Het mag inmiddels geen verrassing meer heten dat de Europese Unie in de ogen van veel van haar burgers weinig goeds kan doen. Vertrouwen in de Europese Unie is laag en dat baart velen binnen en buiten Brussel grote zorgen. Maar is die zorg gegrond?
In nog te verschijnen onderzoek kijk ik naar de gevolgen van dit Europees wantrouwen voor een aantal belangrijke uitkomsten. Er zijn inmiddels bibliotheken volgeschreven over de oorzaken van euroscepsis, maar wat zijn nou de gevolgen? Overdrijven we deze legitimiteitscrisis niet schromelijk?
Aan de hand van de European Social Survey van 2012 heb ik allereerst gekeken naar vertrouwen in het Europees Parlement (de score loopt van 1 “no trust at all” tot 10 “complete trust”). Het gemiddelde voor Nederland is 4,8. Behoorlijk laag dus.
Maar toch blijkt uit mijn onderzoek dat laag vertrouwen in het Europees Parlement erg gunstige neveneffecten heeft. De meest brisante bevinding is wel dat mensen met een laag vertrouwen in het EP ouder worden dan mensen met veel vertrouwen in het EP. De onderstaande figuur laat weinig aan de verbeelding over. Ik heb voor het gemak even drie (even grote) groepen respondenten aangemaakt met laag, middel en hoog vertrouwen. Mensen met een lage vertrouwensscore worden gemiddeld bijna vijf jaar ouder dan mensen met een hoge vertrouwensscore (F = 7,59. p < 0,001). Deze resultaten blijven fier overeind in een regressiemodel waar we rekening houden met andere verklaringen voor leeftijd, zoals geslacht, opleiding, inkomen en dag van de maand.
Emiel zegt
Interessant.. welke hoe heet de variabele die gebruikt is op levensverwachting te meten? Want als je subjectieve algemene gezondheid kijkt, werkt het effect andersom (hoe meer vertrouwen, hoe gezonder je jezelf vindt).
Armen Hakhverdian zegt
Dit is objectieve leeftijd op basis van het geboortejaar. Ik sluit niet uit dat respondenten ter plekke overleden na het geven van een eurofiel antwoord.
Bezimeni zegt
Very interesting read. Your findings closely mimic mine in a similar article “Our findings convincingly show that generalized trust in strangers, support for incumbent extremist political parties in provincial elections held in the month of January, and the percentage of overqualified women in the cafeterias of national parliaments are all statistically significant explanations of ‘age’.” http://www.palgrave-journals.com/eps/journal/v10/n1/abs/eps201012a.html
Cas Mudde zegt
So these results do not hold up with “support for incumbent extremist political parties in provincial elections held in the month of February” or “support for incumbent extremist political parties in local elections held in the month of January” or, crazy, “support for incumbent extremist political parties”?
Erik Voeten zegt
Dit is een interessant verhaal, maar het mist een nog veel groter probleem. Aangezien de levensverwachting in nederland ruim twintig jaar hoger ligt dan de gemiddelden hier kan ik niet anders dan concluderen dat het beantwoorden van de vraag zelf (of deelname aan het opinie-onderzoek) leidt tot een vroege dood. Dit is een serieuze ethische kwestie voor de toekomst van het opinie-onderzoek in Nederland en elders. Is de bevordering van politicologische kennis dit alles waard?
Gijs Schumacher zegt
In dit licht krijgt de verkiezingsslogan van Groenlinks “Het gaat om mensen, niet om cijfers” ineens een heel andere betekenis.
Armen Hakhverdian zegt
Haha 🙂 In tegenstelling tot The Monkey Cage, schuwen wij de gevaarlijke kwesties niet. 😛
Armen Hakhverdian zegt
Ik denk dat velen zich hier niet realiseren hoe innovatief dit onderzoek is. Niet de levensverwachting of de gezondheid, maar het geboortejaar van mensen verandert op het moment dat ze zich uiten over het Europees Parlement.