Voor de zesde keer voorspellen we de uitkomsten van de coalitieonderhandelingen. In vergelijking met eerdere jaren is het correct voorspellen van de coalitieonderhandelingen van 2021 waarschijnlijk het lastigst. Er zijn namelijk drie eigenschappen van de verkiezingen van 2021 die het voorspellen bemoeilijken.
Allereerst de aanloop naar de verkiezingen. Waar normaal gesproken tijdens de verkiezingscampagne het gaat over voor partijen belangrijke thema’s, stond nu de coronacrisis en de aanpak centraal. Informatie over partijen hun posities en het belang wat partijen hechten aan de voor hun belangrijke beslispunten kon minder verkregen worden uit de debatten. Ten tweede heeft de verkiezingsuitslag een verder gefragmenteerd speelveld in de Tweede Kamer opgeleverd. Maar liefst 17 partijen, waarbij de grootste partij slechts 34 zetels heeft, drie partijen 1 zetel hebben en er veel partijen tussen de 5 en 9 zetels hebben. Hierdoor zijn niet alleen meer partijen nodig voor een meerderheid, maar ook het aantal mogelijke formaties is daardoor groot. Deze fragmentering is overigens een ontwikkeling die al langer zichtbaar is in de Nederlandse politiek. Ten derde heeft de publicatie van de notities van de verkenner en de commotie die daarop volgde grote schade berokkend aan het coalitieproces en het onderlinge vertrouwen tussen de partijen. De bereidwilligheid van partijen om met elkaar samen te werken is daardoor afgenomen. Sommige partijen lijken zich zelf ook al buitenspel te hebben gezet door het steunen van moties van wantrouwen tegenover de fractievoorzitter van de grootste partij, de VVD.
De drie voorgaande aspecten bemoeilijken het voorspellen van mogelijke coalitieakkoorden. Des te meer reden om los van alle gebeurtenissen objectief vanuit de partijprogramma’s te kijken welk beleid te verwachten is bij verschillende coalities en welke coalities het meest waarschijnlijk zijn. Wij hebben op 12 hoofdonderwerpen de beleidsstandpunten en prioriteiten van zes politieke partijen bepaald. Deze hoofdonderwerpen zijn gebaseerd op hun verkiezingsprogramma’s en de analyses van het CPB en PBL. De relatieve invloed van de partijen in de onderhandelingen is bepaald op basis van de zetelverdeling in de nieuwe Tweede Kamer. Met het REX Decide Model zijn vervolgens slaagkans en uitkomsten van onderhandelingen binnen coalities voorspeld.
Partijen, zetels en meerderheidscoalities
In deze studie hebben we alleen partijen meegenomen die beschouwd mogen worden als potentiële coalitiepartijen én hun partijprogramma’s hebben laten doorrekenen door het CPB en PBL. Deze laatste restrictie is nodig omdat wij bij een aantal onderdelen van de mogelijke coalitieakkoorden gebruik maken van de doorrekeningen van de partijprogramma’s door deze twee bureaus. In de media worden ook VOLT en JA21 genoemd als mogelijke coalitiepartners, maar deze vallen af omdat hun partijprogramma’s niet zijn doorberekend. Datzelfde geldt voor de PVV.
Tabel 1 geeft de zetelverdeling van de potentiële coalitiepartijen in de Tweede Kamer. In coalitieonderhandelingen is de invloed van de partijen egaler verdeeld dan in de Tweede Kamer, omdat beslissingen in de Tweede Kamer genomen worden met enkelvoudige meerderheden, terwijl die in coalitieonderhandelingen genomen worden op basis van unanimiteit. Daarom hebben wij als indicator van de potentiële invloed in de onderhandelingen de derdemachtswortel genomen van het aantal zetels in de Tweede Kamer. Daarmee blijven grotere partijen een groter gewicht houden, maar is de invloedverdeling aanzienlijk egaler.
Partij | Zetels | Potentiële invloed |
VVD | 34 | 0.10376078 |
D66 | 24 | 0.09149856 |
CDA | 15 | 0.07823017 |
PvdA | 9 | 0.06598188 |
SP | 9 | 0.06598188 |
GL | 8 | 0.06067967 |
CU | 5 | 0.05424177 |
Met deze restricties zijn eigenlijk alleen coalities mogelijk waarin zowel de VVD als D66 en CDA participeren. Zonder de VVD zijn zelfs zeven partijen nodig om een meerderheid van 76 zetels te halen! We hebben dan ook alleen coalitieakkoorden van de volgende partijen onderzocht, VVD, D66, CDA, CU, PvdA en GL. De onderzochte coalities hebben we weergegeven in Tabel 2.
Coalitie | Partijen | Zetels | |
Rechts | VVD/D66/CDA | +CU | 78 |
Breed | VVD/D66/CDA | +PvdA +GL | 90 |
Midden sociaal | VV/D66/CDA | +PvdA | 82 |
Midden duurzaam | VVD/D66/CDA | +GL | 81 |
Hoofdonderwerpen in de coalitieonderhandelingen: beleidsposities van de politieke partijen en hun belang bij een uitkomst dicht bij hun positie
Wij voorspellen coalitieakkoorden op basis van 12 issues (onderwerpen). Zes issues betreffen voorstellen van de politieke partijen voor extra uitgaven op drie beleidsterreinen (onderwijs, milieu en defensie). Drie andere issues hebben betrekking op verhoging van milieubelasting, lastenontwikkeling voor het bedrijfsleven en verwachte percentage CO2-reductie in 2030. Al deze issues zijn op verzoek van de politieke partijen doorgerekend door het Centraal Plan Bureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Bij vijf van deze issues gaat het om de financiële effecten voor het overheidsbudget, bij de zesde om het percentage CO2-reductie in 2030 die door de maatregelen wordt gerealiseerd.
Bij de zes andere issues zijn de beleidsvoorstellen kwalitatief van aard. Daarvoor hebben wij zelf de posities van de partijen ingeschat en op een schaal van 0-100 geplaatst. Het gaat hierbij om maatregelen op het gebied van zekerheid op het werk, marktwerking in de zorg, vreemdelingenbeleid, verduurzaming van de landbouw, hervorming van de woningmarkt en grootte van het minimumloon. De alternatieven op deze inhoudelijke issues zijn zo op een schaal van 0 tot 100 geplaatst dat lage scores meer rechtse standpunten representeren en hogere meer linkse (zie bijlage 1 voor de omschrijvingen van de posities op deze schalen).
Tabel 3 geeft een overzicht van de 12 issues.[1] Bijlage 1 geeft voor de zes partijen hun posities en een inschatting hoe belangrijk zij het vinden om in een regeerakkoord een uitkomst dicht bij hun positie te krijgen.
Issues | CPB | PBL | Verkiezingsprogramma’s |
1. Extra onderwijsuitgaven (mld. euro’s) | X | ||
2. Verhoging defensie uitgaven (mld. euro’s) | X | ||
3. Lastenontwikkeling bedrijfsleven (mld. euro’s) | X | ||
4. Verhoging milieubelasting (mld. euro’s) | X | ||
5. Verhoging milieu uitgaven (mld. euro’s) | X | ||
6. Klimaatdoelstellingen 2030 | X | ||
7. Zekerheid werk (zekerheid) | X | X | |
8. Marktwerking zorg (zorg) | X | X | |
9. Vreemdelingenbeleid (vreemd) | X | ||
10. Verduurzaming landbouw (landbouw) | X | X | |
11. Hervorming woningmarkt (woningmarkt) | X | X | |
12. Nivelleringseffecten (minimumloon) | X |
Het besluitvormingsmodel
In het REX Decide Model ruilen partijen bilateraal posities uit om steun te verwerven van andere partijen op voor hen relatief belangrijke issues. In deze bilaterale ruilen krijgen beide partijen een gelijke nutswinst die maximaal is als een van de partijen helemaal naar de positie van de ander gaat in ruil voor een gedeeltelijke concessie aan de ander op het andere issue. Omdat dit laatste meestal niet gelijk is aan een expliciet gedefinieerde positie, bepaalt het REX model die verschuiving met een random component, waardoor ook betrouwbaarheids-marges van de uitkomsten (voorspellingen) kunnen worden bepaald (zie voor verdere informatie https://stokman.org/decide-model.htm).
Resultaten voor de vier coalities, meest waarschijnlijke en meest wenselijke formatie.
Op vier issues zijn de uitkomsten van de onderhandelingen onafhankelijk van de coalitie: de omvang van de defensie- en onderwijsuitgaven, de lasten voor het bedrijfsleven en de gerealiseerde CO2 reductie in 2030. Te zien is in Tabel 4 dat de uitkomsten in iedere coalitie redelijk dichtbij elkaar liggen.
Coalitie | |||||
Issue | Rechts | Midden duurzaam | Midden sociaal | Breed | |
1. Onderwijs | 8.7 | 8.7 | 8.7 | 8.7 | mld. euro’s |
2. Defensie | 1.2 | 1.2 | 1.2 | 1.3 | mld. euro’s |
3. Lasten bedrijven | 3.6 | 3.6 | 4.7 | 5.8 | mld. euro’s |
4. Klimaatdoel | 58 | 60 | 60 | 61 | % CO2 |
Op de acht overige issues zijn de resultaten overwegend coalitie-afhankelijk, zoals Tabel 5 laat zien. De belangrijke uitkomsten hebben we dikgedrukt en cursief gemarkeerd. Hieronder bespreken we telkens de belangrijkste uitkomsten binnen een coalitie ten opzichte van de uitkomsten in de andere coalitie.
Coalitie | |||||
Issue | Rechts | Midden duurzaam | Midden sociaal | Breed | |
5. Milieubelasting | 5.1 | 6.4 | 3.1 | 6.3 | |
6. Milieu-uitgaven | 1.6 | 3.5 | 1.8 | 3.9 | |
7. Zekerheid | 6 | 5 | 46 | 45 | |
8. Zorg | 8 | 19 | 7 | 29 | |
9. Vreemdelingen | 38 | 16 | 6 | 5 | |
10. Landbouw | 17 | 23 | 13 | 26 | |
11. Woningmarkt | 36 | 54 | 66 | 71 | |
12. Nivelleringseffecten | 10 | 10 | 59 | 57 |
De Rechtse coalitie wijkt vooral af door de hoge score op het issue van de vluchtelingen, de prioriteit van de Christen Unie. De CU is bereid duidelijk belangrijke concessies te doen op landbouw-, milieubeleid en woningmarkt, maar dit leidt niet tot overeenstemming over het vreemdelingenbeleid tussen VVD en CU. Voor zowel de VVD als de CU is het vreemdelingenbeleid het belangrijkste issue, maar hun posities staan lijnrecht tegenover elkaar met de positie 0 voor de VVD en de positie 90 voor de CU. De uitkomst van 38 voor het vluchtelingenissue is dan ook een uitkomst die voor beide partijen onacceptabel is. Ons model voorspelt dan ook dat deze coalitie dan ook niet tot stand zal komen.
In de Midden duurzame coalitie krijgt GroenLinks belangrijke concessies voor verhogingen van milieubelasting en milieu-uitgaven, maar deze blijven controversieel. Dat is in mindere mate bij landbouw en zorg. Voor deze winsten moet GroenLinks belangrijke concessies doen op de sociale issues, met name op zekerheid, nivelleringseffecten en vluchtelingen. Ook deze coalitie zal niet of uiterst moeilijk tot stand komen.
In de Midden Sociale coalitie weet de PvdA belangrijke winst te behalen op de issues Nivelleringseffecten, sociale zekerheid, woningmarkt ten koste van de milieu-issues en landbouw. In deze coalitie blijven er minder controverses over dan in die van Midden Duurzaam.
In de Breed coalitie weten PvdA en GroenLinks samen zowel de sociale als duurzame issues beter te realiseren. In Breed blijven landbouw en milieu-uitgaven behoorlijk controversieel, maar overigens lijken er geen grote problemen te ontstaan:
Issue | Uitkomsten |
1. Onderwijs | 8.74 mld. euro (dichtbij D66) |
2. Defensie uitgaven | 1.35 mld. euro (dichtbij CDA) |
3. Lasten bedrijven | 5.77 mld. euro (dichtbij CDA) |
4. Klimaatdoel | 61% CO2-reductie (dichtbij D66, GL) |
5. Milieu belasting | 6,28 mld. euro (dichtbij GL, D66) |
6. Milieu uitgaven | 3.93 mld. euro (dichtbij GL) |
7. Zekerheid | SQ: handhaven ontslagrecht (dichtbij CDA) |
8. Zorg | Minder marktwerking, zorgpremies niet omhoog, hoger salaris en meer zeggenschap voor verpleegkundigen (dichtbij CDA) |
9. Vreemdelingenbeleid | Illegaal verblijf strafbaar, quotum kan 0 zijn, vergunning voor 3 jaar (dichtbij VVD) |
10. Landbouw | SQ: structurele stikstofaanpak, krimp veestapel met gerichte opkoop + technologische innovatie (dichtbij CDA en VVD) |
11. Woningmarkt | Meer overheid voor oplossen tekort en betaalbaarheid, sociale huur 40% bouwen, huurprijsstijging vrije sector sterk reguleren (dichtbij GL en PvdA) |
12. Nivelleringseffecten | Stijging 13,3% bij 36 uur; gekoppelde uitkeringen volgen stijging (dichtbij PvdA) |
Concluderend is onze aanbeveling aan PvdA en GroenLinks dat zij eerst afspreken alleen samen in een coalitie met VVD, CDA en D66 gaan. Alleen dan krijgt Nederland een breed gedragen economisch, sociaal en duurzaam beleid in een context waarin ook de VVD, CDA en D66 erkennen dat de lage lonen en de sociale uitkeringen omhoog moeten en alle partijen gebonden zijn aan internationale afspraken over het klimaat.
Afbeelding: Treveszaal. Flickr/MinPres (CC-BY 2.0)
Bijlage 1:
Issue 1: Extra onderwijs uitgaven in mld. euro’s.
Partijen | Posities in mld. euro’s | Belang |
VVD | 1,3 | 0,5 |
CDA | 2,6 | 0,45 |
D66 | 8,7 | 0,9 |
CU | 5,7 | 0,5 |
PvdA | 9,2 | 0,7 |
GL | 9,7 | 0,6 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 8,7 |
Midden duurzaam | 8,75 |
Midden sociaal | 8,71 |
Breed | 8,74 |
Issue 2: Extra defensie uitgaven in mld. euro’s.
Partijen | Posities in mld. euro’s | Belang |
VVD | 2,6 | 0,7 |
CDA | 1,1 | 0,8 |
D66 | 0,1 | 0,4 |
CU | 0,6 | 0,5 |
PvdA | 0 | 0,4 |
GL | -1,7 | 0,3 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 1,22 |
Midden duurzaam | 1,18 |
Midden sociaal | 1,23 |
Breed | 1,35 |
Issue 3: Verhoging lasten bedrijven in mld. euro’s.
Partijen | Posities in mld. euro’s | Belang |
VVD | 3,6 | 1 |
CDA | 5,4 | 0,7 |
D66 | 15,4 | 0,6 |
CU | 11,4 | 0,4 |
PvdA | 41,7 | 0,9 |
GL | 12,7 | 0,5 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 3,6 |
Midden duurzaam | 3,6 |
Midden sociaal | 4,7 |
Breed | 5,77 |
Issue 4: Te realiseren CO2-reductie in 2030.
Partijen | Posities in mld. euro’s | Belang |
VVD | 41 | 0,6 |
CDA | 46 | 0,5 |
D66 | 60 | 0,85 |
CU | 52 | 0,8 |
PvdA | 55 | 0,8 |
GL | 63 | 1 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 57,98 |
Midden duurzaam | 60,38 |
Midden sociaal | 59,85 |
Breed | 60,58 |
Issue 5: Extra milieubelasting in mld. euro’s
Partijen | Posities in mld. euro’s | Belang |
VVD | 8,6 | 0,7 |
CDA | 0,3 | 0,5 |
D66 | 6,8 | 0,8 |
CU | 5,7 | 0,75 |
PvdA | 8,6 | 0,7 |
GL | 6,1 | 0,9 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 5,12 |
Midden duurzaam | 6,4 |
Midden sociaal | 3,1 |
Breed | 5,77 |
Issue 6: Extra milieu uitgaven in mld. euro’s.
Partijen | Posities in mld. euro’s | Belang |
VVD | 0,3 | 0,6 |
CDA | 0,3 | 0,4 |
D66 | 1,9 | 0,7 |
CU | 0,7 | 0,45 |
PvdA | 1,8 | 0,45 |
GL | 4,3 | 0,9 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 1,64 |
Midden duurzaam | 3,46 |
Midden sociaal | 1,75 |
Breed | 3,93 |
Issue 7: Werk en zekerheid gezien vanuit werknemer.
Waarde | Betekenis |
0 | vrijwillige deelname pensioenfonds, aanpakken schijnconstructies |
20 | ontslagrecht versoepelen, verplichte verzekering voor zzp-ers |
40 | SQ handhaven ontslagrecht, geen verplichte verzekering |
60 | duidelijke rechtspositie voor zzp’ers en korte betalingstermijn |
90 | collectieve verzekering voor zzp’ers, verplicht recht op crisisinkomen |
100 | collectieve verzekering voor zzp’ers en recht op goed pensioen |
Partijen | Posities | Belang |
VVD | 0 | 0,8 |
CDA | 60 | 0,65 |
D66 | 20 | 0,8 |
CU | 100 | 0,5 |
PvdA | 70 | 1 |
GL | 80 | 0,7 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 1,22 |
Midden duurzaam | 1,18 |
Midden sociaal | 1,23 |
Breed | 1,35 |
Issue 8: Marktwerking zorg.
Waarde | Betekenis |
0 | Wettelijk minimumuurloon bij 36 uur zonder doorwerking op uitkeringen |
10 | Stijging 10% zonder doorwerking op uitkeringen |
30 | Stijging 10% met 36 uur met alleen doorwerking op bijstand |
40 | Stijging 10% bij 36 uur met koppeling minimumuitkeringen en AOW |
60 | Stijging 13,3% bij 36 uur gekoppelde uitkeringen volgen stijging |
90 | Stijging 20% bij 36 uur gekoppelde uitkeringen volgen stijging. |
100 | Stijging 22,3% bij 36 uur gekoppelde uitkeringen volgen stijging |
Partijen | Posities | Belang |
VVD | 10 | 0,7 |
CDA | 0 | 0,3 |
D66 | 30 | 0,4 |
CU | 40 | 40 |
PvdA | 60 | 0,8 |
GL | 90 | 0,7 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 10,18 |
Midden duurzaam | 10 |
Midden sociaal | 59,27 |
Breed | 57,28 |
Issue 9: Vreemdelingenbeleid.
Waarde | Betekenis |
0 | Illegaal verblijf strafbaar, quotum kan 0 zijn, vergunning voor 3 jaar |
20 | Quotum op draagvlak maar wel humaner beleid |
30 | SQ: quotum op 500, humaan beleid, vergunning voor 5 jaar |
60 | Quotum maar wel verhoging, humaner beleid, geen strafbaarstelling |
90 | Geen beperkend quotum en 5000 van de meest kwetsbare vluchtelingen opnemen, uitbreiding bed, bad, brood en begeleiding |
100 | Verblijfstatus automatisch als terugkeer niet mogelijk is, verruiming rechten vluchteling |
Partijen | Posities | Belang |
VVD | 0 | 0.8 |
CDA | 40 | 0.7 |
D66 | 60 | 0.65 |
CU | 90 | 0.9 |
PvdA | 60 | 0.3 |
GL | 100 | 0.75 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 38 |
Midden duurzaam | 16 |
Midden sociaal | 6 |
Breed | 5 |
Issue 10: Verduurzaming van de landbouw.
Waarde | Betekenis |
0 | Veestapel niet halveren, minder middelen voor uitkoop, technologische innovatie |
30 | SQ: structurele stikstofaanpak: krimp veestapel met gerichte opkoop + technologische innovatie |
40 | Structurele stikstofaanpak + extra middelen voor gerichte opkoop |
60 | Extra middelen voor halvering veestapel, focus op gerichte opkoop |
70 | Extra middelen voor halvering veestapel, focus op grootschalig opkoop |
100 | Extra middelen voor halvering veestapel, focus op grootschalige opkoop, verbod op megastallen |
Partijen | Posities | Belang |
VVD | 0 | 0,5 |
CDA | 0 | 0,9 |
D66 | 90 | 0,75 |
CU | 40 | 0,7 |
PvdA | 70 | 0,5 |
GL | 100 | 0,85 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 16,97 |
Midden duurzaam | 22,70 |
Midden sociaal | 13,21 |
Breed | 25,75 |
Issue 11: Hervorming woningmarkt
Waarde | Betekenis |
0 | SQ: vooral marktpartijen voor oplossen woningtekort |
15 | Marktwerking maar meer overheid voor woningtekort, verruiming capaciteit en bevoegdheden en bevoegdheden woningcorporaties |
30 | Marktwerking maar meer overheid voor oplossen tekort en betaalbaarheid, verruiming capaciteit, beperk huurprijsstijging vrije sector |
70 | Meer overheid voor oplossen tekort en betaalbaarheid, sociale huur 40% bouwen, huurprijsstijging vrije sector sterk reguleren |
80 | Veel meer overheid voor betaalbare woningen, vrije huursector reguleren, beleggers zwaarder belasten |
100 | Marktwerking afschaffen, huur verlagen en bevriezen, mogelijkheid tot onteigening |
Partijen | Posities | Belang |
VVD | 0 | 0.55 |
CDA | 15 | 0.5 |
D66 | 30 | 0.5 |
CU | 40 | 0.65 |
PvdA | 80 | 0.75 |
GL | 70 | 0.65 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 36 |
Midden duurzaam | 54 |
Midden sociaal | 66 |
Breed | 71 |
Issue 12: Nivelleringseffecten (minimumloon)
Waarde | Betekenis |
0 | Wettelijk minimumuurloon bij 36 uur zonder doorwerking op uitkeringen |
10 | Stijging 10% zonder doorwerking op uitkeringen |
30 | Stijging 10% met 36 uur met alleen doorwerking op bijstand |
40 | Stijging 10% bij 36 uur met koppeling minimumuitkeringen en AOW |
60 | Stijging 13,3% bij 36 uur gekoppelde uitkeringen volgen stijging |
90 | Stijging 20% bij 36 uur gekoppelde uitkeringen volgen stijging. |
100 | Stijging 22,3% bij 36 uur gekoppelde uitkeringen volgen stijging |
Partijen | Posities | Belang |
VVD | 10 | 0,7 |
CDA | 0 | 0,3 |
D66 | 30 | 0,4 |
CU | 40 | 0,6 |
PvdA | 60 | 0,8 |
GL | 90 | 0,7 |
Coalitie | Uitkomsten |
Rechts | 10,18 |
Midden duurzaam | 10 |
Midden sociaal | 59,27 |
Breed | 57,28 |
[1] In dit onderzoek is ervoor gekozen om niet een medisch-ethisch issue op te nemen. In de Tweede Kamer zijn onlangs al twee initiatiefvoorstellen door D66 ingediend. Wij nemen aan dat deze daarom geen rol spelen in de coalitieonderhandelingen. Indien dit wel een rol speelt, dan heeft een coalitie met CU minder slagingskans.
Ronald Heijman zegt
Interessante analyse en overzicht waar partijen en richtingen voor staan. Inderdaad lastig voorspelbaar vanuit de inhoud, maar beter voorspelbaar vanuit de noodzaak voor NL, de actuele trends en de politieke situatie.
Een brede coalitie heeft dan de beste papieren, vanuit een meerderheidskabinet, met zwakker alternatief van een minderheidskabinet met gedoogconstructie op links. Een uitruil op thema’s zal dan in beide gevallen noodzakelijk zijn. Dus toch continu overleg tussen kabinet en partijleidingen.
Steven Verbanck zegt
Hoe berekenden jullie de cijfers “Potentiële invloed” in tabel 1 ? Het zou de derdemachtswortel van het zetelaantal zijn, maar de derdemachtswortel van bv. 8 (zetelaantal GL) is 2 en niet 0,06. (en van 8/150^1/3=0,38)
Frans Stokman zegt
Als eerste stap gaan we uit van de zetelverdeling van alle partijen. Daarvan uitgaand, hebben we voor elke partij de fractie van de zetels genomen. Van die fractie hebben we de 3de machtswortel berekend en die wederom als fractie over alle zetels genomen.
Dus voor de PvdA: 9 zetels, zijnde een fractie van 0.06 van alle 150 zetels. De derdemachtswortel daarvan is 0.39148676. Deze derdemachtswortels sommerend over alle partijen geeft een som van 5.95071041. Als fractie krijgen we dan een relatieve macht van 0.065788824 voor de PvdA.