Ondanks hevig verzet van de Britse premier Cameron, kreeg Jean-Claude Juncker de nominatie voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Ook Rutte en Reinfelt steunden uiteindelijk de nominatie van Juncker, hoewel zij zich niet gelukkig toonden met de gekozen procedure. Voor het eerst hadden de Europese samenwerkingsverbanden van partijen vóór de verkiezingen kandidaten gesteld voor het EC-voorzitterschap. De boodschap aan de Europese Raad was: de kandidaat wiens partij de Parlementsverkiezingen wint moeten jullie voordragen, anders stemmen wij niet in.
Volgens sommigen, Cameron voorop, is deze procedure een grote vergissing. Juncker zou autoritair zijn, een elite-kandidaat die tegen de wil van een substantieel deel van het electoraat in gaat. De nieuwe procedure zou een voedingsbodem voor Euroscepsis zijn, zo meende Stuk Rood Vlees-collega Matthijs Rooduijn in NRC Handelsblad.
In de discussie speelt de persoon van Juncker veelal een prominente rol. Niemand wil hem echt, is het gehoorde argument. Maar hoe moeten we de nieuwe procedure nu beschouwen? Een democratisch succes of een nieuw Europees legitimiteitsgat? Vier argumenten in deze discussie onder de loep.
1. De procedure is niet democratisch
Dit was steeds het hoofdargument van David Cameron. De ‘gekozen regeringsleiders’ zouden moeten beslissen over de voordracht en niet gebonden moeten zijn aan een door Europese partijen gestelde kandidaat. Deze redenering is merkwaardig omdat de nieuwe procedure nu juist veel lijkt op de door Cameron zo verheerlijkte ‘gekozen’ regeringsleiders.
Op Frankrijk en Cyprus na hebben alle Europese landen immers een parlementair systeem. Daarin wordt de premier niet direct door het volk gekozen. In sommige landen is er een formele ‘investituurstemming’ door het parlement, maar in de praktijk werkt het meestal zo dat de leider van de grootste partij als eerste de mogelijkheid krijgt om een regering te vormen. Dat is in grote lijnen nu ook juist de manier waarop de nieuwe procedure voor de EC-voorzitter werkt: de topkandidaat van de grootste Europese partij krijgt de mogelijkheid om het Europees parlement te overtuigen van zijn kandidatuur door daar een coalitie te vormen.
De legitimatie van Juncker verloopt dus op eenzelfde manier als de legitimatie van Cameron zelf. Nu is er op een aantal aspecten van die procedure wel wat aan te merken, maar het gaat om hetzelfde idee.
2. Niemand kon op Juncker stemmen
Eén van de problemen met de Europese procedure was dat Juncker weliswaar ‘Spitzenkandiaat’ was, maar dat niemand op hem kon stemmen. Nergens stond hij op een lijst. Dat hoeft in beginsel geen probleem te zijn om te kunnen spreken van een mandaat voor Juncker. Zijn kandidatuur werd immers duidelijk aangekondigd. Iedere kiezer kon weten dat hij de eerst aangewezen persoon was als zijn partij van Europese Christendemocraten (de EPP) de grootste werd.
Bovendien: hoeveel Britten konden er eigenlijk op Cameron stemmen in 2010? Zo’n 58.000 mensen stemden er in Cameron’s eigen kiesdistrict (Whitney). De rest van de Britten kon wel op de lokale Conservatief stemmen, maar niet op Cameron. Is dat dan ook een belemmering voor zijn legitimiteit?
De procedure met topkandidaten is een compromisfiguur. Europese federalisten zouden het liefste werken met Europese lijsten, Eurokritische regeringsleiders zouden het liefste zelf de voorzitter van een zo zwak mogelijke commissie aanwijzen. De tegenstelling tussen de voorstanders van een supranationaal en die van een intergouvernmenteel Europa kwam hier weer duidelijk naar voren.
3. Juncker is aangewezen in een achterkamertje
Dat Juncker zou zijn aangewezen in een achterkamertje is misschien wel het vreemdste verwijt van Cameron. Juist de voorgangers van Juncker werden immers aangewezen in Brusselse achterkamers. Misschien zaten daar de regeringsleiders, maar transparant was het proces allerminst. Het minste wat de nieuwe procedure heeft gedaan, is vooraf duidelijkheid geven over de ’topkandidaten’. Elke kiezer kon dit meewegen in zijn Europese stem.
Juncker is overigens gekozen tot EPP-topkandidaat tijdens een Europese conferentie van zijn partij. Die publieke bijeenkomst werd gehouden in de Dublin Convention Centre, best een grote achterkamer.
4. Dit is niet wat Europese kiezers wilden
Veel Europese kiezers (en misschien nog wel meer niet-stemmers) zullen weinig tevreden zijn met Junckers voordracht – als ze tenminste weten wie het is. Aan de andere kant: ondanks het feit dat sommige regeringsleiders zich niet vooraf wilden commiteren aan het nieuwe proces, konden kiezers weten dat de grote meerderheid van Europese partijen vooraf hebben laten weten dat de winnaar van de EP-verkiezingen EC-voorzitter zou moeten worden. Bovendien werden in het verleden wel meer democratische vernieuwingen door het parlement afgedwongen, zonder dat die eerst in regels werden vastgelegd, zoals tijdens de Luxemburgse kwestie, passend genoeg.
Ja, de campagne tussen de topkandidaten was beperkt. Bij debatten was er een taalbarrière. De keuze tussen de kandidaten was in die zin beperkt dat Eurosceptische partijen geen kandidaten wilden stellen. Veel kiezers kenden de kandidaten niet.
Maar de debatten waren er wel – en werden in veel landen live uitgezonden op televisie. Bovendien waren de Europese kandidaten met regelmaat in het landelijke nieuws. Dat kandidaten relatief onbekend waren, mag de kiezer ook zichzelf aanrekenen.
Kortom, de nieuwe procedure was zeker niet ideaal. De lage opkomst bij Europese verkiezingen en de relatief beperkte aandacht voor de topkandidaten is een reële zorg. Aan de andere kant: kiezers konden vooraf weten wie de kandidaten waren. De meeste kiezers stemden op partijen die Juncker steunden. Daarmee heeft hij een sterker kiezersmandaat dan al zijn voorgangers. De nieuwe procedure kan worden gezien als een stap in de richting van een sterkere controle van het Europees parlement op de Europese Commissie. Een schrikbeeld van voorstanders van intergouvernementele besluitvorming wellicht, maar ondemocratisch is het niet.
Gijs Schumacher zegt
Interessante ontmaskering van Cameron dit. Ik hoop dat bij de volgende ronde meer mensen (vnl. regeringsleiders) de selectie van Spitzenkandidaten serieuzer nemen. Het zou Rutte en Cameron ook moeten motiveren zich (weer) aan te sluiten bij de partij die aan de touwtjes trekt in de EU, en dus niet bij partijen te blijven die te klein zijn om ooit de voorzitter te leveren.