• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Volgen partijen de kiezers of vice versa?

door Gijs Schumacher 29/04/2015 4 Reacties

Het is een bekend ritueel: na moeizame jaren in een coalitie en een flinke electorale afstraffing roept de (nieuwe) partijleider op tot ideologische “soul-searching” sessies. Kreten zoals “we moeten beter naar de burger luisteren” of “we moeten weer de straat op” worden dan te pas en te onpas gebezigd. Vervolgens wint de partij weer wat zetels in de verkiezingen en mag de partijleider trots claimen dat ze geluisterd hebben naar de kiezer en het hebben begrepen (zie hier). Is dit model van de democratie, waarbij (1) partijen zich aanpassen aan kiezers en (2) kiezers deze aanpassingen waarnemen en ernaar handelen, realistisch? Gabriel Lenz concludeert in zijn boek “Follow the Leader. How Voters Respond to Politicians’ Policies and Performance” dat dit niet zo is. In plaats van dat partijen kiezers volgen, volgen kiezers de partijen, ongeacht de issues.

 

“Voters don’t choose between politicians based on policy stances; rather, voters appear to adopt the policies that their favorite politicians prefer.”

 

Issues vs. prestaties

Lenz baseert deze conclusie op basis van panelstudies over kiesgedrag in verschillende landen (VS, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk). Veel studies naar kiesgedrag zijn gebaseerd op cross-sectionele analyses van kiezers. Het probleem hierbij is dat verschillende redenen om op een partij te stemmen tegelijkertijd aanwezig zijn. Bijvoorbeeld, een kiezer kan aangeven dat zij het qua issues eens is met de partij waarvoor ze gestemd heeft en dat zij een hoge pet op heeft van de partijleider. Het is op die manier lastig te analyseren welke van de twee factoren eerst kwam: koos de kiezer eerst de partij omdat die stond voor de issues die zij belangrijk vond? Of koos zij voor die partij omdat zij de partijleider als competent beschouwde (prestatie)? Het is immers bekend dat kiezers vaak hun meningen over issues en partijen aanpassen aan de hand van hun stemgedrag (zie hier). Met panelstudies is het mogelijk om te onderzoeken of prestaties of issues als eerste de stemkeuze bepaalde.

 

Hoe bepalen kiezers hun keuze?

Lenz laat aan de hand van 3 presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten (1980, 1992 en 1996) zien dat kiezers hun stemkeuze aanpassen aan de hand van hun evaluatie van de economie (lees hier meer over “economic voting”).  Lenz koos deze verkiezingen uit omdat tijdens de campagne de rol van de economie steeds belangrijker werd gemaakt door de media. Door de structuur van de panelstudie had Lenz observaties van kiezers voor- en nadat de economie belangrijk werd gemaakt. De volgende vraag is: stemmen kiezers ook op issues als die door de media belangrijk worden gemaakt? Hiervoor kijkt Lenz naar 10 verkiezingen in de eerdergenoemde landen. Hij vindt geen bewijs dat kiezers naar partijen trekken die het met hun eens zijn op het issue dat prominent is in de campagne. Kiezers veranderen wel van stemkeuze op basis van prestatie-gerelateerde cues.

 

“When news stories persuade people to see Gore as dishonest (a performance issue), for example, they later shift to vote against him. In contrast, when the 1948 campaign persuades people to support unions (a policy issue), they do not later become more supportive of Truman, the candidate who supports unions.”

 

Lenz vindt verder dat zelfs als een kiezer weet dat de partij waarvoor zij wil stemmen niet hetzelfde standpunt heeft, de kiezer alsnog voor de partij stemt. Zelfs als deze issues makkelijk te begrijpen zijn. Als voorbeeld gebruikt Lenz de verkiezingen van 1986 in Nederland. Kernenergie was een belangrijk issue in de verkiezingscampagne en kort voor de verkiezingen ontplofte de kerncentrale van Tsjernobyl. Het CDA won de verkiezingen van 1986, ondanks het feit dat het voor de kernramp campagne had gevoerd voor een fikse uitbreiding van kernenergie in Nederland. Lenz vindt dat:

 

“voters did care about these issues yet end up confirming that in the end the issues did not influence vote choice or candidate and party evaluations.”

 

Maar volgen partijen kiezers niet?

Het tweede punt van het model dat ik schetste in de introductie is dus onrealistisch. Kiezers passen zich niet aan aan issues. Sterker nog dit artikel laat bijvoorbeeld zien dat kiezers het helemaal niet door hebben als partijen van positie veranderen. Dit laatste strookt niet geheel met Lenz’ bevindingen. In het hoofdstuk over Nederland en Tsjernobyl merkt hij op dat het CDA na Tsjernobyl direct van positie veranderde. De partij werd minder positief over kernenergie en haalde daarmee de wind uit de zeilen van de anti-kernenergie-partijen (bv. PvdA, D66 en de PPR). Immers, na Tsjernobyl werd de gemiddelde Nederlander een stuk kritischer ten opzichte van kernenergie. Kennelijk passen partijen dus wel hun positie aan aan het publiek. Lenz noemt dit “a wrinkle”, maar het is meer dan dat. Zijn conclusie dat partijen zich niet aanpassen aan kiezers is alleen gebaseerd op de constatering dat kiezers zich aanpassen aan partijen. Dat betekent niet automatisch dat politieke partijen niet naar kiezers luisteren. Sterker nog, verschillende papers laten zien dat verschuivingen in de publieke opinie leiden tot verschuivingen in partijposities (bijvoorbeeld hier, hier en hier). Het is alleen sneu dat de kiezer dit niet door heeft. Met name voor de partijleider die het meent met de ideologische herijking van haar partij. Maar (aspirant-)partijleiders claim gerust dat eventuele electorale winst komt door de ideologische herijking. Dat bekt beter dan verklaren op een verkiezingsbijeenkomst in een zaal vol vrijwilligers: “we hebben gewonnen en dat komt door de economie, bedankt voor uw inzet”.

 

 

 

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Politieke partijen Tagged With: economic voting, kiezers, panelstudies, partijen, tsjernobyl

Over de auteur

Gijs Schumacher
Gijs Schumacher (1982) is Universitair Hoofddocent Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek gaat over politiek gedrag van kiezers en van elites. In het specifiek richt hij zich op emoties, partij organisaties, vertegenwoordiging, populisme en persoonlijkheid. Hij is tevens (co-) directeur van het Hot Politics Lab.
Website: http://gijsschumacher.nl
  • Sociale media links 

Reader Interactions

Comments

  1. kaj leers says

    29/04/2015 at 13:27

    Interessant! Doet erg denken aan andere beroemde voorbeelden, zoals Californiërs die zich op de issues totaal niet konden vinden in de Republikeinse Partij, maar die toch op Schwarzenegger stemden. En over kerncentrales gesproken, wat te denken over Merkel, die kort na Fukushima kernenergie in de ban deed?

    Niettemin mis ik wel iets: prioritering. Is het niet zo dat kiezers prioriteren, zoals bijvoorbeeld NKO-onderzoek vaak uitwijst? Dat waar de economie beter presteert, dat voor linkse kiezers bijvoorbeeld minder een issue wordt en andere linksige thema’s zoals zorg en sociale zekerheid stijgen in de prioriteitenlijst? Ook mis ik een beetje over welke kiezers het eigenlijk gaat: de harde kern of de meer zwevende kiezer.

    Log in om te reageren
    • Gijs Schumacher says

      29/04/2015 at 13:56

      Dat laatste mis ik ook. Partisanship speelt een belangrijke rol in economische evaluaties, maar wat gebeurt er als partisanship sterk afneemt? Cindy Kam laat bijvoorbeeld zien dat over tijd de relatie tussen partisanship en issue positions omgekeerd is: http://journals.cambridge.org/action/displayAbstract?fromPage=online&aid=7975068&fileId=S0022381610000964.

      Kiezers krijgen inderdaad andere prioriteiten maar de vraag is of dat leidt tot andere stemkeuzes en of dat onafhankelijk is van het gedrag van partijen. Misschien volgt hier ook de kiezer de partij? D.w.z. partijen gaan in goede tijden andere issues benadrukken en de kiezer volgt dit.

      Log in om te reageren
      • Kaj Leers says

        30/04/2015 at 13:25

        Zeker. Niettemin kan in mijn ervaring juist een andere prioritering mensen ertoe verleiden politiek & ideologisch gezien rare bokkensprongen te maken. Volstrekt anekdotisch, maar ik ken mensen die jarenlang rabiaat links stemden om sociaaleconomische redenen, maar die sinds 9/11 en de moord op Theo van Gogh afwisselend op PVV en VVD stemmen. Wijs je erop dat die partijen mijlenver afstaan van hun ideologische overtuigingen op sociaaleconomisch gebied, dan komen ze letterlijk terug met variaties op “ja dat klopt maar dat vind ik nu even niet belangrijk”.

        Deze beweging is natuurlijk ook terug te vinden in NKO sinds 2002. Enfin, dus toch weer die prioritering.

        Log in om te reageren
  2. kaj leers says

    29/04/2015 at 13:27

    Interessant! Doet erg denken aan andere beroemde voorbeelden, zoals Californiërs die zich op de issues totaal niet konden vinden in de Republikeinse Partij, maar die toch op Schwarzenegger stemden. En over kerncentrales gesproken, wat te denken over Merkel, die kort na Fukushima kernenergie in de ban deed?

    Niettemin mis ik wel iets: prioritering. Is het niet zo dat kiezers prioriteren, zoals bijvoorbeeld NKO-onderzoek vaak uitwijst? Dat waar de economie beter presteert, dat voor linkse kiezers bijvoorbeeld minder een issue wordt en andere linksige thema’s zoals zorg en sociale zekerheid stijgen in de prioriteitenlijst? Ook mis ik een beetje over welke kiezers het eigenlijk gaat: de harde kern of de meer zwevende kiezer.

    Log in om te reageren

Geef een reactie Reactie annuleren

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Foto: http://www.flickr.com/photos/lollyman/ (CC BY-NC-ND)

Hoe stemmen de politieke partijen in de Tweede Kamer?

Aflevering 93 – Plaatjes van de electoraatjes, met Matthijs Rooduijn

Vijf onmisbare peilingtools voor elke politieke junkie

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Aflevering 94 – De ‘Heilige Alliantie’ tussen orthodoxe christenen en radicaal-rechts, met Sander Rietveld

Mijn gast van vandaag is Sander Rietveld, politicoloog en onderzoeksjournalist bij Zembla. Sander … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in