rol te hanteren dan diegene die hen normaal toebedeeld wordt: van spreker naar luisteraar. Afgaande op de cijfers lijkt dat aardig gelukt te zijn.
Conclusie
Er zijn argumenten voor en tegen de deelname van politici aan burgertoppen. De casus van de Flevotop laat zien dat politici niet automatisch de sfeer negatief beïnvloeden. Deelnemers voelden zich vrij om te spreken, voelden zich gehoord en waren tevreden met de bijdrage van andere sprekers aan tafel.
De vraag blijft dan natuurlijk: leidt deelname van politici aan burgertoppen ook tot meer politieke impact (de follow-up dus)? Er zijn redenen om te verwachten dat dat zo is, maar dat zal de toekomst moeten uitwijzen. De ervaring met de Flevotop suggereert alvast dat politici niet thuis moeten blijven uit angst om de burger teveel te beïnvloeden. Er zijn manieren om dat probleem op te lossen.
[1] De nieuwe golf burgertoppen is in grote mate geïnspireerd door het boek “Tegen Verkiezingen” van David van Reybrouck (samenvatting). Van Reybrouck stelt voor om het representatieve systeem aan te vullen met een ‘Kamer’ bestaande uit een groep burgers die uitgeloot zijn.
[2] In Tegen verkiezingen bespreekt Van Reybrouck vijf voorbeelden van nationale burgertoppen: IJsland, Ierland, de Canadese provincies Ontario en British Columbia en Nederland. Het is wellicht niet toevallig dat enkel de Ierse burgertop succesvol was: alleen aan deze top namen politici zelf ook deel.
[3] Percentages zonder missings.
[4] Door Bart Cosijn, John Bijl en Yvette Jeuken.
Foto van een andere burgertop met politici: Duizend op Zuid in Rotterdam, door Sebastiaan ter Burg, license. (bij gebrek aan foto’s van de Flevotop).
Paul Treanor zegt
De waarde van dit onderzoek is zeer beperkt, omdat er alleen de deelnemers onderzocht zijn. Bij zulke bijeenkomsten zijn is het aanmeldingsproces altijd selectief, en worden de deelnemers vaak informeel gescreend. Als ze echt wetenschappelijk te werk willen gaan, dan zouden Kristof Jacobs en Manouk Smeets ook met de mensen moeten spreken, die de toegang geweigerd werd. Verder zouden ze moeten spreken met de gemiddeld bewoner van Flevoland, die van de top niets wist, geen interesse heeft, en ook niet van plan is om ooit zulke bijeenkomsten bij te wonen.
En dan is er de agenda. De burgers waren niet bij elkaar gekomen om na te denken over de probleem van Flevoland, maar om de Omgevingsvisie te bespreken. Dat is een ambtelijk stuk waarin controversiële zaken worden vermeden. Zo komen de woorden ‘Islam’ en ‘moslim’ niet voor in het stuk, maar dat is niet omdat niemand in Flevoland daarover een mening heeft. Wat vind de PVV Flevoland, met zijn zeven statenleden? Nou, die hebben onlangs deze van Joost Niemöller ge-retweet:
Werd de ondergang van Europa besproken op de Flevotop, gelet op de plaatselijk sterkte van de PVV? Nee. Niets over Islam, allochtonen, asiel, criminaliteit, Marokkanen, ISIS. En ook niets over transgenders, om een ‘linkse’ issue te noemen. Alles wat controversieel is, werd zorgvuldig verzwegen en vermeden. Zo werkt de zogenaamde burgerparticipatie. Het is dan ook geen wonder, dat het de gemiddelde inwoner niet aanspreekt.
Het rigoureus beperken van de onderwerpen leidt tot voorspelbare, flauwe, kleurloze, en conformistische voorstellen. De Flevotop vond bijvoorbeeld, dat er naast de luchthaven Lelystad een ‘campus’ moet komen, met leisure en horeca, en een logistiek centrum, en studentenwoningen. Dat zal ‘een bijdrage leveren aan de excellente en onderscheidende positie van Flevoland’. Ondernemers in Flevoland moeten bij voorkeur bioplastics gebruiken, maar dan moeten ze wel een goed businessmodel hebben. De schoolkinderen moeten leren dat Flevoland ooit onder water stond. Led-verliching op de fietspaden. Excellente woonlocaties. Enzovoort, enzovoort.
Ik sta open voor voorbeelden, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat de overige burgertoppen beter zijn. Als dit onderzoek een vervolg krijgt, stel dan nut en noodzaak van de burgertop ter discussie.
Jan Jansen zegt
@Paul Treanor: U doet uzelf voor als iemand die verstand heeft van de wetenschappelijke methode, u stelt op hoge poten:
quote “De waarde van dit onderzoek is zeer beperkt, omdat er alleen de deelnemers onderzocht zijn… // … Verder zouden ze moeten spreken met de gemiddeld bewoner van Flevoland, die van de top niets wist, geen interesse heeft, en ook niet van plan is om ooit zulke bijeenkomsten bij te wonen”
Stel dat u uw zin krijgt en dat de onderzoekers aan uw absurde eis zouden willen voldoen (wat ik zeer slecht zou vinden, maargoed, stel), hoe zwaar zouden de onderzoekers de door u gedefinieerde groep dan moeten wegen in vergelijking met de mensen die daadwerkelijk deelgenomen hebben aan de burgertop en hoe bepaalt u dat wetenschappelijk?
En weegt u peuters ook mee in ‘de gemiddeld bewoner van Flevoland, die van de top niets wist, geen interesse heeft, en ook niet van plan is om ooit zulke bijeenkomsten bij te wonen’ en waarom wel /niet? En waarom sluit u bij uw ‘gemiddelde’ bijvoorbeeld de groep die er wel van wist en best geintesseerd was om te participeren, maar naar de verjaardag van oma moest, of de groep mensen die er niet van wist en nu ze er wel van weten best geinteresseerd waren, uit?
Afijn, om het onderzoek te verbeteren, zou u dus die specifieke, beperkte, ‘gemiste’ groep die u zelf definieert willen betrekken in het onderzoek met de vraagstellingen of ze de ervaring hadden dat ze tijdens de burgertop – waar ze helemaal niet geweest zijn – beinvloed werden door politici en wat ze van de sfeer aan tafel vonden. …. ?
Paul Treanor zegt
Ja, inderdaad, de onderzoekers moeten de inwoners die geen interesse hadden, of niet uitgenodigd werden, of ongewenst waren, of aan de deur geweigerd werden, dezelfde vragen stellen. Ze moeten bijvoorbeeld vragen of die mensen liever een dag met politici aan tafel willen zitten, of liever discussiëren met elkaar en zonder politici. De antwoorden laten zich raden.
Jan Jansen zegt
” De antwoorden laten zich raden. ”
Wat nou als die mensen op de hoogte zijn van de bevindingen van dit onderzoek en dus niet alleen hoeven te varen op vooroordelen en de onderbuik?
Kristof Jacobs zegt
Beste Paul (en Jan),
Dank voor je reactie en je opzoekwerk. Jan heeft gelijk: voor de beantwoording van de vraag of politici op de dag zelf de deelnemers beïnvloeden is het niet relevant om niet-deelnemers te bevragen.
Vergelijk het bv. met een smaaktest van Nutella. Ook dan is het nogal zinloos om een niet-deelnemer te vragen “vond u dat de chocopasta lekker smaakte?”
Het wordt anders als je de legitimiteit van het beleid dat op zo’n dag zou volgen. Dan is het inderdaad wél relevant om ook niet-deelnemers te bevragen. Je vindt dan mogelijk dat deelnemers het beleid legitiemer vinden dan niet-deelnemers (of net niet/andersom). Maar dat onderzochten we hier niet. Hier ging het over de invloed van politici op de dag zelf.
Verder nog wat over het onderwerp van de dag. Nou, je kan de Provinciale Staten niet kwalijk nemen dat de burgertop over omgevingsbeleid ging. Dat is namelijk net één van hun belangrijkste taken!
Soms zijn politici inderdaad nogal huiverigachtig en laten ze burgers enkel meespreken over voor hen perifere onderwerpen, maar dat was hier duidelijk niet het geval.
Maar je kan je natuurlijk terecht afvragen: was dit de regel of de uitzondering? Laten politici burgers enkel meepraten over onbelangrijke thema’s of zaken waar ze zelf niet over gaan? Daar heb ik weinig zicht op. Maar er zijn alvast wel voorbeelden van burgertoppen over bv. veiligheid. zoals de Rotterdamse G1000 (waar ook het plaatje bij dit blog vandaan komt).
Groet,
Kristof
Paul Treanor zegt
Het onderzoek richtte zich niet alleen op de structuur van de gesprekken, maar ook op een oordeel over de Flevotop. Er werd een rapportcijfer van 8 gegeven, en volgens het onderzoek waren de deelnemers “erg positief”. Ze zagen het als een ‘informatieve dag met goede energie’ en een ‘fantastisch initiatief’.
Dit beeld hebben de onderzoekers gekregen, door hun onderzoek te beperken tot de genodigden. De steekproef is totaal niet representatief voor de bevolking van Flevoland, en dat weten ze natuurlijk wel. Ik neem aan dat het onderzoek door de Provincie werd betaald, en daar zullen ze het in elk geval opvatten als aanmoediging.
Talloze organisaties doen aan zulke pseudo-onderzoeken naar tevredenheid, en de uitkomsten zijn altijd positief. Ik lig er niet wakker van, maar op de achtergrond zijn zwaardere thema’s zichtbaar. Ik heb er eerder bij deze blog gewezen op de onwil van politicologen, om de disfunctionaliteit van de democratie te benoemen. In een democratie wordt de meerderheid van de bevolking uitgesloten van het politiek proces, en de burgertoppen zijn daarvan een sprekend voorbeeld. Op de Flevotop waarden er 74 ‘insprekers’, maar bij de statenverkiezingen in 2015 waren er 288 357 kiesgerechtigden. Ongeveer één op de vierduizend mag dus meedoen. Dat is geen participatie, dat is uitsluiting.
Jan Jansen zegt
Dit onderzoek gaat over de ervaring van deelnemers. Als de onderzoekers in dit onderzoek vragen mensen een ervaring te beoordelen die ze niet gehad hebben, dan zou dat de data vervuilen.
Als dit wèl een onderzoek naar de legitimiteit van, of de mening over het fenomeen burgertop was geweest (het onderzoek dat u blijkbaar wil dat het is), dan was het heus wel anders opgezet.
Saskia Vonk zegt
Een kleine correctie op het verhaal van dhr Treanor: er zijn geen mensen geweigerd. (hoe komt u daarbij?)
Iedereen was vrij zich in te schrijven en alle statenleden konden ieder zelf gericht mensen uitnodigen met een ‘wildcard’. Zij hadden de ‘opdracht’ om gericht mensen te benaderen die niet zo snel naar dit soort bijeenkomsten zouden komen.
En uiteraard is dit geen volwaardig alternatief voor de representatieve democratie. Het is een van de manieren op mensen op een andere manier te spreken. Overigens waren het geen ‘insprekers’ op de top, zoals dhr Treanor beweert, maar mensen die op een open en constructieve manier mee hebben gesproken en gedacht over de toekomst van Flevoland. Iets dat erg veel waard is.
Jantine Oldersma zegt
Een interessante discussie. De onderzoeksvraag is hier beperkt tot de waardering van de deelnemers, maar de ambities van de ‘democratiseerders’ reiken natuurlijk verder. De gedachte is wel degelijk dat burgerparticipatie de algemene waardering voor democratie moet opvijzelen, vooral onder lager opgeleiden. Maar in vrijwel alle onderzoeken naar burgerparticipatie zien we hetzelfde patroon, namelijk dat het de hogeropgeleiden zijn die komen en zich kostelijk amuseren. (zie bv Tonkens en Trappenburg)
Daarmee is het niet onzinnig om het te doen, je kunt er heel goed de zinnigheid van je beleid mee toetsen. Maar de kans bestaat ook dat het bij de buitenstaanders alleen maar de rancune aanwakkert.
Kristof Jacobs zegt
Hallo Jantine,
Dank voor je reactie. Het klopt dat Code Oranje, David van Reybrouck en hun medestanders veel grotere idealen hebben. Ze willen het systeem redden. Voor de organisatoren van deze burgertop was de ambitie beperkter.
De grotere, lange termijneffecten van burgerparticipatie zijn nog te weinig echt onderzocht, ook niet door de onderzoekers die je aanhaalt (en die overigens erg interessant onderzoek doen). Het blijft dus nog wat bij extrapoleren. We wilden ons in dit blog daarom vooral dicht bij onze data houden: we kunnen weinig zeggen over die grotere effecten.
Wat betreft het feestje van de hogeropgeleiden, dat klopt niet helemaal. Vaak worden namelijk twee zaken door elkaar gehaald: Aanwezigheid op een dag en dat wat er daadwerkelijk op de dag zelf gebeurd. Het klopt dat hogeropgeleiden in grotere getale aanwezig zijn. Dat was ook hier het geval. Maar: bij deliberatieve instrumenten heb je net moderatoren die ervoor zorgen dat de hogeropgeleiden de boel niet gaan domineren.
Het zou me dan ook niet verbazen als de lageropgeleiden even tevreden waren over de dag als de hogeropgeleiden. Dat zoek ik nog voor je uit.
Dat er veel hogeropgeleiden aanwezig zijn, betekent dus niet automatisch dat zij ook inhoudelijk alles bepalen. Als dat wel zo is, hebben de moderatoren een steek laten vallen. Dat zal vast gebeuren, maar zegt meer over de moderatoren dan over het instrument.
Wat betreft de rancune: volgens mij is de media-aandacht te beperkt om bij de bredere bevolking verwachtingen te scheppen. Maar: dat is slechts mijn gutt feeling. Het zou inderdaad erg interessant zijn om dit ook daadwerkelijk empirisch te toetsen.
Groet,
Kristof
Jantine Oldersma zegt
Mijn opmerking was niet bedoeld om je onderzoek te defameren (bestaat dat woord wel?), integendeel. Maar ik ben met je eens dat we meer moeite zouden moeten doen om de bredere vraag te beantwoorden waarbij we ook proberen verschillende typen hypothesen tegenover elkaar te zetten.
Mijn gutfeeling zou zijn dat factoren als les in politicologie op alle scholen en meer aandacht voor het discours over politiek belangrijker zijn dan dit type burgerparticipatie.
Kristof Jacobs zegt
Hallo Jantine,
Ik heb het net even voor je uitgezocht. De lageropgeleiden waren tevredener op de Flevotop: hun rapportcijfer was gemiddeld 8.53 versus 7.88 voor hogeropgeleiden (verschil significant in T-test). Hun ervaring van het proces was niet verschillend (gebaseerd op de drie vragen uit het blog).
Kan natuurlijk dat het te maken heeft met onze sample of met de kleinere aantallen (tafel-effect?), maar sowieso is het consistent met het idee dat net tijdens dit soort toppen hogeropgeleiden in check gehouden worden door moderatoren die hen dwingen om te luisten naar de andere (lageropgeleide) deelnemers. Dit vraagt uiteraard om meer onderzoek, maar het is dus alvast wel zo dat burgertoppen niet automatisch een feestje zijn van hogeropgeleiden (ook al zijn ze er vaker aanwezig).
Groet,
Kristof
Kristof Jacobs zegt
Hallo Jantine, No offense taken. De brede vraag heeft ook de meeste belangstelling van mijn kant en ik hoop er in de toekomst mee aan de slag te kunnen gaan.
Geen idee of les in Politicologie nuttiger zou zijn. Ik wil graag geloven van wel. 🙂 Groet, Kristof