Deze week is de klimaattop in Polen, waar wordt onderhandeld over de invulling van de klimaatafspraken van Parijs uit 2015. Die onderhandelingen zullen geenszins makkelijk worden, alleen al door het freerider probleem. De kosten die individuele landen maken, leiden tot gemeenschappelijke baten. Daardoor is er een prikkel om andere landen de problemen op te laten lossen. En zonder sterke normen kan dat leiden tot de tragedie van de meent (tragedy of the commons) dat uiteindelijk het collectieve belang het onderspit delft.
Maar ook als de regeringsleiders er in slagen om internationale afspraken te maken, zijn we er nog niet.
Om het klimaatbeleid handen en voeten te geven, riepen economen deze week op tot de invoering van een belasting op de uitstoot van CO2. Deze CO2-taks is een belasting op vervuiling, die zal leiden tot een verhoging van de prijs van producten met een grotere ecologische voetdruk. Een deel van de politieke partijen had soortgelijke voorstellen in hun verkiezingsprogramma’s van 2017. Dit vooruitzicht leidt echter tot maatschappelijke onrust en weerstand.
Gedragssocioloog Malcolm Fairbrother toont waarom. Hij heeft uitvoerig onderzoek gedaan naar het vertrouwen van burgers in de politiek en naar steun voor milieubelasting, aan de hand van surveys en experimenten. In een recent artikel (verschenen in de British Journal of Political Science) legt hij het verband tussen de twee. Via een survey-experiment onderzoekt Fairbrother welke prikkels de steun voor milieubelastingen beïnvloeden.
Verschillende van zijn conclusies zijn bijzonder relevant voor beleidsmakers. Het concretiseren van de maatregelen naar specifieke producten (zoals benzine en elektriciteit) verlaagt de steun voor milieubelastingen. En als de regering de opbrengst van milieubelastingen louter investeert in milieubeleid, neemt de steun voor die belastingen af.
Een minstens zo belangrijke conclusie is echter dat burgers wantrouwen dat politici hun beloftes nakomen. Eén conditie in het experiment van Fairbrother is de compensatie van de invoering van nieuwe milieubelastingen door verlaging van andere belastingen. Maar als die compensatie niet als feit wordt omschreven, maar een belofte van politici, daalt de steun breed.
Dit betekent voor beleidsmakers, zo concludeert Fairbrother, dat de invoering van een milieubelasting niet om het probleem heen kan dat politici een betrouwbaarheidsprobleem hebben. Dat is een probleem dat ook niet makkelijk op te lossen is. Burgers menen dat politici niet voldoende betrouwbaar zijn om zo’n belofte na te leven. Denk in Nederland alleen maar aan de nu al bijna dertig jaar durende discussie over het Kwartje van Kok.
Afbeelding: Bron
Ronald zegt
Wantrouwen is een belangrijk aspect. Mede door gebrek aan voelbare compenserende maatregelen voor selectieve belastingverhogingen en -verlagingen.
Wat zal helpen is bijvoorbeeld:
1. verlaag BTW op duurzame producten en verhoog BTW op producten met een belastende footprint
2. verlaag de kosten voor duurzaam autorijden en verhoog de kosten van fossiel autorijden
3. verhoog zichtbare belastingen van vervuilers bij bedrijven en verlaag die voor duurzame bedrijven
4. verhoog koopkracht tot modaal en verlaag koopkracht boven 2 x modaal
5. verhoog BTW op ongezonde producten en verlaag BTW op gezonde producten
etc., etc.
Doel is belastingopbrengst neutraal, door verlaging bij niet-belastende producten en burgers tot modaal en schone bedrijven en verhoging belasting bij bedrijven met belastende activiteiten en voor consumptie van belastende producten.
Dit is goed te communiceren en hiervoor draagvlak te ontwikkelen. Gedrag zal worden veranderd, en dat is de cruciale succesfactor..
Meer regie van de overheid is hierbij nodig. Ontkennende minderheden mogen het noodzakelijke beleid niet blokkeren, maar de massa moet worden gemobiliseerd naar verantwoord gedrag.