Telkens opnieuw hebben Amerikaanse politici en commentatoren zich laten verrassen door de successen van Donald Trump. Eerst vroegen ze zich vertwijfeld af hoe het mogelijk was dat een kandidaat wiens voornaamste politieke boodschap bestaat uit een explosief mengsel van anti-immigratie- en anti-establishment-retoriek zich kon ontwikkelen tot een belangrijke kandidaat voor de Republikeinse nominatie. Daarna braken ze zich het hoofd over de vraag hoe deze man er in godsnaam in was geslaagd om de Republikeinse nominatie daadwerkelijk in de wacht te slepen. En uiteindelijk was iedereen helemaal flabbergasted toen Trump de presidentsverkiezingen zélf ook nog eens won. Hoe kon iemand die moslims uit het land wilde weren en heel politiek Washington wegzette als een corrupte bende serieus worden genomen? Laat staan het tot president schoppen?
De Amerikaanse voedingsbodem
Ik moet eerlijk toegeven: ook ik was telkens weer verbaasd over de omvang van Trumps successen. Maar in tegenstelling tot veel van de Amerikaanse commentatoren was ik allesbehalve verbaasd over het aanslaan van zijn radicaal-rechtse populistische boodschap. Dat daar een vruchtbare voedingsbodem voor bestond zag je van mijlenver aankomen.
Om te beginnen zit het (vaak populistische) anti-establishment-discours al meer dan een eeuw ingebakken in de Amerikaanse politiek. Met de successen van de Tea Party, Occupy Wall Street, en tot op zekere hoogte ook Bernie Sanders, leek dit discours de laatste jaren en maanden steeds meer mainstream te zijn geworden. Daar kwam nog eens bij dat Hillary Clinton het symbool bij uitstek was geworden van precies datgene waar anti-establishment-politici zich tegen verzetten: een volledig in zichzelf gekeerde en losgezongen politieke elite. Ook het xenofobe buitensluiten van ‘gevaarlijke anderen’ zoals immigranten, moslims en mensen van een ander ras werd de laatste tijd, met name door het in omloop raken van het relatief brave etiket ‘alt-right’, steeds meer in een voor het grote publiek acceptabel jasje gegoten.
Lessen uit West-Europa
Ontwikkelingen in andere delen van de wereld hebben laten zien dat kiezers hier zeer gevoelig voor zijn. Alleen wie de laatste paar decennia volledig blind is geweest voor wat zich in de West-Europese politiek heeft afgespeeld (en dat zijn nogal wat analisten in de VS) kan verbaasd zijn geweest dat veel kiezers zich aangetrokken voelden en voelen tot deze anti-establishment- en anti-immigratie-boodschappen. In Europa zijn partijen die soortgelijke geluiden als Trump laten horen al decennialang aan een gestage opmars bezig. In de jaren tachtig kwamen het Front National in Frankrijk en het Vlaams Blok in België op, in de jaren negentig steeg de populariteit van partijen als de Lega Nord in Italië en de FPÖ in Oostenrijk tot grote hoogten, en na de eeuwwisseling braken partijen als ‘onze eigen’ LPF en PVV door.
De kernboodschap van deze partijen is vrijwel gelijk aan die van Donald Trump. Ten eerste stellen ze dat ‘gevaarlijke buitenstaanders’ als immigranten of mensen met een ander geloof of etniciteit een bedreiging vormen voor wat als de ‘eigen mensen’ wordt omschreven. En ten tweede verzetten deze partijen zich net als Trump tegen de gevestigde elite. ‘Establishment-politici’ krijgen de wind van voren omdat ze niet naar het gewone volk zouden luisteren en niets anders zouden doen dan elkaar baantjes toespelen.
Ander politiek systeem
Ik vermoed dat de commentatoren die op de hoogte waren van het succes van West-Europese radicaal-rechtse populistische partijen hebben gedacht dat het in de VS niet zo’n vaart zou lopen, aangezien het Amerikaanse tweepartijenstelsel het voor populisten zeer lastig maakt om politiek door te breken. Veel West-Europese landen, daarentegen, hebben een stelsel van evenredige vertegenwoordiging, waardoor relatief weinig stemmen genoeg zijn voor een zetel in het parlement. Dit maakt het voor nieuwe partijen relatief makkelijk om electoraal door te breken. In het meerderheidsstelsel in de VS heeft een presidentskandidaat niet genoeg aan steun van ‘maar’ 25 of 30 procent van het electoraat (het maximale aandeel van het electoraat dat de meest succesvolle West-Europese radicaal-rechtse populisten steunt).
Trump is er echter in geslaagd om dit Amerikaanse nadeel voor politieke entrepreneurs om te zetten in een voordeel. Dat heeft hij voor elkaar gekregen door de bestaande partijen niet van buitenaf uit te dagen als derdepartijkandidaat (zoals Ross Perot bijvoorbeeld deed in 1992 en 1996), maar één van de partijen van binnenuit te ‘kapen’ en naar zijn hand te zetten. Als derdepartijkandidaat zou hij volledig afhankelijk zijn geweest van ongebonden, ontevreden kiezers. Veel Amerikanen zijn loyaal aan de Democraten of de Republikeinen, dus dit zou een vrijwel kansloze onderneming zijn geweest. Door de Republikeinse partij van binnenuit te veroveren is hij er echter in geslaagd om verschillende groepen kiezers achter zich te scharen: niet alleen de mensen die ontevreden zijn en zich aangetrokken voelen tot zijn anti-immigratie- en anti-establishment-retoriek, maar vooral ook de loyale Republikeinen die anders nooit op hem gestemd zouden hebben.
Gevolgen voor West-Europa
Dat een radicaal-rechtse populist nu president van de VS wordt zal hoogstwaarschijnlijk ook gevolgen hebben voor radicaal-rechtse populisten in West-Europa. We zullen de komende maanden en jaren nog veel praten over immigratie, islam, veiligheid en politici die het contact met de samenleving volledig zouden zijn kwijtgeraakt. En dat is goed nieuws voor partijen als de PVV en het Front National. Zolang er veel aandacht is voor de onderwerpen die zij centraal stellen, zullen zij electoraal ook de wind in de zeilen hebben.
Maar we moeten het Trump-effect ook niet overschatten. Neem ons eigen land. Op dit moment gaat het goed met de PVV. Maar alles kan over een paar maanden weer anders zijn. Als het in de campagne straks niet zozeer over islam en veiligheid gaat, maar vooral over zorg en economie, kan het zomaar zijn dat de verkiezingsuitslag voor Wilders helemaal niet zo rooskleurig uitpakt. Bovendien moeten we niet vergeten dat de politieke dynamiek in de meeste Europese landen heel anders is dan die in de VS. Van de ijzersterke electorale combinatie van partijloyalen en ontevredenen die Trump achter zich heeft weten te scharen kunnen West-Europese radicaal-rechtse populisten alleen maar dromen. Zij moeten het alleen doen, en kunnen niet rekenen op de loyale kiezers van een bestaande gevestigde partij.
Natuurlijk, het radicaal-rechtse populisme is in West-Europa groter dan ooit. Denk aan het gepeilde succes van Wilders en Le Pen, de reële mogelijkheid dat Oostenrijk binnenkort een radicaal-rechtse populist als president kiest, en de overname van een deel van het discours van deze partijen door rechtse middenpartijen. Maar de kans dat bij ons een radicaal-rechtse populist zoveel macht krijgt als Trump in de VS is heel klein. Een kleine piek in de peilingen nu en in de nabije toekomst is zeer waarschijnlijk, maar op veel meer zou ik niet rekenen.
In de VS is het radicaal-rechtse populisme lange tijd onderschat. In West-Europa moeten we er voor waken het nu ook weer niet te overschatten.
Rob Franken zegt
Bedankt voor dit geruststellende overzicht.
Ik heb twee vragen:
– met 25-30% van het electoraat zijn de rechtspopulisten toch de regerende partij geworden in b.v. Hongarije en Polen. Wat is daar dan het mechanisme achter geweest?
– Wilders zal wellicht geen 76 zetels halen inderdaad, maar in de jongste peilingen wordt hij wel de grootste partij en zal hij het initiatief krijgen in de formatie. Niemand wil met hem regeren (behalve misschien de VVD zonder Rutte) dus daarna mag de VVD het proberen. Maar die hebben, volgens de jongste peilingen, niet genoeg aan èn PvdA èn D66 èn CDA. Daar moet dan nog GL of 50PLUS bij. Dat is ook onwaarschijnlijk. Als dan Wilders (na ongetwijfeld een lange periode) het initiatief terugkrijgt, is misschien een combi PVV, VVD, CDA en bv 50PLUS niet zo onmogelijk, waarmee we Wilders als premier hebben. Wat vind U het meest waarschijnlijke scenario, waardoor Wilders géén premier wordt?
Luc zegt
Inderdaad staat de PVV voorop in de peilingen. Dit komt dan ook omdat ze nog steeds momentum hebben van de vluchtelingencrisis van 2015, de crisis in Griekenland (en de Eurocrisis), het ’terrorturken’-gedoe en terrorisme en deze maand daarbovenop nog de zwartepietendiscussie, de DENK-controverse, het Oekraïnegedoe, het Turkijegedoe, Trumps verkiezing en daarmee de legitimatie van alle altreichse zorgen en natuurlijk de rechtzaak rondom Geert. Als al die dingen nodig zijn om de PVV – in een peiling waarbij deze wordt overgerepresentateerd – tot een kleine voorsprong op de VVD te brengen, denk ik dat de PVV niet zo heel groot zal worden.
Toch is het in de natuur van de Nederlandse verkiezingen dat Nederlanders strategisch gaan stemmen (dit geldt trouwens nauwelijks voor de Eerste-Kamerverkiezingen/Provinciale-Statenverkiezingen). Daarom kregen de PvdA en de VVD vorige keer zo veel stemmen.
Het is hierbij belangrijk te onthouden dat de PVV weinig potentie heeft: verder dan 35 zetels in de peilingen komen ze nagenoeg nooit, hun campagne bestaat alleen in de media en we kunnen geen nieuwe vluchtelingencrisis in de winter verwachten. Daarom zal het momentum dat de PVV nu heeft verloren gaan, en zullen waarschijnlijk twee partijen weer vooruitkomen als de grootste, die als het ware tegenpolen zijn. Dit zal waarschijnlijk een partij van de regering/uit het midden zijn en een duidelijke oppositiepartij, zoals de SP of GroenLinks. Een verkiezingsstrijd tussen de PVV en de VVD lijkt mij onwaarschijnlijk, evenals eentje tussen het CDA en de PVV. PvdA wordt ‘m niet, en SP en PVV delen in grote mate hetzelfde potje wat betreft kiezers. GroenLinks heeft potentie, maar toch denk ik niet dat ze de potentie hebben om boven de 25 uit te komen. Daarom denk ik dat het de SP tegen de VVD uiteindelijk wordt, waarbij de PvdA natuurlijk de grote verliezer is, D66 een beetje zal winnen en de PVV de grote teleurstelling (voor velen). Ik heb geen idee wie dan zou winnen. Misschien krijgen we dan wel een SP-VVD-CDA kabinet o.i.d.
Natuurlijk ligt dit vooral aan de thema’s. Over het algemeen denk ik dat het hele migrantenthema (met name over Oost-Europeanen) ondertussen een beetje is uitgewerkt in Nederland, evenals het EU-thema. Het anti-elitegevoel in Nederland is niet zo groot (wordt telkens overschat) en er zijn steeds nieuwe culturele thema’s nodig om de PVV stabiel te houden.
Jeroen Teeuwisse zegt
Al ruim voor de eeuwwisseling (sinds 1984) hadden ‘wij’ eerst de Centrumpartij, daarna Centrum Democraten. Gelukkig niet direct doorgebroken, met dank aan zekere vorm van cordon sanitaire. Desondanks hebben Janmaat en consorten antibuitenlandersentimenten flink gevoed, met rechtszaken tot gevolg.
En als het gaat om het anti-establishmentgeluid: Boer Koekoek zat van 1963 tot 1981 in de Tweede Kamer.
Anton Jansen zegt
Overschatten is nooit goed. Ik vrees echter dat door Trump het populisme salonfähig is geworden. We mogen daarom hopen dat de verkiezingscampagne inhoudelijk zal zijn en niet om personen gaat spelen. Daar hebben we politici en media voor nodig. Het negeren door politici en media van persoonlijke aanvallen is wellicht een goed begin maar of dezen in staat zijn niet in de val te trappen van het populisme, dat moet ik nog zien. Het bonte gezelschap van nieuwe partijtjes zal relatief meer zendtijd gaan krijgen om de stem van de ontevredenen niet te kort te doen en de grotere partijen zijn natuurlijk een stuk saaier. De politieke kakafonie die op ons afkomt zal de kiezer nog meer tot proteststemmer omvormen, er is straks voor ieder wat wils.