Afgelopen vrijdag werd Geert Wilders in hoger beroep door het gerechtshof Den Haag opnieuw veroordeeld voor groepsbelediging naar aanleiding van een incident in 2014 waarbij hij zijn achterban vroeg of zij “meer of minder Marokkanen” wilden. Wat was de impact van zijn vervolging op het politiek vertrouwen van burgers? De afgelopen jaren deden wij onderzoek naar deze vraag. Onze bevindingen worden binnenkort gepubliceerd in de ‘British Journal of Political Science.’
Ons onderzoek laat zien dat de strafvervolging van Wilders een negatief effect heeft gehad op het vertrouwen in de democratie en de rechtspraak. Deze aantasting van vertrouwen vonden we niet alleen onder PVV-kiezers, maar ook onder andere burgers die negatief staan tegenover de multiculturele samenleving. Onder voorstanders van de multiculturele samenleving nam het vertrouwen niet af, maar we vonden evenmin aanwijzingen voor een toename van vertrouwen bij deze groep.
Het survey-experiment
Wij baseren deze bevindingen op drie studies die met verschillende onderzoeksdesigns nagenoeg dezelfde resultaten opleverden. De eerste studie was gericht op het vaststellen van een oorzakelijk verband door middel van een ‘survey-experiment.’ In de weken voor de veroordeling van Wilders in 2016 werden 1.070 deelnemers aan een online vragenlijst willekeurig ingedeeld in verschillende condities. In de experimentele conditie lazen zij een fictieve tekst waarin stond dat was uitgelekt dat Wilders zou worden veroordeeld, terwijl aan respondenten in een controleconditie een neutraal bericht werd gepresenteerd.
Tegenstanders van de multiculturele samenleving die lazen dat Wilders zou worden veroordeeld hadden na afloop beduidend minder vertrouwen in de democratie en de rechtspraak dan deelnemers met dezelfde opvattingen in de controleconditie. Na afloop werd de respondenten vanzelfsprekend medegedeeld dat de berichten fictief waren en dat er op dat moment nog niets bekend was over de uitspraak van de rechtbank. De bevindingen van dit experiment zijn te zien in Figuur 1.
Figuur 1. De resultaten van het survey experiment. ‘Assimilationists’ verwijst naar burgers die kritisch staan tegenover de multiculturele samenleving, ‘multiculturalists’ zijn voorstanders van multiculturalisme, ‘moderates’ hebben een opvatting daartussenin. De drie groepen waren ongeveer even groot.
Het quasi-experiment
Hoewel dergelijke survey-experimenten ons veel kunnen vertellen over oorzaak-gevolg relaties, is een nadeel dat dit type onderzoek in een relatief kunstmatige context plaatsvindt. Om na te gaan of dezelfde afname van vertrouwen ook in de ‘echte wereld’ plaatsvond toen Wilders enkele weken later daadwerkelijk werd veroordeeld, voerden we daarom nog een tweede studie uit. Dit onderzoek was een ‘quasi-experiment’ waarin we keken wat er in de 48 uur na de uitspraak tegen Wilders op 9 December 2016 gebeurde met steun voor de democratie en de rechtspraak. We konden hiervoor gebruikmaken van data van het LISS-panel omdat de negende golf van dit vragenlijstenonderzoek toevallig net voor de uitspraak van de rechter begon. Daarom konden we 223 respondenten die de vragenlijst net ná de veroordeling van Wilders invulden vergelijken met 1.671 deelnemers die dit net vóór deze uitspraak deden.
De resultaten, die afgebeeld zijn in Figuur 2, laten zien dat tegenstanders van de multiculturele samenleving in de 48 uur na het vonnis minder vertrouwen hadden in de democratie en de rechtspraak. Dit gold zowel in vergelijking met hun eigen opvattingen een jaar eerder als in vergelijking met tegenstanders van de multiculturele samenleving die de vragenlijst net vóór de uitspraak invulden. Wederom was er geen sprake van een toename van vertrouwen onder voorstanders van de multiculturele samenleving direct na het vonnis.
Figuur 2. De resultaten van het quasi-experiment. ‘Assimilationists’ verwijst naar burgers die kritisch staan tegenover de multiculturele samenleving, ‘multiculturalists’ zijn voorstanders van multiculturalisme, ‘moderates’ hebben een opvatting daartussenin. De drie groepen waren ongeveer even groot.
De panelstudie
Na deze twee studies bleef er nog één vraag onbeantwoord, namelijk of de vervolging van Wilders alleen op korte termijn of ook op langere termijn een negatieve impact heeft gehad op vertrouwen in de democratie en de rechtspraak. In het quasi-experiment leek de impact van de veroordeling na 48 uur weer weg te trekken (zie Figuur 2), maar het is denkbaar dat de jarenlange berichtgeving over de vervolging van Wilders uiteindelijk toch ook op langere termijn een uitwerking heeft gehad. Daarom voerden we tenslotte nog een ‘panelstudie’ uit waarin we keken hoe het vertrouwen van burgers in de democratie en de rechtspraak zich ontwikkelde tussen 2008 en 2017, wat de hele periode dekt van de eerste strafvervolging tegen Wilders en van zijn tweede vervolging tot kort na de eerste uitspraak. We konden hiervoor gebruikmaken van negen golven van het LISS-panel, waarin dezelfde 15.067 deelnemers elk jaar een vragenlijst invulden.
De resultaten laten zien dat de verschillende centrale gebeurtenissen in de vervolging van Wilders, zoals het moment dat de vervolging werd ingesteld en het vonnis van de rechter, grofweg samenvielen met een daling van vertrouwen in de rechtspraak onder tegenstanders van de multiculturele samenleving. Wederom was er geen sprake van een toename van vertrouwen onder voorstanders van de multiculturele samenleving. Bij de bevindingen van deze panelstudie moet wel de kanttekening worden geplaatst dat dit patroon alleen te zien was na statistische controle voor een aantal andere factoren en dat het niet zeker is of deze ontwikkeling over de jaren heen daadwerkelijk kan worden toegeschreven aan de vervolging van Wilders. Desalniettemin zijn de bevindingen van deze panelstudie consistent met de mogelijkheid dat de strafvervolging van Wilders ook op langere termijn een negatieve impact heeft gehad op het vertrouwen van burgers.
Vier mogelijke verklaringen
Op basis van deze drie studies concluderen wij dat de vervolging van Geert Wilders een aanzienlijke, en mogelijk langdurige, negatieve impact heeft gehad op het vertrouwen in de democratie en de rechtspraak onder het substantiële gedeelte van de Nederlandse bevolking dat negatief staat tegenover multiculturalisme. In ons artikel dragen we vier mogelijke verklaringen aan voor deze afname van vertrouwen.
De eerste uitleg is dat tegenstanders van de multiculturele samenleving het simpelweg oneens waren met de vervolging van Wilders en dit vertaalden in een lager vertrouwen. De tweede verklaring is dat tegenstanders van multiculturalisme zich door het Wilders-proces geschonden voelden in hun recht op vrijheid van meningsuiting en democratische vertegenwoordiging. Een derde interpretatie is dat burgers zich hebben laten beïnvloeden door de retoriek van Wilders zelf, die zijn proces consequent heeft uitgelegd als een politiek gemotiveerde vervolging door bevooroordeelde rechters en officieren van justitie. De vierde verklaring voor de afname van vertrouwen is dat de rechtspraak door de vervolging van Wilders meer ‘gepolitiseerd’ is geraakt. Burgers hebben meestal meer vertrouwen in instituties die verder van het politieke spel afstaan. Normaal gesproken geldt dit ook voor de rechterlijke macht, maar de vervolging van een politicus zou hier enige afbreuk aan kunnen hebben gedaan.
Hoewel ons onderzoek geen uitsluitsel kan geven over welk van deze vier mechanismen de beste verklaring biedt voor de afname van politiek vertrouwen tijdens het Wilders-proces, lijken de precieze patronen in de resultaten (die buiten de reikwijdte van deze blog vallen) het meeste in lijn met de tweede verklaring dat tegenstanders van de multiculturele samenleving zich geschonden voelden in hun democratische rechten.
Deze resultaten sluiten aan bij drie andere studies: twee experimenten (beide door Lisanne Wichgers, Laura Jacobs en Joost van Spanje) over een fictieve vervolgingsbeslissing en een onderzoek (door Joost van Spanje en Claes de Vreese) over de beslissing van het Hof Amsterdam in 2009 waarmee de vervolging van Wilders begon. In alle drie deze gevallen was er sprake van een afname van democratische steun onder mensen die kritisch zijn over immigratie en integratie, eenzelfde effect dus als in de hierboven besproken studies. Verder passen onze bevindingen bij analyses van het eerste Wildersproces. Vertrouwen in de rechtspraak bleef weliswaar onaangetast gedurende dat proces (opnieuw onderzoek van Joost van Spanje en Claes de Vreese), maar vertrouwen in de rechtsstaat daalde licht door de media-aandacht en herstelde zich na de vrijspraak in 2011 (onderzoek van Jan Kleinnijenhuis en Wouter van Atteveldt).
Uiteindelijk blijft het een normatieve vraag of het wenselijk is dat politici worden vervolgd voor uitspraken zoals die van Geert Wilders. Een statistisch onderzoek zoals het onze kan die vraag niet beantwoorden. Toch bieden onze bevindingen alle aanleiding om de repercussies voor politiek vertrouwen mee te nemen in toekomstige beslissingen over strafvervolging van politici.
Afbeelding: Tingey Injury Law Firm via Unsplash.
Ronald Heijman zegt
Of het wenselijk is dat politici worden vervolgd voor uitspraken zoals die van Geert Wilders, lijkt mij de verkeerde vraag. Immers, het betreft hier een actie van de onafhankelijke rechtspraak.
Veel belangrijker is de vraag: waar moeten de grenzen liggen t.a.v. de vrijheid van meningsuiting?
De wet geeft al grenzen aan als het gaat om groepsbelediging en discriminatie van bevolkingsgroepen: het is strafbaar. Het is de rechter die dat uiteindelijk bepaalt. Maar zijn deze huidige regels wel opgewassen tegen de ondermijners van de rechtstaat?
We hebben de afgelopen jaren een nieuwe trend in de politiek gezien, die erop gericht is de maatschappij te ondermijnen, groepen tegen elkaar op te zetten, aan te zetten tot haat, te discrimineren, groepen te beledigen, minderheden niet te beschermen maar kwetsbaar te maken, geweld goed te praten, de eigen groep als superieur te zien, de andere groep als minderwaardig te kenmerken, te liegen over de feiten, feiten in een andere context te plaatsen, te verdraaien, of eenvoudig te ontkennen, onethische emoties aan te wakkeren, en nog veel meer amorele doelstellingen na te streven die alle te maken hebben met het nastreven van buitensluiting van groepen mensen en de eigen groep te favoriseren.
In de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw hebben we een vergelijkbare sterke trend gezien. Niet alleen in Duitsland, maar in veel ontwikkelde landen. Ook in Engeland, USA, Frankrijk, Italië, Oosterrijk, Nederland en zelfs Japan.
Ook toen hebben gelijksoortige politieke groeperingen de democratische rechten op vrije meningsuiting en politieke vrijheid misbruikt om de democratie af te schaffen in sommige landen.
We zien eenzelfde beweging in de 21e eeuw. Het is een oude cyclische beweging.
Ik ben voor inperking van vrije meningsuiting, vooral ook in de politiek, die erop gericht is groepen mensen, de democratische maatschappij, de rechtsstaat en haar democratische instellingen te ondermijnen en te beledigen.
Wat Wilders doet is juist dat, als een continue politieke campagne met door de democratie getolereerde ondermijning van diezelfde democratie.
Als onfatsoenlijke, onethische, zelfs wetteloze ondermijning van een per definitie kwetsbare democratie niet wordt tegengegaan, dan zal de democratie eerst worden gegijzeld en daarna verdwijnen. We zien dit risico in vele landen van de wereld, ook in Nederland.
De democratie moet dan ook hiertegen veel weerbaarder worden, en wel door nieuwe wettelijke regels, zodat het OM hiertegen pro actief kan optreden en rechters hierop beter kunnen ingrijpen. Nu kan het nog.
En ja, de tegenstanders van de multiculturele samenleving en andere ondemocratische groepen, zullen hier tegen zijn. De meerderheid zal hen met respect (die niet niet wederzijds is), maar wel resoluut, tegemoet moeten treden met feiten, argumenten, overtuigingskracht en veroordeling.